dinsdag 30 januari 2018

FIETSEN

Vandaag voor het eerst sinds lange tijd weer eens een fietstochtje gemaakt. Niet zo maar een fietstochtje ‘in de natuur’ , want daarvoor is het nog te fris, maar heen en terug naar de bibliotheek in het centrum van Rotterdam. Het was er best lekker weer voor. Drie kwartier heen en drie kwartier terug….. en de route door het Kralingse Bos maakt het wel zo aantrekkelijk. Het bos was zoals gewoonlijk: rennende honden, joggende mannen en vrouwen, krijsende  meeuwen, eten pikkende kraaien, veel fietsers en af en toe een smokkelende bromfietser, want die zijn hier immers verboden.  Toen ik eenmaal het bos uit was moest ik voor een stoplicht wachten achter drie scooters. Allemachtig wat een ellende. Ik dacht dat ik stikte. Vette rookpluimen verlieten tegelijk die drie scooteruitlaten en leken mijn ademhalingsorganen op te zoeken.
‘Hé, riep ik, hé, zet die klote motors van jullie eens af , ik sta hier half dood te gaan…’ Ik had het nog niet gezegd of het stoplicht sprong op groen en ik kreeg nog een vettere stoot uitlaatgas in mijn strot en weg waren ze met zijn drieën. Ik kon even geen meter meer vooruit, zo benauwd had ik het. Ik ging maar even op het trottoir (zo ver mogelijk bij het fietspad vandaan) staan uithijgen. ‘Even rustig lopen’, dacht ik, dan kan ik wel weer op de fiets verder.
Ik ging weer verder fietsen waar het fietspad (tweerichtingsverkeer) ook toegankelijk was voor auto’s (en natuurlijk ook voor scooters). Al zeker vijf minuten reed er een auto achter me die me wilde passeren. Ik reed al zo veel mogelijk rechts….nog meer naar rechts en ik zou horizontaal het trottoir op gaan, dus dat deed ik maar niet. Toe gebeurde het: de chauffeur ging me eindelijk passeren terwijl het eigenlijk niet kon omdat ons fietsers en scooters tegemoet kwamen. De auto passeerde me en raakte eerst mijn fietstas en vervolgens haakte die met zijn rechterzijspiegel in mijn jaszak ….. ik geef gelijk een dreun met mijn linkervuist  tegen zijn zijruitje waarop hij langzaam afremt en ik kan me nog maar net bevrijden uit die spiegel.
‘Wat ben je toch een vreselijke klootzak om toch nog te proberen om me te passeren; ze zouden je rijbewijs moeten innemen… je kan beter een scooter kopen …’ maar ja, dacht ik, dan wordt de lucht nog meer vervuild, daar hebben we ook niks aan.  Het had veel slechter kunnen aflopen voor mij. Er kwam toevallig een politiewagen aan maar ik besloot er verder geen werk van te maken.
De reis naar de bibliotheek verliep verder voorspoedig. Het  probleem daar was alleen een stallingplekje vinden voor de fiets. Alle bomen, lantaarnpalen, officiële fietsenstallingplekken, palen met verkeersborden a l l e s was bezet. Tot ik een informatiebord zag waar één fiets tegen gestald stond en waar  ruimte was voor nog een fiets. Mijn fiets dus. Het was van hier nog vijf minuten lopen naar de bieb. Mijn afspraak in de bieb was om 12.00 uur. Het was inmiddels tien voor twaalf dus ik kon nog even naar de dinsdagmarktmarkt om wat spruiten te kopen. Ik ga vanavond spruiten met aardappelen, ham en kaas eten.

Precies op tijd loop ik met mijn spruitjes de bieb in.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten