maandag 28 augustus 2023

NAGELBIJTEN.

Dat Karel, mijn buurman geen vast werk heeft, merk ik, omdat ik hem vaak thuis en in de kroeg aan de overkant zie zitten. Die enkele keer dat ie es aan het werk gaat moet de hele buurt het zien. In een schoongewassen overall, gaat hij met zijn schoudertas (waarin zijn twaalfuurtje èn zijn fles jenever) naar de koppelbaas. Soms duurt dat werk één dag. Soms een of twee weken. Maar Karel gooit steeds zijn eigen glazen in, door hetzij te laat, hetzij bezopen of allebei tegelijk op zijn werk te verschijnen. Hij heeft, als WAO’er, te lang niks gedaan om weer aan het gewone dagelijkse ritme van werken, eten, slapen te wennen.

Karel woont onder mij. Geregeld nodigt hij me uit voor een drankje. Aan mijn uitnodigingen geeft hij ook altijd gehoor. Ik vind het vreemd en ongemakkelijk, dat hij bijna nooit zijn mond open doet. Hij komt, neemt zijn pilsje in ontvangst en gaat zitten nagelbijten.

‘Kijk je nooit tv?’ vraagt hij.

‘Nooit als ik bezoek heb.’

Het wordt me duidelijk, dat hij genoeg heeft aan z’n sjekkie, z’n biertje, zijn nagels en de tv ... het is gewoon goed voor hem om zo, met z’n tweetjes, bij elkaar te zitten.

Een heel enkele keer laat hij iets los over zijn verleden. Hij is als jonge militair in het begin van de vijftiger jaren betrokken bij de politionele acties in Nederlands Indië. Als ik hem nu, in zichzelf gekeerd, zijn zware Van Nelle-sjekkies zie rollen (een pakje per dag), zijn bier zie opslurpen (een kratje per dag) en voortdurend op zijn nagels zie bijten, maakt hij op mij een gebroken indruk.

Op een dag, vragen kennissen me of ik hun kater, Joep, over wil nemen. Een reuzenbeest, die Joep.Tot op de dag van vandaag heb ik nooit een grótere kater gezien. M’n kennissen zijn dolblij het beest kwijt te zijn. Ik kan me zelfs niet herinneren, dat ik die kennissen nadien ooit nog gezien heb. Waarschijnlijk bang dat ze Joep weer mee terug zouden moeten nemen. 

Maar goed … ik heb zelf destijds drie jonge poesjes. Binnen een halve dag zijn ze dankzij Joep hun jeugdig élan kwijt geraakt.

Als drie dooie vogeltjes zitten ze onbeweeglijk in een hoekje van de kamer.

Ik heb het al snel gezien: Joep en mijn kleine poesjes, dat gaat echt niet samen. Als Karel, een grote, zware man, dat ter ore komt biedt hij onmiddellijk aan, Joeps nieuwe baasje te worden. Er is gelijk een klik tussen die twee.

Enige tijd later, is Joep op een nacht de deur uitgeglipt. Op het trappenhuis is hij niet dus moet hij op het dak zitten. Karel waagt zich met zijn zware lijf op het natte, gladde draadglasdak. Dat houdt hem niet. Karel zakt er door en maakte een smak van drie meter, waarbij hij wonderwel niks breekt maar waaraan hij twee slagaderlijke bloedingen overhoudt. De ambulance is snel ter plekke … Karel overleeft het … Joep heb ik nooit meer terug gezien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten