Nu het al weer een tijdje herfst is beginnen bladeren en
insecten problemen op te leveren. Alhoewel
,moeten we gevallen bladeren wel als problematisch beschouwen. En insecten,
zouden wij daar nu zoveel last van hebben. Het is misschien handig en ook wel
noodzakelijk om eens te bekijken of we zowel van bladeren als van insecten
profijt kunnen hebben. Allereerst moeten we natuurlijk verschil maken tussen
gebladerte op een harde, stenen, asfalt, ondergrond of op een zachte, poreuze
ondergrond zoals aarde (tuin, bos) of grasland. Hetzelfde geldt voor de
insecten. Het maakt nog al wat uit of de ondergrond hard of zacht is. Over het
algemeen kan gezegd worden dat de zachte ondergrond in het algemeen gediend is
bij een stevig bladerdek ….er woekert van alles tussen en onder de bladeren zelf ontstaat een warme deken voor de plantjes,
die straks in de lente weer gaan pogen naar het daglicht te groeien.
Wat de insecten doen is van allerlei soort. De ene soort
ligt op de loer naar voorbijkomend voedsel weer andere insecten hebben het voorzien op
onderdelen van grotere dieren als mollen, muizen, ratten, poezen, honden,
koeien, paarden, schapen, geiten, kamelen, konijnen en zelfs ook mensen.
Natuurlijk kan de insect niet in een keer een hond oppeuzelen . Maar een hond
kan wel degelijk goed geraakt worden door een beet van een wesp in
herfst-retraite. Zo is er ook de ‘afvalvlieg’ die in zijn eentje op een poes
afvliegt , die daar vervolgens het bewustzijn door verliest, waarna uit de herfstdeken
honderden vliegenmaatjes onder de deken vandaan komen om in razend tempo (zoals
piranha’s dat kunnen) de poes opvreten……het is in nog geen vijf minuten
gebeurd. Mollen, zou je denken, hebben een reinigende functie in het geheel
tussen insecten en gebladerte. Maar integendeel ze zijn juist uitermate
kwetsbaar omdat ze zoals bekend blind zijn. Het komt elke winter verscheidene
malen voor dat een willekeurige mol boven de grond komt gekrabbeld midden in
een nest ‘doodskopzweefvliegen’ die met een honderdtal tegelijk de mol een lift
geven en hem in de lucht houden en daar, ja daar (!) opeten…….van die mol
blijft letterlijk niets over. Vaak zitten er op de grond op het gebladerte
tientallen ‘zweefvliegen’ te wachten op wat overblijft van de mol maar dat is
tevergeefs…de mol gaat schoon op. De ‘doodskopzweefvlieg’, die makkelijk 10 tot
20 mollen per herfst verorberen kan (en dat ook doet), wordt daardoor zo’n
krachtige speler in het herfsttij dat ‘de
doodskopvlieg’ zijn terrein ook verlegt naar de harde ondergrond waar veel
grotere en niet blinde slachtoffers te vinden zijn. Bijvoorbeeld de niets
vermoedende mens die uit miljeu-vriendelijk oogpunt een bladerdeken op het balkon laat liggen. Dat is bij uitstek de plek voor de bijna volgevreten ‘doodskopzweefvlieg’,
die nog wel trek heeft in een hapje. In
een niets vermoedende peuter bijvoorbeeld die enthousiast bladeren omhoog gaat
lopen gooien op het balkon en voor dat pappa , mamma, broertjes en zusjes het
in de gaten hebben is kleine broertje helemaal opgepeuzeld door ‘de
doodskopzweefvlieg’ en is niets meer van hem terug te vinden op het balkon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten