Posts tonen met het label bemachtigd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bemachtigd. Alle posts tonen

woensdag 14 juni 2023

GLIBBERIG.

 Glibberig.

De winter van 1960 was lang, eenzaam en erg koud. De voetbalcompetitie lag al wekenlang stil. Zowel publiek als voetballers hongerden naar de bal. Sponsors besloten in de Rotterdamse Energiehal, destijds op de Westzeedijk, een zaalvoetbaltoernooi te organiseren tussen profclubs uit de Rijnmond. Sparta en Feyenoord onder andere. De hal was afgeladen. Mijn vader had twee kaartjes bemachtigd. Dè sterren van dit toernooi waren, volgens mijn vader Coen Moulijn en Tinus  Bosselaar.  Ik had ze nooit eerder zien spelen. Tien jaar was ik en vrij klein nog. Ingeklemd stond ik tussen grote kerels. Een vent achter me wilde geloof ik door me heen; nou ja … hij zal zelf ook wel geduwd zijn.

Door het ontbreken van  tribunes, was voor mij het zicht op de wedstrijd zeer matig. Als ik op mijn tenen ging staan, zag ik tussen de armen van twee mannen vóór mij,  hoofden  van voetballers bewegen. De bal heb ik die dag niet zien rollen. Mijn vader, die naast me stond, kwam niet op het idee om me op zijn schouders te nemen. Misschien was ik te zwaar. Zo’n krachtpatser was mijn vader nu ook weer niet.

Gejuicht werd er regelmatig in de finale, die gespeeld werd tussen Feijenoord en Sparta.  De score liep op naar 5  - 4. De mannen voor me waren supporters van Feijenoord. Een van die kerels landde met zijn grote poten op mijn kleine koude tenen. (De zaal was onverwarmd; dus ijskoud). Een vent achter me, sprong bij alle doelpunten van zijn favoriete club tegen me aan.

Ik geloof dat er weer gescoord is. Hoewel … alleen die vent achter me staat te springen. Met kleine sprongetjes in mijn rug, duwt hij me naar voren. Vrij abrupt stopt hij er weer mee. Omdat die kerel nogal bruut tegen mijn schouder had staan te duwen, ging ik even met mijn hand naar die plek  Het deed daar een beetje pijn. Onderweg kom ik met mijn hand iets vlezigs, iets warms iets nattigs tegen …. verbaasd voelde ik door en toen wist ik het: het was een pik … nee, een eikel! De eikel van iemand achter me. Ik schrok me rot. Ik durfde niet eens om te kijken.  Toen ik die eikel losliet, voelde ik een warme glibberige substantie achterop mijn jack.

Drie jaar later, nadat ik me, in mijn bed, weggedoken onder de dekens,  voor het eerst had afgetrokken, herkende ik meteen dat plakkerige, dat slijmerige … de geur níét direct … en pas toen begreep ik, wat er daar in die opgewonden voetbalmannenmenigte gebeurd moest zijn.

Wat zou zo’n lul er toe bewogen hebben, klaar te komen op dat kleine ventje dat ik was? Die keer dus géén Rooms Katholieke geestelijke … hoewel, misschien was hij wel vermomd als voetbalsupporter. Het bevlekte jack heb ik nog zeker twee maanden, ongewassen, aan gehad.  Daarna heeft mijn moeder het in de  lorrenzak gegooid, omdat het te klein geworden was.

Feijenoord won uiteindelijk de finale van Sparta met 6 – 5. Kort na dat zaalvoetbaltoernooi gingen de temperaturen snel omhoog, zodat er weer gewoon op het veld kon worden gevoetbald.