woensdag 20 december 2017

THE JARK-GANG

Het was rustig in het Rawhide-kampement. Het was dan ook nacht en iedereen sliep behalve Randolph. Randolph was een kleine corpulente cowboy van ongeveer 42 jaar, hij had een korte zwarte baard, een blauw cowboypak en in zijn riem staken twee lijvige pistolen van het merk Kiljoo. Hij had van Pete, de baas van Rawhide, de beurt gekregen om op te letten, want het gebeurde nogal eens dat rovercowboys ‘s nacht hun slag kwamen slaan. Want er waren altijd boeren (farmers) die er wel in voor waren tegen een zacht prijsje een handvol paarden van een groep paardenrovers te kopen. Iedereen in de groep had het volste vertrouwen in Randolph. Maar toch was dat niet helemaal terecht. Want Randolph had een paar broers in het bandietencircuit zitten en aangezien Randolph flinke gokschulden had opgebouwd bij verschillende leden van die criminele bendes kon het haast niet anders of Randolph Wize moest haast wel omkoopbaar zijn om niet geheel in een persoonlijk faillissement weg te zakken.
Niemand binnen de Rawhide club wist daar vanaf anders had Randolph nooit zo’n groot vertrouwen gekregen. Dus niemand binnen de Rawhideclub kon ook weten dat Randolp een geheime deal had gesloten met de Jark-gang een voor niets en niemand terugdeinende groep paardendieven.
Randolph had met de boeven afgesproken dat hij de hekken open zou zetten als hij een hard drietonig fluitsignaal zou horen. Fluit!-fluit?-fluit! Zoiets. Een tijd hadden ze niet afgesproken. Meestal gebeuren deze zaken zo rond drie uur ‘snachts. Dus dacht Randolph: ik ga maar eens een whiskey flesje opentrekken ……iets wat uitdrukkelijk verboden was voor de hele Rawhide-crew. Maar Randolph was het wachten beu en hij vond het maar flauwekul waarom hij van die whiskey af moest blijven want waarom hadden ze zo’n grote hoeveelheid bij zich en bovendien als hij weer geld had van die paardenroof ging hij het gelijk terugbetalen.
De afspraak met de Jark-gang was dat zodra het laatst paard uit de Rawhide stal was geroofd zou  Randolph drieduizend dollar krijgen…..genoeg om zijn gokschulden en die fles whiskey van te betalen.
Maar het was inmiddels vijf over half vier en er was nog steeds geen fluitsignaal te horen geweest  en inmiddels lag Randolph stomdronken van die fles whiskey, luidkeels snurkend tegen het hek te maffen.
Ondertussen was Rowdy Yates wakker geworden van dat gesnurk…..hij wist niet wat hij hoorde …..hij wist niet wat hij zag en hij ging Pete de Baas er bij roepen en wees hem op de staat van de beveiliger van deze nacht. Pete en Rowdy hoorden Randalph luid snurken met een lege Whiskeyfles in zijn hand. Dat kan toch niet hè, zeiden die twee tegen elkaar en om beurten gaven ze hem een schop totdat hij eindelijk wakker is. Opeens was er zo midden in de nacht een heldere drie –fluit-toon te horen. Rowdy en Pete begrepen er niets van maar voor alle zekerheid trokken ze hun Kiljoo, want ze waren ook niet van Lotje getikt. Kort na het fluitsignaal verscheen een aantal onguur uitziende cowboys voor het Rawhide hek: de Jark-gang.
Een van die groep zei: ‘Een van jullie had beloofd het hek open te zetten zodat wij jullie paarden mee konden nemen.’
‘O ja, wie dan?’ zei Baas Pete
‘Namen kennen we nooit’
Nou maak dan maar dat jullie wegkomen voordat we echt kwaad worden, want we zijn echt niet mals.
Randolph Wize had inmiddels zijn paard gezadeld en had zich aangesloten bij de Jark-gang en vluchtte met de bende de prairi in. Rowdy Yates en Baas Pete wisten natuurlijk allang hoe laat het was.


dinsdag 19 december 2017

ROWDY YATES

Ik had mijn kinderen helemaal vergeten te vertellen over Rowdy Yates en Rawhide. Vandaar.
Rowdy Yates was de held in de Amerikaanse western-serie Rawhide. Met een stel andere cowboys dreef hij groepen paarden in America, van Arizona naar Kentucky en van Texas naar Pennsylvania. Ze werkten met een stuk of tien cowboys en Rowdy Yates was niet de leider van de groep, want dat was Pete, de rustige Pete, maar Rowdy Yates kwam altijd veel meer voor in de Rawhide-verhalen en ook de kok Wishbone trouwens, die altijd zo heerlijk woedend kon worden om niks. Rowdy Yates werd gespeeld door iemand die nu een beroemd acteur en regisseur is: Clint Eastwood. Hij heeft in tientallen films gespeeld en hij heeft er ook tientallen geregisseerd…… en niet alleen cowboyfilms……. ook detectives en thrillers, alleen helaas weet ik de titels niet meer. Dat is trouwens ook niet zo’n probleem want die kunnen allemaal gegoogled worden.
Clint Eastwood speelde dus de Rowdy Yates in Rawhide, een sympathieke cowboy. Voor de leden van zijn cowboygroep was hij iemand waarop gerekend kon worden. Hij had altijd een vriendelijk woord klaar, en als er met een kwaadaardig concurrerende groep op de vuist gegaan moest worden dan kon de groep altijd op hem rekenen. Rowdy Yates had ijzeren vuisten. Maar …….. soms moest er in de groep zelf wel eens een vuiltje weggewerkt worden en daarvoor was hij ook niet te beroerd.
 Legendarisch was de knokpartij in een van de Rawhide-aflevering tussen Baas Pete en Rowdy Yates. Baas Pete beschuldigde Rowdy onterecht van het verdonkeremanen van een van de hengsten en dat nam de trouwhartige Rowdy natuur lijk niet want hij wist nergens van. Yates ging te paard op zoek naar de tamelijke wilde hengst en na een hele dag zware zoekarbeid vond Yates hem. De hengst had zichzelf klem gelopen in een kloof en kon daar op eigen kracht niet meer uit. Het heeft Rody nog flink wat uurtjes gekost om de hengst FURY  uit de kloof te trekken, te meer daar het wilde en uiterst eigenwijze beest  alsmaar tegenstribbelde. Toen Fury eenmaal uit de kloof getrokken was , was het eerste wat de hengst  deed, Rowdy Yates een fikse schop voor zijn kloten geven en weg was Fury weer. Maar dit keer wist Rody hem te achterhalen en een lasso om zijn hals te werpen. Het was nog een hele klus om met de wilde, haast onhandelbare Fury  bij de groep van  Pete te geraken. 
Toen dat laat in de avond eindelijk gelukt was moest Rowdy natuurlijk eerst een appeltje schillen met zijn baas Pete die hem onterecht beschuldigd had van het stelen van de hengst. Rowdy, zette de hengst  aan een paal van hun kampement en zonder zich ook maar een moment te bedenken stapte hij met grote passen op Pete af, die zoals gewoonlijk rustig bleef staan. Vlak voor Pete bleef Rowdy Yates staan en zei: ’Ik eis excuus voor jou verdachtmaking aan mijn adres. Want kijk: hier is Fury weer. Maar Pete weigerde excuus te maken, draaide zich om en liep weg. Dat pikte Rowdy niet. Hij greep Pete bij zijn schouder draaide hem naar zich toe en gaf het met zijn linker vuist een loeiharde kaakslag. Pete was gelijk buiten westen.

Toen Pete weer bijkwam ging hij geen revanche nemen; hij reageerde totaal onverwachts: ‘Oké, sorry Rowdy, ik heb me reuze vergist, ik had dat nooit mogen zeggen, maar één ding: was het nou nodig om mij daarvoor zo hard op mijn gezicht te slaan…….je bent toch normaal altijd zo vriendelijk!’

zondag 17 december 2017

BENG

Tenslotte was ik er nog net in geslaagd om op te staan. Ik hield me stevig vast aan de lantaarnpaal waar ik zojuist hard tegenaan gelopen was. Dat heb ik soms, dat ik de hele wereld om me heen vergeet. Zoals nu dus: kleun ik hard tegen die lantaarnpaal aan. Ik liep gewoon te denken of ik die mooie bos rozen zou kopen voor mijn vriendin of dat ik haar een evenzo leuke veel kolossalere bos gladiolen zou geven. Zo maar, ze was niet jarig of zo; ik vind dat je niet perse alleen bij verjaardagen bloemen moet geven. Ik geef ook bloemen op de dag van de maand dat we elkaar hebben leren kennen. Dat was bij ons 6 juni dus elke 6e van de maand gaf ik een bloemetje. Maar daar zijn we na 17 keer (dus na 6 november 2017) mee gestopt. Ja, je kan met zoiets toch niet eindeloos doorgaan. Bovendien is het vandaag al de zeventiende december.  
Zou ik alleen aan bloemen hebben gedacht dat zou ik niet tegen die paal zijn gekleund; er was nog iets, dat me de laatste tijd dwars zit en dat is Sparta. Mijn favoriete voetbalclub staat onderaan in  de eredivisie van het vaderlandse voetbal en dat is het tweede getob dat me tegen de lantaarnpaal deed belanden. Het rood van de rozen en het  wit van de gladiolen en het rood en wit de kleuren van Sparta deden mij tegen de lantaarnpaal belanden. Het was ook koud en het miezerregende ... ik liep met mijn hoofd naar beneden, ik telde als het ware de straattegels en piekerde en tobde en toen BENG! Ik weet zeker dat ik paar seconden buiten westen ben geweest. Er stonden wel gelijk een paar behulpzame mensen om me heen. ‘’Gaat het wel meneer?’  ‘U liep met uw stevige pas recht op  die paal af, ik dacht dat kan niet goed gaan met zo’n snelheid’  ‘Zal ik  maar even 112 bellen?  ‘Neen,’ zei ik’ dat is nu ook weer niet nodig’ Toen zag ik pas dat er bloed van mijn hoofd op mijn jas sijpelde ... Het was geen gutsen ... Met een paar papieren zakdoekjes was het weg ... Ik stond moeizaam op en daarna  vroegen nog een paar omstanders of het wel weer ging en toe ik dat beaamde ging ieder zijns weegs.
Vandaag moet Sparta tegen Feijenoord spelen; ik vrees dat mijn cluppie na die wedstrijd nog duidelijker onderaan staat, daar liep ik ook een beetje over te piekeren en nu weer. Ik ben echt bang dat ze er weer uit gekegeld  worden … uit de hoogste divisie‘. Want Feijenoord gaat natuurlijk met een nulletje of 5 winnen. Sparta heeft geen goed elftal, er is geen enkele speler met power. Er speelt in dat team geen enkele voetballer waar je voor naar het stadion gaat … zoals vroeger ging ik naar Sparta kijken speciaal voor Tinus Bosselaar ,Charley Bosveld, Jules Ellerman, Louis van Gaal, Michel Valke, Johan Trompet, Jürgen  Kristenson, Ronald Lengkeek en ga zo maar door. Als 8 jarige jongen was ik er bij toen Sparta in 1958 kampioen van Nederland werd. Dat zal nooit meer gebeuren: die bloemen van de 6e van de maand niet en Sparta kampioen niet … en dan loop ik te tobben en pieker ik over die bloemen met mijn kop naar beneden: BENG!


vrijdag 15 december 2017

VRIJDAG

Het is weer een vrijdag zoals alle vrijdagen. Saai en vervelend. De wekker gaat om half acht, ik blijf nog een kwartiertje liggen voor ik op sta en dan komt dat moment dat ik er werkelijk uitga. Uit bed dus. Ik douche nooit op vrijdag omdat ik op donderdag en vrijdagnacht toch nooit vies word. Gelijk als ik uit bed ben ga ik me aankleden. Mijn t-shirt, mijn onderbroek mijn sportbroek en mijn warme groene tui. Mijn sokken doe ik nog niet aan omdat ik mijn tenen nog moet insmeren met een middeltje tegen schimmelnagel. Ik heb zo’n maand of twee geleden twee enorme schimmelnagel laten weghalen en, zo zei de pedicure, ‘om te voorkomen dat die schimmel weer terugkomt moet je twee keer per dag je nagels insmeren met die lak die ik je nu mee geef. Elke dag twee keer want anders…..’’ja, ja’ zei ik: ‘Nu weet ik het wel.’
Die lak staat in de badkamer dus ga ik daar naar toe en neem gelijk mijn kousen en sloffen mee. Het is in feite zo gebeurd. Werkje van niks. Nu ik toch bij de  wasbak sta, ga ik gelijk mijn haar nat maken. Als ik mijn haar laat zitten zoals ik uit bed stap, ben ik net een vogelverschrikker. Maar als ik het onder kraan gehouden heb en het naar achteren heb gekamd loop ik er weer netjes bij.
Omdat ik last heb van mijn urinewegen moet ik ook daar tegen iets doen. Twee pilletjes moet ik slikken om te voorkomen dat ik drie of meer keer per dag in mijn broek plas.  Verder heeft de dokter me gezegd dat ik tekort heb aan vitamine B: ‘Slik maar dagelijks twee van die D-pillen en doe dat maar nadat je je haar gekamd heb.’ Volgens mijn heeft hij daar niks mee te maken maar ja … ik laat het maar zo.
Dan wordt het tijd voor mijn ontbijt. Ik eet elke ochtend  een soort pap, noem het maar muesli . Er zit geprakte banaan, haver, rozijnen, olienoten in, en dat wordt overgoten met halfvolle yoghurt en door elkaar geroerd. Het lijkt niet te vreten maar het is heerlijk. Ik maak het papje klaar voor ik naar bed ga, donderdagavond heb ik dit papje dus gemaakt, op een bord, en als het klaar is dek ik het af met een ander bord. Meestal maak ik iets te veel klaar om in één keer op te eten.. Wat ik dan doe is het eerst voor de helft of iets meer opeten en de rest bewaren voor later op de ochtend.
De eerste en tevens laatste buitenshuisaktiviteit op deze saaie vrijdag is naar de sportschoolgaan.
Ik neem alleen een grote gele handdoek in een paarse tas mee. Ik sport in mijn sportbroek, sportschoenen en het shirtje dat ik thuis al aan had gedaan. Tegenwoordig vind ik de sportschool niks meer. Een verplicht nummer. Ik ga alleen maar om mijn kapotte schouder een beetje in beweging te houden. De sportschool is gelukkig dichtbij mijn huis. Nog geen tien minuten lopen. Ik weet niet hoe al die apparaten heten maar ik zal proberen uit te leggen wat ik op die sportschool doe: 10 minuten roeien; met mijn benen 20 kilo wegdrukken (3x15x);met mijn  schouders 20 kilo wegdrukken (eerst links (3x10x) dan rechts (3x10x); zenuwslopende armoefeningen met een gewicht van twee kilo (100x); met mijn armen een gewicht van 20 kilo naar beneden trekken (3 x 15x). Zittend met mijn rug 20 kilo naar voren trekken (3 x15x).Liesoefeningen 45 kilo (6x 15). Armoefening aan een soort web 20 kilo (3x 15 )links; 20 kilo rechts (3 x 15); buikspieroefening met bal (3x 15) en tot slot tien minuten fietsen op de handfiets. Klaar. Godzijdank.

Warme trui aan. Beetje koel drinken aan de bar. Heerlijk: grapefruitsap. Neem ook een bekertje mee voor mijn vriendin die beneden op mij wacht. Ze is ook in hetzelfde gebouw als dat van de sportschool naar de slanke lijnclub geweest en deze week driekwart kilo afgevallen. Ik wou dat ik eens driekwartkilo aankwam. Samen sjokken we naar huis.

dinsdag 12 december 2017

INGEKOCHELD

Door al die sneeuw die er ligt vandaag de dag moet ik aan vroeger denken, toen ik nog kind was en ook dacht ik aan het ijs dat er nu nog niet is maar toen ook wèl. Wat fantastisch was het een sneeuwbal te maken, twee sneeuwballen te maken en er mee gaan gooien, zomaar gooien maar nog leuker, gooien naar iemand en het leukste was: gooien naar iemand z’n hoofd en dan raak! Wat waren mijn handen dan ijskoud. Ik was denk ik vier of vijf jaar. Ik ging met mijn vader een sneeuwpop maken…..ja, met mijn vader .Dat was heel bijzonder want mijn vader was haast nooit thuis maar nu gelukkig wel met die sneeuw en die kou toen. Mijn vader voer altijd en was daarom nooit thuis. We maakten een prachtige sneeuwpop met eierkolen als ogen en mond, een winterpeen als neus en een oude hoed van opa op zijn kop. Pa had nog een ouwe riem gevonden voor om het middel van de sneeuwpop maar die was al de tweede dag gejat. Wij hadden hem vlakbij onze deur gezet, die sneeuwpop en het duurde heel lang voordat ie weggesmolten was, wel  4 weken, dacht ik. Het was ook goed koud geweest die periode.
Toen ik zeven was werden op ons schoolplein twee sneeuwwallen gebouwd een helemaal vooraan en een helemaal achteraan. Daar kon je achter schuilen voor de sneeuwballen die van de andere kant gegooid werden. Er werd een soort oorlog gevoerd tussen twee groepen van de school: er was een A(pen) groep en B(eren) groep en het ging heel georganiseerd. Er was een groepje dat sneeuwballen maakte en er was een groepje dat die ballen gooide. Ik was sneeuwballenmaker bij de A-groep. Bij ons hadden een paar van de sneeuwballenmakers de opdracht om eierkolen in de ballen te stoppen, zodat ze lekker tegen de hoofden aan de overkant aan zouden kletteren. Je kon er natuurlijk op wachten dat ze zoiets aan de overkant ook zouden gaan doen en dat gebeurde ook : mijn vriendje René was de eerste die zo’n eierkoolsneeuwbal voor zijn kop kreeg en dat was niet te weinig pittig. Natuurlijk leidde de ontdekking  van de eierkool tot een stevige revanche. A-tjes  jaagden over het speelplein op B-tjes en andersom en wie gepakt werd, werd ingekocheld (dat wil zeggen: enige minuten werd het gezicht stevig ingewreven met sneeuw).
Er was toentertijd ook ijs…. er was zoveel ijs dat er met auto’s over de Maas gereden kon worden …ongelooflijk! Met mijn schoolvriendjes gingen we ‘ijssie kraken’ ….dan gingen we met zijn tienen naast elkaar staan, we hielden elkaars hand vast en op de derde tel van de ‘ijssie kraakleider’ holden en stampten we allemaal tegelijk in een sliert naar de overkant van het water in dit geval het water van de Spaanse Bocht (een sloot van 4 meter breed).  Dan hoorden we onder het hollen en stampen, het ijs vreselijk kraken maar het brak niet ….. maar dan terug … weer hollen en stampen op de derde tel van ‘de ijssie kraakleider’…… alleen nu ging het fout het ijs brak precies waar ik holde en stampte, ‘k was bijna aan de overkant….ik zakte  tot mijn middel in de sloot en werd er door mijn maatjes aan weerskanten naast me gelukkig op tijd weer uitgetrokken.
Ijskoud was ik en met de schrik vrij!   


maandag 11 december 2017

GLADDIGHEID

Gisteren sneeuwde het toen ik mijn stukje aan het schrijven was en vandaag sneeuwt het nog steeds en niet te weinig. Het varieert van stuifsneeuw en kleine vlokken naar heel grote vlokken en het ergste daarvan is dat ik bang ben voor gladdigheid. Zoals alle lezers van me onderhand wel zullen weten heb ik 2015 mijn rechterschouder gebroken en sindsdien heb ik het: die angst voor gladdigheid. Want ik weet zeker, wanneer ik met gladdigheid de straat op ga, ga ik op mijn bek, ik bedoel op mijn schouder en dan is tie gelijk weer aan gruzelementen en kan ik weer opnieuw beginnen met revalideren en daar heb ik geen zin in.
Normaal ga ik op maandag sporten, vandaag dus niet. Vanmiddag heb ik een afspraak bij de psychiater, die ga ik afbellen. En toevallig, net als ik af wil bellen gaat de telefoon, is het iemand van het  secretariaat van de psychiater, die mij meedeelt dat mijn afspraak niet door kan gaan, omdat de psychiater thuis een ziek kind heeft. Dat vind ik nou grappig ...niet van dat zieke kind hoor!
Ik ben nu al twee jaar en twee maanden aan het revalideren en ik ben nog steeds niet hersteld. Ik hoor velen al zeggen :’Als je bang bent dan, dan ben je zenuwachtiger en dan is de kans groter dat je valt.’ Dat zal wel zo zijn … Ik ben nu eenmaal doodzenuwachtig bij die gladdigheid. Maar van mijn zus hoorde ik tot mijn grote geluk: ‘Er is dooi op komst.’ Woensdag (het is vandaag dus maandag) woensdag is alles weg. ‘Het is toch wel echt waar?’ vraag ik haar. ‘Ja,’ zegt ze,’ woensdag is alle sneeuw weg, het gaat dooien.’
Als woensdag alle gladdigheid weg is moet ik vandaag, maandag, en morgen , dinsdag, binnenblijven. Dat is niet zo’n probleem want er is genoeg te doen binnenshuis. Zo is er allereerst de maandagochtend sportkrant van de Volkskrant. Ik ga niet over alle sport lezen … Alleen maar over voetbal … alles over Sparta, Feijenoord PSV en Ajax ... in die volgorde … voor de rest lees ik stukjes over de (wereld)politiek, de EU, Trump, onderwijs, pensioenen, de columns van Arnon Grünberg en Aafje Brandt- Cortsius. Wat ik lees uit die Volkskrant is maar een fractie van wat er in geschreven staat. Ik denk dat ik elke dag 10% lees; meer niet. ‘Zeg die krant dan toch op als je er maar zo weinig uit leest, je kan met je geld vast wel betere dingen doen dan daar elke maand 28 euro aan betalen’. En dàt kan ik nou  niet over mijn hart verkrijgen; ik wil gewoon élke dag wàt van die krant te lezen krijgen  ook al is het maar 10%.
Verder stofzuig ik altijd op zondag en dat had ik deze zondag niet gedaan dus kwam die maandag noodgedwongen binnen zitten goed uit. Het was niet zo vuil: een klein beetje stof waar de was had staan drogen, een  klein beetje blaadjes bij de planten en onder het kleed lag wat stof want daar had ik al drie weken niet gezogen.

Na het stofzuigen wilde ik nog even mijn wc doen omdat mijn vriendin laatst had gezegd dat tie hier en daar een beetje smoezelig was. Binnen een half uur glom mijn wc weer als een zonnetje.  

zondag 10 december 2017

SNEEUW

Toen ik vanmorgen de deur uitstapte voor een kleine wandeling naar mijn huis was het nog droog. Ik was nog geen kilometer op weg of het miezerde en dat miezeren hield ook aan totdat ik helemaal thuis was. Ik zou nieuwjaarskaarten gaan schrijven naar familie, vrienden en bekenden; logisch wel want naar onbekenden dat soort kaarten sturen heeft volgens mij weinig zin. Ik had twintig kaarten, enveloppen en postzegels gekocht. En daar had ik ruim genoeg aan. Ik heb er nu nog 5 van elk over. Neen, ik heb er nog vier over want er schiet me er plotseling nog een te binnen …..niet echt een persoon maar meer een organisatie waar ik lid van ben: de jokerclub, daar zitten zo’n 12 mensen op en die ga ik niet allemaal individueel een kaartje sturen, nee, daar gaat één kaart heen: Gelukkig Nieuwjaar allemaal.
Raar wel met die nieuwjaarskaarten, ….o ja wat ik ook nog moet melden is dat ik nooit ‘Prettige Kerstdagen en een goed 2018’ wens. Prettige Kerstdagen wens ik niemand toe……nou ja de mensen mogen het dan van mij best wel gezellig en leuk en prettig hebben maar ik stuur daar geen kaartjes voor. Ik stuur alleen maar kaartjes met bijvoorbeeld ‘Happy 2018’ met mijn naam er bij.
Ik ben even geconcentreerd bezig geweest met die kaartenrommel, kijk per ongeluk even naar buiten, zie ik tot mijn ontsteltenis dat het dikke vlokken is gaan sneeuwen. Het blijft gelukkig nog niet liggen, tenminste niet op de straatstenen maar wel op het gras, kunstgras, aarde  en zand. Hoe moet dat nu als de sneeuw werkelijk blijft liggen want ik moet straks nog naar buiten naar mijn vriendin en ik ben als de dood om te vallen, uit te glijden.
Ik ga maar weer verder met die kaarten in de hoop dat het binnenkort stopt met sneeuwen, als het niet stopt zit er niks ander op dan dat ik thuis blijf en een filmpje ga kijken. Ik heb vandaag ook een kaart geschreven aan iemand die ik al heel lang niet gezien heb. Meer dan een jaar denk ik. Haar adres zat nog tussen de adressen van vrienden familie en bekenden dus ik dacht laat ik haar toch ook maar een kaart sturen; we hadden het altijd wel gezellig; we zaten samen in het ziekenhuis. Ik ga al die kaarten natuurlijk pas opsturen na de Kerst….op 27 december stop ik ze allemaal in de brievenbus en niet bij Sandd, want daarvan is er geen een te vinden bij mij in de buurt.


Ik ga nog es even kijken hoe het met die vermaledijde sneeuw is. Het is zondag 11.55 uur en de grasvelden, de trottoirs, de parkeerterreinen, de bomen, de auto’s, alles is bedekt met sneeuw, dat wordt absoluut binnenblijven, dan maar es geen zondagse maaltijd bij mijn vriendin . Ik kan dat filmpje gaan kijken vanmiddag…….en ik heb ook nog een goed boek liggen van een Zweedse schrijver, Karl Ove Knausgärd, dat gaat over de liefde…..zijn vrouw bevalt, waar ik nu aan het lezen ben , van hun eerste liefdesbaby en het is een zeer zware langdurige bevalling, het duurt al 23 uur en de kraamvrouw schreeuwt en vloekt erg veel. Daar in Stockholm sneeuwt het ook volop, daar ligt de sneeuw al meer dan 5 cm hoog, en de baby is nog steeds niet geboren. Ze hoeven voorlopig tenminste niet naar buiten. Maar hoe zal dat aflopen? Blijft het sneeuwen hier en in Stockholm?