Posts tonen met het label gassies. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gassies. Alle posts tonen

zaterdag 18 maart 2023

LEKKER FOEBELE.

Ik heb voor deze zaterdagochtend, de wekker op half zeven gezet. Ik heb een voetbalwedstrijd. Ga zelf geen wedstrijd spelen maar ik ga kijken naar mijn kleinzoon Bent (9). Hij speelt bij de voetbalclub Zwijndrecht.

Als opa Jos móét ik mijn kleinzoon natuurlijk zien spelen! Ik kan en wil het ook niet missen. Ik vind voetbal hartstikke leuk. Zelf doen lukt me niet meer zo. Maar ik heb ook veel plezier om naar het spelletje te kijken. Vooral als je kleinzoon meedoet.  Alleen moeten de wedstrijden van die jonge gassies niet zo achterlijk vroeg beginnen. Klokslag half negen.  Ik moest  in Rotterdam  om half acht de deur uit om om tien over acht op station Dordrecht te zijn. Daar komt mijn oudste zoon me ophalen. Hij gaat ook naar Bent kijken.

Om half negen belt Ralf, mijn jongste zoon en de vader van Bent, we zitten dan nog in de auto : ‘Waar blijven jullie nou?’ Komen we verdorie nog  vijf minuten te laat ook. Kejje nagaan:  half zeven kom ik uit bed en pas om vijf over half negen sta ik langs de lijn.

Zwijndrecht staat dan al met 3 – 0 achter in de wedstrijd tegen Rijsoord. Bent  speelt alleen niet in de eerste  tien minuten. De rest van de wedstrijd (dertig minuten) wel. Beide teams spelen in blauwe shirtjes spelen. Alleen de broekjes verschillen per team. Lekker verwarrend zou je denken … maar  ’t  blijkt geen enkel probleem te zijn.  Bent is veruit de langste van alle spelers op het veld. Hij zou zijn lengte goed kunnen benutten door wat vaker te proberen te koppen. Zijn inzet is verder geweldig, niet alleen van hem. Van alle spelertjes. Zwijndrecht is jammer genoeg twee klassen minder dan Rijsoord.  Die jongens van Rijsoord kunnen al wat meer met een bal: ze nemen de bal makkelijker aan, spelen beter samen en kunnen gerichter en harder schieten.

Dat laatste kan Bent ook goed: hij pakt de bal af van een Rijsoord-speler, loopt in de richting van het Rijsoord keeper en  schiet de bal loeihard op doel. Helaas, net geen doelpunt. De bal gaat via de kruising achter … heel jammer. Papa Ralf zag hem er al in gaan. De achterstand van Zwijndrecht  is wel inmiddels opgelopen tot 5 – 0.

Het is tien minuten rust voor de spelers. Er is twee maal tien minuten gespeeld. Voor mij en mijn zonen is het tijd voor een bakkie koffie.

Ik vergeet het helemaal te vermelden maar het is deze ochtend prachtig weer! Het is zo dubbel feest om hier langs de lijn te staan. Het lijkt haast wel lente. Het zou makkelijk ‘rokjesdag’ kunnen zijn. (google maar als je niet weet wat dat is).

De wedstrijden van de teams van deze leeftijdscategorie duren vier maal tien minuten. In het laatste deel van de wedstrijd weet Zwijndrecht te scoren. De eer is tenminste gered! Rijsoord scoort nog wel vier keer. De eindstand  wordt dan: 9 – 1.

Na de wedstrijd zitten de Zwijndrecht-spelers keurig naast elkaar in de dug-out te smullen van een troostend zakje chips.      

Het was een sportieve wedstrijd. Leuk om te zien. Volgende keer beter Zwijndrecht! Niet alle teams zijn zo sterk als dit Rijsoord.     

 

vrijdag 30 september 2022

VRIENDSCHAP? EEN ILLUSIE. (8) PIETJE.

 Pietje Fransen is een van de gassies op school met wie ik een bijzondere band heb. Hij kan absoluut niet leren. Is wel goed in sporten en het is een lefgosertje.

Hij springt op school uit het raam van de tweede verdieping.. Zijn hondje staat alleen aan de overkant van de straat. Daar moet ie gelijk op af. ‘Ik kom vanmiddag wel weer terug!’

Boeren en scheten laten in de klas, doet ie gewoon. En als de meester er wat van zegt, antwoordt Pietje dat hij zo’n vreselijk buikpijn heeft. Hij stinkt ook als ie géén scheet had gelaten …  ik weet niet precies wat voor stank … beetje zurig … ranzig. Niemand wil naast hem zitten of zijn jasje over Pietje zijn jas hangen. Ik doe het ook niet. De meester hééft hem wel eens een keer naar huis gestuurd: ‘Je gaat je eerst maar eens lekker wassen, Pietje, schone kleren aantrekken. Dan wil ik je hier weer terugzien.’ Na drie weken is hij er weer … in die zelfde kleren.

Piet zingt ook graag. Dat verwacht je niet van hem. Het klinkt nog aardig ook. Het liefst zingt hij ‘stoute liedjes’ zoals: tiet-en-kont, tiet-en-kont, tiet-en-kont-kont-kont enz. op de melodie van de Radetzky-Mars van Johan Strauss. Ook verzint hij ze zelf; over Elsje bijvoorbeeld, een lelijk,  peenroodharig klasgenootje van ons, zingt hij een zelf bedacht melodietje:

‘….en die Els,

die is zo’n rare,

kromme benen,

dikke billen

rooie haren…….’

Iedereen lachen en ach, die Elsje, ze schaamt zich dood. Zielig, hoor. Moet Pietje voor straf een tijdje op de gang staan van de meester. Vanaf de gang maakt hij ons in de klas aan het lachen door steeds met een andere gek gezicht voor het gangraam te springen.

Op een morgen, komt een grote man de klas in, ‘dat is een ‘stille’’, zegt de meester later. Onze meester en de ‘stille’ smoezen even met elkaar. Als die ‘stille’ weer weg is, zegt de meester, lijkbleek inmiddels, dat Pietje op zijn fietsje is platgereden door een vrachtwagen.

Een paar dagen later zitten we met de hele school in de kerk aan weerskanten van dat kleine witte kistje. Die eerste drie-en-een-halfjaar op school heeft hij  veel lol gemaakt. Ik zal hem niet gauw vergeten met zijn bolle, brutale stekelkop. Pietje Fransen is geen boezemvriend van mij; wel een toffe klasgenoot. Hij slaat Paultje de Jong voor mij in elkaar. Die Paultje loopt me steeds te zieken: ‘lelijke brillenjood’, ‘lelijke brillenjood’. Dat wil Pietje niet horen,  want ik ben zijn vriend. Daarom deelt hij gewoon een paar tikkies uit. ik hoef hem helemaal niks te vragen. Het enige dat ik voor hem terug kan doen is repetities, dictees en allerhande huiswerk maken in Pietjes slonzige handschrift. De laatste tijd ga ik ook gewoon naast hem zitten en hang ik mijn jas over zijn jas op de haak. Dat doe ik ruim een half jaar zo en dan ineens is Pietje  dood.