maandag 11 juni 2018

DIEREN


Op een stuk gras tussen twee flats bij mij in de buurt vertoeft nu al een paar jaar een ooievaar. Hij (of zij) loopt daar maar een beetje in het gras te pikken en naar boven te staren want er komt wel eens wat voedsel naar beneden; gegooid door een aardige bewoner. Hij is altijd alleen. Heel soms komt er wel eens een reiger bij, die zich waarschijnlijk vergist in  de soort, want de reiger maakt zich meestal snel uit de vleugels, hoewel de ooievaar nooit agressief is.
Ik ben absoluut geen vogelkenner maar soms herken ik wel een vogeltje. Zo zat er laatst een specht tegen een boom te dreunen , tegen een klein boompje onder mijn flat. Dat vind ik dan wel weer leuk: je zit in de stad en d’r zit een specht te beuken tegen een boompje. Nou ja ik zeg nou wel stad maar eigenlijk is het helemaal geen  stad meer hier, meer een groot uitgevallen betondorp. De stad is natuurlijk de Coolsingel en van alles daaromheen en daar zie je geen ooievaars en spechten.
Wat je hier wel veel ziet is mensen met honden, ja ik bedoel letterlijk, mensen met meer dan één hond. In alle soorten en maten. Vooral kleine hondjes zijn tegenwoordig razend populair. Hoe kleiner hoe beter, lijkt het wel. Ik ben helemaal geen hondenkenner dus ik zou niet eens de bekendste hondensoort kunnen benoemen als die vlak langs me liep. Ik ben eerlijkgezegd ook wel een beetje bang voor vreemde hondjes, ik bedoel dan hondjes die ik niet ken. Soms ben ik ook bang van een hondje als ik de hondenbezitter  er naast zie lopen. Mijn vriendin, die een heel groot hondenkenner en -liefhebber is zegt altijd dat honden agressief worden gemaakt door hun baasje…..en daar geloof ik heilig in en daarom ga ik meestal als ik een agressief baasje met een hond zie aan komen naar de overkant van de straat….om alvast moeilijkheden te voorkomen.
Toch heb ik zelf een allerliefste hond gehad een lieve (bastaard) Gordon Setter, genaamd Sita. Dat was  de leukste hond van de hele wereld. Hij was leuk met de kinderen en het makkelijkste was: hij liet zichzelf uit. Hij ging zelf van het Zwaanshals naar het Kralingse bos. Dat heeft hij 5 jaar gedaan, zonder ongelukken te maken. Toen is hij op een kwaaie dag opgepikt door de politie en zijn onderhuids aangebrachte chip heeft hem en ons verraden. Hij moest ingeënt worden, hij moest de cel in van de dierenbescherming,  wij moesten de kosten van dat alles en een boete betalen. We waren in totaal bijna 400 gulden (er waren gelukkig nog geen euro’s) kwijt.
Met mijn zonen was Sita ook altijd al zo leuk. Vooral onvergetelijk vond ik de dagen dat mijn zonen klein waren, Sita al volwassen en er was sneeuw. Dan  bonden we Sita met zijn riem aan de slee vast en dan waande hij zich een ware sledehond. Zowel de kinderen als de hond hadden de grootste lol. Voorbijgangers verklaarden mij geregeld voor dierenbeul, omdat ik die arme hond zo hard liet werken. Maar daar had ik mooi maling aan. Ik wist wel beter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten