maandag 9 januari 2023

DE BOEL OP STELTEN ...

 De boel op stelten ...

 Ries is bezig een sollicitatiebrief te schrijven op een tamelijk moeilijke, zeg maar gerust een voor hem onmogelijke baan (directeur van een verzekeringsmaatschappij). Hij doet er nogal overdreven  druk over ….hij wordt zonder twijfel voor dat baantje  aangenomen, denkt hij zelf … hij weet ook al dat hij niet voor minder, dan 6000 euro netto per maand, zijn bed uit komt en hij heeft ook al een leuke leasewagen uitgekozen.

 Het weekend gaat hij met zijn vrienden naar het popfestival FRIENDS bij Brussel. Radiohead, Pearl Jam, Arcade Fire treden er onder andere op. Ries heeft drie dagen zonder nachtrust gefeest. Bij de dames is hij niet weg te slaan. Trouwens: de dames ook niet bij hem. In de trein terug is niets Ries te dol, ook al is het half zeven in de ochtend, hij stripteast en zingt voor zijn ingedommelde medereizigers zijn versie van ‘Een beetje verliefd’ dat in gesnurk ten onder gaat, maar dat kan Ries niets schelen. Hij gaat door de entertainer te spelen, door bij wijze van grap op schoot te gaan zitten bij een niet onappetijtelijke dame, die Ries tot op dat moment met een geamuseerde glimlach zit aan te kijken.  De dame werpt hem nu echter resoluut van haar schoot en trekt in één beweging aan de noodrem. Afin … Ries eindigt op het politiebureau in St. Job in het Goor. Een vriend is bij hem gebleven en heeft de boete van 300 euro voorgeschoten.

 Hij komt nog uitbundiger thuis dan hij in de trein al was. Enthousiast gaat hij naar zijn balkon (op 16 hoog). Kraait hosanna over het fantastische uitzicht, (dat hij overigens al jaren uit zijn hoofd kent). Hij weet zeker hij op zijn pootjes terecht zal komen als hij van het balkon springt. Ries doet het nu niet maar er komt natuurlijk een dag dat hij het gaat uitproberen.

 Het lijkt hem zelf geen gek idee om zich te laten opnemen. Hij slaapt de laatste tijd niet zo best, voelt een psychose aankomen. Prima eigenlijk, dat hij dit zelf voorstelt. Alleen heeft hij zelf niet in de gaten, dat hij er al middenin zit.

Met spoed wordt Ries in het ziekenhuis opgenomen. Het is een vrijwillige opname. Als hij weg wil, mag hij weg. Ook al is hij een gevaar voor zichzelf en (het is niet te hopen) misschien wordt hij ook wel een gevaar voor een ander. Dat is helemaal niet zo onwaarschijnlijk. Bij zijn vorige psychose heeft hij nota bene in het ziekenhuis een verpleegkundige in elkaar geslagen. Ries weet daar niets meer van. Hij wordt nu allengs wantrouwiger, opstandiger, kritischer. De volgende avond loopt hij uit het ziekenhuis weg en gaat lopen dwalen door de stad. Buren in de straat waar Ries woont vertellen dat hij vannacht op de stoep voor zijn huis heeft zitten mediteren en daarbij hard heeft gezongen.

 Hij is ook bij de Volvo-dealer langs geweest. Wilde een proefritje maken met een van de nieuwste modellen. Ries is gewoon in een auto gestapt … wilde wegrijden maar geen sleutels natuurlijk. Gaan ze daar vervelend tegen hem doen. Halen de politie erbij. Dan moet hij opgehaald worden op het politiebureau. Alléén laten ze hem niet gaan. Volgens de agent heeft Ries de boel op stelten gezet.

  

 

zondag 8 januari 2023

DIK.

 

De man staat met zijn handen in zijn zak. Eigenlijk staat hij met zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek. Hij praat met een heer, keurig in het pak.

De heer wijst op de rotzooi op het terrein, zijn terrein.

De man met de handen in de zakken knikt. Bij elke knik zakt zijn broek iets verder af,  over zijn al gedeeltelijk onthulde harige billen. Zijn bouwvakkersdécolleté is gelukkig niet zichtbaar voor de heer. De man begrijpt wat hem te doen staat. Morgen gaat hij aan de slag. Hij denkt dat hij het klusje alleen wel aankan. Niet mèèr mensen nodig dus. De man heeft een buik met de omvang van een grote trom. Hij kan de heer niet precies zeggen hoelang hij met dit karwei bezig zal zijn. Zijn schatting is drie weken.

Dat duurt de heer te lang naar zijn zin. Hij stelt voor toch extra personeel in te huren.

Doch dat vindt de dikkerd te gortig. Hij wil dit klusje juist helemaal alléén doen omdat hij wat kilootjes wil afvallen. Dan heeft hij afleiding, denkt hij niet aldoor aan eten, behalve om twaalf uur dan, voor het twaalf uurtje. Bovendien is hij in beweging en kan hij lekker bukken, tillen en sjouwen. Gedurende die drie weken denkt de man ook flink wat kilootjes kwijt te raken. Nu weegt hij honderdvijftig  kilogram. Over drie weken is hij honderdtwintig kilo, denkt hij zelf. Tenminste als hij kan werken als zelfstandige zonder personeel. ‘Als de heer het sneller wil hebben’, zegt de man stoer, ‘zoekt hij maar een ander’. Hij hijst zijn broek op, beweegt zijn benen stroef langs elkander in de richting van zijn glanzende Mercedes Benz. Zijn armen houdt hij bijna als de vleugels van een vliegtuig naast zijn lijf. Het ademhalen kost hem veel moeite. Van een afstand van honderd meter is dit al duidelijk zichtbaar. De man houdt plotseling halt. Hij zegt de heer het ook voor niks te willen doen. In die drie weken.

En nog is de heer niet tevreden. Hij heeft er geen vertrouwen in. Geen wonder! De heer denkt hoe kan die obesitant überhaupt iets presteren. Hij kan zich nauwelijks voortbewegen. Nauwelijks ademhalen; nauwelijks bukken, tillen of reiken. Deze overgewichtige man is na één dag werken, zwaar ziek thuis. En dan kan ik weer op zoek naar een ander èn ben ik weer een paar dagen achterop. Neen, hij ziet absoluut geen heil in deze zwaarlijvige persoon. Dan maar een paar centen er tegen aan gooien. Misschien zit de klus er dan in een kleine week op..

De ontroostbare dikke man laat zich achter het stuur van zijn Mercedes Benz vallen en rijdt uiterst kalm het terrein van de heer af..

zaterdag 7 januari 2023

HOOG GESPANNEN VERWACHTINGEN.

 Sommige mensen maken nooit wat mee, hun leven is een lange grijze draad. Zo zou ik mijn leven nou niet willen noemen. Zo af en toe gebeurt er nog wel eens wat. Niet zo vaak als toen ik nog jong was. Maar toch. Met Els, Marieke en Bert ben ik in Schiedam bij een optreden  van ‘the Moon’ een coverband van Pink Floyd. Marieke, Bert en ik zijn fans van het eerste uur. Els is meer van U2 en Beiroet  maar omdat ze al een tijdje de deur niet uit is geweest, heeft ze ook maar een kaartje gekocht. Alle vier hebben we dat t-shirt met dat varken aan.

We hebben Pink Floyd  in het legendarische Kralingen Popfestival in 1970 gezien, met hun onovertroffen en onvergetelijke uitvoering van het nummer ‘Set the controls for the heart of the sun’. Om zes uur op die zwoele juni ochtend. De zon is dan net aan het opkomen. Met z’n vieren zijn we ook, op 7 november 1970, bij het concert dat Pink Floyd in de Doelen geeft. Stel je voor in zo’n magistrale muziektempel als de Doelen meegevoerd worden door de band met die virtuoze, uitgekiende symfonische rock .     

Van een coverband kan je natuurlijk nooit zo’n performance verwachten als van het origineel. Desondanks waren onze verwachtingen hoog gespannen. We zijn ruim op tijd aanwezig.  Misschien wel iets te vroeg. Bert krijgt dan eigenlijk veel te veel de tijd om te besteden aan zijn andere hobby: zuipen. ‘Indrinken’ noemt hij dat. Eerlijk is eerlijk: alléén drinken doet hij niet …. hij is ook van het  rondjes geven. Na het zesde pilsje: ‘Aaahh joh, Jee, nog ééntje voor ze beginnen.’

Marieke is na het tweede biertje al afgehaakt. Zij staat op de dansvloer opgewekt, met een appelsappie in haar hand, gezellig te babbelen met een  ‘Boudewijn de Groot look a like’.  ‘Die is toch onderhand ook al over de zeventig, Bert?’ ‘Neen’, lalt Bert, ‘volgens mij zong hij iets van ‘Meisjes van dertien’ verder weet ik het ook niet, hoor  ehh, Jee.’

Els is in trance: ze staat met haar oortjes ‘in’ te gokken bij de automaten. Tien tegen één dat U2 op heeft. Ik ben al half teut en bijna vergeten waarvoor ik hier ook alweer naar toe ben gekomen. Bert is al zeker aan zijn tiende pilsje toe in dit afgelopen uur.

 The  Moon gaat beginnen en Bert gaat vrijwel onmiddellijk out. Hij laat het pilsje uit zijn handen vallen. ‘Waar ben ik?’ kreunt Bert. Hij schuift heen en weer door het bier. Zijn broek, zijn shirt, zeiknat. Ik zeg hem dat hij in ‘de Popschuur’ is. In Schiedam, bij een cover…  ach, dat heeft geen zin, Bert is buiten westen.

Maar wat een bagger! Ik heb serieus proberen te luisteren naar  Astronomy Domine – Atom heart mother. Stuk voor stuk geweldige nummers maar helemaal verkloot door deze Moon. Marieke zwaait vanaf de dansvloer naar me, maakt kotsbewegingen naar de band en verlaat met Boudewijn de Groot, die haar omarmd heeft , de Popschuur.

Els is niet te troosten. Ze had honderd euro meegenomen. Die heeft ze vergokt. Ze heeft haar oortjes uit gedaan. ‘Wat een klote muziek zeg, ik blijf hier geen minuut langer.’ Ik bel voor ons drietjes een taxi. De chauffeur wil Bert niet meenemen wegens kotsalarm. Pech voor Bert. Die moet dan straks, als hij bij zijn positieven is, de metro maar pakken.

De taxi brengt Els en mij naar Prinsenland. We wankelen samen mijn huisje in. Wandelen samen naar de bank. Armen om elkaar. Zó zegen we neer. Zó sliepen we in.

vrijdag 6 januari 2023

DE SPIN IN HET WEB.

Mijn  op één na oudste zus, Dorien, doet liever ‘gewoon’ en dat vindt ze eigenlijk al ‘gek genoeg’. Ze is een kordate dame van inmiddels 69 jaar. Haar zoon Teis (40) woont met zijn vrouw en twee kinderen al weer jaren in Nieuw Zeeland. 

 Gewoon doen, was in Dorien’s ogen: ‘niet moeilijk doen, althans niet veel moeilijker dan nodig’. Met name op het gebied van taal was ze daar heel duidelijk in. “Als ik een ‘t’ hoort dan schrijft ik ook een ‘t’zei ze, en elke ‘ei’-klank werd door haar geschreven als ‘ei’. “Ik schrijft gewoon alles op zoals ik het hoort”, zei ze “en als ze me niet begrijpen dan is dat heel jammer voor hunnie”. Ze was dus erg scheutig met het toevoegen van de letter ‘t’; ook daar waar dat niet per sé nodig was.

 Met de werkwoorden’ liggen en leggen’ en ‘kunnen en kennen’ gaat ze altijd  op haar gevoel af. “Ik weet niet of ik op je verjaardag ken komen, hoor, dat legt er aan hoe ik me morgen voelt.”. En natuurlijk weet ik dan precies wat ze bedoelt. Alleen op school, waar ze haar best wel begrijpen, ondervindt ze minder begrip: met als gevolg een jarenlange reeks van onvoldoendes voor taal “Ik kom er toch wel,ook zonder een tien voor taal,” zei ze.

 Als kind aan de ontbijttafel verbeter ik haar nogal eens; nadrukkelijk, bijna pesterig en voor misschien wel de honderdste keer: ”het is niet:‘we benne’ maar ‘we zijn’. Door heel snel weg te duiken kan ik de suikerpot, die ze me woedend naar mijn hoofd gooit, ternauwernood ontwijken

Ze gaat altijd op haar gevoel af, ook bij het aangaan of  bij het uitmaken van een relatie. En is het voor Doriens gevoel eenmaal ‘klaar’ dan blijft het ook ‘klaar’. Op haar 25e kwam ze ‘uit de kast’. Ze is niet altijd overtuigd lesbisch geweest. Vóór haar  25e had ze nog wel eens een mannelijke partner. Met Sjaak woont ze een maand of wat samen. Plotseling heeft ze dan wat met haar baas, de (gehuwde) eigenaar van de patatzaak. Ze vrijen gewoon in de zaak. Naar Sjaak toe vindt ze dat niet chique … ze geeft hem de bons met opgaaf van reden. De dag daarna krijgt de patatboer een linkse directe. Sjaak vertelt hem en zijn vrouw waarom. Dorien hoeft geen patat meer te komen bakken.

“Ach, het zal wel ergens goed voor geweest zijn”, is Doriens  laconieke reactie..

 Korte tijd later ontmoet ze Sari van de dansschool. Ze worden verliefd. Dorien gaat bij haar inwonen en ze baart haar zoon Teis (met ‘t’, korte ‘ei’, zonder ‘h’). Peter, de partner van Sari is graag bereid om Doriens  vurige kinderwens in vervulling te doen gaan.

Ze gaat helpen in de dansschool. Bier tappen en tosti’s bakken enzo, maar dat kon ze al. Sari leidt haar op tot danslerares. Ze is een natuurtalent. Allemaal dikke voldoendes voor dansen op gevoel.

Inmiddels vormt Dorien al 25 jaar een goed stel met Lenie, waarvan de laatste 10 jaar zelfs getrouwd.

Het allermooiste van Dorien, vind ik, en ik denk àlle broers en zussen, dat zij in de loop der jaren is uitgegroeid tot dè spin in het web van onze familie.


donderdag 5 januari 2023

AFROMEN.

 Ik doe mee aan de Vriendenloterij. Met twee loten. Dertig euro. Vooral voor het goede doel. Ik steun daar ‘de Zonnebloem’ mee. Wat die doet? Ik zou niet weten. Als ik heel veel geluk heb dan win ik misschien wel eens een miljoen euro. Dan hebben we er weer een miljonair bij in Nederland. Vijftien jaar speel ik al mee. In al die jaren heb ik veel prijzen gewonnen. ‘Fopprijzen’ zoals een kaasmesje, placemats, een appelboor, twee Hema-tompoezen, drie theedoeken, een kookboek!  Dat wil ik natuurlijk helemaal niet, want het enige wat ik wil is een héél grote geldprijs. Die miljoen euro bijvoorbeeld. Ik zit wel eens watertandend te denken wat ik er allemaal mee zou kunnen doen:

elektrische auto met chauffeur, een fiets, een boot, twee lux huizen(één in Nederland en één in een democratisch land met een aangenaam klimaat), dagelijks een drie gangenmenu in een goed restaurant, schoonmaakbedrijf aan huis, privé bioscoop en … een lieve vrouw niet te vergeten … neen, niet echt,  voor dat laatste heb ik geen Vriendenlot nodig … dan heb ik genoeg aan mijn eigen charmes.    

Ik ben nu bijna drieënzeventig, dus ik denk dat ik dat geld bij winst in zeven jaar moet opmaken, veel ouder dan tachtig zal ik niet worden. Nou ja, wie weet word ik tweeëntachtig , dan zet ik veertigduizend euro opzij voor die laatste twee jaar. Dat heb ik voor de komende zeven jaar nog 960.000 euro over. Daar moet ik toch wel mee rond kunnen komen.

Het zal wel even wennen zijn want op dit moment ben ik nog gewoon een minima. Mijn kloof met de maxima wordt de laatste jaren alleen maar groter. Als je rijk bent dan heb je het best in ons land. Bijna alle huizen die gebouwd worden, zijn veel te duur, dus voor hen, die het geld hebben.. Als minima betaal ik relatief veel meer inkomstenbelasting dan de rijken. De rijken worden steeds rijker, de armen steeds armer. Deze minima wil nu ook wel eens een keertje rijk worden. De Vriendenloterij biedt mij die kans en niet alleen mij maar talloze anderen.

In de krant lees ik vandaag over een plan om de rijken armer te maken en de armen rijker. Er wordt heen en weer gerekend over  hoeveel miljoenen een miljonair mag hebben tot het genoeg is. Tot ie niks mèèr nodig heeft om zijn rijkeluisleventje tot zijn dood te kunnen uitzingen. De plannenmakers hebben uitgerekend dat het bestaansmaximum voor zo’n miljonair  een vermogen van 2,2 miljoen is.  Alles wat ie meer heeft wordt òf afgeroomd òf zwaar belast. Waar dat afgeroomde geld  dan naar toe gaat? Ik zou het wel weten: naar dak- en thuislozen, goede zorg en onderwijs. Dat heeft meer waarde dan dat een rijkaard nòg rijker wordt.

Ook kan er dan en nieuw bestaansminimum berekend  kunnen worden. Nu is de Nederlandse ondergrens ongeveer elfhonderd  euro per maand.  Die moet na de miljonairs- en miljardairsafroming toch minstens tweeduizend  per maand worden. Hèt grote verschil tussen arm en rijk blijft dan wel bestaan maar het gat wordt alleen niet groter meer. Het zou helemaal mooi zijn als dit plan voor het bestaansmaximum en de herverdeling van het afgeroomde geld wereldwijd zou worden uitgevoerd.  In een groot aantal landen is het verschil tussen arm en rijk nog beschamender dan hier.

Vandaag win ik verdorie weer zo’n (fop)prijs in Vriendenloterij:  een (design) stoffer en blik. Ik stop er mee.

      

woensdag 4 januari 2023

LUSTEN JULLIE EEN STUKJE WORST?

 Elke week brengt ze een bloemetje en brandt ze een kaarsje. Gedreven door schuldgevoelens gaat ze naar het graf van haar doodgeboren kleindochtertje. Rina komt daar aan geschommeld. Stijlvol geheel in het zwart. Ze was op de begraafplaats.

Dik honderdvijftien kilo weegt ze en dat bij een lengte van 1.65 m. Daar moeten dus hoognodig wat kilo’s vanaf. Vindt ze zelf ook. ‘Minstens dertig!’ zegt ze. ‘ Voorlopig wil ik daar even niet aan denken. Ik heb wel wat anders aan mijn hoofd.’ Een vrolijke lieverd, die Rina. Zo’n type bij wie je het niet ziet of ze nu wel of niet zwanger is. Iedereen is dan ook stomverbaasd dat Kevin er opeens was. Haar zoon. Wat een schat, echt een lief, zachtaardig mannetje. Een driftkikkertje wel, soms. Ik kom haar zo af en toe tegen in de buurt.

Van kletspraatjes op straat houdt ze niet. Met Rina praat je eigenlijk ook niet. Naar Rina kan je alleen maar luisteren. Ze begroet je en dan is ze een klein halfuurtje aan het woord. Over haar depressie. Over haar dochter, die van dat doodgeboren kindje. Over haar zoon die de hele dag in zijn nest ligt te stinken, omdat hij, met zijn Turkse achternaam, toch nooit aan de bak komt. Over haar smetvrees en over haar principe, dat ze geen mensen bij haar over de vloer moet hebben. Alleen familie.   

Ik kom nu zelf net terug van de markt. Ziet ze het zitten om een babbeltje te maken, dan zwaait ze en lacht ze al van verre naar me. Nu gaat haar koppie naar beneden en haar hand zoekt iets in haar tas … haar mobieltje … en ze gaat, wel of niet ‘fake’, een gesprek aan met ‘iemand’. Ze wil vandaag duidelijk geen contact met mij.

Kan ook zijn dat ik er wat te kleurrijk uit zie, naar haar zin, met mijn rood-wit gestreepte broek, groene bloes en oranje jasje. Ik weet dat ze gruwt van die carnavaleske kledij. Ja, dat is Rina ook. Ze werkt bij onze slager op het Zwaanshals. Aan mijn zonen, kleuters toen nog, vraagt ze of ze een stukje worst lusten. 

Jaren later lees ik in de krant dat ene Kevin Ö (15), in de Zwartjanstraat iemand heeft doodgeschoten. Heeft met een drugsdeal te maken. Het is de Kevin die we kennen. De zoon van Rina.  Het zal je maar gebeuren als moeder. Anderhalf jaar jeugddetentie krijgt hij opgelegd. Kevin is nu net weer een half jaartje vrij. Vrij èn: dag in dag uit ligt hij  languit op de bank bij zijn moeder.

Rina kan het niet bolwerken. Ze wil het leven niet de kans  geven haar nog meer ellende aan te doen. Slikt een grote hoeveelheid pillen. Haar dochter Leana, die van de doodgeboren kleindochter, moet geen halve minuut later komen. Terwijl haar maag wordt leeggepompt komt ze al weer bij. Vol schaamte. De eerste uren is Rina zo verdrietig:

‘Wat ben ik voor een oma? Wat ben ik voor een moeder?’

 

dinsdag 3 januari 2023

Perssinaasappels

 Zo vroeg is het nog rustig bij Dirck. De groenten en de melkproducten liggen snel in mijn winkelwagen. Ik blijf het overigens klote vinden dat je bij Dirck niks kan afwegen en verder  liggen er nogal eens  ongeprijsde groenten en fruit op de toonbanken daar.

Ik zoek me te pletter naar kaaspuree, blijk dat niet meer in het assortiment te zitten, was te weinig vraag naar … okee … dan maar gewone puree kopen en geraspte kaas, voor er doorheen.

                Nog even wil ik wat kwijt over het zuivelhok van Dirck: wat is het daar vreselijk, vreselijk koud. Ongetwijfeld is het goed voor het vers houden van de zuivelproducten. Niet voor mij echter.

 Ik word wel gek aangekeken maar al is er een hittegolf, ik pak de boerenlandyoghurt altijd met handschoenen aan en mijn ijsmuts op.

                Ze is oud geworden, die dame, ze is de vrouw, die iedere klant van Dirck schrik aanjaagt. Ze kijkt in je winkelwagentje  en maakt een opmerking over je net gekochte bananen en ze zegt dan dat zij ze ook heeft gehad en hoe heerlijk ze zijn, daar weidt ze enige tijd over uit en dan wordt ze persoonlijk … van migraine tot menstruatie passeert de revue. Haar slachtoffers zijn zowel  mannen als vrouwen. Minstens een half uur kan je dan zomaar kwijt zijn. Mijn laatste ervaring  met haar zeker is van twintig jaar terug.

Momenteel heeft ze twee oudere heren in de houdgreep, die naar het zich laat aanzien wel kunnen genieten van de spraakwaterval. Ik hoor haar met een stralend gezicht zeggen, dat ze zich heerlijk voelt nu ze een baan heeft bij de reinigingsdienst. Fantastisch voel ik me zelfs. Fantastisch. Ze spreidt haar armen als ze dat zegt, waardoor haar rijke boezem alle mogelijke ruimte krijgt zich aan de heren te vertonen. De beide heren staan  nu ronduit te stralen. Van hen zou ze nog wel even door mogen gaan.

                Als ik mijn boodschappen in de fietstassen pers, zie ik een paar meter naast mij een  vrouw wijzen naar de autoweg.  Daar liggen drie sinaasappels. De dame wijst naar mij, vervolgens naar die drie sinaasappels en dan maakt ze een rollend gebaar met haar handen.  Ze moet waarschijnlijk nog een taalcursusje gaan volgen. Maar ze zal ongetwijfeld bedoelen, dat dat mijn sinaasappels zijn die daar de Bergweg op zijn gerold. 

Jammer dan, dat net als ik ze wil gaan pakken, een trucker van een Aldi vrachtwagen, mijn sinaasappels wel ziet maar er hard en meedogenloos overheen rijdt.

’Ach, voor die sinaasappels maakt het op zich niks uit, of ze nou door mij of door die vrachtwagen uitgeperst worden.