Vandaag wordt het mooi weer; tamelijk windstil. Is er beter fietsweer? Ik besluit, na de weerman te hebben aangehoord, om mijn wielerklassieker Rotterdam – Hoek van Holland - Rotterdam te gaan rijden. In mijn eentje, zoals gewoonlijk. Dat doe ik het liefst eigenlijk … geen gezeik als ‘rij es beetje door ,hé!’ of ‘kan het niet wat rustiger?’ En dan belt zomaar ineens mijn ex-collega Petra. Ze vertelt enthousiast over haar ritje afgelopen zondag; met de metro helemaal naar het Hoekse strand. Ik vertel haar wat ik vandaag van plan ben.
‘Oh, Jee, dan wil ik met je mee.
‘Nee, hè,’ denk ik. Dus ik zeg: ‘Ja, goed idee!
We zitten om precies tien over tien op de fiets. We fietsen
over de Westzeedijk, via de Schiedamse wijk ‘de Gorzen’ naar Vlaardingen en daar zo snel mogelijk naar het prachtige
fietspad langs de Nieuwe Waterweg: één rechte weg naar Hoek van Holland.
Nog geen maand geleden gaf ik in het Rotterdamse deel van
deze fietstocht de Argentijnse Juliëta, een kennis van het filmfestival, een
lesje ‘Rotterdam voor beginners’. Nú mag ik Petra, die nog maar kort in
Rotterdam woont, het een en ander vertellen over onze mooie stad. Bij Juliëta
was de grote handicap, dat ik het in Engels moest doen. Haar moedertaal, Spaans,
spreek ik niet. Dáár heb ik bij Petra dus geen last van. Een geslaagd Rotterdams woordgrapje gaat over ons (oude)
belastingkantoor, dat gevestigd is in de Puntegaalstraat. Juliëtta zou er niets
van begrijpen als ik zou vertellen dat de Rotterdammers zeggen dat het
belastingkantoor in de ‘Pluk-je-kaal-straat’ staat. Petra schiet in de lach. De
poging zoiets te vertalen in het Engels, ontaardt zonder twijfel in een slap
cabaretnummer.
Petra wordt, net als Juliëta destijds, helemaal lyrisch als
ze, en dan nog wel van een flinke afstand, Rotterdams toeristische attractie
nummer, één Delfshaven ziet liggen. Het haventje, met oude schepen, de kades
met oude, keurig gerestaureerde gevels.
‘Ja, zegt Petra, ‘ik heb gehoord dat er zo veel leuke
winkeltjes zijn in Delfshaven.’
Ik zeg haar dat er nauwelijks leuke winkeltjes zijn: wel
leuke vreettentjes, de historische Pilgrimfatherskerk met het fraai klinkende
carillon, het museumpje genaamd ‘Dubbelde Palmboom en niet te vergeten de 18e
eeuwse, gerestaureerde molen ‘de Klapwiek.’
Bij die molen heb ik zelf nog enige tijd als vrijwilliger
gewerkt. Erg leuk. Ik haal er nog steeds het kilootje volkorenmeel voor
het zuurdesembrood dat ik wekelijks bak.
‘Waarom werk je er dan niet meer?’ vraagt Petra.
‘De molenaar halveert plotsklaps, zonder dat hij het er ooit
met me over heeft gehad, de
vrijwilligersvergoeding. Die was altijd een kilo meel per week. Hij zegt
dat hij mensen zat kan krijgen voor dat werk. Voor een pond, een half pond of nòg minder meel. Zelfs zijn er, die geld mee willen nemen om hier vrijwilliger te
mogen zijn. En eigenlijk alleen maar omdat die zo mooi is!
Tsja……..'Die mooie molen. Dat is toch ook een liedje ….?'
Ach ja, als de zaken er zo voor staan, dan stop ik er maar
mee. Gaat hij toch lekker met die lui in zee die het voor niks willen doen.
Voor mij hoeft het niet meer. Het meel is daar echter van puike kwaliteit en
niet zo duur; dus kom ik nog altijd in die
molen voor mijn broodjes.
Met dit weer is fietsen volop genieten. Over vrijwel alle
leuke plaatsen waar we langs fietsen in het Rotterdamse weet ik Petra wel wat
te vertellen.
‘Want o,o,o,o,o wat weet ik toch vreselijk veel!?’ Over de moeilijke wijk Schiemond (drugs,
wapenhandel), waar ik bijna tien jaar naast woonde. Over de prachtige
monumenten Diepenveen (1929) en het HAKA-gebouw (1914), Petra lijkt het allemaal schitterend te
vinden om te horen. Over de wijk Spangen. Het prachtige wooncomplex Justus van
Effen. Mijn ouwe lagere school: de Sint Nicolaasschool. Over mijn favoriete
voetbalclub Sparta en Schiedam, de stad waar ik geboren ben, de Schiedamse scheepswerf Gusto en de fraaie
Liduinakerk daar, genoemd naar Liduina die haar heup…’
‘Sorry hoor Jee,’ onderbreekt Petra mijn verhaal abrupt, ’ja,
eh, sorry dat ik je onderbreek, Jee, ik word nu toch wel een beetje moe van je
onophoudelijke geratel. Ik wil graag
veel zien van en horen over Rotterdam en omstreken maar niet alles tegelijk in één uur. Begrijp je wat ik bedoel?'
‘Ja, Petra, dat begrijp ik wel hoor,’ zeg ik enigszins
beteuterd. Vanaf Vlaardingen hebben we
een stilte-fietstocht. Over het mooie
fietspad langs de Nieuwe Waterweg richting Hoek van Holland. Na aankomst in Hoek van Holland luisteren we
nog even naar het ruisen van de Noordzee, het krijsen van de meeuwen en een
laag overvliegende traumaheli, die hier nu zo te zien helemaal niks te zoeken
heeft.
Deze eerste echte lentedag kan, nu, om half twee in de
middag, niet meer stuk. Het wordt zelfs nog leuker voor mij als Petra zegt dat
ze met de fiets in de metro terug gaat. Joepie! Dan kan ik lekker in mijn eigen
tempo, met een lekker windje mee, terug naar huis racen.
Petra belt me om kwart voor vier dat ze al thuis is. Ik ben heerlijk aan het fietsen, in m’n uppie. Ik moet nu nog wel een uur!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten