Posts tonen met het label ordinaire. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ordinaire. Alle posts tonen

vrijdag 9 september 2022

ALS EEN SPEENVARKEN ...

 

Het begint allemaal bij Anja, dat grietje bij Max in groep drie. Ze zit achter hem. ‘Gatverdamme Max je stinkt!’ Ze gilt het uit, net zoals dat ordinaire typetje in Toren-C  dat doet. De hele klas kijkt gelijk om, eerst naar de krijsende Anja, dan naar Max. Hij zakt zo ver mogelijk onderuit op zijn stoeltje, maar helemaal verstoppen kan hij zich niet. Er is wat gelach, gemompel en er wordt naar hem gewezen. Stom, zelf ruikt hij niks.

‘s Morgens, voor het naar school gaan helpt Max zijn moeder nog even met het in bad doen en aankleden van zijn kleine zusjes en broertje. Dat doet hij wel vaker.  Max is de oudste, hun grote broer. Als de jongste eens gepoept heeft verschoont hij hem gewoon. Nog nooit eerder heeft hij gehoord, dat hij stinkt. Dat kan ook eigenlijk niet want Max helpt zijn broertjes en zusjes altijd als hij nog in zijn pyjama is. Daarna gaat hij onder de douche en dan pas trekt  hij zijn schoolkleren aan.

Voor de zekerheid kijkt Max vlug nog even onder zijn schoenen. Hij kan natuurlijk onderweg naar school in de hondenpoep getrapt hebben. Niks te zien. De meester, geschrokken van het gekrijs van Anja, zegt tegen de klas dat ze weer netjes op hun stoel moeten gaan zitten, met hun gezicht naar het bord. ‘Pak allemaal je pen en je taalschrift en schrijf, achter elkaar, de letters van het alfabet, zo mooi als je kan.’ 

‘Anja en Max lopen jullie even met mij mee?’ De meester, Anja en Max lopen naar de gang. Aan de gang grenst een klein kamertje met een tafel en vier stoelen. Wij gaan dat kamertje in.  Het eerste dat de meester doet is aan Max snuffelen. Hij houdt hem bij zijn schouders beet  en gaat met zijn neus van boven naar beneden langs Max zijn lijf en tenslotte kijkt hij onder zijn schoenen. ‘Sorry, hoor Max, ik wil alleen maar even aan je ruiken. Had je daarnet misschien een poepje gelaten?’ Max schudt van nee.

‘Tsja, Anja, ik ruik helemaal niks aan hem, alleen maar zeeppoeder van fris gewassen kleren en ook heeft hij er niet eentje  laten vliegen. Ruik jij nĂș nog wat, Anja?’ Ze kijkt nog steeds een beetje verwilderd. ‘Hij stinkt meester, hij stinkt naar zure poep. Gatverdamme!’ En weer  gaat ze tekeer als een speenvarken.

‘Nou, dan wil ik jou ook even besnuffelen Anja, misschien draag jij die geur wel bij je.’ ‘Neen, dat wil ik niet’, krijst ze en ze vliegt op van haar stoeltje, rent weg de gang op, pakt haar jasje en stiefelt de school uit. Onder haar stoeltje ziet de meester wat poepresten liggen. Dat ziet hij ook op haar voetafdrukken in het kamertje.

‘Ga maar weer naar de klas, Max, het komt niet van jou. Kijk goed waar je loopt.’

Nog lang na deze dag wordt Max getreiterd door een stel klieren van zijn groep.; ook Anja zit daar bij. Elke dag, op weg van school naar huis wordt hij nageroepen: ‘Maxie is een stinkdier, hi ha ho!! Maxie is een stinkdier, hi ha ho!’