Posts tonen met het label kastanjes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kastanjes. Alle posts tonen

vrijdag 18 november 2022

VIJF MINUTEN

De Rotte ligt er zonnig bij op deze novembermiddag. Het kleine stukje tussen de Noorderbrug en het Pompenburg is een toonbeeld van rust. Geen blad meer te zien aan de kastanjes, aan weerszijde van dit riviertje, waar Rotterdam zijn naam aan ontleent. De weinige nog resterende kastanjes, zullen na het eerstvolgende stormpje ,niet meer in de bomen hangen. Langgerekte  ‘kroos- tapijten’  verhullen deels de weerspiegeling van de flatgebouwen aan de overkant.  Een politiewagen met zwaailicht komt aangesjeesd; stopt naast de flat. Twee agenten springen uit de wagen en rennen naar de flat.

Langs de kade ligt een slordig in elkaar geflanst meerkoetjesnest. Takjes van verschillende afmetingen, plastic zakken, tie-raps, stukken kleding, injectienaalden, zweetbandjes, lege bierblikjes, bladen,  kroos: kortom een vreselijk zooitje. Desondanks  komt mevrouw koet luid kwetterend én met hoge snelheid op me af, als ik het nest van dichtbij wil bekijken.

Nog vele malen onooglijker dan het koetjesnest is de verwaarloosde woonboot die langs de Rechter Rottekade ligt. Om onduidelijke redenen mag dit wrak niet gesloopt worden. Het is velen een doorn in het oog.  Alle ruiten zijn ingegooid.  De laatste verfbeurt was minimaal twintig jaar geleden. Af en toe rijdt er een auto voor die er nog krakkemikkiger uitziet dan die boot. Een zeer zware jonge man stapt daar uit, die er op zijn beurt nòg weer veel slechter uitziet dan die auto van hem.  Awel, hij stapt die  boot op met in iedere hand een boodschappentas van de dierenwinkel. De zwerfkatten hier verzorgt hij goed.

Achter dat wrak passeert een roeiboot met vier zwoegende zeventigers, in de richting van het groene, landelijke deel van Rotterdam. Met grote slagen verstoren ze de rust van een stel kroos-grazende eenden, waarvan er een nog net opzij kan zwemmen voor hij een klap met een roeispaan op zijn kop krijgt. De roeier kan er niks aan doen … die zit met zijn rug naar die vogel toe.

Behalve eenden, zwemmen er ook drie zwanen, twee futen, vier meerkoetjes. Een tiental lawaaierige meeuwen  zorgt voor flink wat onrust. Nu eens vliegen de vogels op dan duiken ze het water weer in.

De roeiers komen dichtbij het zwanennest, tè dichtbij. De zwanen komen in beweging.

Het gekrijs van meeuwen klinkt tegelijk op met  het klappen van zwanenvleugels op het water.  De zwanen zijn furieus. Verschrikt klampen de roeiers zich vast aan de zijkanten van hun heftig schommelende boot. De twee statige zwanen van voorheen zijn getransformeerd tot twee vervaarlijke vechtmachines.  Hun halzen nu dikker en korter. Laag over het water vliegen de beesten. Ze blijken het niet gemunt te hebben op de vreedzame roeiers maar op de  meeuwen, die door hun grotere wendbaarheid keer op keer de aanvallen  kunnen afslaan. De zwanen blijven jagen. Als het vliegend niet lukt dan zwemmend. Nu verbreden ze ook  hun verentooi . Razendsnel  zwemmend gaan de zwanen nu de meeuwen te lijf. Treiterend schieten de meeuwen kris kras over het water.  Ze blijven ongrijpbaar. Toch boeken de zwanen boeken resultaat. Tegelijk met de nu wat fanatieker roeiende ouderen, vliegen de meeuwen de Noorderbrug onderdoor. Daar, op die fictieve grens blijven de zwanen als grenswachten nog even surveilleren.

Uit de flat aan de overkant komen twee politieagenten met een geboeide witte man tussen hen in. De man wordt de  auto ingekwakt. Terwijl hij zo mak als een lammetje lijkt. Vol gas rijdt de  politiewagen weg.

In vijf minuten is de rust is weer terug op(en langs) dit kleine stukje Rotte tussen de Noorderbrug en het Pompenburg.