woensdag 18 augustus 2021

AFGHANISTAN, DUIVEN

 Wat een paniek heerst er onder veel inwoners van Afghanistan nu de Taliban de macht daar hebben overgenomen.  De nieuwe Afghaanse leiders sussen de angst onder de Afghanen door te beloven dat het leven in het land rustig door kan gaan. Er zal niet,  zoals de Taliban in het verleden deden, gewelddadig worden opgetreden. Deze belofte horen veel Afghanen met groot wantrouwen aan. De Taliban proberen met die belofte alleen maar goede contacten met het buitenland aan te zwengelen.  Afghanen die samengewerkt hebben met de Amerikanen en Nederlanders, vrezen voor een gewelddadig einde van hun leven. Afghaanse vrouwen moeten weer gesluierd, mogen niet meer werken, moeten trouwen. Vrouwen worden weer ongestraft verkracht door Talibanstrijders.   

Hoe bang de Afghanen zijn  werd heel duidelijkst geïllustreerd door hun massale vlucht naar het vliegveld van Kabul, de hoofdstad van Afghanistan. Een vliegtuig dat daar gereed stond om naar Amerika te vertrekken, werd door  tientallen  mensen beklommen. Op het dak, op de vleugels, op het landingsgestel  van het vliegtuig zaten Afghanen klaar om te vluchten naar de Verenigde Staten. Ze zullen niet beseft hebben dat ze kansloos waren daar ooit aan te komen. Op beelden van het opstijgen van dat vliegtuig, was te zien hoe vluchtelingen van het vliegtuig af, te pletter vielen.

Nederland is het nu  aan zijn stand verplicht om snel de bedreigde Afghanen, die daar voor Nederlanders hebben gewerkt, hier een veilige plek te bieden. Dat had in feite al geregeld moeten zijn. Nu het al bijna te laat is, wordt er in het parlement nog gekissebist over wie hier en wie hier niet welkom is. Hopelijk gaat Nederland niet opnieuw voor een internationale blamage zorgen zoals het in 1995 deed  in Srebrenica.  

  

(En dan iets geheel anders)

DUIVEN

De duiven schijten sinds drie weken de balkons van onze flat niet meer onder. Het is wel  even wennen. Niet meer een paar keer per avond opspringen om een of meerdere duiven te verjagen. Geen duivenstront meer wegboenen. Zouden de duiven en masse besloten hebben een andere flat te gaan ‘bewonen’? Nee, zoiets besluiten duiven niet instinctief. Vanmorgen was ik op de sportschool. Zoals altijd op woensdagochtend. Buurvrouw Diane was daar ook.    

‘Eindelijk geen last meer van die duiven, fijn hè Diaan?’ zei ik. Ze was een van de flatbewoners die heel erg veel last had van de duiven. Dat kwam omdat haar buurman ten eerste die vogels voerde en ten tweede omdat hij zijn ondergescheten balkon en ramen nooit schoonmaakte, wat weer een aantrekkende werking had op die beesten. Op zijn balkon zijn heel wat eitjes uitgebroed.

Diane vertelde me dat ze voor zestig euro op internet een apparaatje gekocht had, de stop-bird-pro doos (SBP-doos), die doos heeft een hoge frequentie en werkt in op het zenuwstelsel van gevogelte om ze te verjagen.  Dat apparaat heeft ze  aan haar balkon bevestigd, aangezet en sindsdien is de hele flat verlost van de duivenoverlast. Nee, ze is niet van plan om een collecte onder de buren te gaan houden om die zestig euro terug te krijgen.  De meeste flatbewoners zullen de duiven wel missen (als kiespijn) maar niemand weet hier vanaf … behalve ik dan … Diane is al lang blij dat ze geen last meer heeft van die vogels.

Mij valt de laatste weken op dat de andere vogels bij ons achter luidruchtiger zijn dan ik gewend ben. De meeuwen, roeken, kraaien en eksters (die herken ik) blijven gewoon rondvliegen bij ons in de buurt maar ze klinken wat onrustiger … misschien heeft dat te maken met de geluidsfrequentie van de SBP-doos.

 

 

dinsdag 17 augustus 2021

STRAKS

Over vroeger, altijd maar weer over vroeger schrijven wil ik eigenlijk helemaal niet; het maakt me kotsmisselijk … de lezer zal het zo langzamerhand ook wel spuugzat zijn.  Het zal meer moeten gaan over straks, vanavond, dadelijk, morgen, overmorgen, in het weekend,  als het weer herfst, winter, lente wordt, volgende week, volgende maand, volgend  jaar, volgend kwartaal, als ik de tachtig haal  en wie weet wel (veel ouder) wordt, in december, met de Kerst en Oud en Nieuw, het reisje dat ik, wanneer weet ik nog niet, ga maken naar Berlijn, films of theaterstukken die nog gemaakt moeten worden en die ik ga zien, mensen die ik nog zal ontmoeten.

Straks, over een kwartiertje al, ga ik eten maken; ik durf het haast niet op te schrijven maar ik ga weer mijn lievelingsrecept maken: witlofsalade; mijn lezers kunnen haast dromen wat daar in zit, dus zal ik het voor de zekerheid nog eens opsommen (dit is voor één persoon voor twee dagen): twee in partjes gesneden  witlofstronken, 2 in plakjes gesneden bananen, 2  grote appels geschild en in stukjes gesneden, 2 handen vol rozijnen en een flinke plens sinaasappelsap; dit alles door elkaar roetsjen en een kwartiertje laten  marineren. In feite kan dit recept natuurlijk ook voor één persoon voor één dag worden gemaakt door alle ingrediënten te halveren èn er dus een halve plens sinaasappelsap  er op te  gieten … stom dat ik dat niet eerder zag.

Ik begin vandaag wat vroeger met eten maken dan normaal omdat ik vanavond een vergadering heb; ik ben namelijk gevraagd om bestuurslid te worden van het ontmoetingscentrum (O.C.) Prinsenhof,  hier in Prinsenland. Deze vergadering ga ik snuffelen, proeven het of het wat voor mij is. ‘Un peu nerveuse’ ben ik wel moet ik eerlijk zeggen; het is al zolang geleden dat ik vergadert heb.

En dan krijg ik het weer een beetje moeilijk, want ik ga nu eten maken en daarna naar de vergadering. Met het volgende stukje ga ik verder na de vergadering en dan zit ik dadelijk toch weer te schrijven over het verleden.

Onder het eten maken staat buurvrouw Mies (niet haar echte naam) plots voor mijn keukenraam; ze gebaart me dat ze wat wil vertellen: er is in onze flat een buurman van de vijfde door een buurvrouw van de zesde etage met een ijzeren tang aangevallen; hij woont vlak onder haar. De man was een zestiger, zeker 160 kilo, abnormaal zwaar dus. De vrouw was al oud, achtentachtig. Hij had zijn geluidsinstallatie de laatste tijd keihard staan. Zij had er al regelmatig bij hem over geklaagd; vooral haar kleine poedeltje had er veel last van. Het beestje maakte de laatste tijd, natuurlijk door die geluidsoverlast, de vreemdste buitelingen in huis. Maar de buurman van de vijfde deed net alsof hij gek was en liet het geluid gewoon zijn boxen uit knallen. Hij is gewond geraakt aan zijn hoofd  en met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Zij werd geboeid (!) meegevoerd naar het politiebureau. De traumahelikopter kwam nog aangevlogen … maar te laat.

Bestuurslid van het O.C. Prinsenhof word ik zeker niet, weet ik nu al. Heel snel word ik vanavond moe van het vergaderen met die vier andere, aardige mannen van het OC-bestuur   het lukt me niet meer;  ik klap dicht … kan me niet concentreren. Met een goed boek, een film, een voetbalwedstrijd, het gezelschap van een of twee  leuke mensen of zelfs in mijn eentje, vermaak ik me ongetwijfeld  beter.

maandag 16 augustus 2021

EXEN

 Zouden mijn exen nu wèl gelukkig zijn, zònder mij? Twee schilderijen in mijn woonkamer herinneren mij voortdurend aan hen.  Mijn eerste ex, Laura, schilderde een schitterend portret van mij. O, wat sta ik daar mooi op. Zij was duidelijk verliefd op mij toen ze me schilderde. Ik zal niet zeggen dat ik lelijk ben maar dit is weer te veel schoonheid.  Dat andere schilderij kreeg ik van mijn tweede ex, Olga.  Ik mocht het doek zelf uitzoeken bij een kunstschilder met wie zij bevriend was. Ik koos een werk, een haventafereel, dat haar meer dan driehonderd euro kostte. Zij was óók verliefd en wilde wel blijkbaar wat uitgeven voor mijn verjaardag.

Het viel me een dezer dagen opeens op dat het portret, dat Laura van mij maakte begon te bladderen. Ik stofte de broodkast in de woonkamer eens een keertje goed af en zag toen mijn portret van heel dichtbij. Ruim vijftig jaar geleden schilderde ze het en nu ging de plakkaatverf bladderen. Tot nu toe was het alleen een stukje van mijn hals.  Hoe lang zal het nog enigszins toonbaar zijn?  Hooguit tien jaar, denk ik. Dat is genoeg want zolang zal ik er ook nog zijn zo ongeveer. 

Het prachtige acrylverfschilderij dat ik van Olga kreeg, gaat zeker nog vele jaren meer mee; daar mogen mijn erfgenamen dan om vechten, ze kunnen ook proberen het te verkopen, het linea recta bij het grof vuil deponeren of ze geven het terug aan Olga, als ze het wil hebben.

Olga, wilde in de periode dat we elkaar kenden ‘er nooit op uit’. Heimwee speelde al snel bij haar op.  Een onbestemde angst domineerde haar; zowel binnen- als buitenshuis. Van verandering was ze wars; ze bleef maar het liefste thuis hangen, slapend, e-mailend of tv kijkend. Ze ging met mij wel eens een eindje wandelen, naar een musical of een film maar dat was hoogst sporadisch. Meestal zaten we verveeld onderuit op de bank, ik las wat en zij vijlde haar nagels.

Met Laura heb ik veel gereisd. We liftten naar Milaan om op 6 mei 1970, Feijenoord in de finale van de Europa Cup te zien voetballen tegen Celtic, de Schotse kampioen. Wat een feest werd het  op het Piazza del  Duomo, het grote plein in Milaan, toen Feijenoord die Cup won ...het duurde tot diep in de nacht … en we vierden het samen met de sportieve Celtic-supporters … zingen, lachen en veel te veel zuipen ...  

Met de trein, de bus of ons eigen Renaultje-4 gingen Laura en ik naar Frankrijk; we vlogen naar Italië en verschillende malen naar Portugal. Een van de meest memorabele reizen die we maakten was de Oost-Europa reis.  In 1972 toerden we in drie weken met een Amerikaanse reisorganisatie naar West-  en Oost-Berlijn, Warschau, Moskou, Leningrad, Minsk, Helsinki, Stockholm, Kopenhagen en tenslotte terug in het huidige 020.  Ik was in die tijd lid van de CPN, communist dus, en wilde graag ervaren of het leven in ‘het oosten’ werkelijk zo naargeestig en beklemmend was als de westerse media ons wilden doen geloven.

In Oost-Berlijn ging het meteen al mis met mijn positieve instelling ten opzichte van het communisme. Wij, Laura en ik, en ook onze medereizigers, voornamelijk Amerikanen, moesten al onze stripboekjes (comics) inleveren bij de Stasi’s, die ons bij de grens tussen Oost- en West-Berlijn  (Checkpoint Charlie) streng controleerden. In Moskou werden we op onze wandelingen door de stad zogenaamd onopvallend geschaduwd door mensen van de geheime dienst. Toch slaagde een aantal van onze medereizigers er in om meegebrachte spijkerbroeken aan Russen te verkopen. De spijkerbroek was zeer gewild, doch door de Russische overheid verboden ... was te Amerikaans.  Wat ons toen verder opviel was dat het schoonhouden van de straten in Rusland gedaan werd door  stokoude geheel in het zwart geklede vrouwen. 

Het  hele Oostblok maakte een weinig welvarende indruk op ons: verpauperde woongebouwen, lange rijen voor winkels, slecht onderhouden wegen, veel politie op straat. Erg gelukkig werd ik er niet van. Ik bleef nog wel jarenlang communist. Naar het voormalige Oostblok ben ik niet meer terug geweest.  Binnenkort zal ik voor de tweede keer van mijn leven Berlijn weer bezoeken; voor het eerst zònder muur.

zondag 15 augustus 2021

SPIDO

 Voor mijn buurman Rinus en mezelf heb ik afgelopen dinsdag twee tickets gereserveerd  voor een vaartochtje met de Spido over de Maas; één voor mezelf en één voor mijn buurman Rinus. We hebben allebei een Rotterdampas en daarmee krijgen we de tickets gratis. Ik heb kaartjes voor binnen besteld omdat er wat regen was voorspeld , maar die voorspelling gaat vandaag echt niet uitkomen. Het is bijna bloedheet en binnen in de boot is het met al die mensen op elkaar gepakt nog benauwd ook. Bovendien loopt Rinus te mopperen dat hij hier door de ramen van de boot geen behoorlijke foto’s kan maken. We drinken eerst even wat … Rinus neemt cappuccino en ik tonic .. dan gaan we naar buiten.

Veel mensen ook hier … vaders en moeders met kinderen, opa’s en oma’s met kleinkinderen. Jonge kinderen, zo zie ik, zijn al snel in slaap gevallen op vaders of moeders schoot of in een kinderwagentje. Wat oudere kinderen vinden de omgeving interessant en vragen hun ouders ‘wat is dat?’ en die vertellen hun kroos dan graag wat zij ervan weten. Ik hoor veel talen om mij heen. Veel meer dan de vier talen waarin de Spido-mevrouw  uitlegt wat er zoal te zien is … ik hoor sowieso ook nog Pools, Grieks, Italiaans, Spaans, Marokkaans en Turks, maar waarschijnlijk kunnen veel mensen die de laatste twee talen spreken, ook wel Nederlands verstaan…  en Rinus maar foto’s maken.

We zijn al bijna in Schiedam, mijn geboorteplaats. Mijn moeder is daar ook geboren in 1929. Mijn vader niet, die is geboren in Indonesië in 1931. Mijn vader en moeder hebben elkaar wel ontmoet in Schiedam in 1950, mijn geboortejaar. Mijn opa en oma van moederskant (wij zeiden altijd opa en oma van mama) woonden daar ook. Oma van mama was een lieve zachtaardige vrouw, ik weet nog wel dat ze ziekelijk was … ze had veel wondjes op haar benen, ‘open benen’ werd dat genoemd … oma hield heel veel van poezen maar toch nam ze er geen … ze was bang dat een kat haar benen verder zouden open krabbelen.  Opa van mama maakte met Sinterklaas verrassend leuke kadoos voor zijn kleinkinderen; zo maakte hij zelf het bij ons thuis legendarische Kabouterspel, dat we wel honderden keren met plezier gespeeld hebben. Ook maakte hij, in zijn prachtige schuinschrift, fraaie, hilarische gedichten.  Maar het meest van al zal ik opa van mama herinneren als de man die mij, terwijl hij mij zogenaamd leerde verven, misbruikte door zijn dikke worstvingers in mijn broekje te persen, mijn piemeltje zocht  en er zachtjes in ging knijpen.  Ik was toen zes jaar. Ik herinner me dat mijn moeder toen ik haar vertelde  wat opa gedaan had een rood hoofd kreeg, ging huilen, haar jas aandeed, zei dat ze even met opa ging praten en weg was ze.  Opa van mama is sedertdien nooit meer bij ons thuis op bezoek geweest.  Later hoorde ik dat die opa meerdere slachtoffertjes had gemaakt onder mijn neefjes en nichtjes…. We zijn dus in Schiedam … hier keert de boot … vaart weer terug richting Erasmusbrug.   

Langs de s.s. Rotterdam gaan we nu. Hier is Katendrecht. Keurig zegt de Spidostem door de speakers van de boot in vier talen dat Katendrecht een voormalige hoerenbuurt is. Nu is het een yuppenbuurt: onze corona-minister Hugo de Jonge woont er ook.   

Mijn vader heeft vele jaren gewerkt op de s.s. Rotterdam ... maakte cruises en voer talloze malen Rotterdam – New York op en neer. Hij was pantry-bediende … moest voornamelijk afwassen en opruimen … verdiende er niet veel mee, te weinig in ieder geval om zijn gezin te kunnen onderhouden.

We komen aan het einde van de reis. Vanaf de Spido-boot  is het een mooie aanblik:  de Willemsbrug gezien door de Erasmusbrug. Rinus had het plaatje al geschoten.

zaterdag 14 augustus 2021

Buurvrouw

 Mijn buurvrouw is een klein, oud, lelijk wijfie met een bochel. Haar hoofdje heeft een diep treurige uitstraling. Bovendien loopt ze scheef met een afwijking naar links. De laatste jaren heeft ze een vriend gehad, ook een oudje, ouder zelfs dan zij,  maar niet zo lelijk: hij was kaal (met zo’n lullig kransje) en afgrijselijk vreugdeloos. Een paar dagen per week was hij bij haar.  Hij at en sliep daar dan ook.  Voorheen was ze altijd alleen … en bang.  Mijn buurvrouw vertelt me, in vertrouwen, wat over hen samen.

‘Ik ontmoette hem op een koor, we waren allebei halverwege de zestig en euforisch. Hand in hand dartelden we over straat. Hij tilde me bij de supermarkt op, zo hoog hij kon.  Ik  gilde het uit als een hysterische tiener. We lachten veel, zoenden hartstochtelijk  en praatten wat overdreven hard.  We aten gezellig samen en deden daarna de vaat. Scrabble, tri-domino, dammen en schaken speelden we fanatiek … hij won meestal wel maar dat vond ik niet erg ….   hij hielp me verder altijd graag met allerlei klusjes in huis ….  maar ondanks dit alles was onze liefde  geen lang leven beschoren ... dat ie langzaam maar zeker impotent werd, speelde daarbij voor mij ook mee.’

‘Zonder enig plezier wandelden we steeds weer door het zelfde parkje. Staarden ons suf naar steeds weer dezelfde programma’s op tv. Hij zat veel met zijn neus in de boeken;  ik puzzelde me wezenloos en vijlde continu mijn nagels.’

‘Zullen we vrijen,’ vroeg hij regelmatig. ‘Ik schrok daar steeds weer van.  Mijn adem stokte. Ik had geen zin. Nooit. Maar ik deed het toch. Altijd. Mooie piemel heb je, zei ik … maar het was er gewoon een van dertien in het dozijn en eigenlijk nog een beetje ondermaats ook. Het kostte me veel moeite om hem aan een stijve te helpen; meestal lukte dat ook niet; zijn pik bleef halfzacht, als een lauwe rookworst. Zelfs met een dubbele dosis viagra lukte het niet.  Op het nachtkastje lag de tube glijmiddel te verpieteren.  Ik masseerde hem net zo lang tot hij, hijgend als een bejaarde jogger aan de finish, klaarkwam.  Het kleine beetje waterige sperma dat uit zijn geslacht druppelde was beschamend, gezien alle moeite die  ik ervoor had moeten doen … maar eh, Ik ben nu wel bijzonder openhartig … je gaat het toch niet allemaal lopen rondbazuinen, hè!?’

 ‘Het leek me echt een aardige vent, die vriend van je,’ zei ik. ‘Nou nee … dat was maar uiterlijk vertoon, hij was stik jaloers en stinkend achterdochtig; ik durfde gewoon niet meer naar andere mannen te kijken.’

‘Uiteindelijk, denk ik, bleef hij alleen maar bij mij voor mijn geld. Ik stopte hem namelijk maandelijks wat geld toe (zo’n kleine honderd euro) waarmee hij zijn krantje, sportschool , viagra en  glijmiddel kon bekostigen ...hij had het niet zo breed.’

‘De laatste jaren hadden we te veel ruzie om niks. Zo kon ik bijvoorbeeld nogal uitgelaten zijn als ik een tv-quizvraag goed had … ging ik juichen … gillen … springen,  ‘je lijkt wel een dronken hooligan, belachelijk zeg,’ zei hij dan. Ik reageerde daar weer flink pissig op en vervolgens zei meneer  dan vier dagen helemaal niks meer tegen me … en zo ging dat steeds met ruzies … daar had ik geen zin meer in.’

Mijn kleine, openhartige buurvrouw woont sinds een paar maanden weer alleen … ook is de angst er weer. Ze heeft hem eruit gegooid. Een ervaring rijker … een illusie armer.

vrijdag 13 augustus 2021

DEN BOSCH (4)

 Gisteravond heb ik, na Dali en de lekke band, afscheid genomen van Paula.  ’t Is leuk geweest,  vonden we allebei. We luchtkusten nog  … één keer….. ‘misschien tot ziens …. doei.’

Op de laatste dag van mijn verblijf in Den Bosch, kwam ik er achter dat ik mijn huissleutels kwijt was.  Ik had ze in het vak van mijn koffer gestopt waar ook het sudoku puzzelboekje zat, dacht ik. Daar zaten ze dus niet meer.  Voor de zekerheid mijn rugzak en de koffer omgekeerd; maar niks  gevonden. Tinie, de B&B dame had ook geen sleutels gezien. Mijn buurvrouw in Rotterdam, Hilde,  heeft mijn reservesleutels, ze zou de planten water geven. Als zij thuis is, als ik thuis kom vanmiddag kan ik in ieder geval mijn huis in.  Ik ga haar bellen en zeggen dat ik tussen vier en vijf in Rotterdam ben…….. ze neemt niet op …… niet één keer, niet twee keer …tien keer niet.  Dan bel ik maar een andere buurvrouw, An, zij neemt gelijk op. Als ik haar vertel wat er aan de hand is, zegt ze dat ze meteen even langs zal gaan bij Hilde… en dan belt ze me terug. Wat bleek: de batterij van de telefoon van buurvrouw Hilde was leeg …. vanmiddag zou ze niet thuis zijn; vanavond laat pas … dus gaf ze buurvrouw An , die naast mij woont, de reservesleutels. Ik opgelucht. Kon de sleutels bij An ophalen als ik vanmiddag thuis kwam. Hoefde ik niet op mijn koffer op de galerij  te gaan zitten wachten tot buurvrouw Hilde thuiskwam. 

Dan kon ik nu toch nog even gaan kijken in het IJheronimus Bosch Art Center oftewel het Jeroen Bosch museum. Dat is gevestigd in een oude kerk. Jeroen Bosch leefde van 1450 tot 1516. Zijn achternaam was eigenlijk ‘Van Akens’ .  Omdat zijn woonplaats Den Bosch was signeerde hij zijn werk met  Bosch. In het museum zijn reproducties van zijn drieluiken, schilderijen en tekeningen te zien, aangevuld met uitvergrote driedimensionale figuren uit zijn werk en een reconstructie van zijn atelier. De toren van het museum biedt een fraai uitzicht over Den Bosch.

Het merendeel van Bosch  thema’s zijn ontleend aan de bijbel. Het lijden van Christus en het laatste oordeel komen vaak voor. Christus en de heiligen vormen het goede voorbeeld. Opvallend is ook de groep waarin de zondige mens centraal staat, zoals ‘de Hooiwagen’ en de ‘Tuin der lusten’.  De Tuin der Lusten is het bekendste werk van Bosch.  Het drieluik toont het huwelijk tussen Adam en Eva, met op de achtergrond konijntjes, die de opdracht aan de mens symboliseren: wees vruchtbaar en bevolk de aarde. Op het middenpaneel is de mens afgebeeld die zich bezondigt aan de wellust…. en op het rechter paneel is te zien waar die zondige mens zal eindigen: in de hel, in een magnifiek geschilderd vuur. De zondige mens wordt door Bosch uitzonderlijk lelijk  geschilderd: grote oren, uitpuilende ogen met een domme, agressieve uitstraling, verbeten blik; aangemoedigd door duiveltjes.      

Jeroen Bosch vind ik net zo surrealistisch als Dali. Op een van zijn werken schilderde Bosch mensen  omgeven door olifanten en giraffen op mini formaat.  

Het was goed om even in Den Bosch te zijn; zes jaar lang alleen maar Rotterdam is ook niet alles. Ik nam afscheid van Tinie, de B&B-dame, bedankte haar voor de gastvrijheid en de lekkere ontbijtjes. De trein vertrok om drie minuten over drie richting Rotterdam-Alexander.  Kwart voor vijf was ik thuis. Van buurvrouw An kreeg ik de reserve sleutelbos.  Eenmaal in mijn huis zag ik mijn verloren gewaande sleutelbos aan het sleutelrek hangen. Ik had hem gewoon niet meegenomen!

 

donderdag 12 augustus 2021

DEN BOSCH (3)

 Paula had een grappig, tamelijk kort zwart jurkje aan en tot mijn grote verbazing was ze naar de kapper geweest en had ze  d’r blonde haar  paars laten verven. Ze zag er leuk uit zo. Ik ging samen met haar het Noordbrabants museum. We zouden kennismaken met een bijzondere kunstenaar: Salvador Dali.

Op de fiets gingen we naar het museum. Zij bij mij achterop. Het was moeilijk een plekje te vinden om de fiets te stallen. Op veel plaatsen zag ik bordjes met de tekst: ’Hier geen rijwielen plaatsen.’  Ik moest die fiets toch ergens kwijt. Dus zette ik hem maar op een verboden plek.

Het was ondanks de tijdsloten druk In het museum. Er  waren zowel schilderwerken van Dali te zien als foto’s van hem die door zijn vrienden waren gemaakt.  Salvador Dali (1904-1989)was een creatieve alleskunner. Heel bekend zijn de schilderijen met gesmolten uurwerken maar die zijn hier niet in dit museum te zien. Zijn erotische schetsen en zelf ontworpen advertenties worden nu wel getoond. Dali was naast kunstschilder ook reclamemaker, schrijver, acteur, minnaar en model.  De foto’s laten duidelijk zien dat Dali al op heel jeugdige leeftijd surrealistisch bezig was. Zijn sprankelende humor, bewuste provocaties en natuurlijk zijn markante snor waren opvallend.

Veel belangstelling was er voor Dali’s erotische prenten, eigenlijk waren er (gezien de corona) veel te veel mensen in die zaal. Desalniettemin heb ik de suppoosten niet zien handhaven.  Paula was bijzonder geïnteresseerd in die prenten; ze stond er zowat met haar neus bovenop …… en eerlijk gezegd raakten die prenten mij ook wel …….. we hadden het er niet met elkaar over.

Koffie. In Den Bosch was trakteren op koffie met de hier beroemde lekkernij een soort verplichting: de Bossche bol. Paula vond het een prima idee. Zij at weliswaar haast nooit zo’n bol. Ze was hier geboren en getogen. Voor haar was  die bol niet zoiets speciaals. Het was al lang geleden dat ze er een op had, zei ze. Nu had ze wel trek. ‘Het water loopt me al uit de mond.’

Bossche bollen zijn supergrote roomsoezen, die moeilijk te eten zijn … de serveerster gaf er mes en vork bij. Maar snijden in zo’n bol dat gaat echt niet, dacht ik, dus ik neem een grote hap en tegelijkertijd valt er een grote klodder slagroom uit de bol op mijn broek. Paula moest lachen, wat ik nou niet zo leuk vond ….. Ik at met de vork de slagroom van mijn broek. Voor wat ik er niet af kreeg, gaf de serveerster mij een vochtig doekje. Gelukkig zat er nog heel wat slagroom in de bol om van te smullen. De koffie was goed. Lekker sterk. Paula bedankte me voor de traktatie. Ze kneep me zachtjes in mijn arm.

Op naar de fiets! Die stond er nog maar wel met een lekke voorband. Het ventieltje was los gedraaid. Natuurlijk door een gluiperige buurtbewoner. Voor ons zat er niets anders op dan (een half uurtje)naar de fietspomp te lopen; op het Centraal Station.