donderdag 13 oktober 2011

Tot in de kleine uurtjes (7)

Vooral Staal maakt na dit bezoek aan de Draaitol een opgewekte indruk en dat zal niet alleen met zijn eigen droge sokken te maken hebben. Kozijn liep woedend te soppen in zijn zeiknatte schoenen.
‘Loop je mij nou uit te lachen?’ vraagt Kozijn aan Staal.
‘Eerlijk gezegd ook wel een beetje, Kozijn, maar ik ben voor al vrolijk, omdat ik zie dat er nu al schot in de zaak zit.‘
Dan vertelt Staal dat het hier waarschijnlijk een afrekening in de familie betreft. De honden die ome Bram èn onze naaste collega’s levend hebben verscheurd zijn van het zelfde moorddadige ras als het hondje dat zo braaf aangelijnd staat op de foto van Bram in de café de Draaitol. Komen we er achter wie de eigenaar is van die twee beesten, dan hebben we de vrijwel zeker de dader te pakken.
Kozijn denkt dat het nog niet mee zal vallen, want er lopen toch nog wel flink wat van die beestjes rond in Rotterdam…..en wie zegt dat de eigenaren in Rotterdam wonen.

Staal vindt dat dan weer een mooi klusje voor zijn collega: met een paar foto’s van die twee moordenaars langs alle dierenartsen in de regio Rijnmond gaan.  Dat is toch wel te doen in een weekje. Kozijn is niet zo’n assertieve man; aan zijn omlaag hangende mondhoeken is duidelijk te zien dat hij de opdracht onmogelijk vindt maar hem zal je er niet over horen. Hij gaat gewoon aan de slag. 
Om een paar foto’s te maken van de beestjes gaat Kozijn nu eerst even langs bij het asiel.
‘Okee, Kozijn,  terwijl jij naar het asiel gaat, rij ik even naar Zestienhoven. Ik heb namelijk het vieze vermoeden dat meneer KeesJan de benen genomen heeft naar het buitenland.’

Kozijn, die alle ruimte krijgt van Lia Damuro, de lieftallige eigenaresse van het dierenasiel, vindt het niet nodig de honden uit hun kooi te laten. Hij heeft immers met eigen ogen gezien, hoe ze zijn collega’s hebben toegetakeld. Zo ver als ze kunnen perst het ‘lieftallige’ hondenduo  onder luid geblaf hun snuitjes tussen de tralies door. Het levert een paar wonderschone portretjes op. De  beeldschone dierenverzorgster heeft er geen bezwaar tegen als Kozijn ook van haar een kiekje maakt, met de hondjes er ook op. Lia woelt wat met haar vingers  door haar haar zodat het  wat volume krijgt en ze knoopt (ook met haar vingers) de bovenste knoopjes van haar blousje los ten faveure van haar décollété.
De ene dierenarts is de andere dierenarts niet, zo bemerkt Kozijn. Hij verbaast zich erover dat je tegenwoordig niet voor alle dieren, bij elke willekeurige dierenarts terecht kunt.  De een heeft als specialisatie gladde, glibberige beestjes, zoals wormen, kikkers, palingen en andere vissoorten. Er zijn ook dierenartsen die zich uitsluitend bezig houden met grote dieren als paarden,   varkens, ezels en koeien; ook het nageslacht van die grote dieren, dus veulens, biggetjes, ezeltjes en kalfjes, is daar van harte welkom. Dan is er een kleine groep dokters die de handen vol heeft aan  kleine lieve diertjes zoals: konijntjes, marmotjes, hamstertjes, ratjes en muisjes. Kozijn ontdekt bij deze opdracht dat slechts 50% van de dierenartsen werkt voor de zieke hond of poes. Alleen de dierenartsen die ze zien vliegen  hebben alle mogelijk vogels, met uitzondering van de kip,  als klant.
Kozijn kijkt samen met Lia alle geschoten fotootjes nog eens terug op zijn cameraatje. Allemaal goed gelukt; ook die van de honden alleen. Volgens Kozijn lijken ze sprekend.
  
Staal heeft al snel de bevestiging van de luchthaven dat KeesJan zich in Porto bevindt en wat het allemaal nog gemakkelijker maakt: hij zit vast op het politiebureau. Hij is opgepakt samen met een stel Feyenoord supporters, dat zich al direct na de landing in Porto op het op het vliegveld Francisco Sá Carneiro misdroeg. De politie houdt KeesJan voorlopig even vast en als er een gerechtelijk verzoek uit Rotterdam komt wordt hij teruggestuurd. 

Bij de vierentwintigste dierenarts in de Dorpsstraat 24 in Piershill heeft Kozijn al beet. Dokter de Roock herkent de hondentweeling onmiddellijk. Zij heeft ze al lang niet gezien.
‘Ach het zijn zulke kleine, lieve dondersteentjes, hè.  Hun vrouwtje is ook al weer een tijdje de hort op,’ zegt de Roock, ‘misschien weten de buren naar waarheen  ze is afgereisd.’
Dokter de Roock is helemaal ontdaan na het relaas van Kozijn over de gruweldaden van de honden te hebben aangehoord.
‘Het waren toch zulke schatteboutjes,' zegt ze,' wacht eens even, heer Konijn.......,'
'Kozijn is de naam, mevrouw, met een 'Z'.'
'O, neemt u mij niet kwalijk, meneer Kozijn, onlangs hoorde ik van de dominee hier in het dorp, dat de eigenaresse van de honden geëmigreerd zou zijn naar Portugal..........naar welke stad weet ik me niet meer te herinneren......doe er uw voordeel mee.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten