maandag 3 oktober 2011

Tot in de kleine uurtjes (4)

´Horen deze honden bij  u, meneer´ vraagt een dame onder aan de trap. Ik noch de rechercheurs krijgen de kans om te antwoorden. De twee woeste pitbulls denderen mijn trap op en kleunen in volle vaart bovenop die politiemensen en van de weeromstuit laat de dikke (rechercheur) van schrik de portemonnee van ome Bram uit zijn handen vallen. Gelukkig kan ik net op tijd de knip oprapen en in de binnenzak van mijn colbertje steken. De politiemannen zijn letterlijk even uitgeteld en te beduusd om te merken dat ik het hazenpad kies, ik sjees de trap af en loop in pittig tempo richting C.P. van Neckplein. Het centrum  van onze buurt. Daar is ook de taxistandplaats.

‘De beide heren pittbull, inderdaad het zijn overduidelijk reuen, boffen maar even met die heerlijk hapjes van oom agent die nu in mijn huisje voor het oppeuzelen liggen,’ denk ik onderweg. De halsslagadertjes van het rechercheduo zullen nu toch onderhand wel doorgebeten zijn. Toen ik nog boven was, lag een van die hondjes venijnig te grommen en halsstarrig te sjorren aan de rechterpolsslagader van de dunne. Het kan haast niet anders of de dikke en de dunne zijn op dit tijdstip al uit hun lijden verlost.

Buiten de normale ochtendkilte. Een beetje mistig ook. Ik moet hier even snel weg wezen, ook al heb ik  in feite helemaal niks van doen met de moord op ome Bram. Ja, okee, ik heb zijn geld gejat, stom, stom, stom, dat maakt me natuurlijk gloeiend verdacht. Ik kan die centjes van hem prima gebruiken. Ben al flink wat jaartjes werkloos; accountant was ik. Zestig jaar ben ik nu. Kom natuurlijk nooit meer aan de bak.  De laatste twee jaar ‘genoot’ ik een bijstandsuitkering en toen haalden ze het godverdomme bij de SOOS in hun hoofd om mij te verplichten een  of ander kutbaantje (papiergrijper, hondendrollenzuiger, straatveger, stadswacht, parkeerwacht) te nemen en….als ik dat kutbaantje zou weigeren, zou ik naar mijn uitkering kunnen fluiten. Nou, toen  knapte er wel wat bij mij………Ik vraag me wel af wie die pitbulls op ome Bram..... ….wacht even…….. ik ben nu onopvallend, snelwandelend op weg naar de dichtstbijzijnde taxistandplaats. Trouwens als de politie nou echt eens een stel criminelen in de kraag wil vatten, dan moeten ze die taxichauffeurs eens pakken. Ze weigeren een ritje als de afstand te gering is. Als je van Rotterdam Centraal naar Maassluis moet, rijden ze je via IJsselmonde, Barendrecht, Numansdorp, Pernis en Schiedam naar Maasluis. Vijftig euro rekent  de oplichter dan voor deze neprit. Klootzakken! En dan nòg ouwehoeren, dat ze door klanten in mekaar worden geramd. Maar goed ik ben wel mooi van ze afhankelijk nu. Moet naar het vliegveld. Te ver om te lopen en slechts eens  in de twee uur rijdt er een RET-bus daar naar toe. Daar vandaan ga ik dus vliegen ja, ja, mèt mijn  vliegangst en al. Sterk zijn! Het blijft toch de snelste manier om het land uit te komen. 
Ik kan natuurlijk een taxichauffeur zijn hersens in slaan en met die taxi naar België: gaan.  Maar nee, België is toch geen buitenland.  Griekenland, Portugal, Spanje  of Suriname, ja Suriname, daar spreken ze nog Nederlands ook. Da’s helemaal makkelijk. Ik heb alleen een vreselijk hekel aan Surinamers…..nou, kom op zeg, spreekt mijn innerlijke stem……..niet overdrijven, meneertje, ..........okee, ik heb geen hekel aan alle Surinamers natuurlijk maar aan sommigen en dan vooral aan Surinaamse mannen  met zo’n grote bek en van die grote, stevige  gespierde lichamen. Ik houd überhaupt niet van die sterke, grote, stevige,  gespierde mensen met een grote bek. Niet dat ik bang ben voor die lui, hoor, helemaal niet, maar toch………..
Ik neem een taxi naar Rotterdam-The Hague-Airport. Dit keer tref ik een Turkse jonge- man als taxidriver. Keurige chauffeur, dit keer geen metertje teveel gereden en de juiste prijs  gerekend: 13 euro. Ik weet namelijk de kortste weg naar het vliegveld omdat ik daar 5 jaar gewerkt heb als brandweerman. Destijds heette het vliegveld nog Zestienhoven. Toen ik daar werkte, nooit, ongelogen, nooit één brandje. Verveelde me rot daar. De enige lol beleefden we aan het in brand steken van sloopautobussen of vrachtwagens. Om te oefenen deden we dat. En dan weer blussen hè. De ene keer was ik ingedeeld bij de ploeg die de boel in de fik mocht steken en de andere keer zat ik bij de blusploeg. Voor behoud van een goede conditie moesten we een beetje zwemmen, beetje hardlopen, beetje klaverjassen. In die vijf jaar dat ik daar zat: geen enkele echte lekkere fik; ik ben nog geen twee weken weg en ja hoor, er crasht een toestel van TAP. Niet zo héél erg, 23 doden maar, 71 gewonden, maar fikken, fikken, daar had ik nou graag bij willen wezen.  
Wat zeur ik eigenlijk? Ik moet zo snel mogelijk een ticket zien te krijgen voor een vlucht naar een land met een aangenaam klimaat en een aangenaam regiem om daar een goede bestemming te vinden voor de centjes van ome Bram.
Het is nu zeven voor half elf. Om vijf voor elf vertrekt er een kist naar Porto. Het wemelt van lui met Feyenoordshirtjes.   Als ik ergens een klere hekel aan heb dan is het aan F. en aan F.supporters. Maar ja door me op een luchthaven te begeven, neem ik het risico F-supporters tegen het lijf te lopen. Ik bid nooit maar nu begin ik zomaar ineens spontaan te bidden voor een behouden vlucht  voor  mij naar Porto en voor de F-supporters naar Moskou. Mijn club is Sparta. Spartasupporters met Spartashirtjes en de Sparta-piet zijn al sinds 1958 niet meer op luchthavens gesignaleerd en waarom zouden ze ook, ze hadden er absoluut niks te zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten