Posts tonen met het label washandje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label washandje. Alle posts tonen

donderdag 16 maart 2023

PREVENTIEVE ZORG.

Ik ben boekhouder in een verzorgingshuis. Alle administrativo’s moeten één dag per jaar in de echte zorg werken. Dit jaar doe ik dat in zorgcentrum ‘Eindeloos’ in Nieuw Heeten, Overijssel. Op de verpleegafdeling. Normaal begin ik om negen uur; nu om zeven uur. Ben dan wel weer om drie uur klaar. Ik loop mee met Jokina, een vrouw uit Somalië; spreekt heel goed Nederlands. Vrijwel  alle verpleegsters hier zijn zwarte vrouwen. Het lijkt wel of witte Nederlandse vrouwen dit werk niet meer willen doen. Misschien vinden witte vrouwen dit werk beneden hun stand, te zwaar of... te slecht betaald.

Mijn dag begint met het wekken van de vier vrouwen in kamer zestien. Drie zijn er al wakker en ze  lachen gelijk al vriendelijk naar me ... dat heb ik toch maar mooi voor elkaar ... ze zijn alle drie dik in de tachtig maar dat maakt mij niks uit ... blijkbaar zijn ze blij met me. Het wekken van nummer vier, mevrouw den Ouden, gaat niet zo simpel. 'Komt door haar slaappillen,' zegt Jokina. Pas nadat ik een washandje over haar gezicht gehaald heb, wordt ze een beetje wakker. Tegelijk begint ze heel hoge gilletjes af te wisselen met bijten in mijn hand; gelukkig heeft ze haar tanden nog niet in. ‘Ik wil niet. Ik wil slapen,’ gilt mevrouw. Ze is drieënnegentig , kan niet meer zelfstandig haar bed uit komen. Daar is de Sara voor: een tillift. Een hulpmiddel voor verzorgenden om, zonder gevaar voor tilblessures, de cliënt van het bed naar een stoel of rolstoel, naast het bed te tillen. ‘Au, au, au, gilt mevrouw, au, au, au, nee, nee, ik wil niet, ik wil niet.,’ krijst ze alsof ze in een gevaarlijke kermisattractie hangt. Ze wordt in haar rolstoel gezet en door Jokina naar de badkamer gereden. De hele kamer ruikt inmiddels naar de ontlasting van mevrouw. Ze blijft onbedaarlijk grienen.

Ondertussen haal ik haar vuile bed af en verschoon het. De fresiaatjes naast haar bed hebben onderhand ook hun beste tijd gehad. De witte bloemen zijn verwelkt. Het brakke water in het vaasje, giet ik in de wasbak. Daar is mevrouw den Ouden al weer. In een schone nachtpon en een vrolijke roze ochtendjas. De haren gekamd, de tanden in. Ze zit nog na te snikken van het huilen van daarstraks. De Sara tilt haar weer haar bed in. Ik help met mevrouw op haar zij te rollen. Haar pyjama schuift daardoor wat naar boven op.

Wat ik dan te zien krijg kan ik slecht verdragen: wonden, hoog op  haar bovenbeen. Zulke wonden heb ik nog nóóit gezien. Die wonden maken me boos, verdrietig en onpasselijk tegelijk. Zwarte gaten zijn het  met de omvang van een vuist … de gaten zijn ook zo dìèp als een vuist.  Jokina behandelt die doorligwonden. Liefdevol, met aandacht, heel zorgvuldig. Mevrouw den Ouden kalmeert er zichtbaar van. Ik had wel eens wat over dat soort wonden gehoord, hoe erg het is en ook, dat het voorkòmen kan worden, onder andere door regelmatige verandering van houding. Maar preventie kost tijd en aandacht ... en door bezuinigingen blijft er nauwelijks tijd over voor die noodzakelijke preventieve zorg. Doorligwonden; ik zie ze vandaag voor het eerst.

‘Jokina, sorry, …. ik kan echt niet meer,’ stamel ik, ‘ik moet gaan.’ Ze knikt naar me. ‘Ga maar, ik snap het … geef het wel door.’

Mijn respect voor de werker in de zorg, is door ‘dit ene dagje echte zorg per jaar’ flink gegroeid! Het heel moeilijk en zwaar werk. …moet ook veel beter betaald worden. Belachelijk dat een simpel boekhoudertje in de zorg meer verdient.

 

maandag 19 december 2022

ZE LEEFT ZICH HELEMAAL UIT

 Ze kan zich helemaal uitleven.

Wie in deze periode zichtbaar tevreden is, is grootmoeder Maria. Ze heeft nooit onder stoelen of banken geschoven, dat ze dol is op kinderen en vooral op heel kleine kindertjes. Ze mag zich vandaag helemaal uitleven. Haar kleinkinderen Stefan van vijf en Brian van anderhalf  zijn bij háár, want haar zoon Paul en schoondochter Marieke moeten vandaag ergens naar toe. Ze hebben de kids vanmorgen om acht uur al afgeleverd bij oma. Van opwinding heeft ze de afgelopen nacht haast niet kunnen slapen. Om zeven uur vanochtend stond ze  al ongeduldig, gewassen en aangekleed voor het woonkamerraam, naar ze uit te kijken.   

Rond half negen zouden Paul en Marieke vertrekken. Afgesproken  is dat ze eerst samen ontbijten.   Het heeft gesmaakt. Oma Maria heeft voor de gelegenheid gisteren al lekkere croissantjes gekocht. Ze heeft ze  belegd met chocoladepasta. Stepha n, maar vooral die kleine Brian ziet er niet uit. Het is nog een hele kunst om een croissantje te eten. ‘Blijf even zitten, jongens, dan haalt oma even een washandje om jullie toetjes af te vegen, want zó lijken jullie wel een paar zwarte pieten … foei oma … dat mag oma helemaal niet meer zeggen.  

De jongens blijven netjes op hun stoel zitten. Oma is alweer vlug terug: ’Nou kom op met je gezichtje, Stephan, lekker warm he? Nu jij, kom hier Brian. Zo, nu hebben jullie allebei weer een schoon bekkie.

Paul en Marieke hebben een sjoeltoernooi in Glanerbrug.  Ze gaan eerder van tafel om boven hun sjoelbak te halen. Elk team moet met z’n eigensjoelbak komen. Paul had dat best alleen kunnen doen. Maar Marieke is een beetje bijgelovig.  Op zo’n toernooi moet je alles samen doen, vindt ze. Dat geeft energie straks.

Paul  heeft jaren hoog gesjoeld. Vormde een duo met  zijn vader. Zij zaten bij de Nederlandse Top Tien. Tot vijf jaar terug. Toen zijn vader kwam te overlijden. God hebbe zijn ziel. Ze hebben wat prijzen binnengehaald, de ‘Vergulde Sjoelsteen’ op de Dordtse Dagen, was wel de mooiste.  Vader en zoon speelden altijd met een heel bijzondere sjoelbak. Een Dorenmeister 34,  van gefineerd bronsgroeneikenhout, met lichte beukenhouten stenen. Geschatte marktwaarde vijfduizend euro. Al vijf jaar na de dood van pa staat hun bak onaangeroerd onder ma’s bed.

Het sjoelen zit Paul in het bloed. Hij wil dolgraag met Marieke samen sjoelen. Hij duikt onder het bed om de sjoelbak te pakken. Maar er is daar geen bak. Ook op de andere kamers ziet hij niks. Hij rent naar beneden: ’De Dorenmeister 34 ligt er niet meer. Waar staat ie nu ma?’

‘O, die bak van jou en je vader, bedoel je? Ach lieve schat, je weet sjoelen was zijn lust en zijn leven. Het was zijn op een na laatste wens om, samen met de sjoelbak, gecremeerd te worden.’  

Paul barst in tranen uit: ‘Waarom heb je me dat  nooit verteld, ma?’

‘Dat was pecies de láátste wens van je vader.’

Brian en Stephan hebben hun vader nooit zo verdrietig gezien.

Als Paul zich heeft herpakt, zoekt hij met Marieke de spulletjes van de kinderen bij elkaar. Brian en Stephan zijn onthutst als ze nu al hun jasjes aan moeten.

‘Zeg maar, dag oma Maria.’

‘Dag oma Maria’ zegt Stephan. Brian zwaait.

‘Dag lieve jongens.’

Met zijn vieren stappen ze de deur uit.

Oma Maria blijft alleen achter. Kan ze zich vandaag toch niet uitleven