Een stel sportieve zeventigers, tien dames en twee heren, staan, bij lekker weer, elke maandagmiddag rond een uur of een in het Huis van de Wijk Lage Land te trappelen om er dik drie uur op uit te gaan. Het is onze wandelclub. De ene week wandelen we dicht bij huis. In het Kralingse Bos. De andere week lopen we in een andere buurt van Rotterdam zoals Kralingen, het Noorden of Spangen. Ook wagen we ons nog wel eens wat verder van huis. Dan genieten we, al wandelend, van stadjes in de buurt van Rotterdam; zoals Gouda, Vlaardingen, Dordrecht of Delft. We lòpen natuurlijk nìèt helemaal naar die plaatsen buiten het Kralingse Bos. Daar gaan we dan naar toe met de trein of metro.
Met een gerust hart kunnen we dat doen omdat ‘Sonja’s
wandelclub’ met wandelaar Rob een genie in huis heeft, die, zonder dollen,
ontzettend veel kennis in huis heeft over reizen met de trein. Maar nog veel
meer dan van reizen met de trein, weet hij
van het reizen met de metro. Daar hoef je hem helemaal niets over wijs
te maken. Eigenlijk mag je wel zeggen, en dat zegt hij zelf gewoonweg ook: ‘Van
reizen met de metro weet ik àlles. Al tientallen jaren lang reis ik dagelijks
met de metro. Ik ben er echt kind aan huis.’
Wij hebben het eigenlijk nooit hardop gezegd maar het is wèl
zo: ere wie ere toekomt: zonder Rob kunnen we niet. We zouden in de verkeerde
metrostations en op de foute perrons terechtkomen en in de verkeerde metro’s
stappen. ‘Sònja !!’ hoor je Rob dan in het metrostation zeggen, met de klemtoon
op Son, ’je moet niet naar links maar
naar rechts, want als we dààrheen gaan, dan gaan we weer terug naar huis.’
Gelukkig is hij er altijd
bij. Door een kleine ongesteldheid laat hij zich niet kisten. Elke maandag om
kwart voor een staat hij al vrolijk te trappelen in het Huis van de Wijk Lage
Land. Hij zal glimmen van trots als hij dit leest. Het is ook beslist niet
overdreven ... bovendien: het is niet alleen fijn om hem er bij te hebben op
het gebied van ‘de weg weten.’ Rob is in
de groep een ware sfeermaker, een gezellige prater. Hij babbelt vrolijk met
iedereen. Van vele … neen: van álle
markten is hij thuis: politiek, godsdienst, muziek. Helemaal leeft hij op als
hij kan praten over zijn vakanties. Hij is in zijn leven al in ontiegelijk veel buitenlanden geweest. Daar wisselt hij
graag ervaringen over uit met de mede-wandelaars, die toevallig ook in het
zelfde gebied geweest zijn.
Halverwege de wandeling wordt er altijd een halfuurtje
gepauzeerd. We drinken thee, cappuccino, Spa rood en een enkeling heeft alcohol
nodig. Rob trakteert zich de laatste weken op een warme chocolademelk met slagroom.
Tsja, Rob is ook een grapjas. Als hij bijvoorbeeld vindt dat
Sonja de pauze wat te lang laat uitlopen gaat hij naar haar toe en zegt: ’Sònja
(weer met die klemtoon op Son) het speelkwartier is al voorbij hoor!’ Ook een
bekende dijenkletser van Rob is: Hé, Sonja, gisteren was er een bekende van jou
op tv.’ ‘O ja, wie dan?’ vraagt Sonja nieuwsgierig. ‘Sinterklaas’ zegt Rob,
gierend van de pret. Ook dolt hij Sonja
nog al eens met haar lieve hondje: ‘Jahaaa Sonja je hondje luistert altijd heel
braaf naar jou, hè maar echte mannen doen
dat niet hoor!
Wandelen is Rob’s z’n lust en zijn leven. Het komt
regelmatig voor dat hij drie keer per week met een andere groep op pad is. Hij
organiseert die wandelingen ook meestal zelf. Die ervaring heeft hij, dat merk
je duidelijk.
Tijdens ònze wandelingen ‘jeuken zijn vingers’, dat kan hij
niet verhullen. Hij realiseert zich altijd bijtijds, dat dit niet ‘Rob’s
wandelclub’ is. Keurig netjes houdt hij zich dan in en laat hij Sonja van
‘Sonja’s wandelclub’ haar eigen plan uitvoeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten