Posts tonen met het label lamlendigheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lamlendigheid. Alle posts tonen

donderdag 27 juli 2023

MAAR WEER EENS NAAR BLIJDORP.

Het is weer net als vroeger: nooit alléén maar wel àltijd eenzaam. Elke dag koppijn. M’n hoofd voelt aan alsof het twee keer zo groot is. In de krant lees ik alleen de sportberichten. Met name voetbal. Dáárvan vallen mijn ogen al dicht.

Eigenlijk is het niet alleen mijn hoofd, dat dubbel zo zwaar aanvoelt. Ook mijn voeten. Mijn handen. Mijn benen. Precies weet ik het me niet te herinneren maar dat gevoel van lamlendigheid van toen, lijkt veel op hoe ik me nu voel.

Dan ben ik veertien en dagelijks omringd door mijn moeder, drie zusjes, drie broertjes en op school door nog eens een stuk of dertig klasgenoten.  Ik ben blijven zitten in de tweede klas van de hbs. Voor de meeste zittenblijvers is het makkelijk leren. Je krijgt alle leerstof immers voor de tweede keer. Ik vind alles nog net zo moeilijk …  Ik heb er zwaar de pest dat ik doubleer.

Ik ga vandaag maar weer eens naar Blijdorp. Waarom? …. Zou niet weten. Uit verveling misschien. Ik laat de fietssleutels thuis. Ik wil niet binnen een uurtje weer terug zijn en me de rest van de dag rot vervelen. Neem wat boterhammen, een appel, een banaan, een flesje Fanta Orange mee; ook  een een zak ongepelde pinda’s voor de apen.

Lopend ... traag lopend (ik kan niet anders) ga ik naar de dierentuin. Ik ga een jaarabonnement kopen. Met de Rotterdampas. Kost dan zevenendertig euro vijftig. De helft van normaal.

Ik ben tien en speel  ‘paardje’ met Guusta, een vriendinnetje. Dat gaat zo: het midden van het touw, van twee á drie meter, wordt in mijn nek gelegd, het linker uiteinde van het touw gaat voorlangs over mijn linkerschouder, onder mijn linker-oksel door en het rechter uiteinde van het touw gaat aan de rechterkant net zo. De twee uiteinden van dat touw zijn dan teugels. Dat paard ben ik. Als een echte cowboy laat Guusta de teugels vieren als het paard in zijn eigen tempo mag lopen. Mijn vriendinnetje slaat het paard met de teugels (liefdevol) op zijn rug als het harder moet lopen. Soms houdt ze teugels strak gespannen. Het paard lóót dan wel maar komt nauwelijks vooruit. Zó loop ik dus naar Blijdorp. Zeker tien anderen zijn vòòr mij aan de beurt, die komen ook voor  zo’n voordelig jaarabonnement. Ik eet mijn twaalfuurtje  op een bankje voor de oude ingang.

Vlak voor de kassamedewerkers  aan hun lunchpauze toe zijn, ben ik aan de beurt. Koop mijn jaarabonnement.  Voor de halve prijs.

Nog steeds met frisse tegenzin maak ik gebruik van mijn abonnement. Op mijn gemak wandel ik van de oude naar de nieuwe ingang. Als ik nu aan die, slopende, wandeling door Blijdorp terugdenk, herinner ik me alleen, die tergend-traag herkauwende kameel, met beide lege bulten plat op zijn rug. 

Hoe is het toch mogelijk, dat ik die dartele, frisse, speelse, jonge ijsbeertjes, waar iedereen zo euforisch over is, gemist heb.  Ik liep er net vlak langs. In trance … dat moet wel.

Geen aap gezien ... pel die pinda’s en eet ze zelf maar op … net buiten de nieuwe ingang …. had al een beetje trek.

 

maandag 14 november 2022

EEN MUZIKAAL DAGJE.

 

Ik heb een beetje te veel gezopen gisteravond. Paar biertjes, glaasje wodka. Dat moet ik nu bezuren. Koppijn, superduf, beetje de kluts kwijt, doe stomme dingen. Niet zo erg. Maar toch stom! Ik pak de melk om over de müesli te gooien, helemaal fout, moet yoghurt zijn.  Ik draai de dop van het yoghurtpak af en ga dat pak flink staan schudden. Overal yoghurt: op mijn gezicht, mijn pyjama, het aanrecht en de keukenvloer. Ik had die dop er natuurlijk ná het schudden pas af moeten halen. Een lekker stevig muziekje kan wel eens helpen om zo’n kater weg te jagen. De cd ‘Word Salad’ van Fisher-Z  helpt me uit de nood. Het is kwart voor tien en ik sta in de keuken met Fisher-Z  mee te brullen en dirigeer als een dolle. Ik hoor getik op het keukenraam. Daar staat mijn naaste buurvrouw Frieda me zoals elke ochtend vriendelijk goeiemorgen te wensen. Ze staat nog wat meer te zeggen … ik moet goed naar haar mond kijken, pas  dan heb ik door wat ze zegt : ‘Gaat het wel goed met je?’. Ja, ja, goed, knik ik op de maat van de muziek … daaag, zwaait ik.  Langzamerhand verdwijnt de lamlendigheid uit mijn lijf en kan ik weer verder met mijn ontbijt.

Ik ben ’s middags weer zover opgeknapt, dat ik naar het koor kan gaan. Daar had ik het nog niet over geschreven. Met het uitbreken van  corona is ons wijkkoor gestopt.  Er is nu, twee weken geleden, een nieuw koor gestart op een andere locatie. Ik hoorde er donderdag  pas van. Ga daar vanmiddag voor het eerst zingen. Het is elke vrijdagmiddag van twee tot vier. Het zou hetzelfde repertoire zijn als van voor de corona: oubolligheid troef dus met liederen van Vader Abraham (RIP), André Hazes, Jantje Smit, Anneke Grönloh, Abba. Ik hoop dat de lezer niet aan de grote klok gaat hangen dat ik hier met plezier meezing.

Over anderhalf uur begint het pas dus ik kan nu uit volle borst thuis nog een paar van die liedjes oefenen. Ik zet Spotify aan en vraag ‘het kleine café aan de haven’ op en zing mee. Klinkt schitterend in mijn kleine slaapkamer, al zeg ik het zelf. Had niet gedacht dat de akoestiek hier zo goed zou zijn. Ook ‘Brandend zand,’ gaat helemaal te gek.

We zijn met zijn zestienen,  inclusief de dirigent. De locatie van het koor is vlak naast een dagopvang voor mensen met een beperking. Die mogen, als uitje, bij ons komen luisteren. Blijkt een heel enthousiast en dankbaar publiek te zijn.

Het is weer net als altijd met dit soort activiteiten: de mannen zijn veruit in de minderheid: drie mannen en twaalf vrouwen! Bij de mensen met een beperking is het net weer anders om: tien mannen en drie vrouwen. 

Nog voor de pauze is mijn deodorant al uitgewerkt; zó intensief zit ik te zingen.

Het is me het muziekdagje wel. Kom ik thuis staat er op Facebook een uitnodiging van vriendin Anny (spreek uit Ennie) om vanavond met haar naar de Doelen te gaan. Daar speelt het Rotterdams Philharmonisch Orkest de muziek van: ‘Harry Potter and the half blood prince’. Lijkt me wel wat. Om kwart voor zeven staan Anny en ik in een schier eindeloze rij voor de Doelen te wachten. Tot half acht … dan gaat het als een lopend vuurtje  door de ellenlange rij dat het concert is afgelast. Stroomstoring.

Helaas pindakaas; dan maar naar de bios.