vrijdag 17 februari 2012

Kleine Burgemeester

Langs de Rotte, aan de overkant van de Lombardkade stap ik even van mijn fiets om mijn fietstassen goed te hangen. Een kant loopt hinderlijk aan tegen de spaken hetgeen een ratelend lawaai veroorzaakt en bovendien remt het mijn vaart. Ik ben nog niet afgestapt  of de jonge man, 18 denk ik, die ik zojuist nog, met zijn fiets aan de hand, aan de waterkant zag staan, staat nu naast me en ik hoor hem vragen:
‘Bent u de kleine burgemeester?’ Ik? De kleine burgemeester? Hoe komt die gast er bij. Hij ziet toch zeker ook wel dat ik 1.85m ben?!
‘Wat zeg je nou?’
‘Bent u hier ook voor de kleine burgemeester?’
‘Nee,’ zeg ik, ‘ik zou niet eens weten wie dat hier is in Rotterdam; komt die hier zo langs of zo?’
‘Nee, de kleine burgemeester is een vogel, een vogel, die lijkt op een meeuw. Alleen een meeuw heeft zwarte uiteinden aan zijn vleugels en de kleine burgemeester witte, bijna doorzichtige uiteinden.’
‘O,’ zei ik ‘en die vogel zit nu hier ergens.’
‘Ja, het is een in Nederland héél zeldzame vogel. Ik heb in de krant gelezen dat er nu een zit in de Rotte. In het stuk tussen de Lombardkade en de Boezemlaan. Hij heeft zich aangesloten bij een groep meeuwen. Ik woon in Ommoord en speciaal voor die kleine burgemeester, rijd ik langs de Rotte naar school. Het is wel een beetje om want ik zit op het Libanon in Kralingen maar dat heb ik er graag voor over.’ Hij is duidelijk dolenthousiast als je hem zo ziet met zijn verrekijker en fototoestel over zijn schouder.
‘Nou meneer,’ gaat hij verder, ‘ik sprak u aan, omdat ik dacht dat ik u ook met een verrekijker langs de Rotte zag staan. Zo'n honderd meter terug.’ Hoe die jongen daar in ’s  hemelsnaam bij kwam snap ik niet. Ik stond net wel langs de Rotte maar ik stond huisvuil in de container langs de Rotte dumpen. Je moet wel heel veel fantasie hebben om in die zakken huisvuil een verrekijker te zien.

Hij vertelt me verder nog, dat hij zo gedurende zijn fietstochtje verschillende mannen de Rotte hadden af zien turen en volgens hem kon het niet anders zijn dan dat ze allemaal die kleine burgemeester wilden spotten. Hij moet nu een beetje opschieten, want: helaas hij  moet naar school. Nou, doe je best jongen, zei ik hem. Liever zou hij een keertje spijbelen, dacht ik.
‘Ik ga bij de Wibra een paar nieuwe onderbroeken kopen,’ zei ik hem.  Waarschijnlijk interesseerde hem dat geen reet. Toch reageerde hij nog tamelijk vriendelijk daarop.
‘O, die heb ik toevallig gisteren ook nieuw aangeschaft,’ zei hij, ‘de boxershorts zijn bij de Hema in de aanbieding: drie voor tien euro en mij zitten ze heel lekker. Strak. Ik houd wel van strak zittende onderbroeken. Maar nu moet ik echt racen naar school, hoor. Succes meneer!’
‘Okay, bedankt voor de tip, jongeman en succes met de vogel.’

Weet je ik ga die kleine burgemeester toch eens googlen.
Ja, stel je voor, dat ie straks vlak voor me raam of in of langs de Rotte zit, dan wil ik hem niet missen.

Dit google ik:   
De kleine burgemeester is  een soort meeuw ongeveer 56 centimeter.
Ze  broeden alleen in Groenland en Arctisch Canada. Overwinteren doen ze in kleine getale in Noord-Scandinavië, IJsland en Groot Brittannië. In de rest van Europa worden ze heel zeldzaam waargenomen. Ze eten voornamelijk vis, maar zijn verder ook aaseters.

Is het toevallig of niet? De hieronder door mij gefotografeerde vogel, zat vlak voor mijn deur (ik woon langs de Rotte) te smullen van de restanten van een patatje pindasaus.  Ze wilde niet al etend door mij  gefotografeerd worden.
‘Neem maar een foto van me op het ijs, als ik klaar ben met eten.’ kraste ze.
 Laat dàt nou een kleine burgemeester zijn! Eigenlijk een klein burgemeestersvrouwtje.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten