Posts tonen met het label wekenlang. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wekenlang. Alle posts tonen

maandag 19 juni 2023

EEN DAGJE AAN HET STRAND.

Het moest er ééns van komen.  Wij, van Sonja’s wandelclub (met voorop Rob),lopen al wekenlang aan Sonja’s hoofd te zeuren: ‘Wanneer gaan we nou eindelijk eens naar Hoek van Holland’. Met de metro natuurlijk, want na jarenlang zweten en zwoegen was de ideale verbinding met Rotterdam gerealiseerd.  Vandaag 19 juni 2023 gaan we op pad: lunchen en badderen in de Hoek. En wie schittert tot onze grote verbazing door zijn afwezigheid? Precies: Rob, onze onvolprezen metrospecialist, de man die hier het meeste om heeft lopen jengelen.

Met negen wandelaars, acht dames en een heer,  hebben we om elf uur afgesproken op station Prinsenlaan.  Alleen Janny kon niet op ons wachten; zij heeft, heel flauw eigenlijk,  een metro eerder genomen. Ze wilde er als eerste zijn om even in haar uppie ‘pootje baaien’.

Om elf uur is het zwaar bewolkt en nog niet echt warm. Sommigen van ons hebben dan nog een vestje of een licht jasje aan.

Nog voordat we een halte verder zijn zit de stemming er al goed in. Vergelijk het maar met de schoolreisjessfeer. Heerlijk die positieve spanning. Het is een omgeving waarin het makkelijk babbelen en lachen is. Dat is wat je wil zien en horen als je  een uitstapje als dit regelt, hè Carla?

Ik mag naast Elisabeth zitten (de enige plaats, die nog open is) en we hebben een klik. Normaliter zijn we niet van die praters. Maar onze monden staan geen moment stil. Ik weet zeker dat ik, vanavond, wanneer ik thuis zit te borrelen, blij ben dat ik naast Elisabeth gezeten heb op de heenweg. Na al die weken weet ik nu  dat Elisabeth een leuke meid is. En Elisabeth weet wat voor vlees ze met mij in de kuip heeft; althans dat denkt ze … want eerlijk gezegd ben ik niet zo’n open boek. Zeker niet voor alleenstaande vrouwen; bij ons clubje zijn alle vrouwen alleen behalve Ans en Janny.   

Carla heeft in Hoek van Holland gereserveerd bij een voor mij onbekende strandtent. Ik dacht dat de lunch-locatie een verrassing voor de groep moest blijven, maar ik hoorde onderweg van iemand dat ze thuis al wat gekozen had uit de menukaart. Toen had ik er wel een beetje de pest over in, dat ik van niks wist, want ik had gisteravond thuis ook best willen weten of ze daar bruin brood met zalm en salade zouden verkopen.

Om half een zitten we op een terras in de schaduw van een kunstmatig bladerdek, met uitzicht op strand en zee te smikkelen en te smullen van een heerlijke lunch. Mijn gewenste broodje zalm staat gelukkig ook op de kaart. Naast me zit Sonja, te zwoegen achter een enorme berg salade en zachte geitenkaas, haar ogen waren kennelijk groter dan haar maag. Ze wil nog wel wat sla aan mij kwijt maar daar pas ik voor. Moet ze maar niet zo veel hooi op haar vork nemen. Elisabeth, ze zit weer naast me, probeert amechtig haar gisteravond thuis uitgekozen kipsateetje en patatjes binnen te houden.

Ik zit aan het hoofd van de tafel, dus ik kan niet precies zien wat er zo al gegeten wordt. Van een afstandje kan ik zo wel zien dat, Marijke, Trudie, Marga, Janny, Carla zitten te genieten van hun lunch.

Maar … en … we zijn hier niet alleen om te eten, we moeten ook nog wat calorieën wegwerken. Dus gaan we het strand op, sommigen (zoals ik) gaan zelfs de zee in, tot halverwege de kuiten.  (Leuke foto van mij Marga!) Volgens de stappenteller werken we slechts vijf kilometer weg … veel te weinig om het aantal verbruikte calorieën te kunnen weergeven.

De piepkleine metro terug naar Rotterdam zit propvol en is adembenemend benauwd. Weer zit ik naast Elisabeth; dat kan haast geen toeval meer zijn. Ze fluistert zachtjes in mij oor dat ze niet zo lekker gegeten heeft. ‘De patatjes waren een beetje droog.’  Dat hoeft ze mij niet te vertellen.

Kwart over vier komt er een eind aan ons uitstapje. Dan volgt het nagenieten: een sessie van een uur fotootjes uitwisselen , bewonderen en bedanken.

WAT EEN MOOIE DAG! Daar doen we het allemaal voor, toch?! Bedankt Carla!!  

 

woensdag 14 juni 2023

GLIBBERIG.

 Glibberig.

De winter van 1960 was lang, eenzaam en erg koud. De voetbalcompetitie lag al wekenlang stil. Zowel publiek als voetballers hongerden naar de bal. Sponsors besloten in de Rotterdamse Energiehal, destijds op de Westzeedijk, een zaalvoetbaltoernooi te organiseren tussen profclubs uit de Rijnmond. Sparta en Feyenoord onder andere. De hal was afgeladen. Mijn vader had twee kaartjes bemachtigd. Dè sterren van dit toernooi waren, volgens mijn vader Coen Moulijn en Tinus  Bosselaar.  Ik had ze nooit eerder zien spelen. Tien jaar was ik en vrij klein nog. Ingeklemd stond ik tussen grote kerels. Een vent achter me wilde geloof ik door me heen; nou ja … hij zal zelf ook wel geduwd zijn.

Door het ontbreken van  tribunes, was voor mij het zicht op de wedstrijd zeer matig. Als ik op mijn tenen ging staan, zag ik tussen de armen van twee mannen vóór mij,  hoofden  van voetballers bewegen. De bal heb ik die dag niet zien rollen. Mijn vader, die naast me stond, kwam niet op het idee om me op zijn schouders te nemen. Misschien was ik te zwaar. Zo’n krachtpatser was mijn vader nu ook weer niet.

Gejuicht werd er regelmatig in de finale, die gespeeld werd tussen Feijenoord en Sparta.  De score liep op naar 5  - 4. De mannen voor me waren supporters van Feijenoord. Een van die kerels landde met zijn grote poten op mijn kleine koude tenen. (De zaal was onverwarmd; dus ijskoud). Een vent achter me, sprong bij alle doelpunten van zijn favoriete club tegen me aan.

Ik geloof dat er weer gescoord is. Hoewel … alleen die vent achter me staat te springen. Met kleine sprongetjes in mijn rug, duwt hij me naar voren. Vrij abrupt stopt hij er weer mee. Omdat die kerel nogal bruut tegen mijn schouder had staan te duwen, ging ik even met mijn hand naar die plek  Het deed daar een beetje pijn. Onderweg kom ik met mijn hand iets vlezigs, iets warms iets nattigs tegen …. verbaasd voelde ik door en toen wist ik het: het was een pik … nee, een eikel! De eikel van iemand achter me. Ik schrok me rot. Ik durfde niet eens om te kijken.  Toen ik die eikel losliet, voelde ik een warme glibberige substantie achterop mijn jack.

Drie jaar later, nadat ik me, in mijn bed, weggedoken onder de dekens,  voor het eerst had afgetrokken, herkende ik meteen dat plakkerige, dat slijmerige … de geur níét direct … en pas toen begreep ik, wat er daar in die opgewonden voetbalmannenmenigte gebeurd moest zijn.

Wat zou zo’n lul er toe bewogen hebben, klaar te komen op dat kleine ventje dat ik was? Die keer dus géén Rooms Katholieke geestelijke … hoewel, misschien was hij wel vermomd als voetbalsupporter. Het bevlekte jack heb ik nog zeker twee maanden, ongewassen, aan gehad.  Daarna heeft mijn moeder het in de  lorrenzak gegooid, omdat het te klein geworden was.

Feijenoord won uiteindelijk de finale van Sparta met 6 – 5. Kort na dat zaalvoetbaltoernooi gingen de temperaturen snel omhoog, zodat er weer gewoon op het veld kon worden gevoetbald.