maandag 21 oktober 2019

TIEN


 ‘Heb je kinderen?’ werd er gevraagd. Zomaar vanuit het niets. In het donker in een verlaten winkelstraat. Ik keek nog om maar ik zag geen vragensteller. Ik liep gewoon door alsof ik niks gehoord had. Tja waarom zou ik op een vraag antwoorden waarvan de vraagsteller onzichtbaar is.  Wederom hoorde ik de vraag stellen: ‘Heb jij kinderen?’ Nu deed ik niet alsof ik niets gehoord had. Ik ging dit keer lopen fluiten ……een bekend liedje van Willy Alberty, mijn moeder was een fan van Willy Alberty en vooral het liedje Marina daar was ze helemaal weg van. Ik floot weliswaar, maar de eerste  woorden kende ik wel: ’Marina, Marina, Marina, toe dans nog een beetje met mij en als we dan gaan trouwen  tralalala en weer hoorde ik die vraag ‘Heb je kinderen?’ Ik stond gelijk stil en draaide me meteen om……niks te zien en langzaam draaide ik om mijn as en in een portiek in een lingeriezaak aan de overkant zag ik de onderkant van een lange  regenjas wapperen. Ik aarzelde geen moment en liep naar de lingeriezaak en …………….daar trof ik een vrijend stelletje aan…..ze hadden niet eens in de gaten dat ik op hoge poten op ze af kwam …..zo waren ze in elkaar verdiep. Omdat je het nooit kan weten zei ik nog: ‘Heb je kinderen’ maar daar reageerden ze niet op; ze hadden alleen maar oog voor elkaar. Ik vervolgde mijn weg en wat te verwachten was gebeurde ook; weer hoorde ik die lijzige stem vragen: ‘Heb je kinderen?’’ Dit keer keek ik niet om en liep stevig door ik had me nu drie keer in de luren laten leggen en vierde keer liet ik me niet gebeuren. Ik dacht: ’Ik roep gewoon ‘ja’, dan heeft ie een antwoord.
‘Heb je kinderen?’ vroeg ie.
‘Ja’ riep ik.
‘O ja? Hoeveel dan?
‘Tien’
‘Allemaal jongens?’
‘Neen’, drie meisjes en zeven  jongens maar wie ben jij dat je dat allemaal wilt weten, wat ga je met die informatie doen?’
‘Waarom heb je zoveel kinderen? Ik heb er twee, een jongen en een meisje; dat is toch genoeg of niet soms?’
‘Moet ik jou daarop antwoord geven je bent nog te schijterig om je aan me vertonen.
‘Ik wil me wel aan je vertonen maar je wilt me kennelijk niet zien. Je kijkt naar links, je kijkt naar rechts, je kijkt achterom en je ziet me niet en dat is logisch want daar ben ik niet; ik zweef boven je nee nou niet meteen kijken want dan ben ik gelijk weer weg. Tel  even tot tien dan kom ik langzaam naar beneden en ga je de hand schudden.’’
‘Hallo, hier ben ik dan. Hij schudt me de hand en zegt: ’Denk niet dat ik het erg vind dat je tien kinderen hebt, ik vind het een mooie prestatie net zoals ik die twee kinderen van mij een mooie prestatie  vind. Ik vloog er vanavond even op uit en wilde weten hoeveel kinderen de eerste man die in mijn buurt kwam had. Nou dat was jij met 10 kinderen. Sorry als ik je een beetje schrik heb aangejaagd.’

zaterdag 19 oktober 2019

HERFST 2018


Het is vandaag  gedeeltelijk een zonnige dag. De wind maakt de dag een beetje fris. Ook af en toe het wolkje voor de zon draagt daar zijn steentje aan bij. Vergeleken bij vorig jaar is het weer eens een echte herfst. Want wat was het vorig jaar een zomerse herfst….. en het jaar daarvoor ook. De twee jaren hieraan voorafgaand hebben we nog in het Kralingse Bos zitten barbecueën halverwege oktober. En niet alleen wij, met ons vele andere Rotterdammers of waar ze ook  vandaan kwamen.
Om te zwemmen, wat je normaal gesproken ook lekker kan doen in de Kralingse Plas, was het destijds helaas niet ’s zomers genoeg. Badmintonnen en voetballen waren de meest gespeelde sporten in die super-lekkere herfsten. Oh, wat hadden de mensen van groot tot klein een pret met dat sporten en barbecueën.  Toch werd er niet alleen gesport en gegeten er werd ook volop gewandeld op de vele wandelpaden die het Kralingse Bos rijk is.
Ook de dieren hadden het volop naar hun zin. Met name de vogels gaven daar blijk van :meeuwen en spreeuwen, ganzen en eenden, reigers en ooievaars, giraffen en krokodillen, mini-olifantjes en grote pony’s, slingerapen, konijnen en kippen, een koe en een reuzenvarken, allemaal waren zij in opperbeste stemming en gedroegen zich daar ook naar.
Het was die vorige tweejaren een waar feest voor mens en dier. Er werden vaartochtjes georganiseerd over de volle breedte van de Plas voor mensen en dieren steeds in totaal 10 stuks……. En het kostte helemaal niets. Als de boot aan de overkant was moest iedereen uitstappen en op eigen gelegenheid weer teruglopen of - vliegen, hetgeen iedereen wel een grappig idee vond. De belangstelling voor de vaartochtjes was overweldigend. En je zou verwachten dat het met bijvoorbeeld een krokodil aan boord haast wel fout zou moeten gaan met al die lekkere hapjes in zijn nabije omgeving. Maar nee, de krokodil had waarschijnlijk voorgenomen  zich in te houden want met name die overtocht werd als een van de meest vrolijke beschouwd. Problematisch bleek het wel een goede vaartocht te organiseren voor de mini-olifant. Ze bleek gewoon te zwaar te zijn voor het simpele bootje dat in gebruik was voor de overtocht. Bovendien richtte het olifantje onbedoeld nogal wat ellende aan door een kip, een konijn en een haas te pletten. Het was een grote teleurstelling voor eigenaren van het mini-olifantje te horen dat hun nogal groot uitgevallen huisdier niet mee kon doen aan de overtocht. De laatste overtocht was eigenlijk enigszins ridicuul. In de boot zagen we zitten, de meeuwen, de spreeuwen, de reigers, de ganzen, de eenden, de ooievaars, allemaal gevederde vrienden keurig netjes op een rij. Het koddige was dat ze geen van allen over de rand van scheepje konden kijken. Ze moesten het doen met het uitzicht naar het wolkendek en de zon. Enkele meeuwen hadden duidelijk geen trek in dit zitten niksen en vlogen op om zoveel eerder aan de overkant aan te komen als het bootje. De spreeuwen, ooievaars en de reigers hadden het duidelijk wel naar hun zin om eens gevaren te worden op deze heerlijk herfstdag in 2018  

maandag 14 oktober 2019

SCHEREN


Vrouwen vinden menstrueren heel erg maar voor mannen is scheren minstens net zo erg.  Als je tenminste geen baarddrager bent. Als je elke dag met een gladgeschoren gezicht rond wil lopen betekent dat: elke dag scheren. Scheren met een mes (nat scheren) dus niet met een scheerapparaat, dat meestal maar halfbakken resultaat oplevert.
Ik ben zelf dus iemand die meestal nat scheert maar ik ben niet zo heilig in de leer: de ene keer doe ik het nat de andere keer met een scheerapparaat  al naar gelang de omstandigheden, want geheel risicoloos is scheren niet. Menigmaal heb ik me al met een scheermesje in mijn wang gesneden en in dat geval doe ik het voor de zekerheid voorzichtig aan op die wang en gebruik ik het minder scherpe scheerapparaat. Maar als ik me weer te veel met het scheerapparaat ga scheren krijg ik weer een geïrriteerde huid, die voorlopig niet meer nat geschoren mag worden. Ik moet dan naar de dokter voor een zalfje om de irritatie te laten genezen. Vaak moet ik dan ook nog paar dagen ongeschoren rondlopen, omdat elke aanraking, behalve dan die met de zalf, de irritatie alleen maar doet toenemen.
 Als alles normaal gaat dan scheer ik me dus nat en na het scheren gebruik ik after shave.  Er bestaan vele soorten after schave. Grof gezegd heb je after shave die de huid prikkelt, desinfecteert en een after shave die werkt als een soort zalf, balsem op de huid. Nou, die laatste neem ik altijd.
Voor het scheren moet het gezicht en de hals met zo warm mogelijk water worden bevochtigd. Dan kunnen het gezicht en de hals met de met scheerzeep ingezeepte natte kwast worden ingezeept. Het is niet persé nodig om een kwast en zeep te gebruiken om gezicht en hals in te zepen. Het is de laatste jaren ook mogelijk schuim te gebruiken dat uit een spuitbus gespoten kan worden. Dat is mijn methode tegenwoordig; vroeger deed ik het met zeep en kwast en een bakje warm water.
Na elke scheerbeurt blijft er op verschillende plekken op het gezicht nog scheerschuim zitten: zoals onderaan de hals, om de oren, op de jukbeenderen, die plekken moeten natuurlijk schoongemaakt worden. Dat kan je doen met een handdoek of een vochtig washandje. Als je met een kwast en scheerzeep werkt  moet je die kwast schoonspoelen onder de kraan en weg zetten in het scheerbakje. Bij de spuitbus gaat het hetzelfde: in het scheerbakje. Het scheermesje moet na de scheerbeurt schoongespoeld worden en afgedroogd; vervolgens moet het scheermesje ingepakt worden in een schoon papieren zakdoekje (althans dat doe ik). Dat doe ik omdat dan zo’n scheermesje langer meegaat. Ik gebruik mijn scheermesje 10 keer of totdat ik mijn huid kapot trek maar zover komt het meestal binnen die tien keer niet.
Als de scheerspullen netjes zijn opgeruimd komt pas de after shave aan de beurt maar daarover heb ik het eerder al gehad. Dan komt het moment om te oogsten. Je vriendin ziet je voor het eerst die  dag met dat gladgeschoren gezichtje.: ‘O, schat wat zie je er lekker uit, kom eens hier lieverd, o, wat heb je een lekkere baby-wangetjes .’ Kiss, kiss.
Maar het is wel een heel gedoe!

vrijdag 11 oktober 2019

HOLLE BOOM


Dus als ik het goed begrijp is het allemaal bij elkaar gelogen?
Nou….gelogen, gelogen…zo erg is het nou ook weer niet.
Gisteren hoorde ik anders een zelfde soort verhaal maar dan toch wel enigszins anders. In dat verhaal, dat van gisteren, speelden huisdieren een prominente rol, huisdieren en ongedierte als zieke duiven, ratten,  dikke spinnen. De hiervoor genoemde dieren woonden in hun eigen gat in de grond, heel ongezellig. De enigen die in het verhaal van vandaag nog figureerden waren magere muizen, fruitvliegjes, schreeuwende meeuwen en loopse hondjes en die hadden tenminste nog wat met elkaar. ….die zieke duiven, ratten en dikke spinnen konden elkaar niet luchten of zien en ze bleven dus zo ver mogelijk uit elkaars buurt……dat wil zeggen ze beloerden elkaar wel en als ze ook maar een heel klein kansje kregen deden ze toch iets vervelends bij elkaar. Maar het liefst bleven ze wel uit elkaars buurt.
De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loops hondjes konden het goed met elkaar vinden….ze woonden ook in dezelfde boom, dezelfde holle boom, en ze woonden gewoon door elkaar heen en deden elkaar geen greintje kwaad.  Ze hadden het er met elkaar wel eens over hoe vreemd  de andere dieren zich gedroegen (je weet wel: de zieke duiven en dergelijke) Een zieke duif maakte er een sport van om als het donker werd de andere dieren op hun kop te schijten. De holle boombewoners moesten daar wel erg om lachen maar ze konden het toch niet goed begrijpen dat zo’n zieke duif daar plezier in had en verder begrepen ze niet dat de andere gatenbewoners zich dat zomaar lieten welgevallen. En elke avond tegen dat het donker werd gebeurde het opnieuw en steeds hadden de andere dieren een heidens karwei aan het schoonpoetsen van hun vol gepoepte hoofd.
Nee, de holle boombewoners hadden wel wat beters te doen dan elkaar weg te pesten. Tegen de tijd dat het donker werd gingen ze slapen maar daarvoor maakten ze het zich zo gezellig mogelijk. 
De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loopse hondjes gebruikten gezamenlijk de avondmaaltijd die meestal bestond uit zieke duiven, ratten en dikke spinnen….maar dat waren hele andere beesten dan die in de buurtgaten woonden. De magere muizen, de fruitvliegjes, de schreeuwende meeuwen en de loops hondjes wisten niet dat de vieze duiven, de ratten en de dikke spinnen, vieze duiven, ratten en dikke spinnen heetten. Ze aten gewoon wat ze lekker vonden. En de fruitvliegjes aten het liefst dikke spinnen, de schreeuwende meeuwen smulden het liefst van zieke duiven  en de loopse hondjes en de magere muizen aten het liefst de ratten op …..en daarna gingen ze allemaal lekker tegen elkaar aan liggen  en heerlijk slapen.
Jammer voor de gatendieren dat ze de hele nacht wakker moesten blijven om hun kop schoon te maken alleen die ene zieke duif sliep natuurlijk want die was niet op zijn kop gescheten. Als de koppen van de andere gatendieren  schoon waren moesten ze alweer hun gat uit op zoek naar voedsel net als de holle boombewoners maar die hadden tenminste nog  lekker gegeten en geslapen.

woensdag 9 oktober 2019

IN VUUR EN VLAM


Toen ik de deur opende schrok ik me rot
Ja, dat heb ik ook wel eens maar eh ………. hoezo schrok je je dan rot
Er stond een grote vuilnisbak te fikken voor mijn deur….
Een grote vuilnisbak, vlak voor je deur? Dat kan niet per ongeluk wezen, dat moet iemand expres gedaan hebben…..met voorbedachte rade zou ik haast zeggen
Door het vuur en de rook die uit de grote vuilnisbak sloeg werd ik zowat verblind en stikte ik bijna. Ik moest een paar stappen achteruit doen om die vlammen en die rook te kunnen vermijden. Maar nou komt het merkwaardige…..toen ik zo’n vijf stappen achteruit had gemaakt werd ik opgevangen door de grote schep van een landbouwtractor, die me omhoog tilde zodat ik over de brandende vuilnisbak kon kijken en tot mijn grote schrik stonden daar vijf paarden, tien koeien, acht varkens, twintig kippen ……..en ……er was nog meer maar ik werd alweer naar beneden gezwiept door de landbouwtractor bestuurder (het zal wel een boer geweest zijn). Ik vroeg vriendelijk aan de boer of hij me weer omhoog wilde tillen omdat ik graan alles wilde zien wat er was. Dat deed hij. Toen zag ik nog zeven konijnen, elf geiten, twee schapen, dertien lama’s en een giraf. Nog verderop stond ook een landbouwtractor met z’n schep omhoog ik kon niet goed zien wie er daar omhoog getild was, het leek eigenlijk wel een klein nijlpaardje maar dan met een slurfje. Een nog tamelijk jong beestje.
Dat zijn toch eigenlijk niet  de dieren die je in deze omgeving verwacht ja, die koeien, geiten, schapen, konijnen, ratten, muizen, paarden, a l die zie je hier wel meer maar zo’n giraf, een klein nijlpaardje met een slurfje, die zie je in deze streken toch een stuk minder als in het Verre Oosten en Verre Zuiden.  Opvallend vind ik wel hier een vertegenwoordiger van het Verre Noorden geheel en al ontbreken.
Als ik me niet vergis dan hoor ik daar vanuit het noorden wel een brandweerwagen aankomen. Wie zou die gebeld hebben Jij soms?
Nee, ik heb geen telefoon bij me. Hoe zou ik dat moeten doen. Misschien heeft een van die boeren op de trekkers de brandweer gealarmeerd. Hoewel die ene achter me als een luiwammes onderuitgezakt zit met een uitdrukking op zijn gezicht van ‘mij interesseert het geen lor wat hier gebeurt’ De boer op die andere trekker (met dat kleine neushoorntje met dat slurfje) die staat te ver van hem dus kan ik  niet zien of hij een telefoon heeft.
 Intussen wordt het geluid van brandweerwagen (of zijn het er meerdere) steeds luider. Het vuur, de vlammen en de rook wordt allengs steeds minder. De plastic vuilnisbak zakt steeds verder in. Het kleine neushoorntje met het slurfje bleek geen slurfje te hebben. Er lag op de schep van de trekker nog een klein ólifantje onder het kleine neushoorntje en dat slurfje van dat  olifantje zagen we voor het slurfje van het neushoorntje aan. Ondertussen was de Brandweer gearriveerd, het vuur gedoofd en alle in- en uitheemse dieren waren alle kanten op weggespurt  en de beide trekkers hadden rechtsomkeert gemaakt en wij konden alleen nog maar tegen elkaar zeggen:  ‘wat was dat nou voor raar verhaal?!’

zaterdag 5 oktober 2019

METRO


Het is al weer een paar weken zo ver dat de Rotterdamse Metro, Hoek van Holland Haven als nieuw station erbij heeft gekregen. Nog twee jaartjes wachten en de Metro rijdt helemaal naar Hoek van Holland Strand. Er wordt daarvoor een gloednieuw station gebouwd.  Dan kunnen we vanuit Capelle Ommoord , Alexanderpolder, Nesselande in een ruk naar het Strand daar tuffen.
Ik ben van plan om vóór 2022 ook al vast een keertje te gaan  naar de zee.. Ik stel me dan zo voor om te gaan lopen van Hoek van Holland Haven naar Hoek van Holland Strand.  Het moet dan wel een beetje lekker weer zijn. Want als het een beetje slecht weer is kan het daar behoorlijk spoken en dan bedoel ik: wild regenen, knalhard waaien en dan heb ik het nog niet eens over vriezen en sneeuwen. Misschien komt het er in de  maand oktober nog wel van. Het is de laatste jaren in oktober best lekker weer geweest zo af en toe….dan kon het nog wel eens rond de twintig graden zijn en dan was het heerlijk buiten toeven. 
Ik stap dan op bij de halte Prinsenlaan in Prinsenland en denk dat ik dan binnen een uurtje in Hoek van Holland Haven ben. Dan is het nog een half uurtje lopen naar het strand en dan kunnen we vanaf de duinen de zee zien golven. Het zal wel veel drukker zijn dan normaal nu het strand bereikbaar is met de metro.  Zullen er werkelijk minder mensen met de auto gaan? Want dat was altijd op de route van Rotterdam naar de zee altijd zo ellendig, die urenlange files. Al die mensen zullen nu toch wel met de metro gaan. Of vergis ik me daar in. Zijn de mensen te verknocht aan hun auto? Ik zelf heb natuurlijk geen auto. Dus sta  ik niet voor die keuze.  Mijn vriendin en ik  lopen als het in oktober mooi weer is met onze blote voeten over het warme zand (want het zonnetje schijnt immers lekker). We lopen tot aan de branding en  ik rol mijn broek een stukje op en samen waden we door het koude water, maar dat is nu niet zo erg want dadelijk, als we weer op het zand lopen, worden onze voeten vanzelf weer warm. We lopen niet zo  veel door het water; misschien 150 meter dan lopen we het strand weer op en halverwege de branding en de duinen gaan we op het strand zitten om onze meegebrachte koeken op te peuzelen. Maar eerst vegen we het zand van onze voeten. Dat kan makkelijk want onze voeten zijn al heel snel opgedroogd.
‘Er is geen wolkje aan de lucht’, zegt mijn vriendin, ze ziet wel heel veel meeuwen en verder op zee grote boten varen die in de richting van de Rotterdamse haven opstomen. We hebben ons de koek laten smaken en het wordt zo langzamerhand tijd om op huis aan te geen. We weten niet precies hoe laat de metro gaat bij Hoek van Holland Haven maar we vermoeden dat ie eens in het half uur rijdt.
Het was best leuk om dit eens mee te maken.

vrijdag 4 oktober 2019

DOODSKOPZWEEFVLIEG


Nu het al weer een tijdje herfst is beginnen bladeren en insecten problemen op te leveren.  Alhoewel ,moeten we gevallen bladeren wel als problematisch beschouwen. En insecten, zouden wij daar nu zoveel last van hebben. Het is misschien handig en ook wel noodzakelijk om eens te bekijken of we zowel van bladeren als van insecten profijt kunnen hebben. Allereerst moeten we natuurlijk verschil maken tussen gebladerte op een harde, stenen, asfalt, ondergrond of op een zachte, poreuze ondergrond zoals aarde (tuin, bos) of grasland. Hetzelfde geldt voor de insecten. Het maakt nog al wat uit of de ondergrond hard of zacht is. Over het algemeen kan gezegd worden dat de zachte ondergrond in het algemeen gediend is bij een stevig bladerdek ….er woekert van alles tussen en onder de bladeren  zelf ontstaat een warme deken voor de plantjes, die straks in de lente weer gaan pogen naar het daglicht te groeien.
Wat de insecten doen is van allerlei soort. De ene soort ligt op de loer naar voorbijkomend voedsel  weer andere insecten hebben het voorzien op onderdelen van grotere dieren als mollen, muizen, ratten, poezen, honden, koeien, paarden, schapen, geiten, kamelen, konijnen en zelfs ook mensen. Natuurlijk kan de insect niet in een keer een hond oppeuzelen . Maar een hond kan wel degelijk goed geraakt worden door een beet van een wesp in herfst-retraite. Zo is er ook de ‘afvalvlieg’ die in zijn eentje op een poes afvliegt , die daar vervolgens het bewustzijn door verliest, waarna uit de herfstdeken honderden vliegenmaatjes onder de deken vandaan komen om in razend tempo (zoals piranha’s dat kunnen) de poes opvreten……het is in nog geen vijf minuten gebeurd. Mollen, zou je denken, hebben een reinigende functie in het geheel tussen insecten en gebladerte. Maar integendeel ze zijn juist uitermate kwetsbaar omdat ze zoals bekend blind zijn. Het komt elke winter verscheidene malen voor dat een willekeurige mol boven de grond komt gekrabbeld midden in een nest ‘doodskopzweefvliegen’ die met een honderdtal tegelijk de mol een lift geven en hem in de lucht houden en daar, ja daar (!) opeten…….van die mol blijft letterlijk niets over. Vaak zitten er op de grond op het gebladerte tientallen ‘zweefvliegen’ te wachten op wat overblijft van de mol maar dat is tevergeefs…de mol gaat schoon op. De ‘doodskopzweefvlieg’, die makkelijk 10 tot 20 mollen per herfst verorberen kan (en dat ook doet), wordt daardoor zo’n krachtige speler in het herfsttij  dat ‘de doodskopvlieg’ zijn terrein ook verlegt naar de harde ondergrond waar veel grotere en niet blinde slachtoffers te vinden zijn. Bijvoorbeeld de niets vermoedende mens die uit miljeu-vriendelijk oogpunt een bladerdeken op het  balkon laat liggen. Dat is bij uitstek  de plek voor de bijna volgevreten ‘doodskopzweefvlieg’, die nog wel trek heeft in een hapje.   In een niets vermoedende peuter bijvoorbeeld die enthousiast bladeren omhoog gaat lopen gooien op het balkon en voor dat pappa , mamma, broertjes en zusjes het in de gaten hebben is kleine broertje helemaal opgepeuzeld door ‘de doodskopzweefvlieg’ en is niets meer van hem terug te vinden op het balkon.