Posts tonen met het label kaken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kaken. Alle posts tonen

woensdag 26 april 2023

ONVERWACHT VEEL

Er zijn vorig jaar maar liefst  6000 mensen meer overleden dan verwacht was. Kijk, dat er meer mensen zouden overlijden, was logisch. Dat kwam door de corona-epidemie. Maar los daarvan zijn er toch nog 6000 mensen meer heengegaan. God weet hoe dat kan. Maar die houdt zijn kaken op elkaar. Boze tongen beweren dat veel mensen overleden zijn door de anti-coronaprik. Dat is nel uitgesloten. Ook het aantal zelfmoorden in die periode is constant gebleven. Wat natuurlijk ook kan is,  dat zieke en zwakke mensen, zonder corona, tijdens de corona de pijp zijn uitgegaan. Het is nu al een paar maanden bekend maar de onderzoekers zijn er nog steeds niet uit. Eerlijk gezegd begrijp ik de heisa daarover niet zo. Voor de gezondheid van iedereen is zo’n pandomie bedreigend. Dan is het toch logisch dat er meer mensen dan normaal doodgaan. Die zesduizend mogen natuurlijk niet als doodsoorzaak ‘corona’ krijgen maar bijvoorbeeld ‘semi-corona’ en dan ben je er uit. Zoeken hoeft dan niet meer. Dat scheelt heel wat onderzoeksgeld, wat weer besteed kan worden aan een rechtszaak tegen Siewert van Lienden, want die zit nog steeds op zijn mondkapjesmiljoenen. Maar dit even terzijde.

Vorig jaar zijn in mijn naaste omgeving zes mensen gestorven. Tante Ada, Ome Gijs, Neef Barend, mijn nicht Hanna, buurvrouw Grietje en mijn vaste dammaatje Leo. Behalve mijn neef Barend waren ze allemaal boven de zeventig. Barend is slechts 37 geworden. Hij  overleed aan de complicaties van een gebroken heup, nadat een veel te hard scheurende opa op een e-bike tegen hem was aangeknald. Die opa is daarbij ook zelf, geheel terecht overigens, om het leven gekomen. Het kan natuurlijk eigenlijk niet maar de ambulancebroeders weigerden voor hem het noodzakelijk stapje extra te zetten.

Ik zou er trouwens niet eens zo gek van opkijken als veel van die 6000 meer-doden op het conto geschreven kunnen worden van het moderne bike- en stepverkeer. De e-bike: die dingen zijn moordwapens in handen van ouwetjes. Die wanen zich opnieuw de snelheidsduivels van hun jonge jaren. Ze zijn alleen vergeten, dat ze niet meer zo snel kunnen reageren op gevaarlijke situaties. Ook de jongelui op die stepjes zullen heel wat onbekende doden op hun geweten hebben, als je die gassies bezig ziet op de fietspaden dan is dat bijna onvermijdelijk. Mijn vaste dammaatje Leo … tja dat is heel tragisch …  ’t was bij een damtoernooi. Hij was heel erg gefocust aan het schuiven met zijn stenen. Hij neemt een toastje van het bordje dat net voor hem is neergezet, blijkt het een damsteen te zijn. Van schrik slikt hij zich in en stikt.

Mijn nicht Hanna (en haar zoontje) zijn beiden overleden aan complicaties bij de bevalling. Het was een stuitligging. Haar zoontje zou Barend heten, zoals haar neef.

Tante Ada, Ome Gijs en buurvrouw Grietje zijn gewoon na een langdurig ziekbed aan corona overleden. Deze drie plus Hanna en zoon, Barend, Leo en die dwaze e-biker, in totaal acht, kunnen alvast afgetrokken worden van die zesduizend meer-overledenen. Blijven er nog maar 5.992 over. Veel zullen stiekem toch aan corona overleden zijn. Ook hebben de e-bike-achtigen veel slachtoffers gemaakt.

Moge zij allen rusten in vrede.

 

   

 

donderdag 11 augustus 2022

MEEZINGEN

 

Donker schaamrood zou ik op de kaken krijgen als bekenden mij het lied: ‘Ik krijg een heel apart gevoel van binnen’ van Corrie Konings zouden zien meebrullen. Mijn vrouw, Carola,zingt graag dus vanavond is het smullen voor haar. In de Havenloods staat dat deze zaterdagavond ‘Rotterdam zingt mee’ gehouden wordt.

 ‘Waarom ga je niet lekker mee, Jee?’ vraagt ze me aan het eind van de zaterdagmiddag, ‘er is niks lekkerder als uit volle borst zingen en zeker als je dat doet met een stel mensen tegelijk.’ ‘Is er echt helemaal niks lekkerder, Carool?’ ‘Ha ha ha, wat kinderachtig zeg ... nee, even serieus, ga je nou wel of niet mee? Zo'n avond als deze kan eenvoudig niet stuk. Bovendien is het ook nog eens heerlijk weer, zwoel.'

Tsja, om nu de hele avond in dit benauwde huis blijven hangen, daar heb ik ook weer geen trek in, bedenk ik me. Ik denk dat er niet veel anders op zit dan mee te gaan zingen of zal ik toch maar gewoon thuis blijven … oooooo …  ik word gek van mezelf. ‘Ik weet nog niet wat ik doe, Carola, laten we eerst maar gaan eten.'

Ik besluit toch maar te gaan zingen. Hoe stom ik dat zingen ook vind, ik ben dan tenminste onder de mensen. Daar sta ik dan … aan de voet van de Laurenskerk … een gigantisch scherm  toont beelden van ons, het grote koor en de tekst van de liedjes … een soort karaoke dus. Als we aan komen lopen, horen we Willy Alberti met ‘de glimlach van een kind’. Carola zingt het lied gelijk uit volle borst mee … ze geeft me een por: ’kom op, ik hoor je niet’ Schielijk kijk ik om me heen en als de kust veilig is, neurie ik het lied mee. Vrolijk hossen vind ik gênant, laat staan uitbundig zwaaien.

Ik word op mijn schouder getikt door Frits, een collega, ‘Ha, die Jee, jij hier? Jij bent wel de laatste, die ik hier zou verwachten.  Zo’n doorgewinterd dead metal figuur. Geen grotere smartlappenvermijder als jij, toch? En niet te vergeten Willy Alberti-hater. Hij is nu al jaren dood. Maar ik heb je wel eens horen zeggen, dat als hij nog zou leven, dat je hem dan……' ’Genoeg, Frits, zo kan die wel weer’

‘Nu zie ik je hier staan, Jee: deinend, wuivend en zingend. Ik sta er echt versteld van. Je collega’s ook denk ik. Ik heb foto’s van je gemaakt. Die laat ik maandag op de zaak zien. Kunnen ze ook eens lachen. Tot volgende week.’

Carola en ik lopen naar huis. ‘Ik had gewoon niet naar je moeten luisteren. Sta nu echt mooi voor lul voor de hele zaak.....reken maar dat die klootzak van een Frits die foto’s naar alle afdelingen mailt. Waarom bleef je eigenlijk alsmaar aan me kop zeiken, dat ik mee moest gaan en dat het zo leuk zou zijn. Ik meld me ziek maandag.’

‘Maak je toch niet zo druk over die foto’s, Jee. Probeer er zelf ook een beetje de lol van in te zien. Trouwens  ik heb vanavond  lekker gezongen en jij volgens mij ook. Totdat dat achterlijke gebakkie ineens voor je neus stond.’

zaterdag 19 februari 2022

BLAFFENDE HONDEN .....

“Geloof me nou Koos, negen van de tien keer loopt er een donkere kerel naast.” 

“Nou, is dat niet een beetje overdreven, Karel? Ik zie soms ook wel eens een mooie blanke vrouw met een pitbull lopen.

   “ Ja, dat heb ik ook wel eens gezien en toen dacht ik bij me eigen, hé, d’r loopt geen donkere vent naast die klote hond, hoe ken dat nou mogelijk wezen? 

Sanne-Jan laat z’n hondje uit. Nou ja, hondje, het is een pitbullterriër. Klein maar dapper en bovenal gemeen vasthoudend. Als hij eenmaal een menselijk ledemaat tussen zijn kaken heeft geklemd, is er een chirurgische ingreep voor nodig om dat daaruit  los te krijgen. Bruto loopt rechts naast Sanne-Jan, kort aangelijnd. In zijn linkerhand heeft Sanne-Jan een halve honkbalknuppel; de andere helft is al door het beest vermorzeld. Bij het bord ‘Verboden voor honden’ maakt Sanne-Jan zijn levensgevaarlijke viervoeter los van de riem en geeft hem een stevige tik op zijn kont.

“Grwoef, Grwoef,” blij over zijn bevrijding zet hij het op een spurten.  De op het grasveld grazende ganzen worden door Bruto opgejaagd en vliegen paniekerig  gakkend op; hoog opspringend heeft hij er nog bijna een te pakken ook. 

“Kijk daar nou? Een blanke vrouw met een pitbull? Nou, dat zal ik je precies vertellen, jongen. Die honden zijn namelijk ook te koop voor blanke Nederlanders, zoals jij en ik. Inderdaad, ik zie zo veel donkere mannen en vrouwen lopen met een pitbull en óók blànke jongens … met van die opgepompte armen en borsten. Ook mijn schoonzoon, een tamelijk tengere Hollandse jongen heeft er trouwens een.”

 “Hier, Bruto, hier!” Sanne-Jan zwaait met de halve knuppel.

 “Grrrf, Grrrf” hij springt tegen Sanne-Jan op, zo hoog hij kan,

 “Zit,”  Braaf zit de hond te wachten op wat komen gaat. Maar het duurt hem te lang.

“Grauwoef, grauwoef’

Sanne-Jan zwaait met de stok en Bruto springt er naar; hij wil de stok nu al pakken. Dat kan  niet en dat mag nog niet.

“Ga af”

De hond staart grommend en kwijlend naar Sanne-Jan.

''Braaf zo”  

 “Hoor je mij soms zeggen dat die teringhonden niet gekocht mogen worden door blanken?! Ze doen het gewoon haast niet. Maar ik wou je wat vertellen over dat mooie wijf dat ik laatst zag met dat beest. Ik dacht, ik ga effe achter dat mokkel aan. Beetje spionneren, weetjewel. Ik zie haar op de Kroes- eh Kruiskade ergens naar binnen gaan. Nou, dan kan het al haast niet meer missen hè? Ik denk: kom, ik ga effe een pilsie pakken in een kroegie daar tegenover. Vroeger was dat een gezellig bruin café; tegenwoordig is het donker bruin. Ik zit daar nog geen kwartier achter me bier of uit dat huis, waar dat mooie wijf net naar binnenging, komt een enorm gespierde donkere vent naar buiten met diezelfde pleurishond.”