Groot nieuws: ‘Er zijn vorig jaar tweeëndertig miljonairs
bijgekomen in Nederland.’ In 2021 waren er
in totaal 317. Nu dus 317 + 32 = 349. Staat vandaag in de krant. Daar
staat tegenover dat er zeker ook duizenden een stuk armer geworden zijn maar
daar lees je niks over in de krant. Vooral in de bouw worden wereldwijd miljarden
verdiend èn miljoenen uitgebuit.
In Bloemendaal en Laren, in Noord Holland is drie op tien inwoners
miljonair. In Rotterdam is dat nog erger daar is verhouding drie miljonairs op
de vijf inwoners. Die tientallen abjecte
wolkenkrabbers vertonen dat: ze zitten stampvol met al die Rotterdamse
miljonairs.
Sjors.
’Hoe kan iemand als ik ooit miljonair worden?’ vraagt Sjors
zich af. Hij is alzo niet technisch, niet zo slim met geld ... en dan is daar nog
z’n spraakgebrek (hij slist erg). Op een
kantoor, in een soort bedrijf werken of een organisatie leiden, daar is hij toch
ook het mens niet naar. Het werk daar is te weinig dynamisch voor hem.
Sjors zou alleen miljonair kunnen worden als solist. Bijvoorbeeld
toneelspeler, schrijver, ZZP-glazenwasser of wasmachinereparateur ... nee
herstel, toch maar geen glazenwasser dat gaat niet lukken. Toneelspelen heeft hij
wèl geprobeerd, maar dat is van korte duur geweest. Hij gaat dan maar schrijven.
Sjors begon een dagboek bij te houden
toen hij acht was. Opstellen maken deed hij ook graag op school. Hij is een creatieve
geest. Hij weet altijd wel iets uit zijn duim te zuigen.
Sjors schrijft niet in opdracht. Hij schrijft uitsluitend
van binnen uit. Begint met kinderboeken, met een hoog gehalte aan poezen,
honden, kippen, wormen, varkens, olifantjes en heel soms een girafje. Die fictieve
smeltkroes van dieren in zijn hoofd, maakt Sjors gelukkig. Een toekomst voor
hem als miljonair begint zich dan al af te tekenen. Zijn kinderboekjes worden zó
goed verkocht: één miljoen boekjes gingen er over de toonbank, alleen in Europa
al.
Hij houdt een dagboek bij. In de derde klas van de
middelbare school publiceert hij ‘Mijn
dagboek (16)’. Dat boek loopt als een trein. Een topper, en niet alleen bij zijn leeftijdsgenoten. Dat was: kassa! Als
scholier van 16 heeft hij inmiddels een vermogen van 1,3 miljoen opgebouwd.
Hij slaagt cum laude voor de middelbare school. Ook over z’n
laatste schoolperiode komt een boek uit. Het wordt eentonig. Weer een
kaskraker. Weer is ie een paar ton
rijker.
Sjors weet zo langzamerhand niet meer wat hij met al dat
geld moet doen. Hij heeft alles wat zijn
hartje begeert. ‘Alleen’, zo zegt hij, ‘ heb ik nog nooit de liefde bedreven’ … hij
durft waarschijnlijk nog niet ‘geneukt’ te zeggen. De liefde zal hem rijker maken
maar zijn vermogen blijft gelijk. De kosten van de liefde schat hij op maximaal
een ton per jaar.
Zijn tweede dagboek wordt verfilmd. Hij krijgt, vòòrdat er één
millimeter film geschoten is zijn geld al. Twintig jaar is Sjors nu; twee
miljoen aan vermogen heeft hij. Tegen beter weten in is hij toen nog naar de toneelschool gegaan. ’t Ging hem
daar allemaal zo voor de wind. Verloren tijd, zo voelde het voor hem. Tijd, die
hij beter had kunnen besteden aan schrijven.
Geld is nooit zijn drijfveer. Mooie kwalitatief goede boeken wil hij
schrijven. Alles moet er goed aan zijn. Hij
heeft eigenlijk maar één probleem: geld.
Hij verzuipt in het geld.
Méér dan 1,2 miljoen vermogen heeft hij niet nodig voor de
rest van zijn leven en zijn liefde. Alles
boven de 1,2 miljoen geeft hij weg. Om te beginnen: achthonderdduizend euro aan de voedselbank. De opbrengst van zijn
laatste boek zal geheel gaan naar de Stichting Dierenleed. Want hij houdt van
dieren.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten