Ik heb vandaag, bij Melief-Bender op de Oude Binnenweg een paar koele Westmalles Trippel gedronken met Midas Gen. Een oud collega. Ik heb hem jaren niet gezien. In de zeventiger jaren werken we beiden in een farmaceutisch fabriekje. Ik maak hoestsiropen en allerlei zalfjes. Midas verpakt die in dozen. Vervolgens worden ze aan apotheken geleverd. Midas kan veel meer dan dat simpele inpakwerk. Na de vierde klas sjeest hij voor het gymnasium. Hij is gedichten gaan schrijven en voordragen. Erg hoog rijst zijn ster niet. Schrijven blijft hij doen … voor zichzelf … hoewel … hij krijgt een uitkering van de sociale dienst ... als tegenprestatie moet hij eens per kwartaal een bundeltje verzen bij de soos inleveren.
Één van zijn werken vergeet ik nooit: ‘Draag het hier in de kroeg nog eens voor,
man,’ vraag ik hem. Hij weigert het pertinent. Terwijl ik juist denk, dat hij
graag voordraagt uit eigen werk. Zeker dit kostelijke gedicht:
Behoed.
Een zaak met herenhoeden,
Een hoer met zoete zaden
Een heer met hoedenzaken
Een hoed met herenzaken
Een heer met zakenhoeden
Een hoer moet niet zaniken
Een hoed met zere haken
Een haak met hoerenzakken
Een zak met haren zoeken
Dus wees op je hoede
En zet hem op!
Midas Gen
Het lijkt zo simpel maar ga er maar eens aanstaan. ‘t Is altijd
een weergaloos succes op de bühne!
‘Ik sta nu bijna twintig jaar droog,’ zegt Midas en gooit
zijn biertje in één teug achterover. ‘Ik ben ook nog anderhalf jaar opgenomen
geweest in de Bouwman, voor mijn verslaving.’
Dat verbaast me nou helemaal niks, want als we elkaar leren
kennen daar bij dat farmaceutische fabriekje, is hij al alcoholist. We moeten
daar om half acht ’s ochtends beginnen maar Midas kwam nooit vòòr half negen
aankakken. Met een kegel van jewelste … om half negen dus al! Hij heeft het zo goed
geregeld, dat één van zijn collega’s zijn urenkaart vòòr half acht klokt.
In het fabriekje is volop alcohol aanwezig. Alcohol, dat nodig
is als ingrediënt voor diverse medicinale drankjes en tincturen. Tussen half
negen en negen uur bereidt Midas zijn cocktail. In een literfles tijmsiroop
mixt hij drie delen alcohol: op een deel water. Daar nipt hij de hele dag van.
Na verloop van tijd zien we de bedrijfsapotheker, de kleine, naïeve Chinees
Tan, steeds radelozer zoeken in de voorraadkast. Hij vraagt, ons, productiemedewerkers,
zorgelijk of we de laatste tijd alcohol gemorst hebben, zonder het te noteren. Wij
weten van de prins geen kwaad.
Niet eerder dan in 2005 wordt Midas opgenomen in de
Bouwmankliniek. Zo ontzettend lang, bijna dertig jaar, redt hij het zonder
professionele hulp. Ik gooi bij Melief-Bender vier Westmalles Trippel achterover en Midas hijst
lekker met me mee … of zijn begeleiders daar nou zo blij mee zijn, betwijfel
ik.
‘Ik ga er van door, Midas. See you.’
Als ik mijn fiets van slot haal, hoor ik Midas nog een
Duveltje bestellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten