Posts tonen met het label gezopen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gezopen. Alle posts tonen

vrijdag 25 november 2022

ZUIPEN.

 

Mijn man Koos gaat, zoals elk jaar, een paar dagen snowboarden met vrienden. Als ik zie hoe hij na zo’n tripje thuis afgeleverd wordt, dan moeten ze daar in de Ardennen flink hebben ‘afgezien’. Volgens mij hebben ze een dag lekker gesnowboard en zich drie dagen lang lam gezopen. 

Het gaat er hier soms ruig aan toe, kan ik wel verklappen.  Na zijn ‘kaartavondjes’ komt hij tegenwoordig steevast om drie uur  ’s nachts aanzetten. Prijsklaverjassen doet ie. Is ie echt goed in. Hij heeft al menig prijsje gewonnen. Met de laatste kerst: een konijn. Met de pasen: veertig eieren. Jammer genoeg was hij onderweg naar huis op zijn snufferd gevallen … d’r waren nog twee hele eieren over. Maar … wint  Koos een liter cognac of jonge jenever,  dan kan ik er donder op zeggen, dat het nog  ‘wel een ietsje later kan worden’.

 Eerlijk gezegd komt dat gedrag van Koos mijn keel uit. Ik heb al een paar keer geprobeerd om er met Koos over te praten maar hij wil er geen woord aan vuil maken.  Bij mijn ouders  zaliger,  kon ik altijd terecht met dit soort zaken. Nu heb ik niemand meer.

 Het duurt wel erg lang, voordat het hem lukt de voordeur van het slot te krijgen. Ik ga hem maar een handje helpen. Verdient hij eigenlijk niet, die gore zuiplap. Ik sluip stilletjes naar de voordeur en met een felle ruk trek ik de deur open. Dat hij naar binnen zou tuimelen, had ik wel verwacht en dat hij een lege fles jonge jenever in zijn hand zou hebben, ook. Maar Ik val zowat achterover van verbazing als ik zie dat zijn spijkerbroek en zijn boxershort bijna op zijn knieën hangen.

’Je hebt toch zeker niet in de tuin zitten poepen, Koos?

‘Mewflghubbbbbkebiest ,‘ zegt ie.

 Nu hij toch voorover in het gangetje ligt, controleer ik gelijk zijn kont maar even. Die is schoon. Dus hij zal niet in de tuin gepoept hebben. Koddig gezicht wel die bolle witte kadetten, van elkaar gescheiden door zijn donkere behaarde snee, precies tussen zijn zwarte t-shirt en zijn grijze boxershort. Het valt niet mee om die man om te draaien. Hij geeft geen millimeter mee. Nu het me gelukt is hem om te draaien, zie ik dat hij in zijn spijkerbroek heeft gepiest.  Hij slaapt half. Ik trek zijn bovenlijf naar me toe en er komt gelijk een golf kots over mijn handen, mijn polsen. Getverdegetver.

Mannen … nog erger dan kleine kinderen. Ik ben zo blij dat we alleen maar dochters hebben. Daar zullen we, wat zuipen betreft, niet zo veel mee te stellen krijgen, hoop ik.

‘Koos, ik ga weer naar bed, hoor! Voor je naar boven komt, ruim je eerst  je rotzooi hier op. Dan ga je douchen en pas dan mag je naast me komen liggen. Hoor je me?’

Een luide snurk is zijn antwoord.

maandag 14 november 2022

EEN MUZIKAAL DAGJE.

 

Ik heb een beetje te veel gezopen gisteravond. Paar biertjes, glaasje wodka. Dat moet ik nu bezuren. Koppijn, superduf, beetje de kluts kwijt, doe stomme dingen. Niet zo erg. Maar toch stom! Ik pak de melk om over de müesli te gooien, helemaal fout, moet yoghurt zijn.  Ik draai de dop van het yoghurtpak af en ga dat pak flink staan schudden. Overal yoghurt: op mijn gezicht, mijn pyjama, het aanrecht en de keukenvloer. Ik had die dop er natuurlijk ná het schudden pas af moeten halen. Een lekker stevig muziekje kan wel eens helpen om zo’n kater weg te jagen. De cd ‘Word Salad’ van Fisher-Z  helpt me uit de nood. Het is kwart voor tien en ik sta in de keuken met Fisher-Z  mee te brullen en dirigeer als een dolle. Ik hoor getik op het keukenraam. Daar staat mijn naaste buurvrouw Frieda me zoals elke ochtend vriendelijk goeiemorgen te wensen. Ze staat nog wat meer te zeggen … ik moet goed naar haar mond kijken, pas  dan heb ik door wat ze zegt : ‘Gaat het wel goed met je?’. Ja, ja, goed, knik ik op de maat van de muziek … daaag, zwaait ik.  Langzamerhand verdwijnt de lamlendigheid uit mijn lijf en kan ik weer verder met mijn ontbijt.

Ik ben ’s middags weer zover opgeknapt, dat ik naar het koor kan gaan. Daar had ik het nog niet over geschreven. Met het uitbreken van  corona is ons wijkkoor gestopt.  Er is nu, twee weken geleden, een nieuw koor gestart op een andere locatie. Ik hoorde er donderdag  pas van. Ga daar vanmiddag voor het eerst zingen. Het is elke vrijdagmiddag van twee tot vier. Het zou hetzelfde repertoire zijn als van voor de corona: oubolligheid troef dus met liederen van Vader Abraham (RIP), André Hazes, Jantje Smit, Anneke Grönloh, Abba. Ik hoop dat de lezer niet aan de grote klok gaat hangen dat ik hier met plezier meezing.

Over anderhalf uur begint het pas dus ik kan nu uit volle borst thuis nog een paar van die liedjes oefenen. Ik zet Spotify aan en vraag ‘het kleine café aan de haven’ op en zing mee. Klinkt schitterend in mijn kleine slaapkamer, al zeg ik het zelf. Had niet gedacht dat de akoestiek hier zo goed zou zijn. Ook ‘Brandend zand,’ gaat helemaal te gek.

We zijn met zijn zestienen,  inclusief de dirigent. De locatie van het koor is vlak naast een dagopvang voor mensen met een beperking. Die mogen, als uitje, bij ons komen luisteren. Blijkt een heel enthousiast en dankbaar publiek te zijn.

Het is weer net als altijd met dit soort activiteiten: de mannen zijn veruit in de minderheid: drie mannen en twaalf vrouwen! Bij de mensen met een beperking is het net weer anders om: tien mannen en drie vrouwen. 

Nog voor de pauze is mijn deodorant al uitgewerkt; zó intensief zit ik te zingen.

Het is me het muziekdagje wel. Kom ik thuis staat er op Facebook een uitnodiging van vriendin Anny (spreek uit Ennie) om vanavond met haar naar de Doelen te gaan. Daar speelt het Rotterdams Philharmonisch Orkest de muziek van: ‘Harry Potter and the half blood prince’. Lijkt me wel wat. Om kwart voor zeven staan Anny en ik in een schier eindeloze rij voor de Doelen te wachten. Tot half acht … dan gaat het als een lopend vuurtje  door de ellenlange rij dat het concert is afgelast. Stroomstoring.

Helaas pindakaas; dan maar naar de bios.