vrijdag 7 september 2018

PLASSEN


Dat ik plasproblemen heb is dacht ik voor de lezer van deze stukjes geen geheim. Plasproblemen is eigenlijk niet helemaal het juiste woord. Het meeste moeite heb ik ermee om mijn plassen op te houden en dat is natuurlijk vooral erg wanneer ik buiten ben. Dit is zeker een probleem sinds ‘wildplassen’ bekeurd kan worden met zo’n 80 euro. Ik kies er toch altijd voor om tegen een boom of tussen de struiken te  gaan piesen, want een zeiknatte broek is helemaal geen gezicht en een rotgevoel.
De laatste tijd kreeg ik er een probleem bij: de plas hield me uit mijn slaap. Ik moest geregeld zo’n vier keer per nacht mijn bed uit en dan vooral na drieën. Ik werd er overdag gewoon slaperig van ……dus ging ik maar es naar mijn huisarts, die gaf me een plasformulier: ik moest gedurende 24 uur opschrijven hoeveel ik dronk en hoeveel ik pieste en dat formulier moest ik zo snel mogelijk bij hem inleveren zodat hij mij pillen voor mijn probleem kon geven.
Mijn huisarts vond, dat ik zo, over de dag en de nacht verspreid, heel veel kleine plasjes deed. Hij gaf mij een pil met een moeilijke naam, die mijn aantal malen piesen zou moeten verminderen ….. maar dat hielp van geen kanten…..niet dat het nou erger werd maar het verbeterde niks. Toen ik hem (mijn huisarts)  dat vertelde, verwees hij mij naar de uroloog.
De uroloog bleek een vrouw  te zijn, haar belangrijkste daad die middag was het onderzoeken van mijn prostaat. Ik moest op mijn linkerzij gaan liggen en haar onderzoek bestond er uit dat zij een vinger in mijn anus stopte en ging voelen hoe groot mijn prostaat was.  Hij was te groot. Ze schreef me vervolgens een pil voor die de blaas iets zou vergroten waardoor die meer urine zou kunnen bevatten. Die pil zou over 4 weken gaan werken maar ik moest alweer over drie weken terugkomen. Voor die tweede keer bij de uroloog moest ik over 2 keer 24 uur mijn eigen plas- en drinkgedrag gaan vastleggen en ook mijn eventuele druppelen van urine moest ik op de formulieren noteren. Ik moest toen met een volle blaas bij de uroloog komen omdat ik moest gaan piesen in een speciaal instrumentarium dat van alles over mijn plassen vastlegt en daar is een volle blaas voor nodig. Het apparaat meet hoeveel ik plas en hoe hard mijn straal urine is. De uroloog was (in tegenstelling tot mijn huisarts) enthousiast over de hoeveelheden urine die genoteerd had op de formulieren. Maar….waar ze bijzonder ontevreden over was, was de hardheid van mijn straal. De straal was nauwelijks hard te noemen…….. en daar had ze ook helemaal gelijk in, want ik vind mijn eigen straal een slap piesboogje….ja, ik kom er eerlijk voor uit. De dokter deed ook nog even een blaasonderzoek om te kijken of ik net wel alles boven dat apparaat had uit gepiest, nou, er bleek nog aardig wat urine in mijn blaas te zitten.
Over drie maanden moet ik terugkomen en in de tussentijd moet ik prostaatverkleinende pillen slikken waar ik langzaam impotent van kan worden. Tot slot deelde de uroloog mij mede dat ze de volgende keer (in november) via mijn urinebuis mijn blaas wil gaan onderzoeken. Blij ben ik hier niet echt mee.

woensdag 5 september 2018

KLEINE MAN


Een kleine (1m70) oudere (70) man begint tegen me te praten. ’t Is een vriendelijke man. We staan bij het zwembad…. Het warmwaterzwembad. Hij zei dat hij hier voor het eerst was. De vorige keer was hij in het grote koude bad, maar, zo had hij gemerkt in het grote koude bad, zwemmen de mannen vrouwen heel snel. Hij was marinier geweest dus ik zou wel begrijpen dat ie in zijn jonge jaren een sportman geweest was. Maar nu had ie een paar jaar niks meer gedaan  en viel het hem tegen dat hij niet meer met de snelle jongens en meisjes mee kon. Daarom ging hij nu zijn conditie maar een beetje ophalen in het warmwaterbad, daar werd tenminste rustig gezwommen. Hij had nu tijd zat, zijn vrouw was onlangs gestorven, ….. dus.
We liepen samen naar het water, toen ik mijn badslippers uitdeed zei hij:’ Ja, die moet ik de volgende keer ook meenemen.’ ‘Die heb je echt wel nodig, want het is hier spiegel glad,’ zei ik. Het bad is daar maar 1 meter 40 diep dus daar kan de kleine man niet in verzuipen, toch bleef hij heel dicht achter me lopen bij het in het water gaan ….. misschien wist hij niet precies hoe diep het was en was hij bang dat het water hem tot de lippen zou komen te staan.  Hij hoefde daar niet bang voor te zijn, want hij kon zwemmen als de beste. ‘Nou ik ga vast’, zei hij nog. Het was duidelijk te zien dat hij heel lang noodgedwongen niet had gezwommen….zo  door het dolle heen wapperden zijn handjes boven het water uit; zo enthousiast spetterden zijn voetjes en ging zijn hoofdje van links naar rechts. Hij baande zich een weg door de vele kwebbelende dames die dit zwembad altijd gebruiken als ‘nat’ praathok. Hij trok zich er niets van aan en was alweer aan zijn tweede baantje begonnen.
Ikzelf was natuurlijk niet gekomen om naar de aardige man te komen kijken. Ik kwam ook om te zwemmen. Maar ik kon het niet laten om het ventje in de gaten te houden terwijl ik mijn baantjes trok. In mijn baan (baan1, de baan voor de iets snellere zwemmer)zwemmen 6 zwemmers allemaal ongeveer even hard en dat is prettig, heel prettig. Je hoeft elkaar dan niet in te halen of aan de kant even te wachten tot een van de zwemmers voorbij is. Het was lekker rustig zwemmen. Daardoor had ik ook ruimschoots de tijd om zo af en toe naar mijn mannetje te kijken. Ik schreef toch dat hij zo enthousiast begon met zwemmen. Nou toen ik vervolgens nog eens naar hem keek, zo’n keer of drie, was hij nog steeds met zijn handen aan het wapperen maar hij zwom niet, hij stond te praten, eerst met de badjuffrouw en vervolgens met wat bejaarde babbeldames. De keer daarop dat ik naar hem keek ging hij uit het bad. Hij was nog geen half uurtje in het water geweest. Hij stond zich nu lekker af te spoelen onder de hete douche. Douchegel zal hij volgende keer wel meenemen

vrijdag 31 augustus 2018

MILIEUVRIENDELIJK


Ik ben niet milieuvriendelijk. Waarschijnlijk omdat ik er te lui voor ben. Normaal gesproken ben ik helemaal niet lui uitgevallen……maar voor milieudingen blijkbaar wel. Ik scheid bijvoorbeeld geen afval. Alles gaat in de vuilnisbak, die vlak voor de ingang van mijn flat staat. Wanneer er naast die vuilnisbak voor mijn flat ook nog een papier-, glas- plastic- en kledingbak zou staan, zou ik zonder enige moeite milieuvriendelijk zijn. Maar de plasticbak, de glasbak en de papierbak staan op een kilometer lopen en de kledingbank op anderhalve kilometer. Toen ik hier drie jaar terug kwam wonen stond ik  met drie zakken afval klaar om de boel gescheiden te dumpen. Aan een  van de buren vroeg ik waar de glasbak was. ‘’Nou, dat is niet nodig, dat doet niemand hier, we  gooien hier alles in deze vuilnisbak. ’Maar wáár zijn die andere bakken dan’, vroeg ik.. ‘O geen flauw idee, maar dat hoeven we ook niet te weten want we gooien toch alles in deze bak hier. Dus sinds drie jaar ben ik niet meer milieuvriendelijk.
Vandaag las ik in de krant dat het pas echt milieuvriendelijk was als je je eigen verpakking mee naar de winkel zou nemen, dus geen verpakte bruine bonen kopen of verpakte suiker maar zelf een doosje of een zakje van huis meenemen waarin die spullen mee naar huis genomen kunnen worden.
Het toppunt van zorg voor het milieu is met je eigen koffiebeker ergens in een zaak koffie gaan drinken. Heus het schijnt al vaak voor te komen. Veel koffiezaken zijn er alleen niet op voorbereid. Dan pakken ze de beker wel aan van de klant maar dan zetten ze er een plastic bekertje met koffie van hun zaak in. En dan wordt precies het tegenovergestelde bereikt van wat de bedoeling is. Deze klant wil juist helemaal geen plastic. Diezelfde klant bestelde voor zijn twee kinderen twee sinaasappelsap en hij gaf aan de bediende 2 meegenomen glazen…….kreeg hij twee met sinaasappelsap gevulde bekers met in elke beker een plastic rietje. ‘’Ik wil geen plastic rietjes zei de man.’ Ik heb geen andere zei de bediende.’  Dan hoef ik helemaal geen rietjes,’ zei de man, waarop de bediende de rietjes uit de glazen haalde en ze in de prullenbak gooide. Effect: 0,0.
Als je zoals, ik klant ben bij de supermarkt kom je er haast niet onderuit om zowat alles verpakt te kopen of je wil of niet……een brood, een meloen, een komkommer, stukken fruit, en misschien nog we  eens wat meer. Een peer kan je wel zonder verpakking kopen maar twee peren heb je een zakkie voor nodig en als je netjes bent neem je daarvoor een zakkie van huis mee. Zo kan je in een zak bijvoorbeeld een brood, een meloen, een komkommer, wat appels en peren , rabarber en sla doen, in je eigen verpakking. Maar vrijwel al het overige is door de supermarkt zelf al verpakt van vlees tot vleeswaren, van kaas tot geraspte kaas, van jam tot stroop, van stragiatella yoghurt tot volle yoghurt, van wijn tot bier van pepsi cola tot tonic.
Ik ga altijd met mijn eigen boodschappenwagentje naar de supermarkt daarin vervoer ik alle door de super (meestal in plastic) ingepakte waren. Dat is mijn enige milieuvriendelijk daad, totdat voor de ingang van mijn flat een papierbak, plasticbak, glasbak en kledingbak zal verschijnen.

maandag 27 augustus 2018

OP DE WIP


De basisschool voor de flat waar ik woon is vandaag weer begonnen. Ik heb er nog helemaal niks van gezien. Maar gehoord des te meer. Het lijkt wel of het elk jaar meer wordt. Dit is het derde jaar dat ik dit meemaak en de tering herrie waarmee zo’n schooldag gepaard gaat is werkelijk enorm. Nu ik dat zo schrijf lijkt het wel of ik een hekel heb aan kinderen en hun geluid maar dat is helemaal niet het geval. Ik heb er lol in als kinderen vrijelijk geluiden maken bij hun spel MAAR wat van mij niet hoeft is een soort van overschrééuwen wat met name de grotere meisjes doen wanneer ze iets spannends spelen of bespreken. Bij het bespreken zal het wel over ontluikende verliefdheden gaan maar bij het spelen worden gillend krijsende geluiden gemaakt bij het zo hoog mogelijk schommelen. Ik hoefde vandaag niet eens naar het schoolplein te kijken, om te zien waar dat bijna angstaanjagende geluid vandaan kwam: van dames op de wip.
Gelijk met de school is het zwemmen weer begonnen. Voor mij betekent dat het zwemmen in warm water wel te verstaan. Ik heb er waarschijnlijk al eens over geschreven maar ik kan niet tegen zwemmen in koud water want dan bevriest mijn rechterarm zowat….. Ik ben namelijk eens gevallen en daarbij heb ik mijn schouder gebroken en de zenuw van mijn rechterarm beschadigd. Nou ja, sindsdien wordt mijn  rechterarm extra koud bij het zwemmen in koud water te koud om het lekker vol te houden. Daarom ga ik dus altijd in warm water zwemmen dan is het wel uit te houden. Vervelend in dat warme bad is wel dat het zo klein is en dat er zo veel mensen op af komen. Ik ga nooit langer zwemmen dan een half uurtje. Ik vind het namelijk helemaal niet leuk. Ik doe het om mijn ooit gebroken schouder de beweging te geven die die nodig heeft,  want als ik dat niet doe roest ie zeker vast. Vroeger vond ik zwemmen altijd leuk: duiken, bommetje, onderwater zwemmen, van de lage duik,….heer lijk allemaal! Daar vind ik nú niks meer aan en dat kan ook helemaal niet in dat warme bad wat dan hinder je de andere zwembadbezoekers te veel. Ik  ging vroeger vaak op mijn vrije woensdagmiddag naar het zwembad (het kouwe) en dan kon ik alle vervelende dingen van school vergeten. Want er waren veel vervelende dingen op school.
Vooral onderwijzers. Een onderwijzer was de allervervelendste. Dat was een soort persoonlijke kwelduivel voor mij. Het was zo dat ik bloosde als ik een beurt kreeg op school. ….en dat vond die onderwijzer leuk. Dus als het spreekwoord ‘’ hij werd zo rood als een boei’ aan de orde kwam dan zei die klootzakonderwijzer: als jullie willen weten wat dit gezegde betekent, moeten jullie nu naar hem (mij dus) kijken.  En dan werd ik natuurlijk knalrood en zo kreeg die onderwijzer de lachers op zijn hand. Gelukkig hoorde ik later, ik was toen 14, dat die leraar vroeg dood was gegaan…….. op zijn zesenveertigste, meen ik me te herinneren. Eigen schuld, dikke bult.



dinsdag 19 juni 2018

HOE EEN KOE EEN HAAS VANGT

Hoe een koe een haas vangt, weet ik niet en eigenlijk geloof ik dat er nog nooit een koe is geweest die een haas gevangen heeft want om een haas te vangen heb je elementaire snelheid nodig en die heeft een koe nou eenmaal niet. Hazen zijn altijd snel….altijd. Koeien zijn wel eens snel, eens per jaar als ze  uit de stal gelaten worden, dan dansen ze snel het weiland in….dansen, huppelen ik weet  niet of ze dan ook vrolijk en uitbundig loeien maar dat hoort er naar mijn idee eigenlijk wel bij.
Voor hazen is er in de nabijheid van koeien ook geen enkele reden om hard te gaan lopen, want er zal geen koe zijn die het in zijn hoofd haalt om een haas te gaan vangen. Koeien lusten helemaal geen hazen; koeien lusten alleen maar gras. Bovendien lusten hazen helemaal geen koeienvlees anders zouden koeien als er zo’n haas per ongeluk toch aan ze gaat hangen, wel een enorme trappen met haar poten uitdelen zodat die haas en alle andere hazen het wel zouden laten om van de koeien te eten.
Trouwens, als hazen melk zouden lusten, dan wordt de haas daarmee tegelijk de vijand van de boer want met melk verdient de boer zijn brood. De boer gaat zich dan intensief met de hazenjacht bemoeien en reken maar dat dat niet zachtzinnig zal gaan dat gaat hoogstwaarschijnlijk met dubbelloopse jachtgeweren en daar is voor de meeste hazen (en haasjes) geen ontkomen aan. Voor de koeien is het dan wel zaak uit de buurt van de hazen te blijven omdat ze anders misschien wel geraakt worden door de rondvliegende kogels.
Meestal zoeken melkzoekende haasjes daarom overdag hun toevlucht tot het bos om na zonsondergang en masse de koeien van hun melk te gaan beroven. Met zijn vieren tegelijk hangen de kleine flapoortjes aan de uiers van de koeien, hun maagjes met de koeiendrank  te vullen, dit, terwijl de boer voor de televisie ligt te grinniken voor bijvoorbeeld een programma als ‘Boer zoekt vrouw’ Merkwaardig genoeg verzetten de koeien zich op geen enkele wijze. Ze trappen niet naar de gulzige hazen….. ze maken niet het jammerende loeigeluid dat ze bij pijn of onraad dikwijls uiten. Vreemd! Het lijkt haast wel of ze het prettig vinden dit avondlijke gesabbel aan hun tepels.
Terwijl de koeien de grasoogst van de dag rustig staan te herkauwen, slaan de hazen hun parasitaire slag. Als een haas zijn buikje heeft rond gedronken rent het weer snel naar het dichtstbij zijnde bos en wordt onmiddellijk vervangen door een haas die als het ware al klaar stond om de plaats aan de vrij hangende tepel in te nemen. Als alle koeien dan successievelijk zijn leeggezogen ontstaat er in het bos een razend interessant schouwspel. Want daar in het bos staat een aanhangwagen met daarop een tiental grote melkbussen en om de beurt neem een haas daarop plaats on zijn melk (ja, heus melk) daarin uit te plassen. Als alle tien de bussen gevuld zijn komt er een trekker aan rijden met daar in als chauffeur een reuzenhaas, die met de melkbussen, de belendende weg oprijdt, in de richting van de plaatselijke dierentuin, alwaar talloze melkdrinkdieren zich rumoerig voor de hekken staan te verdringen in afwachting van deze heerlijke drank.
….en de boer ….hij grinnikte voort

