De boel op stelten ...
Ries is bezig een sollicitatiebrief
te schrijven op een tamelijk moeilijke, zeg maar gerust een voor hem onmogelijke
baan (directeur van een verzekeringsmaatschappij). Hij doet er nogal
overdreven druk over ….hij wordt zonder
twijfel voor dat baantje aangenomen,
denkt hij zelf … hij weet ook al dat hij niet voor minder, dan 6000 euro netto
per maand, zijn bed uit komt en hij heeft ook al een leuke leasewagen uitgekozen.
Het weekend gaat hij met zijn vrienden naar
het popfestival FRIENDS bij Brussel. Radiohead, Pearl Jam, Arcade Fire treden er
onder andere op. Ries heeft drie dagen zonder nachtrust gefeest. Bij de dames is
hij niet weg te slaan. Trouwens: de dames ook niet bij hem. In de trein terug
is niets Ries te dol, ook al is het half zeven in de ochtend, hij stripteast en
zingt voor zijn ingedommelde medereizigers zijn versie van ‘Een beetje
verliefd’ dat in gesnurk ten onder gaat, maar dat kan Ries niets schelen. Hij
gaat door de entertainer te spelen, door bij wijze van grap op schoot te gaan
zitten bij een niet onappetijtelijke dame, die Ries tot op dat moment met een
geamuseerde glimlach zit aan te kijken.
De dame werpt hem nu echter resoluut van haar schoot en trekt in één
beweging aan de noodrem. Afin … Ries eindigt op het politiebureau in St. Job in
het Goor. Een vriend is bij hem gebleven en heeft de boete van 300 euro
voorgeschoten.
Hij komt nog uitbundiger thuis
dan hij in de trein al was. Enthousiast gaat hij naar zijn balkon (op 16 hoog).
Kraait hosanna over het fantastische uitzicht, (dat hij overigens al jaren uit
zijn hoofd kent). Hij weet zeker hij op zijn pootjes terecht zal komen als hij van
het balkon springt. Ries doet het nu niet maar er komt natuurlijk een dag dat
hij het gaat uitproberen.
Het lijkt hem zelf geen gek idee
om zich te laten opnemen. Hij slaapt de laatste tijd niet zo best, voelt een
psychose aankomen. Prima eigenlijk, dat hij dit zelf voorstelt. Alleen heeft hij
zelf niet in de gaten, dat hij er al middenin zit.
Met spoed wordt Ries in het ziekenhuis
opgenomen. Het is een vrijwillige opname. Als hij weg wil, mag hij weg. Ook al
is hij een gevaar voor zichzelf en (het is niet te hopen) misschien wordt hij ook
wel een gevaar voor een ander. Dat is helemaal niet zo onwaarschijnlijk. Bij
zijn vorige psychose heeft hij nota bene in het ziekenhuis een verpleegkundige in
elkaar geslagen. Ries weet daar niets meer van. Hij wordt nu allengs
wantrouwiger, opstandiger, kritischer. De volgende avond loopt hij uit het
ziekenhuis weg en gaat lopen dwalen door de stad. Buren in de straat waar Ries
woont vertellen dat hij vannacht op de stoep voor zijn huis heeft zitten
mediteren en daarbij hard heeft gezongen.
Hij is ook bij de Volvo-dealer langs
geweest. Wilde een proefritje maken met een van de nieuwste modellen. Ries is
gewoon in een auto gestapt … wilde wegrijden maar geen sleutels natuurlijk.
Gaan ze daar vervelend tegen hem doen. Halen de politie erbij. Dan moet hij
opgehaald worden op het politiebureau. Alléén laten ze hem niet gaan. Volgens
de agent heeft Ries de boel op stelten gezet.