maandag 12 september 2022

HEBBIE EEN TIENTJE TE LEEN?

 

Het komt bijna maandelijks  voor dat mijn buurman Karel blut is, wat betekent dat hij geen bier meer kan kopen. Een  regelrechte ramp voor hem. Hijgend als een paard loopt hij de trap op, klopt bij me aan, draait zijn ogen zo ver mogelijk achter zijn oogleden en vraagt met z’n bromstem: ‘Hebbie een tientje voor me te leen? Krijgie zaterdag weer vamme terug.’ Ik geef hem het geld; hij betaalt me altijd keurig netjes terug van zijn eerstvolgende bijstandsuitkering.  Voor een tien euro  heeft hij twee kratjes bier. Hij zet zijn kratjes op het overloopje voor zijn voordeur. Zo is voor ons als buren, zijn zuipgedrag goed te volgen. Karel giet de pils in hoog tempo achter in zijn keel … elke dag ligt het tempo weer wat hoger. Zes, acht, tien halve liters  op één dag. Ik zou niet meer op mijn poten kunnen staan. Aan Karel merk je niks … komt waarschijnlijk omdat hij vaak voor de tv zit en nooit zo veel zijn mond open doet … zwalken heb ik hem nooit zien doen en … op dronkenmanspraat heb ik hem ook nooit kunnen betrappen. Hij heeft PTSS (post traumatisch stress syndroom), overgehouden aan zijn ‘werkzaamheden’ in de Korea-oorlog. In een roes kan hij zich staande houden …. die roes heet dronkenschap….zo kan hij het leven aan … anders meestal niet.  

Op de knalgele trap van ons huis, zie ik met enige regelmaat kloddertjes verschijnen, slijmerige spuugjes. Zeker weet ik het niet. Ik ruim het een keer op, met de mop en een emmer sop. Maar elke dag komen er toch weer van die nieuwe klodders bij. Ik ga er van uit dat vrouwen zoiets als dit niet doen. Van mezelf weet ik dat ik zoiets nóóit zal doen. Dus vraag ik het mijn huisgenoten Jan en Rob. Zij voelen zich alleen al zwaar beledigd omdat ik het ze vraag! Karel reageert niet zo heftig. Hij kijkt me een beetje lodderig aan en zegt: ‘Ik zou het echt niet weten. ‘t Zou kunnen.

’ s Avonds tegen twaalf uur, ik lig al op bed, komt Karel naar boven hijgen. Zijn slaapkamer is ook op de derde verdieping naast de mijne. Onze bedden staan in feite pal naast elkaar, alleen van elkaar gescheiden door een flinterdun hardboardwandje. Karels scheten zijn duidelijk hoorbaar en soms zelfs ruikbaar op mijn slaapkamer … maar dit even terzijde. Halverwege de trap krijgt Karel een hoestbui, hij blijft er zowat in. Hij hoest slijm op en flatsjt het eruit op de trap en splasjt er nog wat na. Ik ga mijn bed uit en ik zeg: ‘Karel, je loopt te spugen, dat moet je niet doen, man, dat is zo godvergeten goor … neem dan verdomme een zakdoek mee en spuug je fluim daar in.’ Geen reactie …  alleen wat binnensmonds gemompel. Karel kijkt wazig en loopt de trap verder op, naar zijn slaapkamer.   ‘t Lijkt wel oftie stoned is. Hij mòèt zijn slijm misschien gewoon gelijk kwijt … bedenk ik  … ik weet het niet … misschien spuugt hij het  onbewust uit. Het blijft natuurlijk supergoor.  

Pas als ik Karel zeg dat ik ermee stop hem geld te lenen, zolang hij blijft spugen op de trap, valt bij hem het kwartje.

zondag 11 september 2022

DIT IS DEZE ZONDAG

 

Deze zondag ga ik na mijn ontbijt, muesli, mijn huis schoonmaken.  Stofzuigen, dweilen, toilet, badkamer. Dan koffie en de (veel te dikke) zaterdagkrant lezen. Een opstel van een leerling lezen en corrigeren en mijn boekhouding doen. Dan is het ongeveer één uur en ga ik wat leuks doen:  met de metro naar  Nesselande.

Daar heb ik een colère end gewandeld rondom de Zevenhuizen plas. Minstens tien kilometer met een goeie temperatuur: 20 graden. Veel mensen (veel oude mensen, zoals ik dus) knikken me gedag. Ik blijf knikken; word gek van dat Parkinsonachtige gedoe. In de plas ontelbaar vooral veel waterhoentjes, ook aalscholvers, witte zwanen en een stel grote Canadese ganzen, die met zo’n zwarte hals. Wandelen om die plas valt nog niet mee. Een paar keer loop ik een doodlopend pad op naar een inham in de Plas, dan moet ik weer een heel eind teruglopen. Ik zou ook over kunnen zwemmen maar ik ben vandaag niet in mijn zwembroek.  Een aardige man, hij zit te vissen,  neemt even de tijd voor me. Ik zeg hem dat ik een biertje wil drinken daar aan de overkant. Hij zegt me hoe ik daar moet komen. Opeens voel ik iets kouds en nats aan mijn vingers. Het is de snuffelende snuit van de lieve hond van die visser. Zo’n jongeman als jij, zegt ie tegen me, moet er rekening mee houden dat het nog zeker twee uur lopen is tot de terrasjes.

Geheel per ongeluk loop ik over het ‘naakt recreatie gebiedje’ van de plas. Een naakte, fraai bruingebrande meneer, ligt op zijn rug, naast een mooie blote poepbruine mevrouw; zij  ligt ook op haar rug. De blote meneer hoort  en ziet mij (geheel gekleed) aankomen lopen. In een soort van blinde paniek grist hij het zomerhoedje van zijn kale kop en zet het boven op zijn geslacht, dat geheel in ruste is. Mevrouw blijft relaxed liggen; ze glimlacht naar mij. Grinnikend loop ik verder, een binnenpretje.

Er wordt flink gebouwd in Nesselande. Veel villa’s of bungalows. Wat is eigenlijk het verschil tussen een bungalow en een villa? Even googlen. Een villa heeft twee of drie verdiepingen, een bungalow is een gelijkvloerse villa. Hier in Nesselande word je doodgegooid met villa’s en villa’s in aanbouw.

Ik sterf van de dorst door deze pittige wandeling.  Als de wandeling er bijna op zit, denk Ik er over om straks op een terrasje te gaan zitten en in één keer twee pilsjes te bestellen …die gelijk te betalen en achterover te slaan. Beetje overdreven, dat zeker. Maar dan zie ik een supermarkt. Daar zijn lekkere sapjes te koop daar lust ik ook wel. Ik koop een halve liter aardbei – sinaasappelsap. Kost maar 2.50. Lekker en lekker koud. Kost maar 2,50 euro. Goedkoper dan twee pilsjes op een terras: 6 euro.

Als ik eenmaal thuis ben neem ik die twee pilsjes toch maar. Deze kosten bij de super 45 cent per blikje, totaal 90 cent dus. Beetje zunig, dat wel. Nu eerst even eten maken: Mexicaanse bonenschotel, frites en tartaar. Kwark toe. Bijzonder smakelijk.

Vanavond om 8 uur foebele:de Rotterdamse derby  Feyenoord – Sparta. Ga ik op tv kijken. Sparta, mijn favoriete club, bakt er niks van en verliest met  3 – 0. Een kut einde van deze op zich zo fijne dag. Ik schrijf alleen nog een stukje en dan ga ik leggen.

zaterdag 10 september 2022

DAT KAN NIET SAMEN.

Normaal gesproken moet ik op mijn 18e in militaire dienst.  Ik krijg uitstel omdat ik eerst nog een jaar de clownsopleiding in Zwolle volg en daarna nog een tijdje in Rotterdam een goochelcursus doe. De man van wie ik het goochelen moet leren, noemt zichzelf nu wel illusionist maar hij heeft  er niet veel kaas van gegeten. Op zijn kast met goochelhoeden zitten twee witte duiven vredig naast elkaar … te wachten tot ze op moeten voor de fatale truc met de hoed. Op de vloer van de oefenruimte liggen dode duiven in steeds verdergaande staat van ontbinding. In de ruimte hangt een verstikkende stank,  die niet zo 1,2,3, weg te goochelen is. Ik ben gestopt bij die charlatan.

Ik krijg twee jaar uitstel van militaire dienst. Twintig ben ik als ik voor het eerst opgeroepen word. Bij de marechaussee ben ik ingedeeld. Ik moet me melden in de Koning Barend III kazerne in Apeldoorn. Het Ministerie van Defensie stuurt me een enkeltje voor de trein. Op dat moment zijn er nog twee andere zaken die me bezig houden.

1.        ik wil met het oog op mijn toekomst boekhouden en gitaar gaan studeren.

2.        ik wil ook met het oog op mijn toekomst eindelijk wel eens verkering.

Dat kan natuurlijk niet samen met werken voor de Marechaussee. Ik zie me daar in Apeldoorn al in boekhouding staan met een gitaar en een lekkere meid. Het moet wel een móóie vrouw zijn: zo’n type als Brigitte Bardot wil ik. Voor minder doe ik het niet. Om die cursussen maak ik me geen zorgen, dat is een fluitje van een cent. Maar het scoren van zo’n ‘stoot’ is nog geen makkie, te meer daar ik zelf niet bepaald moeders mooiste ben,  … daar ben ik eerlijk in.

Op een bankje in het park zit een mollige, geheel in het zwart gekleed meissie met gemillimeterde rode haren. Ik ben gek op rode haren. Heeft mijn moeder ook. Ik houd veel van mijn moeder, dus dat is voor deze vrouw al een goed begin. (Mijn moeder was overigens niet mollig.) Die knalrode vrouw wordt geportretteerd door een kleine, sympathiek ogende Chinees: een vriendelijke lach, een vlassige snorretje en dito sik.

Ik ga ik naast haar op het bankje zitten en zeg met een gek  knerpstemmetje: ‘Zo, hé, wat een knalrode haren zeg. Wel een contrast met dat bleke-koppie van je.. .heb je misschien ook een beetje van dat rood voor mij?’

‘Wil jij soms grappig zijn, sproetenkop, met je spleetogies,’ zegt zij tegen mij. Het klopt wel wat ze zegt. Ik heb sproeten en kleine oogjes maar nog niet van die superspleetjes als de Chinees. Wat kan die man tekenen zeg! Magistraal. Met houtskool.  ‘Twee druppels water jij.’ Als ik dat zeg, is het ijs tussen ons gebroken. Ze grabbelt  in haar tas. Geeft me wat van haar rode haarverf: ‘Hiero, zal leuk staan bij je sproeten, schatje.’

Om haar aan het lachen te maken wrijf ik het spul direct in mijn haar. Ze moet er inderdaad hard om lachen. Ze vindt het grappig maar ook stom. Een kliederboel. De Chinees houdt het nu voor gezien: ‘Morgen verder,’ zegt hij.  

‘Ga mee een kopje thee drinken bij mij, sproetenkop!’ zegt ze. Dat zie ik wel zitten. Ook al is ze geen BB. Het wordt toch wel wat tussen ons.

Jammer, maar nu ik haar heb en ook nog die cursussen, kan ik die militaire dienst er echt niet meer bij hebben. Dat schrijf ik ook aan de Minister van Defensie. ‘Doe dan maar een beroep op de Wet Gewetensbezwaren,’ schrijft hij terug. Oké, dat ga ik doen.

vrijdag 9 september 2022

ALS EEN SPEENVARKEN ...

 

Het begint allemaal bij Anja, dat grietje bij Max in groep drie. Ze zit achter hem. ‘Gatverdamme Max je stinkt!’ Ze gilt het uit, net zoals dat ordinaire typetje in Toren-C  dat doet. De hele klas kijkt gelijk om, eerst naar de krijsende Anja, dan naar Max. Hij zakt zo ver mogelijk onderuit op zijn stoeltje, maar helemaal verstoppen kan hij zich niet. Er is wat gelach, gemompel en er wordt naar hem gewezen. Stom, zelf ruikt hij niks.

‘s Morgens, voor het naar school gaan helpt Max zijn moeder nog even met het in bad doen en aankleden van zijn kleine zusjes en broertje. Dat doet hij wel vaker.  Max is de oudste, hun grote broer. Als de jongste eens gepoept heeft verschoont hij hem gewoon. Nog nooit eerder heeft hij gehoord, dat hij stinkt. Dat kan ook eigenlijk niet want Max helpt zijn broertjes en zusjes altijd als hij nog in zijn pyjama is. Daarna gaat hij onder de douche en dan pas trekt  hij zijn schoolkleren aan.

Voor de zekerheid kijkt Max vlug nog even onder zijn schoenen. Hij kan natuurlijk onderweg naar school in de hondenpoep getrapt hebben. Niks te zien. De meester, geschrokken van het gekrijs van Anja, zegt tegen de klas dat ze weer netjes op hun stoel moeten gaan zitten, met hun gezicht naar het bord. ‘Pak allemaal je pen en je taalschrift en schrijf, achter elkaar, de letters van het alfabet, zo mooi als je kan.’ 

‘Anja en Max lopen jullie even met mij mee?’ De meester, Anja en Max lopen naar de gang. Aan de gang grenst een klein kamertje met een tafel en vier stoelen. Wij gaan dat kamertje in.  Het eerste dat de meester doet is aan Max snuffelen. Hij houdt hem bij zijn schouders beet  en gaat met zijn neus van boven naar beneden langs Max zijn lijf en tenslotte kijkt hij onder zijn schoenen. ‘Sorry, hoor Max, ik wil alleen maar even aan je ruiken. Had je daarnet misschien een poepje gelaten?’ Max schudt van nee.

‘Tsja, Anja, ik ruik helemaal niks aan hem, alleen maar zeeppoeder van fris gewassen kleren en ook heeft hij er niet eentje  laten vliegen. Ruik jij nú nog wat, Anja?’ Ze kijkt nog steeds een beetje verwilderd. ‘Hij stinkt meester, hij stinkt naar zure poep. Gatverdamme!’ En weer  gaat ze tekeer als een speenvarken.

‘Nou, dan wil ik jou ook even besnuffelen Anja, misschien draag jij die geur wel bij je.’ ‘Neen, dat wil ik niet’, krijst ze en ze vliegt op van haar stoeltje, rent weg de gang op, pakt haar jasje en stiefelt de school uit. Onder haar stoeltje ziet de meester wat poepresten liggen. Dat ziet hij ook op haar voetafdrukken in het kamertje.

‘Ga maar weer naar de klas, Max, het komt niet van jou. Kijk goed waar je loopt.’

Nog lang na deze dag wordt Max getreiterd door een stel klieren van zijn groep.; ook Anja zit daar bij. Elke dag, op weg van school naar huis wordt hij nageroepen: ‘Maxie is een stinkdier, hi ha ho!! Maxie is een stinkdier, hi ha ho!’

donderdag 8 september 2022

KAN DAT ALLEMAAL MAAR?

Goede Doelen hebben miljarden op verschillende bankrekeningen staan. We kennen ze allemaal wel: de Rabo, ABNAMRO, ING, Triodos. Wat deden die fucking banken:  ze brachten voor miljoenen euro’s negatieve rente in rekening bij de Goede Doelen. Negatieve rente over de miljarden euro’s van gulle gevers, die met hun giften wereldwijd mensen in nood willen helpen. Hoe komen die banken op het asociale idee?! En … waar gaat dat door de banken ingepikte geld nu naar toe? Natuurlijk … naar de (super)vermogenden, de graaiende aandeelhouders, bestuurders, ceo’s van de banken. Onmiddellijk teruggeven aan de Goede Doelen dat geld! Het is van hun! Die miljoenen zijn zo hard nodig.   

Wat anders dan. De Partij van de Arbeid en Groen links willen dat de regering milarden euro’s vrijmaakt om de inflatie te compenseren. Compensatie voor iedereen in  ons land Van stinkend rijk tot op bijstandsniveau krijgt iedereen evenveel geld om de inflatie te compenseren. Belachelijk! Die (super)hoge en middeninkomens lopen al jarenlang binnen en hebben onderhand genoeg apart kunnen leggen om deze dure dagen door te komen. De overheid moet de lààgste inkomens ruimhartig compenseren. Die hebben het ook ’t hardste nodig. De hoge en middeninkomens niet. Voor de bijstandstrekker is de huidige12% inflatie maar liefst 10% van hun inkomen. Voor de middenstander is dat nog geen 5% van hun inkomen. Voor de veelverdieners is het slechts 1 % van hun vermogen.

Nog meer ellende. Ik waarschuw maar. Leuk wordt het niet meer in dit stukje. Het zal je kind of het zullen je kinderen maar wezen, die door de overheid  ‘ontvoerd’  worden naar Jeugdzorginstellingen.  En  waarom? Omdat de Belastingdienst mensen beschuldigt van fraude bij het aanvragen van Toeslagen. Niet terecht ontvangen toeslagen moeten terugbetaald worden. Het gaat om grote bedragen.  Vaak kan niet op tijd terug betaald worden. Gezinnen gaan failliet, ouders krijgen psychische problemen, gaan scheiden. Ouders verzuipen in de ingewikkelde toelage-problematiek. Uiteindelijk worden de kinderen de dupe. Hun ouders kunnen niet goed meer voor ze  zorgen.  Vervolgens  ‘ontvoert’  de Kinderbescherming meer dan 1600 kinderen naar de Jeugdzorginstellingen. Jarenlang loopt dit nu al. Kinderen vervreemden van hun ouders, kunnen vaak ook niet meer naar hen terug. Een jaar geleden vindt Rutte dit allemaal dieptreurig en gaat er gauw wat aan doen, zegt hij. Niks gebeurd tot nu toe.

Het ergste wat nu al ruim een half jaar speelt is de oorlog tussen Oekraïne en Rusland.  Persoonlijk vind ik dat die oorlogsmisdadiger in Moskou, die misselijk makende Russische dictator,  dood moet. In de praktijk is het niet mogelijk, maar ik zou willen dat hij minstens tien keer de doodstraf krijgt.  Wat een onnodig leed heeft die onmenselijke klootzak zowel Russen als Oekraïners al berokkend! Stop Poetin!

woensdag 7 september 2022

ALLES, BEHALVE BANANEN

 In Afrika ben ik nog nooit geweest. Het trekt me ook niet zo de warmte, de droogte, de hongersnood en de daarop onvermijdelijk volgende dood . Veel Afrikanen bevalt het daar logischerwijs ook niet, want ze migreren massaal onze kant op. Hier worden ze, in Ter Apel, met open armen ontvangen. Eerst even met zijn zevenhonderden ’s nachts in de buitenlucht slapen en vervolgens mogen ze binnenkomen …  sfeer proeven.

De warmte en droogte van deze zomer bij ons is nog maar ‘peanuts’ vergeleken met die in Afrika. Persoonlijk heb ik niet zo veel last van de warmte. Ook al is het meer dan dertig graden in huis. Zonder ventilator, zonder koeling. Tegen alle adviezen in houd ik alle deuren en ramen wagenwijd open. Zo blijft de ergste warmte buiten. Ik vind het wel goed zo. Bij dertig graden, doe ik dertig- graden- dingen: schrijven, lezen, dutjes. Ook douchen, zo heet en zo kort mogelijk … hooguit eens per week en niet meer dan vijf minuten. Ik moet wel aan mijn portemonnee denken en ... ik zal er niet omheen draaien: ik ben bang van water.

Er zit een knoert van een spin boven in een hoek van mijn badkamer. Hij (of zij, waar zie je dat aan?) heeft een groot web gespannen. Daarnet na het poepen, spuit ik hem bijna ondersteboven met het lekkere lavendelluchtje. Ik was die spin helemaal vergeten. Het is al het vierde jaar dat deze spin in mijn plee komt buurten. Ik weet natuurlijk niet of dit dezelfde is, zijn nageslacht of gewoon verre familie. Het moet hier fijn zijn, dus kom hij terug bij mij en dan krijgt hij pardoes zo’n lavendelspray in zijn web. Ongemakkelijk wankelt hij in zijn web. Maar hij overleeft het.

Elke dag gebruik ik een pietsie deodorant, een pietsie, want, inflatie, inflatie, deodorant is ook in prijs omhoog geschoten. Een klein rottig spuitbusje: 4 euro. Neem Becel, dat is wel niet voor onder je oksels … maar voor een voordeelpak betaal je vandaag de dag mooi 4,50 euro. Voor een potje jam maar liefst 4 euro. En in de fles siroop zit een paarmaanden geleden nog 80 cc, nu nog maar 60 cc maar je betaalt even veel als voorheen.  Alles wordt duurder behalve de bananen.

Maar de meest waanzinnige van alle prijsstijgingen is natuurlijk die van het gas. Gelukkig heb ik drie jaar geleden een gunstig contract afgesloten met Eneco, de stroomleverancier. Daardoor hoef ik nu niet te ‘boeten’ en heb ik voor het komende jaar een tamelijk lage maandtermijn. Maar in oktober 2023 loopt mijn contract af. Dan moet ik het variabel tarief gaan betalen en dat is niet mis: nù  al 350 euro per maand. Ik moet gaan sparen. Om het gasverbruik te minimaliseren is het misschien wel goedkoper om voor de winter een bungalowtje te boeken in Curacao.

Onze regering is ook lekker bezig. Er is een plan gemaakt om de gedupeerden (iedereen dus) te helpen ja,ja, nu al loopt de schuld bij vele mensen in de honderden euro’s en wees maar gerust lieve burgers: volgende jaar … vandaag over vijf maanden dus, als de schuld 4 à 5 keer zo groot geworden is, komen we jullie te hulp. Dat is dan t.z.t. een druppel op een gloeiende plaat.

De Shell en soortgelijke instanties maken nu met die hoge gasprijzen meer winst als ooit tevoren. Room die winst af overheid en geef het geld aan de mensen met de lage inkomens, die hebben het werkelijk nodig. Wat moeten al die stinkend rijke  bestuurders en aandeelhouders er mee? Die hebben toch al meer dan genoeg poen om de inflatie het hoofd te bieden.

dinsdag 6 september 2022

ZINGEN

Zingen doe ik de laatste tijd niet zo veel meer. ‘Satisfaction’ van de Stones, is de laatste song die ik meebrul … ik  ben dan nog zo stom om keihard zingend, swingend en springend ‘uit mijn dak te gaan’.  Sindsdien loop ik met kapotte knieën in de wereld rond. Uit mijn dak zal ik niet meer zo gauw gaan.

Het buurtkoor waar ik in 2015 op ga doet voornamelijk square liedjes. Samen met mijn helaas kortgeleden overleden koormaat Frans zing ik wekelijks het prachtige zeemanslied:’Jungen komm bald wieder.’ Ik heb het ook op Spottify. Als het lied langskomt krijg ik het te kwaad .. denkend aan Frans, niet zo maar een klein beetje tranen in mijn ogen, nee zij meanderen  over mijn wangen. ‘Jungen komm bald wieder.’

Huilen en zingen dat is een dingetje bij mij. Wanneer ik auto rijd en ik hoor op de radio ‘die Schöne blaue Donau'  van meneer Strauss, oooh, ik barst spontaan in huilen uit. Mijn auto moet aan de kant. Met mijn hoofd op het stuur blijven de tranen stromen. Als ik die schöne blaueDonau luid en duidelijk hoor stromen en meezing dan voel ik me weer die kleine jongen in mijn moeders armen. Mijn moeder die van geluk met mij door de woonkamer zwiert op die zalige muziek. Háár liefde stroomt ook nu weer door me heen. Dat maakt me zo euforisch. Tranen van geluk … die prachtige blauwe Donau doet me herinneren.

Met mijn treurige meest recente latrelatie zing ik. Vrolijke liederen van Cliff Richard, Boudewijn de Groot, Doe Maar, Abba, the Carpenters en nog meer middle of the road-spul . ‘Jij hebt de muziek weer in mijn leven gebracht.’ zegt zij. We zingen  een avond per week, tien liedjes per keer. Als die relatie na vijf jaar verschrompelt, zegt die vriendin met haar chagrijnige kop:  ‘We zingen nooit meer.’ Ik zeg: ‘Oké, dan  gaan we nú gelijk zingen.’  Ik kies: ‘It’s all over now.’ van de Stones. Zij kiest, ook van de Stones, voor: ’The last time.’ Nou veel duidelijker hoeft het toch niet worden. Een slappe zwanenzang. Binnen een week is de latrelatie finito.

Wat hier niet mag ontbreken is het prille begin van mijn variétécarrière. Samen met neef Kabel vorm ik in de zestiger jaren een lollig-sentimenteel  zangduo: ‘de HaJo’s.’ Kabel en ik zijn dan 15 jaar. De HaJo’s:  ‘voor àl uw lach en traan’ is ons motto. Op de gezichten van de bijna uit het leven verdwenen mannen en vrouwen (vooral vrouwen) verzorgen de HaJo’s de noodzakelijke lach en traan. Vrijwel alle verpleeghuisdirecties gaan graag met ons in zee. We doen het  (dan nog) voor niks. Gert Timmermans-liederen zingen we zoals: ‘een moederhart een gouden hart’, ‘ik heb eerbied voor jouw grijze haren’, ‘moeder huil toch niet meer’ en  ‘altijd blijf ik aan je denken’.  Maar hèt grote succesnummer van de HaJo’s is: ‘Van der Steen met zijn derde been.’ Die act gaat, de titel verklapt het eigenlijk al, over een man, met drie benen, waarmee hij kan dansen en turnen op de brug met ongelijke leggers. Sommige   patiënten komen letterlijk niet meer bij van het lachen. Bij de directie geeft dat ook weer blije gezichten, omdat er op deze manier zo wat ruimte op de wachtlijst is ontstaan.