dinsdag 12 december 2017

INGEKOCHELD

Door al die sneeuw die er ligt vandaag de dag moet ik aan vroeger denken, toen ik nog kind was en ook dacht ik aan het ijs dat er nu nog niet is maar toen ook wèl. Wat fantastisch was het een sneeuwbal te maken, twee sneeuwballen te maken en er mee gaan gooien, zomaar gooien maar nog leuker, gooien naar iemand en het leukste was: gooien naar iemand z’n hoofd en dan raak! Wat waren mijn handen dan ijskoud. Ik was denk ik vier of vijf jaar. Ik ging met mijn vader een sneeuwpop maken…..ja, met mijn vader .Dat was heel bijzonder want mijn vader was haast nooit thuis maar nu gelukkig wel met die sneeuw en die kou toen. Mijn vader voer altijd en was daarom nooit thuis. We maakten een prachtige sneeuwpop met eierkolen als ogen en mond, een winterpeen als neus en een oude hoed van opa op zijn kop. Pa had nog een ouwe riem gevonden voor om het middel van de sneeuwpop maar die was al de tweede dag gejat. Wij hadden hem vlakbij onze deur gezet, die sneeuwpop en het duurde heel lang voordat ie weggesmolten was, wel  4 weken, dacht ik. Het was ook goed koud geweest die periode.
Toen ik zeven was werden op ons schoolplein twee sneeuwwallen gebouwd een helemaal vooraan en een helemaal achteraan. Daar kon je achter schuilen voor de sneeuwballen die van de andere kant gegooid werden. Er werd een soort oorlog gevoerd tussen twee groepen van de school: er was een A(pen) groep en B(eren) groep en het ging heel georganiseerd. Er was een groepje dat sneeuwballen maakte en er was een groepje dat die ballen gooide. Ik was sneeuwballenmaker bij de A-groep. Bij ons hadden een paar van de sneeuwballenmakers de opdracht om eierkolen in de ballen te stoppen, zodat ze lekker tegen de hoofden aan de overkant aan zouden kletteren. Je kon er natuurlijk op wachten dat ze zoiets aan de overkant ook zouden gaan doen en dat gebeurde ook : mijn vriendje René was de eerste die zo’n eierkoolsneeuwbal voor zijn kop kreeg en dat was niet te weinig pittig. Natuurlijk leidde de ontdekking  van de eierkool tot een stevige revanche. A-tjes  jaagden over het speelplein op B-tjes en andersom en wie gepakt werd, werd ingekocheld (dat wil zeggen: enige minuten werd het gezicht stevig ingewreven met sneeuw).
Er was toentertijd ook ijs…. er was zoveel ijs dat er met auto’s over de Maas gereden kon worden …ongelooflijk! Met mijn schoolvriendjes gingen we ‘ijssie kraken’ ….dan gingen we met zijn tienen naast elkaar staan, we hielden elkaars hand vast en op de derde tel van de ‘ijssie kraakleider’ holden en stampten we allemaal tegelijk in een sliert naar de overkant van het water in dit geval het water van de Spaanse Bocht (een sloot van 4 meter breed).  Dan hoorden we onder het hollen en stampen, het ijs vreselijk kraken maar het brak niet ….. maar dan terug … weer hollen en stampen op de derde tel van ‘de ijssie kraakleider’…… alleen nu ging het fout het ijs brak precies waar ik holde en stampte, ‘k was bijna aan de overkant….ik zakte  tot mijn middel in de sloot en werd er door mijn maatjes aan weerskanten naast me gelukkig op tijd weer uitgetrokken.
Ijskoud was ik en met de schrik vrij!   


Geen opmerkingen:

Een reactie posten