Posts tonen met het label onophoudelijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onophoudelijk. Alle posts tonen

maandag 20 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 17. DE SCHAAMTE.

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel 17: De schaamte.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 17. De schaamte.

Wat vooraf ging.

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes en na de bevalling kan ze gaan inwonen en werken bij rijke mensen.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria en samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken …  helpen, van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. Verliefd blijft ze. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar niemand weet waar hij is. Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt diep. Meneer in ’t Hout dreigt Maria: ‘Dit is eens maar nooit weer.’ Maria’s verliefdheid is gelijk over.

Raadselachtige verplaatsingen, van dieren, deden zich in het ouderlijk huis van Maria ook al voor.

Een rotklus: de traploper en roetjes schoonmaken. Maria is moe en gaat vroeg slapen. Wordt ook  vroeg wakker; niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook al ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop belooft Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop zou niet te vertrouwen zijn met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praat ze erover. Hij praat sneller als anders en stottert soms. Joop kent die roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop thuis. Er is geen bewijs tegen Joop.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren van vroeger en Kareltje nu, brengt Maria’s moeder ook ter sprakekomen ook ter sprake.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn nogal laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter, ook de vader van Kareltje  is. Is er een verband tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Deel 17. De schaamte.

Op de terugreis moet Maria onophoudelijk denken aan wat  ze vanmiddag met haar moeder besproken heeft over dat slaapwandelen en het verhuizen van de huisdieren. Joop probeert haar aandacht een beetje af te leiden van haar getob en hij vertelt haar, eigenlijk nogal lomp, die mop van ‘Hempie en Broekie’  en die van ‘Pudding en Gisteren’. Dat heeft wel succes, alleen is het wel van korte duur; met name  om die van ‘Pudding en Gisteren’ moet ze erg lachen maar dat komt waarschijnlijk, omdat Joop ze zo smakelijk vertelt.

Het is een lange reis. Pas rond elf uur ’s avonds zijn ze in Schiedam. De familie  in ‘t Hout ontvangt ze heel hartelijk. Ze hebben een soepje voor de reizigers klaargemaakt, want ze weten uit ervaring hoe flauw je kan zijn na zo’n lange reis. Voor bij de soep, het was tomatensoep, hadden de in ‘t Houts ook wat brood klaargezet.

Het is te laat voor kleine kinderen als Karel om nog te gaan zitten eten. Hij krijgt een beetje melk vòòrdat Maria hem naar bed brengt. Daar moet hij het mee doen.

‘Wat zijn het toch schatten van mensen,’ denkt Maria terwijl ze Kareltje in slaap  aan het wiegen is. Ze schaamt zich wel eens een beetje, dat haar gedachten en gevoelens over meneer in ‘t Hout destijds ineens zo op hol waren geslagen. Waarschijnlijk hebben de in ‘t Houts er niks van gemerkt, want ze heeft er nooit met een woord over gerept tegen hem …  ze is ook nooit handtastelijk geworden ….hoewel ze dat toen wel heel graag geworden was …

Het smaakt Maria en Joop verrukkelijk, dat tomatensoepje. Hoorbaar lekker zit Joop te eten; de rode spetters vliegen om zijn oren. Het doet de in ‘t Houts zichtbaar genoegen, dat hun soep er zo goed in gaat.

Eigenlijk houdt Maria er helemaal van als iemand ‘vies zit te vreten’. Normaal moet ze er iets van zeggen, als er gesmakt, geslurpt, gesmekt, gespetterd of geboerd wordt maar op de een of andere manier kan ze dat van Joop wèl hebben.

Het hoort blijkbaar bij hem, dat was zijn manier van eten. Ze vindt het wel vreemd dat ze totaal niet de aandrang heeft om naar Joop toe corrigerende opmerkingen te maken ... misselijk wordt ze er ook niet eens van. Blijkbaar is haar tolerantiegrens ten aanzien van het eetgedrag van iemand als Joop opgeschoven. ‘Néém iemand zoals hij is, ‘dat gezegde brengt Maria dus in praktijk.

Met Joop moet ze later nog wel es praten over zijn uitgelaten gedrag van vanmiddag met haar oudste zus Rika ... èn over wat er nou aan de hand was met die twee broertjes. Want àls Maria verder wil met Joop moet ze toch op zijn minst eerst duidelijkheid hebben over die zaken.

Maria en Joop doen even de kleine ‘soep’afwas, ‘wat helemaal niet nodig is volgens mevrouw.’ Ze bedanken de in ‘t Houts en zakken af  naar de begane grond.  Spontaan geeft Maria een zoen op Joop zijn wang: ’Bedankt, Joop! Goed gereden! Ik heb een fijne dag gehad! Hoeveel krijg je voor de benzine?’

‘Niks,’ zegt Joop, ‘het was toch mijn aanbod, om met de auto naar Den Bosch te gaan? En … luister eens Maria, ik had vanmiddag nou wel veel lol met Rika maar daar moet je verder niks achter zoeken, hoor …   ik vind haar een leuke,  goedlachse vrouw … maar ze is wel vijf jaar ouder dan ik en bovendien … ze is gewoon mijn type niet… jij wèl Maria … jij wèl! Rika zou gewoon een aardige schoonzus kunnen worden.’

‘Ik moet gaan,’ zegt Joop. Vlug geeft hij Maria een kusje op haar wang en loopt naar de auto.

 

Morgen: Deel 18. In elkaar geslagen.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

dinsdag 28 maart 2023

DE KORTROKS 3. MOEDERS WIL IS WET.

 Wij zijn het gezin Kortrok. In 1957 bestaat die uit mam, pap, twee jongens (Onno en Bob) en drie meisjes (Anna, Ada en Beb). In 1970 is de familie bijna uitgegroeid tot  een klein kindertehuis. Dan bestaan wij  uit pap,  mam, vijf meisjes en acht jongens.

Het bijzondere van dit grote gezin is dat er nauwelijks centjes worden ingebracht door pap, de kostwinner … niet omdat pap dat niet wil … of omdat pap het geld verbrast maar … omdat pap domweg te weinig kennis, te weinig diploma’s en te weinig flair in huis heeft om een goed betaalde baan te krijgen.  Desondanks is hij, op zijn zachtst gezegd, zo onnadenkend om mijn moeder onophoudelijk ‘vol met jong te stoppen’. Als verzachtende omstandigheid geldt voor hem, dat mam in dergelijke zaken wel heel erg dominant is … als mam ‘n kind wil dan komt dat er gewoon … pap kan dan op zijn kop gaan staan … maar dan gaat het gezegde op: ’moeders wil is wet’ … mam heeft me wel eens verklapt, dat ze ontzettend blij is met haar zwangerschap, als excuus om pap negen maanden bij haar uit de buurt te houden … (nou ja, zoiets zeg je toch niet tegen je zoon,  een jongen van dertien, nota bene?!). Mam is overigens altijd best positief. Ze ziet er niet tegenop een mondje meer te moeten voeden:  ‘komt tijd, komt raad’,  zegt ze altijd … raad die overigens verdomd weinig buikjes voedt.

Ik vind het belachelijk, hoor. Met zo'n hongerloontje als dat van pap moet je niet meer dan twee kinderen nemen. Zelfs dan zal het nog niet meevallen om rond te komen. Jaar in jaar uit liggen we aan de geeuwhonger maar eerlijk is eerlijk: dood gaan we er ook weer niet van. Dat dan ook weer niet.

Jezus Christus nog an toe!  Wat is dìt nu weer?! Zit ik net een beetje lekker te schrijven … Gaat die klote buurman Kok, van hier beneden op een radiator staan te beuken, terwijl ik hier rustig (maar toch diep) in mijn geheugen zit te graven over mijn in en in zielige leven in de vorige eeuw. Die tering-alcoholist. Tachtig keer is hij al opgenomen in de Hannah-kliniek, de plaatselijke  afkickkliniek voor verslavingszorg. Meneer loopt daar doodleuk weg en is vervolgens zijn buren wekenlang tot hemeltergende overlast. Reken er maar niet op dat die lamzakken van de Hannah hem weer als de donder komen oppakken. Het lijkt haast wel of ze daar blij zijn dat ie is opgerot. Zondagochtend om half elf staat Kok, weer eens  volkomen lam, met zijn gore onderbroek op zijn knieën, voor mijn deur.

’Ik heb toch een dorst, Onno’, (dat ben ik) ‘heb je misschien wat voor me liggen?’ De klootzak. Hij bedoelt natuurlijk te zeggen dat ie smacht naar een neut. Wat hij van mij kan krijgen en dat moet hij nu toch onder hand wel weten,  is een emmer koud water in zijn smoel en als hij met dit soort ‘grappen’ bij me blijft aan komen, dan krijgt hij een emmer kokend heet water over zijn kop. Die lul! Dan kan hij op het brandwondencentrum een paar weken afkicken. Weglopen is dan onmogelijk zolang de brandblaren voor zijn ogen zitten. Zo!!