maandag 10 april 2023

EEN EX-PROF.

Ik woon hier al jaren maar vandaag zie ik hem voor het eerst. Peter Broere, onmiskenbaar. Keurig rechtop lopend, schouders naar achteren, mooi kort geknipt wit koppie en nog zo slank als de gemiddelde marathonloper. Kom daar tegenwoordig maar eens om bij een willekeurige 65-plusser.

Hij laat zijn hondje, een vuilnisbakkie, uit in de honden-uitlaatzone. Het verbaast me wel dàt hij hier zo rondloopt. Ik kan me haast niet voorstellen dat hij hier woont in Crooswijk. Toch iets beneden zijn stand.

Destijds woonde hij in een dure buurt:  in de Burgemeester Knappertlaan, de Schiedamse rijke-pikken-laan.  Mensen als (Prins) Pieter van Vollenhoven woonden daar. Broere liet graag en veelvuldig aan iedereen in zijn omgeving weten, dat híj daar woonde.

Op de voetbalclub hoor ik, dat Peter sinds kort in Crooswijk is komen wonen. In het goedkoopste van het goedkoopste. Via de schuldsanering. Alles is hij met gokken kwijtgeraakt. Letterlijk alles:  zijn vorstelijke villa in Schiedam, zijn prachtige vrouw, zijn leuke zonen, zijn chique auto’s … alles … alleen zijn hondje heeft hij nog.

 ‘Rustig, Kelly, rustig,’ hoor ik  Peter zeggen tegen het beestje, dat net niet met zijn snuffert bij het boompje met al die lekkere luchtjes kan komen. 

Ik spreek hem dan nog niet aan.

Later, als ik een iets te zware vuilniszak (met nat kattengrind) naar de vuilcontainer sjouw, loop ik hem tegen het lijf. 

‘Hé,’ zeg ik, ‘als dat Peter niet is, … Peter Broere!!  Dat bèn jij toch?’

‘Ehhhh…….ja, ja, dat ben ik, ja.’

‘Jahaaaaa, we kennen elkaar van Sparta,’ zeg ik, ‘weet je nog: daar speelden je zoon Sander en die van mij, Benny,  zéker zes jaar samen in één team. Van de D-tjes tot en met de B-tjes. '

‘Kelly!!!  af!!!, verdomme!!!’ schreeuwt Peter tegen zijn hondje. Het beestje is net lekker bezig een kliekje gekookte aardappelen, vette jus en prinsessenboontjes naar binnen te schrokken.

Langzaam begint het hem te dagen, zo lijkt het. Blijkbaar hebben zowel ik als mijn zoon weinig indruk op hem gemaakt. Logisch ook wel want als voetbalvader heeft hij een veel grotere staat van dienst als ik. Naar Peter wordt geluisterd!  Hij heeft zelf een paar jaar betaald voetbal gespeeld bij ADO-Den Haag! Als ik zijn verhalen moet geloven was hij een sluwe middenvelder, die een tackle op de benen van de tegenstander niet schuwde. Ik heb het nooit verder geschopt dan keeper van de B3 van een onderbondclubje.

Peter spreekt in drukke voetbalkantines vaak over zijn glorietijd, zijn voetbaljeugd  en de jeugd van tegenwoordig. De meeste andere voetbalvaders hangen aan zijn lippen en kunnen hartelijk lachen om zijn smakelijke verhalen na afloop van de wedstrijd. Het bier vloeit dan rijkelijk.  Zoon Sander, daar was hij van overtuigd,  zou zeker een nòg betere voetballer worden dan hij zelf was.

Kelly, de  hond van Peter ziet een jonge bouvier snel naderen en gaat angstig bevend zo dicht mogelijk tegen zijn baasje aan zitten piepen.

‘Jee eh ja, nu je het zegt, jij bent Jee, de vader van Benny.  Jij ging toch altijd op de fiets naar alle uitwedstrijdjes en toernooitjes? Antwerpen, Venlo, Parijs, Bielefeld, Luik. Je mag nou gerust weten dat wij, zeg maar alle voetbalouders, je destijds allemaal voor knettergek verklaarden. Maar eerlijk is eerlijk: je bent er niet slechter van geworden. Je ziet er nog patent uit, Jee,  voor een zestiger.’

Ik vertel Peter, dat mijn zoon Rob al ruim twaalf jaar voetbalt bij Sint Job in 't Goor, in de Belgische tweede klas. Als zijn contract over tweeëneenhalf jaar afloopt, is hij 35 en zou hij, in theorie althans, met zijn armen over mekaar kunnen gaan zitten.

‘En hoe is Sander gevaren?’

'Sander is al snel met voetballen gestopt, na zijn Sparta-tijd. Hij gaat nu nog wèl regelmatig bowlen met zijn vrienden.

Kelly is onrustig, trekt zijn riem zo strak dat Peter bijna zijn evenwicht verliest. ‘Je ziet het Jee, meneer wil alweer naar huis. See you!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten