Alsof ik voor een paar weken de bak in moet, zo loop
ik verdwaasd rond te kijken over wat ik minimaal moet meenemen. Mijn vriend
Bahram heeft een kamertje over. ‘Kom een tijdje bij mij wonen, is goed’ zei hij
spontaan en hartelijk. Een tijdje … een paar weekjes om mijn hoofd leeg te maken
… mijn hoofd, boordevol vol flarden machteloze wrok, boosheid, haat, verdriet,
wantrouwen schuldgevoel maar ook hopeloos verlangen, liefde en vertedering. Als
ik niet slaap of even niks doe dan vertonen zich onophoudelijk en dwingend scenes
uit ons huwelijk aan mij.
Wrange scenes:
De optater die ik Carole verkocht, zo’n dertig jaar
geleden nu. Ik was woest dat ze me voor ‘asociaal’ uitmaakte; de aanleiding
weet ik niet eens meer presies.
Uit jaloezie gooide ik eens een heel regiment grappig
kleine likeur-flesjes op de plavuizen in de keuken aan diggelen. Mij was ter
ore gekomen dat Carole zo’n enorme lol had gehad met een andere leuke man op
haar wintersportvakantie.
In het Casino Rotterdam vergokte ik een paar duizend
gulden van ons huishoudgeld, een gestoorde actie om toch nog rijk en gelukkig trachten
te worden.
En dan blijk ik in het jaar 2000 ineens een lastige stoornis te
hebben. De bipolaire stoornis. In de eerste manie, vijftien jaar geleden, na
dertig huwelijksjaren dus, zeg ik, in
een manie, Carole onverbloemd hoe seksueel passief zij is in onze relatie.
Sindsdien houdt ze niet meer van mij. Vijftien jaar later hoor ik dat pas voor
het eerst.
Blije Scenes:
Carole die in
1969 op het station Utrecht uit de trein stapt, me ziet staan; blij lachend rent
ze op me af valt me in de armen.
Mama Carole, in haar sexy lichtblauwe overall; een
fleurig sjaaltje om haar nek, lange blonde haren, achter de kinderwagen wandelend
in het Kralingse Bos. Onze jongste,
Dennis, ligt te pitten. André, twee jaar ouder loopt met zo’n grote speen in
zijn mond en zijn bal in twee handen tegelijk, naast de wagen.
Nog geen maand geleden zoenden Carole en ik weer even
met elkaar, tongen ja, dat probeerden we althans heel even. We hielden elkaar
lekker stevig vast en gelijk kreeg ik alweer een stijve. We keken elkaar aan en
ik zei verrast: ’Hé, stralende ogen! Je bent ineens weer een stuk ….. jonger!’
… ’Ja’ zei zij, ‘jij ook,’ en we omhelsden elkaar nog even, streelden nog fijn
en gingen slapen. Ieder in onze eigen slaapkamer. Dat dan weer wel.
Carole maakt nooit zulke positieve opmerking over haar
eigen lijf. Ze is duidelijk ontevreden over haar eigen lichaam. ‘Dik.
gerimpeld, uitgezakt,’ zijn haar woorden. Ik kan daar niet goed over oordelen,
omdat ik de haar de laatste vijftien jaar niet meer naakt hebt mogen aan
schouwen. Werkelijk waar! Toen ik een vuile onderbroek van me in de wasmand
stopte, riep Carole me van onder de douche. Ze had een grote handdoek om haar
onderlichaam geslagen en toonde me haar borsten. Zo prachtig, zo stevig, zo
mooi rond. Niks gerimpeld of uitgezakt. Het ontroerde me (en het wond me
natuurlijk ook gelijk weer op!). ‘Daar mag je echt héél trots op zijn Carole!’ zei
ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten