Posts tonen met het label geaardheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geaardheid. Alle posts tonen

zaterdag 10 december 2022

LEUKE MAATJES.

Ik heb kort geleden al eens geschreven over de meiden die mijn leven opfleuren. Zo zijn er ook mannen, die een bijzondere plaats in mijn leven hebben. Ook hier geldt weer: ik ben niet verliefd op ze, zo is mijn geaardheid nu eenmaal niet. Neen, Nigel, Lars, Fred en Bert, we zijn gewoon heel goeie maatjes. Ruim over de zestig inmiddels allemaal.

Keith is een Engelsman uit Liverpool. Supporter van de gelijknamige voetbalclub en van …. Sparta Rotterdam, dat laatste bindt ons haast vanzelf. Hij woont al bijna dertig jaar in Rotterdam. Eerst in Crooswijk, de laatste twintig jaar in het Oude Noorden. Daar heb ik hem ook ontmoet, op de sportschool. We drinken daar koffie. Later bij elkaar thuis. Keith is een ouwe zeerot. Heeft meer tijd op zee doorgebracht dan aan land. Al dertig jaar is hij vrijgezel. We gaan samen regelmatig naar de bios en natuurlijk naar Sparta. De laatste jaren is hij slecht ter been. Heup, knie. Daarom bellen we elkaar. Elke woensdagavond om zeven uur laten we, een uur lang, het ‘wereldleed’ de revue passeren.

Lars is nog kennis uit Spangen, de wijk waar ik geboren en getogen ben. Van al mijn goede vrienden woont hij het verst weg. Hij is net zo’n liefhebber van theater en cinema als ik. Toch gaat de voorkeur van Lars uit naar wandelen. Twee à drie keer per maand wandelen we ergens in het land, met elkaar, soms gaat zijn visueel gehandicapte vriendin, Tara, ook mee en soms haken we aan bij een groepje. Vijftien tot twintig kilometer lopen we dan op zijn minst. Lars is een goede schaker. Ik vind het erg jammer dat ik daar niet slim genoeg voor ben. Tja, daar ben ik eerlijk in. Lars en ik dammen ook regelmatig. Daar ben ik wel weer goed in, al zeg ik het zelf. Meestal speel ik Lars van het bord. Makkie.

Fred  en ik kennen elkaar nog niet zo lang; een jaar of drie. We hebben elkaar leren kennen op de ‘Leesclub.’ Lezen en praten over lezen. Recensies over boeken lezen, boekenprogramma’s op tv kijken. Podcasts luisteren. Dat bindt ons allemaal. Beetje eenzijdig, dat wel. We blijven niet persé binnen zitten. Ook met Fred ga ik er bij lekker weer op uit. Soms vinden we onszelf terug onder een grote parasol op het strand. We lezen dan boeken die voor enige afkoeling zorgen zoals ‘De overwintering op Nova Zembla’ of de boeken van Leon de Winter. Deze maand leest de club het boek  ‘de mitsukoshi troostbaby’ van de schrijver Auke Hulst. Het gaat over het leven van een man alleen, met zijn robot-dochter. Intrigerend. Heel bijzonder ook.

Met Bert is het gezellig eten en drinken. Bert is zijn roeping als kok misgelopen. Zijn goulash is verrukkelijk, zijn Indische maaltijden zij uit de kunst. Zijn soepen: caribische pompoensoep of preiproll: fingerlicking good. Elke week schuif ik een keer bij hem aan. Hij mag vanzelf ook bij mij komen eten maar daar is hij niet zo happig op. Dat begrijp ik wel. Ik ben niet zo’n keukenprins. Ter compensatie neem ik hem zo af en toe eens mee naar Resto Van Harte. Prima eten daar en betaalbaar. Maar Bert eet toch het liefst zijn eigen maaltijden. Dat zal hij me niet midden in mijn gezicht zeggen; beetje achterbaks is hij wel.  Inmiddels heeft Bert zich tot zo’n kleine 103 kilo volgegeten. Ook de nodige lekkere biertjes, jonge jenevers en wodka’s hebben daaraan bijgedragen. Ik hoop dat ik het mis heb maar eerlijk gezegd vrees ik dat Bert zich aan het doodzuipen is.

Op zich heel fijn zo’n vriendenkoppel. Ik voel me prima met hen om me heen!

 

zaterdag 26 november 2022

IN DE SAUNA

 In de sauna.

 Een aantal weken terug is de afspraak al gemaakt met Iris om eens naar de sauna te gaan.  Ruim veertig jaar terug kwam ik  wel eens in de sauna. Dan is een sauna nog een omgebouwd woonhuis of middelgroot winkelpand met een saunacabine, een dompeltobbe met onmenselijk koud water en een douche. Een lees- annex  praathoekje en een zonnebank completeerden het geheel.  

Ik was nooit naar de sauna gegaan als een zus van me, die tien rittenkaart niet cadeau had gedaan. Dertig werd ik. Het is een heel nette gezellige sauna. Veel homo’s komen er. Misschien omdat de eigenaars zo zijn. Het is mijn ‘geaardheid’ niet maar ik heb er niks op tegen. Niemand heeft daar ooit, per ongeluk expres, aan me kont gezeten. Die tien saunaritten waren te gek. Toch heb ik  ‘sauna’ nooit in mijn systeem opgenomen. 

De sauna’s van nu zijn complete recreatieparken. Wat eens een zwembad was  is nu een saunaparadijs. Gisteren was ik op de plek waar ik ruim dertig jaar terug op een zeer zomerse dag, met mijn gezin een dagje ging spelen en spetteren. Zwembad ‘de Plons’ heette dat toen. Nu heet de gelegenheid ter plekke: Thermen Deljoya’.

En in plaats van een vijftig meterbad met hoge en lage duik, een kikkerbadje en een ruim speelveld met gelegenheid tot het bedrijven allerlei sport en spel staan er nu een stuk of tien saunahutten, van groot tot klein, verschillende bubbelbaden, afkoelvijvers, een dodezeebad, een Turks bad, een hammam, een zonnebankcentrum en zelfs schijnt er een ‘leessauna’ te zijn. 

Voor 30 euro biedt Deljoya waterpret maar geheel anders dan ‘de Plons’. Op vele manieren kan van water genoten worden. Van opgewarmd, gekoeld, bevroren,  gezouten, tot stomen toe verhit water en van krachtige bubbels voorzien water.   

Ik ben blij dat het deze dag behoorlijk koel is. Boven de twintig 20  graden ga ik niet naar de sauna. Dan fiets ik naar Hoek van Holland, ga lekker in de zon liggen bakken en als ik dan bijna kook, duik ik de zee in. Bijna koken in de sauna vind ik ook heerlijk. Mijn vriendin Iris eist dan van mij dat ik in ijswater spring maar dat verdom ik ten enen male.

‘Bekijk het maar; doe het zelf maar!’ Zegt dit angsthaasje stoer.

 ‘Doe je het niet,’ zegt Iris dreigend, ‘dan zit je vanavond gezellig  thuis met een knallende koppijn!’

Stoer loopt Iris het ijswater door, na de verhitting in de sauna, ze gaat demonstratief nog even kopje onder en komt lachend weer boven. Eerlijk is eerlijk, ze gaat er hier met de minuut leuker uit zien. Toe we ‘Deljoya’ binnen kwamen zag ze nog lijkbleek. Nu heeft ze wat kleur op haar wangen en haar ogen stralen. Als ik zeker zou weten dat ik van dat koude water zo zou opknappen, zou ik ook gaan.

Nu maak  ik,  na de saunagang, een kleine wandeling door het kille park (vijf  à acht graden), daarna ben ik weer voldoende afgekoeld voor het volgende verhittingsmoment, denk ik……Iris zwijgt in alle talen. Ze werpt me een verwijtende blik toe, waar  de woorden ‘eigenwijze lul’ goed bij zouden passen.

Het is een doordeweekse dag en de sauna is afgeladen. Volgens Iris is het is elke dag zo.  Met honderd mensen is de grote saunaruimte stampvol. De  Meester van de Handdoek komt zijn kunstje vertonen: ‘loyly’: met een handdoek hete lucht rondzwaaien door de saunaruimte. Hete lucht waaraan eucalyptus is toegevoegd. Een vuurvast lichaam is hier vereist! Ik ben blij toe dat ik op een veilig, redelijk koel plekje onderaan zit. Iris zit stoer bovenin. Heter dan daar kan het niet.

Mannen en vrouwen tussen veertig plus en tachtig min nemen, net als ik, deze dag ruime porties wellness tot zich. Ze vertonen ‘sans gêne’ hun ontblote, goddelijke lichamen. Elk lichaam heeft zijn uniek schoonheid, toch!? Dat lijkt iedereen ook te beseffen. Heel mooi. 

Iris kreeg wel gelijk. Pas na zes paracetamols minderde die avond mijn koppijn pas.

 

** Dit stukje is eerder gepubliceerd in 2015.