dinsdag 7 november 2023

SERIE 'OPA & OMA'. DEEL 4: DIE DUIVEL

Wat vooraf ging.

Oma Maria heeft ‘open benen’; opengekrabbeld door haar ‘rotkat’. We spelen bij opa en oma thuis het door opa zelf bedachte  ‘kabouterspel’. Jammer was toen wel dat opa niet  met zijn worstvingers en ongeschoren kin van me kon afblijven.

Maria woont als jong meisje in Den Bosch. Een dronkenlap verkracht en bezwangerd Maria; ze is dan 17. Abortus is ‘not done’ in het katholieke Den  Bosch. Zwangere meisjes worden in nonnenkloosters ondergebracht. Tot drie maanden na de bevalling mogen ze daar blijven. Daarna gaan ze, tegen kost en inwoning, werken bij welgestelde families.  Voor Maria is het nog niet zo ver. Ze heeft nog drie maanden te gaan.

Maria schaamt zich beslist niet voor haar zwangerschap. Ze kijkt verlangend naar haar kindje uit. Breit zelf volop  kleertjes. Met schoonmaken van de kamer van hoofdzuster Wijnaldia  verdient ze wat geld om wol te kunnen kopen. Maria ontvlucht de leugenachtige Wijnaldia, die haar misbruikte.

Deel 4. Een duivel.

Maria loopt op alledag. Haar verblijf in Huize Magdalena is er de laatste weken niet leuker op geworden. Zuster Wijnaldia heeft de afwijzing door Maria niet kunnen aanvaarden; vanaf die dag is Maria door haar genegeerd.

Toen Maria kort geleden, nadat ze haar werk gedaan had, weer in haar kamer terugkwam barstte ze meteen in woede uit.  Midden in haar kamertje lagen namelijk de zo liefdevol door haar gebreide babykleertjes opgestapeld  … ze waren alleen niet meer als zodanig herkenbaar, want alle breisels waren ruw uitgetrokken. Woedend schopte Maria de stapel door haar kamer en ze schreeuwde zo hard, dat iedereen het in het hele tehuis kon horen, wie haar dit had aangedaan.

‘Wijnaldia, is een duivel!’ bleef ze schreeuwen en ze bleef zo hard op de vloer springen als ze maar kon.

Na enige tijd klopte de kleine, lieve zuster Epraïm aan haar deur. Het lawaai dat Maria maakte duurde haar wat te lang. Ephraïm kon wel iets van de boosheid van Maria begrijpen, ze had iets van de geschiedenis gehoord maar ze wist zeker dat het voor Maria in haar positie ronduit slecht zou zijn om zo lang, zo hard te springen; dan zou het wel eens mis kunnen gaan; zeker in dit stadium van de zwangerschap. Zuster Ephraïm zei, dat het niet de eerste keer is dat iets dergelijks zich binnen de muren van dit tehuis zich heeft afgespeeld. Zuster Ephraïm troostte Maria en zei tegen haar dat ze zich er ter wille van haar op komst zijnde kindje beter niet al te druk om kon maken. Er is toch niemand hier, die iets gezien heeft en als er wel iemand is die wat gezien heeft, dan durft ie toch niks te zeggen. Ephraïm wist wel iets van wat er zich tussen Wijnaldia en Maria had afgespeeld en bekende eerlijk dat zij, ook al had zij de hoofdzuster Maria’s kamer in en uit zien gaan, dat zij dan nog Wijnaldia niet openlijk zou durven beschuldigen.  Ik wordt zonder pardon dit tehuis uitgezet en waar moet ik dan naar toe? Buiten dit tehuis heb ik niemand. Nee, Maria verwacht in dit huis geen rechtvaardigheid.

Samen met Maria gaat Ephraïm in de grote verzameling van het tehuis de nodige babykleertjes bij elkaar zoeken, want alles weer opnieuw gaan breien lukt natuurlijk nooit.

 

Het is inmiddels de negende maand plus een week. Tien dagen geleden is Maria bevallen van een stevige jongen van acht pond. Karel heeft ze hem genoemd. Hij was vijf dagen te laat maar dat was volgens zuster Ephraïm geen probleem. Ze was  echt heel lief en zorgzaam zuster Ephraïm, zowel voor Kareltje als voor Maria.  Kareltje zag er leuk uit; ze hadden gelukkig nog heel leuke kleren kunnen vinden in de tehuisvoorraad.

 

 

Maria wilde nu wel zo snel mogelijk weg uit Huize Magdalena. Ze was zelfs bang dat die duivelse Wijnaldia haar Kareltje nog iets zou aandoen. Ephraïm dacht dat het beter zou zijn voor Maria met verhuizen te wachten tot  twee maanden na de geboorte van Kareltje.  Tot die tijd wilde Ephraïm alvast voor haar uitkijken naar werk en woonruimte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten