Beste lezer,
Op 5 november start ik met de serie: ‘Oma en Opa’. De serie speelt zich af tussen
1920 en 1980 voornamelijk in het (jenever)stadje Schiedam. Je leert mijn oma
(Maria) kennen en leest hoe zij verkering krijgt met mijn opa. Niet zo’n beste
kerel trouwens. Die opa. Hij werkt zich
nogal eens in de nesten. Mijn opa en oma hebben vijf kinderen: één
jongen en vier meisjes (een van de meisjes is dus mijn moeder). Je kunt lezen
over hoe het hun vergaat. De serie bevat 50 delen. Dagelijks, vanaf zondag 6
november, is een nieuwe aflevering te lezen.
===================================
Tot het begin van de serie nog enkele verhalen.
===================================
Euforisch ben ik, als het weer gelukt is. Jaren heb ik niemand. Geen meissie, bedoel ik. Vriendjes heb ik wel. Een enkele keer denk ik wel eens: ‘Nou, dat lijkt me een leuk grietje om ‘mee te lópen’ maar meestal is ze toch niet helemààl ‘je dàt’ of bezet … dan laat ik het maar weer zo. Als ik bijna 15 ben woont Ineke van 14 bij mij om de hoek. Italiaanse vader, Nederlandse moeder. Ze is een kop kleiner dan ik. Heeft zo te zien lekkere tietjes, halflang blond haar. Daar hou ik dàn ook al van maar … ze heeft bijna alle buurjongens al eens gehad. ‘Een afgelikte boterham,’ noemen we dat. Èn … ze is zo half en half bevriend met mijn oudste zus. Ik zou Ineke wel willen vragen maar dan wordt alles gelijk weer doorgeluld thuis.
Maar goed, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Ineke en ik lopen op een zondagochtend na de mis naar huis. Zij loopt als maar
te kakelen over haar poes (huisdier), de door mij verafschuwde BeeGees en haar
jongste broertje Jacco, een baby van drie maanden. Het gaat bij mij allemaal
het ene oor in, het andere oor uit … ik loop me alsmaar voor te stellen dat ik
haar de kleren van het lijf ruk, mezelf uitkleed en we dan samen het grote bed
van mijn ouders induiken.
Ik kan me niet meer
inhouden en knal bruut door haar langdradige woordenbrij heen: ‘Laten we neuken!?’
(ik noem haar naam niet eens, zo gretig ben ik.) ‘NEEEEEEN!!!’ Vol weerzin
klinkt haar eerder zo poeslieve stemmetje. En dan denk ik: ‘Ineke, wat deed je
dan met al die andere jongens uit de
buurt? Ben ik soms niet goed genoeg?’ Verontwaardigd loopt snel door naar huis.
Ze verdwijnt uit mijn leven.
Aan mijn zus merk ik niks. Een vriend van mij heeft gehoord
dat ik bij de meiden ‘over de tong ga’: ‘voor Jos moet je oppassen, hoor, hij
wil alleen maar neuken.’ Twee weken blijf ik ‘ziek’ thuis uit angst voor répresailles
van de buurtmoeders. Bij mij thuis heeft nooit iemand het er over gehad.
Het leven doet onvermijdelijk soms pijn.
Als alleenstaande oude man heb ik al enige tijd een oogje op
Anneke, een leuke, mooie, actieve, grappige, al wat oudere vrouw. Ook zij is alleen. Vriendschap
met haar, zo denk ik nu al bijna een jaar, zou ons leven leuker, spannender,
levendiger kunnen maken. Met díé gedachte wil ik niet nog eens maanden, jaren, blijven
lopen: ik schrijf haar in een mailtje dat ik vrienden wil worden met haar.
‘Nee’ heb ik, ’ja’ kan ik krijgen’.
Na twee dagen, mailt Anneke me terug dat ze zich ‘vereerd’ voelt.
Ze vindt me ‘moedig’ omdat ik me zo ‘kwetsbaar’ durf op te stellen. Maar ze
gaat niet in op mijn verzoek. ‘Vriendschap
heeft voor jou, Jos, een andere betekenis dan voor mij’ . Eerlijk, haar reactie.
Lief ook wel ...
Ik krijg dus ‘neen’ …
kan wel janken ... maar bedenk, dat ik (ooit) best haar nummer twee zou willen
zijn.
Tsja, onvermijdelijk doet het leven soms pijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten