Op een stuk
gras tussen twee flats bij mij in de buurt vertoeft nu al een paar jaar een
ooievaar. Hij (of zij) loopt daar maar een beetje in het gras te pikken en naar
boven te staren want er komt wel eens wat voedsel naar beneden; gegooid door
een aardige bewoner. Hij is altijd alleen. Heel soms komt er wel eens een
reiger bij, die zich waarschijnlijk vergist in
de soort, want de reiger maakt zich meestal snel uit de vleugels, hoewel
de ooievaar nooit agressief is.
Ik ben
absoluut geen vogelkenner maar soms herken ik wel een vogeltje. Zo zat er
laatst een specht tegen een boom te dreunen , tegen een klein boompje onder
mijn flat. Dat vind ik dan wel weer leuk: je zit in de stad en d’r zit een
specht te beuken tegen een boompje. Nou ja ik zeg nou wel stad maar eigenlijk
is het helemaal geen stad meer hier,
meer een groot uitgevallen betondorp. De stad is natuurlijk de Coolsingel en van
alles daaromheen en daar zie je geen ooievaars en spechten.
Wat je hier
wel veel ziet is mensen met honden, ja ik bedoel letterlijk, mensen met meer
dan één hond. In alle soorten en maten. Vooral kleine hondjes zijn tegenwoordig
razend populair. Hoe kleiner hoe beter, lijkt het wel. Ik ben helemaal geen
hondenkenner dus ik zou niet eens de bekendste hondensoort kunnen benoemen als die
vlak langs me liep. Ik ben eerlijkgezegd ook wel een beetje bang voor vreemde
hondjes, ik bedoel dan hondjes die ik niet ken. Soms ben ik ook bang van een
hondje als ik de hondenbezitter er naast
zie lopen. Mijn vriendin, die een heel groot hondenkenner en -liefhebber is
zegt altijd dat honden agressief worden gemaakt door hun baasje…..en daar
geloof ik heilig in en daarom ga ik meestal als ik een agressief baasje met een
hond zie aan komen naar de overkant van de straat….om alvast moeilijkheden te
voorkomen.
Toch heb ik
zelf een allerliefste hond gehad een lieve (bastaard) Gordon Setter, genaamd
Sita. Dat was de leukste hond van de
hele wereld. Hij was leuk met de kinderen en het makkelijkste was: hij liet
zichzelf uit. Hij ging zelf van het Zwaanshals naar het Kralingse bos. Dat heeft
hij 5 jaar gedaan, zonder ongelukken te maken. Toen is hij op een kwaaie dag
opgepikt door de politie en zijn onderhuids aangebrachte chip heeft hem en ons
verraden. Hij moest ingeënt worden, hij moest de cel in van de dierenbescherming,
wij moesten de kosten van dat alles en een
boete betalen. We waren in totaal bijna 400 gulden (er waren gelukkig nog geen
euro’s) kwijt.
Met mijn
zonen was Sita ook altijd al zo leuk. Vooral onvergetelijk vond ik de dagen dat
mijn zonen klein waren, Sita al volwassen en er was sneeuw. Dan bonden we Sita met zijn riem aan de slee vast
en dan waande hij zich een ware sledehond. Zowel de kinderen als de hond hadden
de grootste lol. Voorbijgangers verklaarden mij geregeld voor dierenbeul, omdat
ik die arme hond zo hard liet werken. Maar daar had ik mooi maling aan. Ik wist
wel beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten