‘En, ben je nou blij, Jee?’vraagt buurman Rinus.
‘Blij ... blij is toch wat te veel gezegd ... nou,
vooruit Rinus: ik ben een béétje blij.’
Amateurtoneelspeler ben ik dezer dagen. Bij een theatergroep
in Rotterdam Noord.
Tot nu toe is ons toneelstuk vier keer gespeeld en volgens het publiek is het vier keer: grote klasse. De enige wanklanken die mij bereiken komen van mijn geliefde zonen. Zelf ben ik trouwens ook niet zo tevreden, hoor. Van mijn zonen verwacht ik wel wat kritiek. Voor hen is dit toneelstuk, met een rolletje voor paps, een verplicht nummer.
Zij moeten al vanaf hun achtste jaar niets meer van theater
hebben. Overvoerd vrees ik door papa 'theaterfreak'. Ze vinden het vertoonde
overigens niet over de hele linie ‘kut met peren’: ‘soms is het wel leuk ...
die liedjes.....’ Ik krijg verder van mijn jongste zoon de feedback, dat ik
voortaan hèle zinnen duidelijk moet uitspreken en niet alleen maar de eerste
twee woorden daarvan. Prima toch, zulke opbouwende kritiek! Daar kan ik in de
laatste voorstellingen mijn voordeel mee doen.
Eigenlijk besef ik nu pas goed, dat ik het héle creatieve proces zo positief ervaren heb. Over de weg naar de voorstelling toe, ben ik minstens zo enthousiast als over stuk zelf. Ik genoot van de repetities, improvisaties en allerlei oefeningen op de maandagavonden. Ook thuis, achter de pc of in de boekenkast, op zoek naar materiaal voor de voorstelling doe ik graag. Het schrijven van scènes. Ook leuk! Al moet soms wel weer 75% geschrapt worden van de veel te lange lappen tekst, die ik lever. Geen probleem vind ik. Heel leerzaam! Ik weet nu, dat niet de woorden het moeten doen maar de verbeelding!
'Je weet nu dus, Rinus, dat voor mij deelnemen belangrijker
is dat winnen. En dan bedoel ik dus deelnemen aan het héle proces, vanaf de
eerste brainstormsessies tot en met de evaluatie dat vind ik leuk. Dus het
antwoord op je vraag, Rinus is:
Ja, ik ben een beetje blij. Nèt zo blij, als toen ik en
halfjaar terug met dit stuk begon.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten