Posts tonen met het label sportieve. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sportieve. Alle posts tonen

zondag 14 mei 2023

WELKOM IN ROTTERDAM

Welkom in Rotterdam.


Al een paar jaar maak ik mensen, die vanuit het buitenland in Rotterdam komen wonen enigszins wegwijs in hun nieuwe woonplaats. Met de Spanjaard Julio met een driedubbele achternaam heb ik een match. Waarom we matchen? Hij lijkt me een leuke sportieve vent en net als ik is hij supporter van de voetbalclub Barcelona en vindt hij de filmregisseur Pedro Almodovar top.

Hij was naar de kennismakingsbijeenkomst gekomen met zijn vriendin, die haast zijn moeder had kunnen zijn. Een aantrekkelijke, welgevormde vrouw, die Eva,  dat wel maar minstens vijftien jaar ouder dan de vijfentwintig jarige Julio. We spreken af om als eerste activiteit een middagje samen te gaan fietsen. 

Drie kwartier sta ik tevergeefs op Julio te wachten. Ik bel zijn vriendin, die zegt:  ‘Hij is hier al ruim een uur geleden weggefietst.’

Op een oude opoefiets, zonder versnelling maar mèt terugtraprem, arriveert Julio, een uur te laat. Totaal bezweet. Zeiknat is zijn spijkerbroek. Zeiknat zijn zwarte t-shirt.  Daar staan we dan aan de start: Ik, nog helemaal okselfris, met mijn nieuwe Gitane mountain bike, maandje oud pas, eenentwintig versnellingen … en Julio, met die rotbrik. In feite heeft hij het nu al helemaal gezien met fietsen.   

Meteen richting Gouda, besluit ik desalniettemin. Er is al tijd genoeg verspild! 

Julio komt nauwelijks vooruit op die kutfiets van hem, dus stel ik na een kwartiertje maar voor om even van fiets te wisselen. Dat voorstel is niet aan dovemansoren gericht.  

Ik vertel hem wat over mijn fiets. Wat ik echt niet had hoeven doen. Met de vingers in zijn neus komt Julio veruit als eerste in Gouda aan.

Ik, daarentegen, kom met het snot  voor mijn ogen bij de brug in Gouda aan. Op mijn eigen fiets ben ik er in drie kwartier.  Nu,  met die opoefiets, heb ik na een kwartier al pap in de benen en doe ik er twee uur over.

Dan vindt Julio het nodig om mij te gaan lopen dollen.  Meneer weigert me mijn fietssleutel terug te geven. Daar komt een onschuldig woordenwisselingetje zo van:

‘Non, desea en su moto a Rotterdam.’ Vrij vertaald: ‘Ik ga wel op jouw fiets terug.’

Ik zeg: ‘Hé, doe niet zo lullig man, geef dat sleuteltje.’ en ik geef hem vervolgens een zetje, waarvan hij uit balans raakt en bijna in het mooie riviertje de Gouwe terecht komt. Gelukkig vat hij het allemaal sportief op. Lachend geeft hij mij mijn sleuteltje terug.

‘Sólo era broma.’ (‘t Was maar een geintje.’)

‘Julio, ik weet niet wat jij doet,’ zei ik, ’maar ik heb geen fut meer. Ik pak de trein terug naar Rotterdam.’  Hij is het er helemaal mee eens. 

Met een sierlijke boog gooit Julio zijn afgeragde opoefiets de Gouwe in. ‘Adios klotefietsa.'   

Julio belt zijn vrouw en zegt haar dat we met de trein onderweg zijn naar Rotterdam CS ... of ze hem met de auto  wil komen ophalen.  

Daar staat Eva inderdaad. Ze heet ons welkom terug in Rotterdam.  

Ik fiets in een half uurtje naar huis. Geen goede match dit. Volgende keer beter.  

 

dinsdag 4 april 2023

SONJA'S WANDELCLUB EN DE ERVAREN WANDELAAR ROB

Een stel sportieve zeventigers, tien dames en twee heren, staan, bij lekker weer, elke maandagmiddag rond een uur of een in het Huis van de Wijk Lage Land te trappelen om er dik drie uur op uit te gaan. Het is onze wandelclub. De ene week wandelen we dicht bij huis. In het Kralingse Bos. De andere week lopen we in een andere buurt van Rotterdam zoals Kralingen, het Noorden of Spangen. Ook wagen we ons nog wel eens wat verder van huis. Dan genieten we, al wandelend,  van stadjes in de buurt van Rotterdam; zoals Gouda, Vlaardingen, Dordrecht of Delft.  We lòpen natuurlijk nìèt helemaal naar die plaatsen buiten het Kralingse Bos. Daar gaan we dan naar toe met de trein of metro.

Met een gerust hart kunnen we dat doen omdat ‘Sonja’s wandelclub’ met wandelaar Rob een genie in huis heeft, die, zonder dollen, ontzettend veel kennis in huis heeft over reizen met de trein. Maar nog veel meer dan van reizen met de trein, weet hij  van het reizen met de metro. Daar hoef je hem helemaal niets over wijs te maken. Eigenlijk mag je wel zeggen, en dat zegt hij zelf gewoonweg ook: ‘Van reizen met de metro weet ik àlles. Al tientallen jaren lang reis ik dagelijks met de metro. Ik ben er echt kind aan huis.’

Wij hebben het eigenlijk nooit hardop gezegd maar het is wèl zo: ere wie ere toekomt: zonder Rob kunnen we niet. We zouden in de verkeerde metrostations en op de foute perrons terechtkomen en in de verkeerde metro’s stappen. ‘Sònja !!’ hoor je Rob dan in het metrostation zeggen, met de klemtoon op Son, ’je moet  niet naar links maar naar rechts, want als we dààrheen gaan, dan gaan we weer terug naar huis.’

Gelukkig  is hij er altijd bij. Door een kleine ongesteldheid laat hij zich niet kisten. Elke maandag om kwart voor een staat hij al vrolijk te trappelen in het Huis van de Wijk Lage Land. Hij zal glimmen van trots als hij dit leest. Het is ook beslist niet overdreven ... bovendien: het is niet alleen fijn om hem er bij te hebben op het gebied van ‘de weg weten.’  Rob is in de groep een ware sfeermaker, een gezellige prater. Hij babbelt vrolijk met iedereen.  Van vele … neen: van álle markten is hij thuis: politiek, godsdienst, muziek. Helemaal leeft hij op als hij kan praten over zijn vakanties. Hij is in zijn leven al in ontiegelijk  veel buitenlanden geweest. Daar wisselt hij graag ervaringen over uit met de mede-wandelaars, die toevallig ook in het zelfde gebied geweest zijn.

Halverwege de wandeling wordt er altijd een halfuurtje gepauzeerd. We drinken thee, cappuccino, Spa rood en een enkeling heeft alcohol nodig. Rob trakteert zich de laatste weken op een  warme chocolademelk met slagroom.

Tsja, Rob is ook een grapjas. Als hij bijvoorbeeld vindt dat Sonja de pauze wat te lang laat uitlopen gaat hij naar haar toe en zegt: ’Sònja (weer met die klemtoon op Son) het speelkwartier is al voorbij hoor!’ Ook een bekende dijenkletser van Rob is: Hé, Sonja, gisteren was er een bekende van jou op tv.’ ‘O ja, wie dan?’ vraagt Sonja nieuwsgierig. ‘Sinterklaas’ zegt Rob, gierend van de pret.  Ook dolt hij Sonja nog al eens met haar lieve hondje: ‘Jahaaa Sonja je hondje luistert altijd heel braaf naar jou, hè maar echte mannen  doen dat niet hoor!  

Wandelen is Rob’s z’n lust en zijn leven. Het komt regelmatig voor dat hij drie keer per week met een andere groep op pad is. Hij organiseert die wandelingen ook meestal zelf. Die ervaring heeft hij, dat merk je duidelijk.

Tijdens ònze wandelingen ‘jeuken zijn vingers’, dat kan hij niet verhullen. Hij realiseert zich altijd bijtijds, dat dit niet ‘Rob’s wandelclub’ is. Keurig netjes houdt hij zich dan in en laat hij Sonja van ‘Sonja’s wandelclub’ haar eigen plan uitvoeren.