Ik ben in Spangen
geboren. In de van Lennepstraat. Ik woonde met mijn vader, moeder, en zusjes op
de tweede en derde verdieping. Op de derde werd geslapen en op de tweede werd
gewoond en gespeeld. De buren die naast ons woonden waren heel aardig….daar
mochten we naar de televisie kijken en van hun kregen we met ‘oud en nieuw’
oliebollen en appelflappen. Maar de buren die beneden ons woonden waren etters.
Wij, kinderen, mochten niet eens normaal spelen, als we maar een klein beetje
geluid maakten dan gingen ze met iets, waarschijnlijk een bezemsteel tegen hun
plafond staan bonken zodat wij ons daarvan rotschrokken. In eerste instantie
hadden wij niet eens in de gaten dat de buurvrouw of buurman dat deed. Maar
mijn moeder wel. Die zei gelijk tegen ons: ‘oh dat is de buurvrouw die vindt
dat jullie teveel lawaai maken en daarom gaat zij ook lawaai staan maken met
haar bezem. Gaan jullie maar gewoon door met lekker spelen, laat de buurvrouw,
die grijze duif noemde mijn moeder haar, er maar aan wennen dat er jonge kinderen boven
haar wonen.‘ Maar wij, kinderen waren toch wel bang geworden van die bonkende
buurvrouw. Ik dacht misschien komt ze straks wel met die bezem de trap op om
ons te slaan. Het was een vervelend mens want ze bleef bezig, om het minste of
geringste. En mijn moeder bleef zeggen: ‘trek je er niets van aan en speel
gewoon door.’ Maar opeens werd mijn moeder heel erg boos en ze ging naar beneden. Ze ging de
grijze duif te lijf met haar blote handen. Ze was woest. Ze bonsde op de deur
zo hard ze kon. ’Doe open en gauw.’ ‘Wie bent u dan?’ vroeg de grijze duif met
een bang stemmetje. ‘Ik ben de boze buurvrouw van de lawaai makende kindertjes,
ik moet nu even met u praten.’ Heel aarzelend deed de grijze duif de deur open.
Mijn moeder zei dat ze toen de deur een zet gaf en dat de buurvrouw bijna
omviel. ‘Moet u nu eens goed luisteren: ik heb boven een stel kinderen, vier om
precies te zijn en die kan ik niet vastbinden, die moeten spelen en dat maakt
wel eens wat lawaai. Ik let er zelf heel
goed op dat dat lawaai dat ze maken niet te gek wordt. Want ik kan me
voorstellen dat dat teveel voor u zou worden. Maar nogmaals Ik let er goed op
dat het niet uit de hand loopt. Daarom zeg ik u op te houden met om de
haverklap met uw bezem tegen uw plafond aan te slaan en als u vindt dat het
echt te veel wordt kom dan even naar boven , naar mij toe dan kan ik kijken of het
terecht is wat u zegt. Mijn moeder zei dat tijdens dat gesprekje ook de doffer,
de man van grijze duif, schuchter zijn hoofd om de deur stak. Hij maakt een
gebaar naar mijn moeder waaruit zij af kon leiden dat de grijze duif niet
helemaal spoorde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten