Posts tonen met het label zwangerschap. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zwangerschap. Alle posts tonen

donderdag 1 februari 2024

GASTVRIJ (op herhaling)

 Verrot koud is het geworden. Mijn vriendin Cora en ik zijn bibberend op weg naar huis. Het feest was zo leuk dat we de tijd vergaten. De laatste bus is net weg dus moeten we het hele eind lopen. Zonder jas koelen we in onze bezwete kleren snel af. We houden elkaar stevig vast. In de smalle, donkere en verlaten straatjes achter het Centraal Station komt ons een stel tegemoet. Het spiegelbeeld van mij en Cora: hij, gekleed in strakke spijkerbroek en T-shirt; zij in een lange bloemetjesjurk. Hij, lang, donker krulhaar. Zij lang, steil, blond haar met bloemetjes er in.

Ook zij bibberend van de kou.

Het stel vraagt de weg naar de jeugdherberg. Voor Cora en mij maakt het niets uit dat ze Duitsers zijn. Niet alle Duitsers zijn klootzakken, toch? Cora en ik wisselen razendsnel een blik van verstandhouding: “De jeugdherberg is hier wel erg ver vandaan en ons huis hier heel dichtbij, dan kunnen ze toch net zo goed….”:

“Weet je wat, komen jullie maar ‘bei uns zu Hause schlafen’.”

We hebben ruimte genoeg en zijn zelf op onze liftvakanties in het buitenland ook vaak aan een slaapplek geholpen. Het stel is dolblij. Wij ook, omdat we eens een keer iets terug kunnen doen.

Thuisgekomen drinken we, om een beetje warm te worden, een flesje wijn. Ze komen uit Frankfurt en zijn hier op doorreis naar Amsterdam. De vrouw blijkt zwanger, hoewel daar nog niets van te zien is. Met die zwangerschap is het stel allerminst gelukkig. Ze zijn op weg naar de abortuskliniek in Amsterdam.

De wijn heeft ons wat opgewarmd en slaperig gemaakt. We vertellen onze gasten dat we de volgende dag om zeven uur op moeten voor ons werk. Op de keukentafel zetten we wat klaar voor hun ontbijt en verder moeten ze maar zien hoe laat ze willen vertrekken.

Onze eerste indruk bij thuiskomst ’s avonds is, dat ze het huis keurig hebben achtergelaten. Ze hebben de afwas gedaan, het bed netjes afgehaald; de dekens en lakens opgevouwen…….eigenlijk niet meer dan normaal.

Als achtergrondmuziekje bij het lezen van de krant, wil ik een pinkfloydje opzetten maar wat ik wil horen zit er niet bij.

“Aan wie heb jij Ummagumma uitgeleend, Cora?”

“Aan niemand.”

“Shit, ‘A saucerfull of secrets’ is er ook al niet,”

Langzamerhand kom ik er achter dat alles van Pink Floyd en nog een aantal van onze favoriete elpees: Dylan, Stones, Mayall, weg zijn. Aan het eind van de dag maken we de balans op: behalve een flink aantal waardevolle elpees, is ook zo’n kleine driehonderd gulden cashgeld gejat. In onze naïviteit hebben we gastvrij onderdak geboden aan een koppel ‘Schweinhunde’, dat waarschijnlijk gedeeltelijk met onze poen hun ongewenst klein ’Schweinhuendschen’ laat afdrijven. Dat laatste vind ik al met al nog het minst erge.

dinsdag 7 november 2023

SERIE 'OPA & OMA'. DEEL 4: DIE DUIVEL

Wat vooraf ging.

Oma Maria heeft ‘open benen’; opengekrabbeld door haar ‘rotkat’. We spelen bij opa en oma thuis het door opa zelf bedachte  ‘kabouterspel’. Jammer was toen wel dat opa niet  met zijn worstvingers en ongeschoren kin van me kon afblijven.

Maria woont als jong meisje in Den Bosch. Een dronkenlap verkracht en bezwangerd Maria; ze is dan 17. Abortus is ‘not done’ in het katholieke Den  Bosch. Zwangere meisjes worden in nonnenkloosters ondergebracht. Tot drie maanden na de bevalling mogen ze daar blijven. Daarna gaan ze, tegen kost en inwoning, werken bij welgestelde families.  Voor Maria is het nog niet zo ver. Ze heeft nog drie maanden te gaan.

Maria schaamt zich beslist niet voor haar zwangerschap. Ze kijkt verlangend naar haar kindje uit. Breit zelf volop  kleertjes. Met schoonmaken van de kamer van hoofdzuster Wijnaldia  verdient ze wat geld om wol te kunnen kopen. Maria ontvlucht de leugenachtige Wijnaldia, die haar misbruikte.

Deel 4. Een duivel.

Maria loopt op alledag. Haar verblijf in Huize Magdalena is er de laatste weken niet leuker op geworden. Zuster Wijnaldia heeft de afwijzing door Maria niet kunnen aanvaarden; vanaf die dag is Maria door haar genegeerd.

Toen Maria kort geleden, nadat ze haar werk gedaan had, weer in haar kamer terugkwam barstte ze meteen in woede uit.  Midden in haar kamertje lagen namelijk de zo liefdevol door haar gebreide babykleertjes opgestapeld  … ze waren alleen niet meer als zodanig herkenbaar, want alle breisels waren ruw uitgetrokken. Woedend schopte Maria de stapel door haar kamer en ze schreeuwde zo hard, dat iedereen het in het hele tehuis kon horen, wie haar dit had aangedaan.

‘Wijnaldia, is een duivel!’ bleef ze schreeuwen en ze bleef zo hard op de vloer springen als ze maar kon.

Na enige tijd klopte de kleine, lieve zuster Epraïm aan haar deur. Het lawaai dat Maria maakte duurde haar wat te lang. Ephraïm kon wel iets van de boosheid van Maria begrijpen, ze had iets van de geschiedenis gehoord maar ze wist zeker dat het voor Maria in haar positie ronduit slecht zou zijn om zo lang, zo hard te springen; dan zou het wel eens mis kunnen gaan; zeker in dit stadium van de zwangerschap. Zuster Ephraïm zei, dat het niet de eerste keer is dat iets dergelijks zich binnen de muren van dit tehuis zich heeft afgespeeld. Zuster Ephraïm troostte Maria en zei tegen haar dat ze zich er ter wille van haar op komst zijnde kindje beter niet al te druk om kon maken. Er is toch niemand hier, die iets gezien heeft en als er wel iemand is die wat gezien heeft, dan durft ie toch niks te zeggen. Ephraïm wist wel iets van wat er zich tussen Wijnaldia en Maria had afgespeeld en bekende eerlijk dat zij, ook al had zij de hoofdzuster Maria’s kamer in en uit zien gaan, dat zij dan nog Wijnaldia niet openlijk zou durven beschuldigen.  Ik wordt zonder pardon dit tehuis uitgezet en waar moet ik dan naar toe? Buiten dit tehuis heb ik niemand. Nee, Maria verwacht in dit huis geen rechtvaardigheid.

Samen met Maria gaat Ephraïm in de grote verzameling van het tehuis de nodige babykleertjes bij elkaar zoeken, want alles weer opnieuw gaan breien lukt natuurlijk nooit.

 

Het is inmiddels de negende maand plus een week. Tien dagen geleden is Maria bevallen van een stevige jongen van acht pond. Karel heeft ze hem genoemd. Hij was vijf dagen te laat maar dat was volgens zuster Ephraïm geen probleem. Ze was  echt heel lief en zorgzaam zuster Ephraïm, zowel voor Kareltje als voor Maria.  Kareltje zag er leuk uit; ze hadden gelukkig nog heel leuke kleren kunnen vinden in de tehuisvoorraad.

 

 

Maria wilde nu wel zo snel mogelijk weg uit Huize Magdalena. Ze was zelfs bang dat die duivelse Wijnaldia haar Kareltje nog iets zou aandoen. Ephraïm dacht dat het beter zou zijn voor Maria met verhuizen te wachten tot  twee maanden na de geboorte van Kareltje.  Tot die tijd wilde Ephraïm alvast voor haar uitkijken naar werk en woonruimte.

dinsdag 28 maart 2023

DE KORTROKS 3. MOEDERS WIL IS WET.

 Wij zijn het gezin Kortrok. In 1957 bestaat die uit mam, pap, twee jongens (Onno en Bob) en drie meisjes (Anna, Ada en Beb). In 1970 is de familie bijna uitgegroeid tot  een klein kindertehuis. Dan bestaan wij  uit pap,  mam, vijf meisjes en acht jongens.

Het bijzondere van dit grote gezin is dat er nauwelijks centjes worden ingebracht door pap, de kostwinner … niet omdat pap dat niet wil … of omdat pap het geld verbrast maar … omdat pap domweg te weinig kennis, te weinig diploma’s en te weinig flair in huis heeft om een goed betaalde baan te krijgen.  Desondanks is hij, op zijn zachtst gezegd, zo onnadenkend om mijn moeder onophoudelijk ‘vol met jong te stoppen’. Als verzachtende omstandigheid geldt voor hem, dat mam in dergelijke zaken wel heel erg dominant is … als mam ‘n kind wil dan komt dat er gewoon … pap kan dan op zijn kop gaan staan … maar dan gaat het gezegde op: ’moeders wil is wet’ … mam heeft me wel eens verklapt, dat ze ontzettend blij is met haar zwangerschap, als excuus om pap negen maanden bij haar uit de buurt te houden … (nou ja, zoiets zeg je toch niet tegen je zoon,  een jongen van dertien, nota bene?!). Mam is overigens altijd best positief. Ze ziet er niet tegenop een mondje meer te moeten voeden:  ‘komt tijd, komt raad’,  zegt ze altijd … raad die overigens verdomd weinig buikjes voedt.

Ik vind het belachelijk, hoor. Met zo'n hongerloontje als dat van pap moet je niet meer dan twee kinderen nemen. Zelfs dan zal het nog niet meevallen om rond te komen. Jaar in jaar uit liggen we aan de geeuwhonger maar eerlijk is eerlijk: dood gaan we er ook weer niet van. Dat dan ook weer niet.

Jezus Christus nog an toe!  Wat is dìt nu weer?! Zit ik net een beetje lekker te schrijven … Gaat die klote buurman Kok, van hier beneden op een radiator staan te beuken, terwijl ik hier rustig (maar toch diep) in mijn geheugen zit te graven over mijn in en in zielige leven in de vorige eeuw. Die tering-alcoholist. Tachtig keer is hij al opgenomen in de Hannah-kliniek, de plaatselijke  afkickkliniek voor verslavingszorg. Meneer loopt daar doodleuk weg en is vervolgens zijn buren wekenlang tot hemeltergende overlast. Reken er maar niet op dat die lamzakken van de Hannah hem weer als de donder komen oppakken. Het lijkt haast wel of ze daar blij zijn dat ie is opgerot. Zondagochtend om half elf staat Kok, weer eens  volkomen lam, met zijn gore onderbroek op zijn knieën, voor mijn deur.

’Ik heb toch een dorst, Onno’, (dat ben ik) ‘heb je misschien wat voor me liggen?’ De klootzak. Hij bedoelt natuurlijk te zeggen dat ie smacht naar een neut. Wat hij van mij kan krijgen en dat moet hij nu toch onder hand wel weten,  is een emmer koud water in zijn smoel en als hij met dit soort ‘grappen’ bij me blijft aan komen, dan krijgt hij een emmer kokend heet water over zijn kop. Die lul! Dan kan hij op het brandwondencentrum een paar weken afkicken. Weglopen is dan onmogelijk zolang de brandblaren voor zijn ogen zitten. Zo!!

zaterdag 30 juli 2022

ONDER DE DOUCHE

 Aarzelend schuifelt Hanny de badkamer in. Carlos staat te neuriën onder de douche. 'Zou  hij wel willen, dat ik er bij kom staan?'

‘Best leuk als ze er ook onder komt,’ denkt hij.

‘Maakt niet uit. Of hij het nou wel of niet leuk vindt, ik doe het gewoon!’ Ze is nog aangekleed. Alleen het geluid van water is te horen. Ik zeep haar  groene craquelé bloes in.

‘Kleed je je niet uit, lieverd?’  Zwijgend knoopt ze haar bloes los. Doet ze haar spijkerbroek uit. Het zwempak zit wat strak om haar lijf. Overtollige kilootjes van na de zwangerschap.

Ze is anders als voorheen … niet meer ‘de oude Hanny’. Vrolijk, levendig, gezellig was ze altijd. Stilletjes is ze nu. Elders met haar gedachten. Sombere gevoelens. Heel begrijpelijk. Het kindje, dat ze negen maanden bij zich droeg, een jongetje,  is bij zijn geboorte overleden. Gewurgd door zijn eigen navelstreng. Komt de verloskundige drie minuten eerder dan is er niks aan de hand. Maar wat heb je er aan  om iemand de schuld in de schoenen te schuiven. Het kleine mannetje is dood. Vreselijk. Maar niks meer aan te doen.

Hanny knijpt  aanstaande vader Ludo, bont en blauw tijdens de bevalling. Hier en daar zelfs tot bloedens toe. Samen puffen ze er flink op los … en eindelijk … daar is hij dan, de baby. Eerder dan Hanny ziet hij: deze baby is zwart. Ludo en Hanny zijn allebei spierwit. In één seconde verdampt Ludo ‘s compassie met Hanny en haar baby .. haar baby …  niet de zijne.

’Carlos!’ schreeuwt hij uit. Hij rukt zijn arm los uit haar omklemming … ’dat jong is niet van mij. Hij is van Carlos, godverdomme, de klootzak. Ik maak hem af!’

Voor Ludo is het over en sluiten. Alles wat hem hier bond is in een klap verdwenen. Hij stapt naar buiten. Klapt de deur achter zich dicht. Laat Hanny in wanhoop achter.

Haar trouwe Ludo zal ze nooit meer zien. Tijdens de zwangerschap is Ludo een voorbeeldige aanstaande vader. Niets is hem te veel. Hij doet de laatste twee, drie maanden, het hele huishouden, naast zijn drukke fulltime baan.

‘Lieve schat,‘ zegt hij, ’je doet gewoon alleen wat je aan kunt en de rest  laat je voor mij liggen. Vind ik helemaal niet erg.' Ludo doet wat hij belooft! Ze doen zwangerschapsyoga: 'samen leren puffen'. Normaal gesproken heeft hij een pesthekel aan dat zweverige yogagedoe. Nu doet hij het graag voor haar.  

Sedert de bevalling  nu bijna een maand geleden heeft Carlos haar niet meer zien lachen. Hanny is nog steeds depressief.  Logisch. Ze laat zich graag door me wassen, dat ontspant haar wat, merk ik. Ik bevrijd haar eerst uit haar knellende badpak. Zeep haar lijf in. Ik verbaas me nog steeds over haar kleine borstjes.  Mijn morbide geest maakt borsten blijkbaar groter dan ze in werkelijkheid zijn. Ik spoel de zeepresten nog even  van haar af, voordat ik uit de douche stap. Hanny blijft nog heel even staan poedelen en komt er dan onder vandaan.  Ze vindt het fijn als ik haar afdroog.