Vandaag voor
het eerst sinds lange tijd weer eens een fietstochtje gemaakt. Niet zo maar een
fietstochtje ‘in de natuur’ , want daarvoor is het nog te fris, maar heen en
terug naar de bibliotheek in het centrum van Rotterdam. Het was er best lekker
weer voor. Drie kwartier heen en drie kwartier terug….. en de route door het
Kralingse Bos maakt het wel zo aantrekkelijk. Het bos was zoals gewoonlijk: rennende
honden, joggende mannen en vrouwen, krijsende meeuwen, eten pikkende kraaien, veel fietsers en
af en toe een smokkelende bromfietser, want die zijn hier immers verboden. Toen ik eenmaal het bos uit was moest ik voor
een stoplicht wachten achter drie scooters. Allemachtig wat een ellende. Ik
dacht dat ik stikte. Vette rookpluimen verlieten tegelijk die drie scooteruitlaten
en leken mijn ademhalingsorganen op te zoeken.
‘Hé, riep
ik, hé, zet die klote motors van jullie eens af , ik sta hier half dood te gaan…’
Ik had het nog niet gezegd of het stoplicht sprong op groen en ik kreeg nog een
vettere stoot uitlaatgas in mijn strot en weg waren ze met zijn drieën. Ik kon
even geen meter meer vooruit, zo benauwd had ik het. Ik ging maar even op het
trottoir (zo ver mogelijk bij het fietspad vandaan) staan uithijgen. ‘Even
rustig lopen’, dacht ik, dan kan ik wel weer op de fiets verder.
Ik ging weer
verder fietsen waar het fietspad (tweerichtingsverkeer) ook toegankelijk was
voor auto’s (en natuurlijk ook voor scooters). Al zeker vijf minuten reed er
een auto achter me die me wilde passeren. Ik reed al zo veel mogelijk rechts….nog
meer naar rechts en ik zou horizontaal het trottoir op gaan, dus dat deed ik maar
niet. Toe gebeurde het: de chauffeur ging me eindelijk passeren terwijl het
eigenlijk niet kon omdat ons fietsers en scooters tegemoet kwamen. De auto
passeerde me en raakte eerst mijn fietstas en vervolgens haakte die met zijn
rechterzijspiegel in mijn jaszak ….. ik geef gelijk een dreun met mijn
linkervuist tegen zijn zijruitje waarop
hij langzaam afremt en ik kan me nog maar net bevrijden uit die spiegel.
‘Wat ben je
toch een vreselijke klootzak om toch nog te proberen om me te passeren; ze
zouden je rijbewijs moeten innemen… je kan beter een scooter kopen …’ maar ja,
dacht ik, dan wordt de lucht nog meer vervuild, daar hebben we ook niks aan. Het had veel slechter kunnen aflopen voor mij.
Er kwam toevallig een politiewagen aan maar ik besloot er verder geen werk van
te maken.
De reis naar
de bibliotheek verliep verder voorspoedig. Het probleem daar was alleen een stallingplekje
vinden voor de fiets. Alle bomen, lantaarnpalen, officiële
fietsenstallingplekken, palen met verkeersborden a l l e s was bezet. Tot ik een
informatiebord zag waar één fiets tegen gestald stond en waar ruimte was voor nog een fiets. Mijn fiets
dus. Het was van hier nog vijf minuten lopen naar de bieb. Mijn afspraak in de
bieb was om 12.00 uur. Het was inmiddels tien voor twaalf dus ik kon nog even
naar de dinsdagmarktmarkt om wat spruiten te kopen. Ik ga vanavond spruiten met
aardappelen, ham en kaas eten.
Precies op
tijd loop ik met mijn spruitjes de bieb in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten