zondag 4 oktober 2015

HUIS

De trouwring uit mijn eerste en enige huwelijk heb ik, na de scheiding, nu 7 weken geleden, nog steeds om mijn ringvinger. Ik dacht: zij houdt dan wel niet meer van mij maar ik nog wel van haar, ondanks alles. Dat zal waarschijnlijk nooit meer overgaan. Om sommige dingen haat ik haar maar er zijn ook zat dingen waarom ik nog van haar houd. Daarom houd ik hem om, die ring. Hoewel het behoorlijk aan me vreet, want als ik kijk, als ik heel bewust naar die ring kijk, dan schiet ik keer op keer weer vol. Ik bedenk me dan dat die ring ook symbool staat voor mijn levenswerk van 45 jaren. Zomaar 45  weggepleurde jaren met veel lol, verdriet, pijn, bouwen en breken, genieten en lijden, lachen en mopperen, humor en cynisme …. Zomaar even weggepletterd. Het ‘huis’ dat mijn ex en ik samen in die 45 jaar gebouwd hadden, verdiende misschien niet de gouden architectuurprijs maar het stond er wel. Ons huis, mijn huis dus ook, ben ik helemaal kwijt.
Mijn leven is verwoest en ik heb niet het idee dat dat ooit nog goed gaat komen. Het zal de komende twintig jaar (liever minder dan meer jaren ) gewoon aanklootzakken worden. Een enigszins zinvol leven zie ik mezelf niet meer krijgen.
Ik was in dat andere, samen gebouwde, huis bezig met rustig van mijn pensioen te genieten en absoluut niet bezig om met allerlei mogelijke en onmogelijke fratsen een beetje meer onder de mensen te komen. Dat was toen ook helemaal niet nodig want mijn leven was zo al goed genoeg. Mijn huis (ons huis) stond er, er hoefde op mijn oude dag niet zo ontzettend veel meer aan gedaan te worden … ik (we) kon (konden) mijn (ons) leven zo kalmpjes uitzingen, dacht ik.  
Maar nu moet ik allerlei dolle capriolen gaan uithalen om nog bij de mensen te mogen horen. Ik ga op een zangkoor, klootzak dat ik ben, een zangkoor voor ouwe wijven, nooit, nooit, nooit, nooit, was ik in dat andere huis op het idee gekomen om zoiets gênants te doen. Nu doe ik het, uit nood, om andere mensen in de buurt te leren kennen.
‘Goed hoor, Jos, dat je dat doet!’ hoor ik om me heen. Ik móét godverdomme wel ... wil ik niet in eenzaamheid wegrotten, dan moet ik onder andere wel bij zo’n kutkoor gaan of op bejaardengymnastiek.
Op zondagmiddag ga ik naar een ontmoetingsmiddag in het buurthuis ‘gezellig uierboord eten’ … heerlijk dat uierboord, daar niet van, maar ik eet liever met zijn allen in ons huis een bord erwtensoep of zo. Ik kom door al dat gelazer, verdomme, nu niet eens toe aan een eenzame activiteit als de krant lezen, omdat ik me zonodig in allerlei sociale bochten moet kronkelen: zingen, uierboord vreten en  jokeren. Hartstikke leuk ook dat jokeren, maar dan met mijn vrouw en mijn kinderen en niet met een stelletje afgekeurde wipkippen. Voor viervijftig ga ik eten in het buurthuis, vier euro vijftig kost het; dat klinkt precies zoals dat eten smaakt, goedkoop en niet veel, er zit niet eens blaadje groen bij. Maar ja, ik ontmoet er mensen uit de buurt dus ga ik maar bruine bonen met aardappelen en een speklappie eten of (veel) spaghetti met (weinig) saus. Ik doe het allemaal met frisse tegenzin en ik denk eigenlijk niet dat ik dit zo ga volhouden … die poppenkast …

Dan wordt er ook nog aan me getrokken om allerlei vrijwilligerswerk te doen alleen ‘om er even uit te zijn’. Ik doe al vrijwilligerswerk zat. Ik doe ‘Samenspraak’ dat is twee uur per week praten met nieuwkomers in Nederland. Daar heb ik er nu vijf van en dat gaan er zes worden. Dus dat is zes maal twee uur is twaalf uur per week vrijwilligerswerk. Dat Samenspraak vind ik nou echt leuk, zinvol werk. Dat is blijkbaar niet voldoende. Ik laat me opjagen tot nog grotere activiteit, moet me veel meer onder de mensen begeven. Het maakt me enerzijds speedy, anderzijds neerslachtig. Ik wordt dat leventje zo langzamerhand spuugzat; wordt er doodmoe van; ben het beu. Goed bezig, Jee!?

zaterdag 3 oktober 2015

VRIENDIN

Ik heb nu eigenlijk alles wel zo’n beetje in mijn nieuwe huis. Nog niet echt alles, qua spullen bedoel  ik dan vooral. Een paar dingen nog niet, een knoflookpers bijvoorbeeld en zo’n driehoekig afvalbakje voor in de ‘gootsteen’ zal ik maar zeggen. Hoe noem je dat eigenlijk in deze tijd … wasbak? Voor de sfeer  ’s avonds zou het mooi zijn, als ik er twee schemerlampjes bij zou hebben … en zo zijn er nog wel wat dingetjes.

Laatst had ik hier iemand over de vloer, ik weet niet eens meer wie precies, ik dacht, dat het een van mijn zonen was, die me opeens verbaasd aankeek toen hij zag dat ik eenpersoonsbedje in mijn slaapkamer had staan:
‘Waarom heb je geen tweepersoonsbed genomen.’
‘Ja,’ dacht ik, ‘je mag drie keer raden. De reden is natuurlijk heel simpel: ik zie mezelf niet zo gauw een vrouw verleiden om bij mij in een tweepersoonsbed te kruipen. Vandaar dat eenpersoonsbed, jongen ... voorlopig ruim voldoende.’

Eerder schreef ik al dat ik voor mijn gevoel ‘maar’ twee vrienden had, mijn zoon Freek en Kawus, bij wie ik een tijdje gewoond heb. Langzamerhand begin ik ook het gevoel te krijgen dat er een vriendschap met een vrouw zou kunnen ontstaan. Zij heet Ina en we doen sedert twee maanden wel eens wat vrijwilligerswerk samen, we zijn een keertje naar de bios geweest, we fietsen soms een eindje en morgen ga ik voor haar koken.  
Ina is tien jaar geleden gescheiden en heeft een zoon van twintig, die ik nog nooit gezien heb. Mijn zonen heeft zij trouwens ook nog nooit gezien. In de wijk  Honderd-en-tien morgen woont ze, dat is voor mij zo ongeveer aan de andere kant van de wereld. Er zijn op dit moment geen andere vrouwen om mij heen.
Hoewel ik mijn ex ook nog wel regelmatig zie en spreek in het kader van de afhandeling van de echtscheiding en zelfs ook zo af en toe nog voor iets gezelligs zoals het bezoek in augustus aan de 3 Parijse dierentuinen.  Zij, mijn ex, nodigde me ook uit om, twee keer zelfs, haar verjaardag te komen vieren. Een keer op zaterdag 10 oktober (ze is eigenlijk vrijdag de 9e jarig) dan komen haar vrienden en vriendinnen . Ze vroeg me: ‘vind je het niet eng om dan te komen?’  … hoe dat zo??  vraag ik me af   … zou ze haar nieuwe vriend dan die avond aan ons voorstellen? … dat zou ik wel erg eng vinden! Acht dagen later viert ze haar verjaardag nog een maar dan alleen voor het gezin en ondanks dat ik het leven van drie van de vier leden van dat gezin geruïneerd zou hebben, ben ik toch van harte  welkom op die gezinsverjaardag op zondag 18 oktober. Dat is nog es mooi!


Ik zie, spreek en mail Ina, nu zo af en toe. Een klik is er (nog) niet. Dat komt waarschijnlijk, omdat ik het gevoel heb dat zij mij als een zielig object beschouwt in haar antivereenzamingsproject.  Pas wanneer ze die ‘drive’ loslaat en mij laat aanmodderen met mijn eigen worsteling tegen de eenzaamheid, wordt het misschien wel wat. In ieder geval wordt het dan wel wat rielekster.

donderdag 1 oktober 2015

VRIEND

Vandaag is het 1 oktober en ik vier het heugelijke feit, dat ik met ingang van vandaag de Volkskrant weer in mijn brievenbus krijg. Drie maanden heb ik zonder moeten doen en ik heb hem gemist. Drie maanden  geleden begon het echtscheidingsproces; ik ging weg bij mijn vrouw en mijn vriend Kawus ving mij zorgzaam en liefdevol op. In die drie maanden kocht ik wel eens een los krantje de ene keer op een doordeweekse dag de andere keer op zaterdag maar dat kostte me op te veel. Een doordeweekse Volkskrant kost 2,25 euro een zaterdagexemplaar is 3,50 euro. Maar behalve dat het duur is mis je een soort van continuïteit in de berichtgeving. Zo af en toe een krant geeft het nieuws zo’n hap-snap effect. Dat was des te meer zo omdat ik in die drie maanden verder verstoken was van alle nieuwsbronnen. Kawus had wel tv maar geen Hollandse zenders met nieuws en actualiteitenrubrieken.
Behalve het nieuws, miste ik de boekbesprekingen en de filmrecensies. In juni had ik net zo’n abonnement genomen op Cineville: voor 19 euro per maand onbeperkt  in het hele land naar de bios althans naar de filmhuizen zoals Cinerama en Lantaren-Venster. Pathé doet niet mee.  
Tsja, nu kon ik dus van juli t/m september helaas geen filmrecensies bekijken in de Volkskrant. Heel jammer want ik vaar zo’n beetje blind op de recensies in die krant. Desalniettemin heb ik toch wel wat films bekeken, films waarvan ik zelf toch ook wel wist dat ze goed waren; onder andere ‘Irrational Man’ van Woody Allen, Night of Cups en Dheepan. Ik heb ook  columnisten gemist. Geelen bijvoorbeeld, die tv-criticus en Sylvia Witteman, de vouw met huisgenoot en kinderen (pubers) ,die schrijft over van alles wat ze meemaakt in Amsterdam. De Volkskrant is voor mij een soort vriend die ik drie maanden heb moeten missen. Fijn dat hij er nu weer is.

Dat begrip vriend, weet wat, voor mij. Voor zover ik weet heb ik nu één vriend: de Iranees Kawus. Hij heeft me bij zich in huis genomen toen ik mijn huis uit moest. Hij heeft me geholpen met mijn verhuizing en allerlei klusjes; ik mocht zijn pc gebruiken  en wat deed ik? Ik genoot van zijn gastvrijheid (betaalde er ook wel wat voor), we gingen samen naar de bioscoop, we lazen en spraken Nederlands (Kawus wil heel graag Nederlands leren praten), ik hielp (als domme kracht) met het maken van een badkamer  bij een klusklant van hem.
Vrienden helpen elkaar als het nodig is en doen af en toe leuke dingen met elkaar.
Die vrienddefinitie slaat op Kawus en mij. Voor zover ik kan nagaan is Kawus dan mijn enige vriend.  Hoewel ….
Mijn ex-benedenbuurman Hans heeft mij goed geholpenen en af en toe gaan we met (ex) vrouw en vrouw lekker eten. Iets leuks doen dus. Maar toch zou ik Hans geen vriend willen noemen. Hij is meer de spreekwoordelijk goeie buur die beter is dan een  verre vriend.
Mijn zoon Freek, die volgens mijn ex een van degenen is, wiens leven ik heb geruïneerd,  voldoet wel aan mijn eenvoudige ‘vrienddefinitie’. Hij zei laatst tegen me: ‘ik wil niet alleen je zoon zijn, ik wil ook je vriend zijn’, dat ontroerde me. Hij zei wat ik hem ook wil zeggen: ‘ik wil je vader zijn en je vriend’.

Dus de vriendenteller staat nu zelfs op twee: Kawus en Freek en …. de Volkskrant natuurlijk maar dat is een andere categorie.

woensdag 30 september 2015

NIEUW HUIS

Ik ben nou in de fase dat ik mijn nieuwe huis wil laten zien aan mijn familie, vrienden en kennissen. In het tamelijk onsamenhangende zooitje waarin ik nu woon ga ik ze allen mondjesmaat uitnodigen.

Mijn vriend Kawus was hier al, werkte hier ookl veel en heeft ook een hapje meegegeten. Voor hem had ik de oer-hollandse maaltijd spruiten, aardappelen en een speklapje klaargemaakt; natuurlijk met een heerlijke salade met tomaat en olijven, olijfolie, peper en zout.

De tweede die ik hier uitnodigde was vriend Tom. Hem trakteerde ik op een overheerlijke witlofsalade; het is een gerecht voor een warme zomerse dag en dat was het ook, toen Tom er was. Bij de witlof- salade, bestaande uit stukjes rauwe witlof, appel, banaan, noten overgoten met sinaasappelsap, wordt aardappelpuree geserveerd en een medium gebakken tartaartje.

Voor de derde gast mijn oudste zoon Freek heb ik niet gekookt. Hij was de hele dag bij mij op bezoek en verrichtte allerlei hand- en spandiensten zoals het schonen van de PC en het installeren van de geluidsinstallatie. Als dank daarvoor tracteerde ik hem op een Chinees etentje.

Vervolgens kwam Ralf, mijn jongste zoon, samen met zijn zoon Bent, mijn kleinzoon dus, eens kijken hoe hun vader en opa nu woont. Ze kwamen op de koffie en ik had behalve voor die koffie ook nog voor wat heerlijke chocoladecroissants gezorgd. Koffie is natuurlijk geen drinken voor Bent, een joch van 18 maanden. Hij had zijn eigen yogidrink meegenomen. Bent vond het een geweldig huis. Omdat ik het huis niet heb volgestouwd met meubels blijft er veel ruimte over om heen en weer te rennen en dat deed hij ook naar hartenlust: van voor naar achter van links naar rechts. Bent vermaakte zich trouwens uitstekend met de meest simpele activiteiten. Hij begon met één voor één een aantal boeken uit de boekenkast te trekken. Hij overhandigde ze netjes aan mij. Vervolgens ontdekte hij een chinees theepotje en haalde daar de deksel vanaf om die er even later weer op te zetten. Vader Ralf zei telkens weer bestraffend: ‘Neen Bent, mag niet Bent’ maar daar trok die kleine zich niks van aan: hij herhaalde zijn theepot-actie nog zeker tien keer. Daarna ontdekte Bent de bak met knijpers. Eén voor één werden de knijpers naast elkaar op het zeil in de woonkamer gelegd en bij elke knijper die hij neerlegde keek hij mij even ondeugend lachend aan. Ik vond het helemaal geen probleem sterker ik vond het wel een grappige actie van hem.
Die chocoladecroissant was aan Bent niet besteed. Des te liever at hij een banaan en een kiwi. Voordat Ralf en Bent na twee bezoekuurtjes weer in de auto stapten, hebben we met z’n drietjes nog muurvoetbal gedaan. We hadden er alle drie lol in; het is ook heel aantrekkelijk spelletje dat muurvoetbal: je tikt de bal tegen de muur en je hoeft nooit ver te lopen om de bal weer op te halen. Het is ook de perfecte omgeving om geduldig op je techniek te trainen. Bent was vandaag extra aan het oefenen om, als een keeper, de bal uit zijn handen te schieten.

Mijn ex is was zondag aan de beurt om te komen kijken , wat ik van het huisje gemaakt; ze heeft er (geheel terecht) niet zo veel woorden aan vuil gemaakt. Ook zij heeft bij me gegeten: een macaronietje  met een lekker prutje.


Voor de maandag had ik Adam en Magda uitgenodigd. Ze waren bijna lyrisch over mijn huis.  Adam en Magda komen uit Polen en  samen met hen doe ik ‘Samenspraak’, een soort Nederlandse les: wekelijks twee uur nederlands praten met elkaar zodat zij meer vaardigheid in het spreken van de Nederlandse taal krijgen. Ze hebben heerlijk meegegeten. Ik heb Mexicaanse bonenschotel voor ze gemaakt. Met name Adam heeft er van genoten vooral van de super gezonde bleekselderij, die hij nog nooit eerder had gegeten.  

maandag 28 september 2015

VERVELEND

Met zeshonderd euro moet ik een hele maand zien door te komen. Ter illustratie: mijn huur is zeshonderdtwintig euro! Dit is een van de ‘leuke’gevolgen van de echtscheiding. Gelukkig heb ik nog wat spaarcentjes.
Normaal gesproken zou ik maandelijks de helft moeten krijgen van mijn eigen pensioen (de andere helft gaat naar mijn ex-vrouw) en dan zou ik de helft moeten krijgen van het pensioen van haar. Nu is het dus zo dat ik de hele maand september moet zien uit te zingen met de helft van mijn eigen pensioen. Die helft van haar krijg ik deze maand niet omdat er ergens een handtekeningetje ontbreekt …althans dat zeggen ze bij het pensioenfonds, de PFZW. Ze moeten al zeker twee maanden weten dat dat handtekeningetje ontbreekt maar pas op allerlaatste moment komen ze er bij mij om zeuren, als het te laat is voor een normale septemberbetaling. Er wordt geen cent betaald zonder die handtekening. ‘Zit u maar rustig een maandje op zwart zaad.’ Schijnen ze bij de PFZW te denken.  
Zaterdag jl heb ik dat formulier gekregen waar ik die ontbrekende handtekening moest zetten. ‘U kunt het formulier terugsturen in de bijgesloten antwoordenveloppe’, schreef de PFZW. Na flink zoeken in alle hoeken van de enveloppe bleek in de PFZW-enveloppe geen antwoordenveloppe te zitten. Moest ik gaan bellen met de PFZW om te informeren naar welk adres ik mijn dure handtekening kon sturen. Ik kon het zowaar sturen naar een gratis antwoordnummer van de PFZW. Wat een service!
Ik heb vanmorgen gelijk maar even die brief op de post gedaan. Dan heb ik in ieder geval het gevoel van zekerheid dat ze me in de maand oktober mijn geld niet kunnen onthouden.

Wat ik niet gezien had was dat mijn buurvrouw bezig was met ramen zemen. Dat betekent dat ik het eerste half uur nog niet bij de brievenbus zou zijn. Ze heeft altijd veel te vertellen.
Deze keer had ze gezien dat een vrouwtje met een hoofddoek, ze noemt haar voor het gemak een Marokkaans vrouwtje, haar auto ietwat ongelukkig had geparkeerd. Die Marokkaanse is zo’n moeder die denkt dat haar kinderen hun voetjes niet meer kunnen gebruiken: schooldag in schooldag uit brengt ze haar drie kinderen met de auto naar school. Maar nu had ze haar auto zo ongelukkig geparkeerd dat een passerend automobilist (met weer wat brengkinderen er in) bij het langsrijden haar auto schampte.  Ruzie dus met een grote opstopping tot gevolg. De geschampte automobilist stond uit alle hoeken en gaten haar schampschade te fotograferen. Het Marokkaanse vrouwtje ging snel  proberen haar auto netjes in een vrijgekomen parkeerplaats te parkeren.  Maar dat ging haar niet zo makkelijk af. Tot drie keer toe raakte ze daarbij een achter haar geparkeerd staande  Mercedes … heel zachtjes, dat wel. Ook dat werd fijntjes gefotografeerd. Die Marokkaanse werd gek. Ze vluchtte uit haar auto de school in. Inmiddels was de politie (twee man en een vrouw sterk) gealarmeerd. Met drukke armgebaren maakte de geschampte automobilist de grove misdaad van de Marokkaanse aan de politiemensen duidelijk. Ook de eigenaar van de Mercedes, een bewoner van  ‘mijn’ flatgebouw, ging door de knieën om de minieme beschadigingen aan zijn voertuig te kunnen waarnemen en melden aan de politie. De voor deze straat immense file staat er nog steeds. Het is inmiddels wel een kinderloze file. Alleen de mamma’s en de papa’s zitten nog in de auto’s. hun kinderen zijn al lang en breed op school.

‘Wat een vreselijk vervelend verhaal,’ zeg ik met een diepe zucht tegen mijn buurvrouw, ’kom ik ga nu eerst maar eens even mijn brieven posten.’

zondag 27 september 2015

KRALINGEN POP 2015

Gisteravond zou in het Kralingse Bos het Kralingen Pop-evenement 2015 gehouden worden. Zou …. Het is dus niet doorgegaan. Vermeende sponsors wisten op het laatst van niets. Er waren door de gemeente slechts vergunningen afgegeven voor optredens tot negen uur zaterdagavond, terwijl de laatste optredens tot elf uur zouden duren. Tot vrijdag jl. was het luttele aantal van zeshonderd kaarten verkocht voor het spektakel.

Toen ik een paar weken geleden hoorde van het initiatief ‘Kralingen Pop 2015’ ging er een vuurtje in me branden. Ik was twintig toen het eerste, enige echte en tot nu toe ook laatste,  popfestival Kralingen werd gehouden.  Het was werkelijk grandioos. Veel topbands van dat moment waren present. Mijn vriendin en ik genoten met volle teugen van onder andere Pink Floyd, Soft Machine,  Jefferson Airplane (met zangeres Grace Slick), Country Joe and the Fish, Mungo Jerry, CCC inc. Het was toen ook nog eens bijzonder relaxed weer.
Onvergetelijk vond ik … en ik kan niet nalaten het er keer op keer weer over te hebben:  het super-optreden van Pink Floyd, bij het aanbreken van de dageraad … onvergetelijk …onvergetelijk …  ze speelden ‘Set control for the sun’ en tijdens dat nummer kwam de zon heel langzaam op. Kippenvel.

Het vuurtje, dat spontaan in me ging branden toen ik hoorde van de 2015 versie van het Rotterdam Popfestival doofde al snel. Mij bekroop het gevoel dat het nooit zo mooi zou kunnen  worden als het toen was. Hoe goed het misschien ook zou worden het zou nooit kunnen tippen aan 1970. De enige twee bands, die nu in 2015 op het programma staan en in 1970 ook werkelijk optraden waren de toen nog tamelijk onbekende Mungo Jerry en de Nederlandse band CCC Incorporated.
Mungo Jerry bracht enkele bijzonder aanstekelijk liedjes (meezingers) ten gehore en speelde met het publiek door honderden plastic bordjes het publiek in te scheren. Verder trad dus de Nederlandse Country  annex blue grass band CCC Incorporated op; een van de meest succesvolle bands op het festival van toen.  Behalve Mungo Jerry en CCC had de organisatie Tribute bands gecontracteerd, die Pink Floyd, Jefferson Airplane en de Soft Machine heel goed kunnen nadoen en die dus die legendarische bands moesten doen vergeten. Wel heel naïef van de organisatie om te denken dat er publiek zou zijn dat daar in zou tuinen.
Mijn aanvankelijke enthousiasme kreeg ook nog eens een deuk toen ik me mijn bezoek weer herinnerde aan een optreden in Tilburg van een van mijn meest geliefde bands: Fisher-Z. Die band was in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw behoorlijk populair in Nederland. Een New Wave band. Ze hebben in de tachtiger jaren ook nog eens opgetreden in het Rotterdamse Euromastpark. Een fijn (gratis) optreden was dat. Veel bezoekers. Maar wat een afgang was dat optreden in 2002 in Tilburg. De vele hoge tonen in de songs van Fisher-Z die zanger John Watts voorheen moeiteloos kon zingen waren hem nu constant te hoog. Dit getob van John Watts gevoegd bij de wanprestatie van de overige bandleden maakten van de revival van Fisher –Z een grote teleurstelling. Ik ging er enthousiast naar toe met mijn vrouw en twee zonen. We waren na afloop alle vier behoorlijk down want we hielden zo van de pittige energieke sound van die band maar dat was die avond ver te zoeken. Ik had er helemaal de pest in. Wou dat ik niet gegaan was.
Dus ik dacht: ik trap niet in dat namaak Kralingen Pop. Wil niet weer zo teleurgesteld worden. Houd de herinnering aan 1970 lekker vast. Dat was zo mooi, dat wordt toch nooit meer overtroffen. Zelfs niet geëvenaard.

Het beste dat kon gebeuren is gebeurd. Kralingen Pop 2015 is afgeblazen.

zaterdag 26 september 2015

VROEG

Het is nog vroeg als ik dit schrijf. Tien voor negen. Voor het schrijven van een stukje als dit is het tamelijk vroeg. Normaal schrijf ik ‘s avonds. Soms over dingen die ik in de loop van dag heb meegemaakt en soms over zomaar wat.

Het begin van deze zaterdag is schitterend! Strak blauwe lucht en zó helder dat ik vanaf mijn balkon de Rotterdamse wolkenkrabbers, een klein stukje boven de grote bomen van het Kralingse Bos zie uitsteken.
Ik blijf niet te lang staan genieten op het balkon want het is daar nog maar net zes graden Celsius en dat is een beetje te koud voor in mijn pyjama. De balkondeur en het woonkamerraam laat ik wel open staan; kan het huis eens lekker luchten.
Over mijn balkondeur heb ik mijn dekbed gegooid. Het dekbed vond dat geen goed idee, in die kou,  want het wilde gelijk weer terug op mijn, nog een beetje warme,  bed .
Daar op het balkon (ik woon op de 4e verdieping) is ook al goed te horen dat er flink wat gemotoriseerd verkeer aktief is. Het lijkt wel of er golven geluid mijn kant op komen. Het is niet echt oorverdovend; het is gewoon een beetje hinderlijk aanwezig, de ene keer erger dan de andere keer. Het is maar net hoe de wind staat, denk ik.
De vogels zijn ook al vroeg op. Vooral de eksters zijn duidelijk aanwezig. Ik zie ze alleen niet. Waarschijnlijk zitten ze in het struikgewas of in de bomen waarschuwend te krassen en te knarsen, want leuk of lief klinken die vogels niet. Eksters zijn wel krachtige, moedige vogels: ik heb twee eksters eens een kat, die te dicht bij hun nest met jongen kwam, op de vlucht zien jagen. Meestal zijn hier ook veel meeuwen maar gek genoeg zie ik nu nog geen een. Ze dachten misschien: lekker weertje vandaag, we blijven lekker bij het strand … tja, je weet niet hoe die beesten redeneren … als ze redeneren.

Aan de andere kant van mijn huis is het vandaag superrustig. Op werkdagen is het tussen acht en negen uur  op werkdagen altijd een drukte van jewelste. Ouders komen dan met de auto hun kinderen naar de school, bij mij aan de overkant,  brengen. Er staat dan een heuse file in de straat en soms ontstaan er wel eens gevaarlijke situaties wanneer autorijdende ouders plotseling te hard optrekken en vergeten dat er nog andere kinderen naar school moeten … de weg moeten oversteken. Niet alle kinderen komen met de auto er worden er ook nog wel een paar gebracht op de fiets of in de bakfiets. Zelfs komen nog enkele kinderen lopend naar school; alleen of aan de hand van hun ouders.

Dat gedoe met die auto’s enzo heb ik zelf nooit meegemaakt. Mijn ouders hadden geen fiets of een bakfiets laat staan een auto. Mijn vader was al lang en breed op zijn werk als ik naar school moest en mijn moeder kon me niet wegbrengen omdat ze thuis voor mijn kleine broertje en mijn twee kleine zusjes moest zorgen. Mijn eerste schooldagen wezen een paar buurmeisjes me de weg naar school en de acht jaren daarna ben ik alleen of samen met vriendjes  die kilometer naar school gelopen. Was geen enkel probleem.
Ik vraag me wel eens af of die auto-ouders misschien vergeten zijn dat er beentjes en voetjes aan hun kinderen zitten?

Kinderen hoor ik vanochtend niet. Die zullen wel uitslapen, voor de tv zitten, spelen met de Nintendo, met lego of zitten lezen. Buiten hoor of zie ik ze in ieder geval niet.
Wel hoor ik op een afstand, luid geschreeuw van volwassen mannen. Het klinkt niet als ruzie meer als elkaar opjutten, aanmoedigen. Af en toe hoor ik een schrel gefluit … en dan gaat me een lichtje op. Het is zaterdagochtend. Er wordt gefoebeld. Daarginder, in oostelijk richting,  zijn achter die bomen foebelvelden. Mannen foebelen daar. Zij leven zich lekker uit.

Hun spel wordt soms onderbroken door de man met de fluit.