maandag 11 juni 2018

DIEREN


Op een stuk gras tussen twee flats bij mij in de buurt vertoeft nu al een paar jaar een ooievaar. Hij (of zij) loopt daar maar een beetje in het gras te pikken en naar boven te staren want er komt wel eens wat voedsel naar beneden; gegooid door een aardige bewoner. Hij is altijd alleen. Heel soms komt er wel eens een reiger bij, die zich waarschijnlijk vergist in  de soort, want de reiger maakt zich meestal snel uit de vleugels, hoewel de ooievaar nooit agressief is.
Ik ben absoluut geen vogelkenner maar soms herken ik wel een vogeltje. Zo zat er laatst een specht tegen een boom te dreunen , tegen een klein boompje onder mijn flat. Dat vind ik dan wel weer leuk: je zit in de stad en d’r zit een specht te beuken tegen een boompje. Nou ja ik zeg nou wel stad maar eigenlijk is het helemaal geen  stad meer hier, meer een groot uitgevallen betondorp. De stad is natuurlijk de Coolsingel en van alles daaromheen en daar zie je geen ooievaars en spechten.
Wat je hier wel veel ziet is mensen met honden, ja ik bedoel letterlijk, mensen met meer dan één hond. In alle soorten en maten. Vooral kleine hondjes zijn tegenwoordig razend populair. Hoe kleiner hoe beter, lijkt het wel. Ik ben helemaal geen hondenkenner dus ik zou niet eens de bekendste hondensoort kunnen benoemen als die vlak langs me liep. Ik ben eerlijkgezegd ook wel een beetje bang voor vreemde hondjes, ik bedoel dan hondjes die ik niet ken. Soms ben ik ook bang van een hondje als ik de hondenbezitter  er naast zie lopen. Mijn vriendin, die een heel groot hondenkenner en -liefhebber is zegt altijd dat honden agressief worden gemaakt door hun baasje…..en daar geloof ik heilig in en daarom ga ik meestal als ik een agressief baasje met een hond zie aan komen naar de overkant van de straat….om alvast moeilijkheden te voorkomen.
Toch heb ik zelf een allerliefste hond gehad een lieve (bastaard) Gordon Setter, genaamd Sita. Dat was  de leukste hond van de hele wereld. Hij was leuk met de kinderen en het makkelijkste was: hij liet zichzelf uit. Hij ging zelf van het Zwaanshals naar het Kralingse bos. Dat heeft hij 5 jaar gedaan, zonder ongelukken te maken. Toen is hij op een kwaaie dag opgepikt door de politie en zijn onderhuids aangebrachte chip heeft hem en ons verraden. Hij moest ingeënt worden, hij moest de cel in van de dierenbescherming,  wij moesten de kosten van dat alles en een boete betalen. We waren in totaal bijna 400 gulden (er waren gelukkig nog geen euro’s) kwijt.
Met mijn zonen was Sita ook altijd al zo leuk. Vooral onvergetelijk vond ik de dagen dat mijn zonen klein waren, Sita al volwassen en er was sneeuw. Dan  bonden we Sita met zijn riem aan de slee vast en dan waande hij zich een ware sledehond. Zowel de kinderen als de hond hadden de grootste lol. Voorbijgangers verklaarden mij geregeld voor dierenbeul, omdat ik die arme hond zo hard liet werken. Maar daar had ik mooi maling aan. Ik wist wel beter.

vrijdag 1 juni 2018

FOLK


Tot mijn grote verbazing en ook blijdschap stond daar gisteren opeens om vier uur in de middag mijn vriendin voor de deur. Ze had het blijkbaar toch aangedurfd om in mijn warme benauwde huisje te komen eten en slapen. Toen ze eenmaal binnen was wist ze niet hoe ze het had. Mijn warme benauwde stulpje was omgetoverd in een heerlijk fris bijna koel  verblijf en dat was al de hele middag zo; hadden we toch gewoon hier bij mij thuis van onze gezamenlijke middag kunnen genieten. Ze vloog me om mijn hals van blijdschap (en opluchting).
‘ Ik had er echt tegen opgezien om hier te komen eten en te gaan slapen…..voor de zekerheid had ik maar een klein ventilatortje van thuis meegenomen maar dat is u helemaal niet meer nodig, godzijdank!’
‘Hoe heb je dat trouwens voor mekaar gekregen vroeg ze me nieuwsgierig…..ooo, ik zie het al, simpel zeg,  je hebt de zonwering laten zakken en je hebt de ramen en deuren tegen elkaar open gezet. Dat waren wel slimme zetten zeg, nu weet je voor de volgende keer gelijk hoe je de atmosfeer in je huis kan omtoveren.’
Het eten stelde die donderdag niet veel voor; zij at een boterhammetje met een plakje kaas en dronk daarbij een kop thee en ik verorberde een schaaltje groentesoep dat mijn Afghaanse buurvrouw mij woensdagmiddag gegeven had. Het was een lekkere uiterst goed gevulde groentesoep, die beetje minder zout en een beetje minder gepeperd had mogen zijn. Als toetje namen we een mineola, dat is toch zo’n verrukkelijke citrusvrucht!
Mijn stukje van gisteren toverde gisteravond de atmosfeer in mijn huis ook volledig om. Nadat mijn vriendin het gelezen had was ze uitermate boos. Dat een paar van die onschuldige zinnetjes een dergelijke boosheid kunnen wekken……... Ze wil gewoon niet dat ik over zoiets schrijf. Zoiets moet onder ons blijven
 Afin…. De boosheid is weer bijgelegd en we gaan samen kijken naar een film van de gebroeders Coen: Inside Llewin Davis. In de film volgen we een week uit het leven van de folkzanger Llewin Davis, die in het New York van 1961 wanhopig op zoek is naar een publiek en een slaapplaats. De knipogen naar collega Bob Dylan zijn talrijk en toch is dit geen verkapte biopic over Dylan. Het is meer een film over geluk, timing en noodlot. De film heeft geen noemenswaardige plot en moet het hebben van de heerlijke Coeneske personages, de vaak grappige dialogen en van de hoofdrolspeler Oscar Isaac, die al zijn nummers zelf zong.  Goeie film; mooie film.
Over mezelf mag ik gelukkig alles schrijven al is het nog zo raar: ik heb een aambei en daar heb ik flink wat werk aan om die weg  te krijgen. Allereerst heb ik zalf nodig en inleggers ; die inleggers zijn tegen het doorsijpelen van de zalf naar mijn onderbroek en bovenbroek..  Die zalf, neen, geen sperti……. ik heb zalf van de dokter gehad,……..die zalf moet ik ’s morgens en ’s avonds èn elke keer na het poepen aanbrengen op een schone anus. Aangezien ik minstens twee keer per dag  moet poepen  sta ik dus vier keer per dag mijn reet schoon te wassen, af te drogen en in te zalven…..dat is niet zo erg vermoeiend maar wel vervelend. De behandeling helpt trouwens wel; de aambei wordt gelukkig kleiner.