Tot mijn
grote verbazing en ook blijdschap stond daar gisteren opeens om vier uur in de
middag mijn vriendin voor de deur. Ze had het blijkbaar toch aangedurfd om in
mijn warme benauwde huisje te komen eten en slapen. Toen ze eenmaal binnen was
wist ze niet hoe ze het had. Mijn warme benauwde stulpje was omgetoverd in een
heerlijk fris bijna koel verblijf en dat
was al de hele middag zo; hadden we toch gewoon hier bij mij thuis van onze
gezamenlijke middag kunnen genieten. Ze vloog me om mijn hals van blijdschap
(en opluchting).
‘ Ik had er
echt tegen opgezien om hier te komen eten en te gaan slapen…..voor de zekerheid
had ik maar een klein ventilatortje van thuis meegenomen maar dat is u helemaal
niet meer nodig, godzijdank!’
‘Hoe heb je
dat trouwens voor mekaar gekregen vroeg ze me nieuwsgierig…..ooo, ik zie het al,
simpel zeg, je hebt de zonwering laten
zakken en je hebt de ramen en deuren tegen elkaar open gezet. Dat waren wel slimme
zetten zeg, nu weet je voor de volgende keer gelijk hoe je de atmosfeer in je
huis kan omtoveren.’
Het eten
stelde die donderdag niet veel voor; zij at een boterhammetje met een plakje
kaas en dronk daarbij een kop thee en ik verorberde een schaaltje groentesoep
dat mijn Afghaanse buurvrouw mij woensdagmiddag gegeven had. Het was een
lekkere uiterst goed gevulde groentesoep, die beetje minder zout en een beetje
minder gepeperd had mogen zijn. Als toetje namen we een mineola, dat is toch zo’n
verrukkelijke citrusvrucht!
Mijn stukje
van gisteren toverde gisteravond de atmosfeer in mijn huis ook volledig om.
Nadat mijn vriendin het gelezen had was ze uitermate boos. Dat een paar van die
onschuldige zinnetjes een dergelijke boosheid kunnen wekken……... Ze wil gewoon niet
dat ik over zoiets schrijf. Zoiets moet onder ons blijven
Afin…. De boosheid is weer bijgelegd en we gaan
samen kijken naar een film van de gebroeders Coen: Inside Llewin Davis. In de
film volgen we een week uit het leven van de folkzanger Llewin Davis, die in
het New York van 1961 wanhopig op zoek is naar een publiek en een slaapplaats.
De knipogen naar collega Bob Dylan zijn talrijk en toch is dit geen verkapte
biopic over Dylan. Het is meer een film over geluk, timing en noodlot. De film
heeft geen noemenswaardige plot en moet het hebben van de heerlijke Coeneske
personages, de vaak grappige dialogen en van de hoofdrolspeler Oscar Isaac, die
al zijn nummers zelf zong. Goeie film;
mooie film.
Over mezelf
mag ik gelukkig alles schrijven al is het nog zo raar: ik heb een aambei en
daar heb ik flink wat werk aan om die weg
te krijgen. Allereerst heb ik zalf nodig en inleggers ; die inleggers
zijn tegen het doorsijpelen van de zalf naar mijn onderbroek en bovenbroek.. Die zalf, neen, geen sperti……. ik heb zalf van
de dokter gehad,……..die zalf moet ik ’s morgens en ’s avonds èn elke keer na
het poepen aanbrengen op een schone anus. Aangezien ik minstens twee keer per
dag moet poepen sta ik dus vier keer per dag mijn reet schoon te
wassen, af te drogen en in te zalven…..dat is niet zo erg vermoeiend maar wel
vervelend. De behandeling helpt trouwens wel; de aambei wordt gelukkig kleiner.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten