woensdag 13 november 2019

BEZEMSTEEL


 Ik ben in Spangen geboren. In de van Lennepstraat. Ik woonde met mijn vader, moeder, en zusjes op de tweede en derde verdieping. Op de derde werd geslapen en op de tweede werd gewoond en gespeeld. De buren die naast ons woonden waren heel aardig….daar mochten we naar de televisie kijken en van hun kregen we met ‘oud en nieuw’ oliebollen en appelflappen. Maar de buren die beneden ons woonden waren etters. Wij, kinderen, mochten niet eens normaal spelen, als we maar een klein beetje geluid maakten dan gingen ze met iets, waarschijnlijk een bezemsteel tegen hun plafond staan bonken zodat wij ons daarvan rotschrokken. In eerste instantie hadden wij niet eens in de gaten dat de buurvrouw of buurman dat deed. Maar mijn moeder wel. Die zei gelijk tegen ons: ‘oh dat is de buurvrouw die vindt dat jullie teveel lawaai maken en daarom gaat zij ook lawaai staan maken met haar bezem. Gaan jullie maar gewoon door met lekker spelen, laat de buurvrouw, die grijze duif noemde mijn moeder haar,  er maar aan wennen dat er jonge kinderen boven haar wonen.‘ Maar wij, kinderen waren toch wel bang geworden van die bonkende buurvrouw. Ik dacht misschien komt ze straks wel met die bezem de trap op om ons te slaan. Het was een vervelend mens want ze bleef bezig, om het minste of geringste. En mijn moeder bleef zeggen: ‘trek je er niets van aan en speel gewoon door.’ Maar opeens werd mijn moeder heel erg  boos en ze ging naar beneden. Ze ging de grijze duif te lijf met haar blote handen. Ze was woest. Ze bonsde op de deur zo hard ze kon. ’Doe open en gauw.’ ‘Wie bent u dan?’ vroeg de grijze duif met een bang stemmetje. ‘Ik ben de boze buurvrouw van de lawaai makende kindertjes, ik moet nu even met u praten.’ Heel aarzelend deed de grijze duif de deur open. Mijn moeder zei dat ze toen de deur een zet gaf en dat de buurvrouw bijna omviel. ‘Moet u nu eens goed luisteren: ik heb boven een stel kinderen, vier om precies te zijn en die kan ik niet vastbinden, die moeten spelen en dat maakt wel eens wat lawaai.  Ik let er zelf heel goed op dat dat lawaai dat ze maken niet te gek wordt. Want ik kan me voorstellen dat dat teveel voor u zou worden. Maar nogmaals Ik let er goed op dat het niet uit de hand loopt. Daarom zeg ik u op te houden met om de haverklap met uw bezem tegen uw plafond aan te slaan en als u vindt dat het echt te veel wordt kom dan even naar boven , naar mij toe dan kan ik kijken of het terecht is wat u zegt. Mijn moeder zei dat tijdens dat gesprekje ook de doffer, de man van grijze duif, schuchter zijn hoofd om de deur stak. Hij maakt een gebaar naar mijn moeder waaruit zij af kon leiden dat de grijze duif niet helemaal spoorde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten