Posts tonen met het label duister. Alle posts tonen
Posts tonen met het label duister. Alle posts tonen

donderdag 3 augustus 2023

FIJNE GOZER.

 Ik lees in de krant:

‘De 27 jarige R. van S. is veroordeeld tot vier jaar cel, voor een gewelddadige roofoverval op 23 mei jl. in een woning in Rotterdam Hoogvliet. Van de bewoners werd de 83-jarige man zwaar letsel toegebracht;  zijn 85 jarige echtgenote werd in geknevelde toestand in de woning achtergelaten. Bij deze brute roofoverval werd  7,50 euro buit gemaakt.’

‘Wat een hufter,’ denk ik, ’zo veel ellende aanrichten  voor  7,50 euro’. Mijn buurvrouw vertelt me, dat die laffe daad door Robert is gepleegd, R. van S. dat is Rob ...bij ons uit de buurt.

Hoe kan zo’n leuke vent zoiets flikken? Onbegrijpelijk. Op klaarlichte dag berooft hij weerloze oudjes van zo’n lullig bedrag.

Of ik ben naïef ... of het komt, omdat ik hier nog niet zo lang woon ... of beide …  maar ik vind hem wel een gezellige gozer … we praten wel zo eens over de buurt …hij vindt de buurt achteruitgaan met al die buitenlanders. We hebben het over zijn hond, over zijn werk (hij is kunstenaar), over Feyenoord enzovoorts ... maar nu pas, krijg ik ook wat te horen over de duistere kant van Rob. ’t Is ècht geen brave. Mijn buurvrouw licht het deksel van de beerput: berovingen, inbraken, zakkenrollerij… en als hijzelf in het nauw wordt gedreven, stuurt  hij zijn pitbull, op zijn belagers af. Hij heeft er ook al een paar taakstraffen op zitten. De spanning zou hij niet kunnen missen … want voor het geld hoeft hij niet te doen. Hier staat Rob, behalve als ‘een moederkindje’  alleen bekend als de fijngevoelige artiest: hij schildert en tekent. In zijn atelier en zijn galerie manifesteert hij zich als de aimabele, sociale kunstenaar, die leuk kan vertellen over zijn werk … ook aan groepen kinderen.  Hij doet het goed en sinds een jaar of drie vindt zijn werk, vooral zijn tekeningen, gretig aftrek, vooralsnog alleen in Nederland.

Zijn politieke voorkeur steekt hij niet onder stoelen of banken: de PVV van Wilders. Dat valt  me dan van hem tegen. Hij heeft het niet op moslims. Hij vindt die ‘geitenneukers’, zoals hij ze noemt, te opdringerig: ‘Ze dwingen ons, hùn cultuur over te nemen en dat vind ik te ver gaan,’ heb ik hem wel eens  horen zeggen. Hij heeft er  geen bezwaar tegen dat moslims geen varkensvlees eten of dat  hun vrouwen alleen met een hoofddoekje de straat op mogen: ‘dat moeten ze zelf weten maar ze moeten ons, Nederlanders, die kant niet op dwingen. En dat doen ze nu juist wel!’ vindt hij.

Op één punt is Rob het helemaal met moslims eens: ‘homo’s’ … net als moslims moet ook hij niks van homo’s weten. ‘Strontneukers’, zo noemt Rob  homo’s. Diezelfde buurvrouw weet ook dat ie soms aan het ‘poten rammen’ mee doet. In het Kralingse Bos. Homo’s worden daar op de zogenaamde afwerkplek neergeknuppeld door een groep rammers. Ook zijn pitbull laat hij daaraan meedoen. Bruut!

Raar maar waar: voor ma van S. is Robert van S. de liefste jongen van de hele wereld.

dinsdag 11 april 2023

EEN SLAAPWANDELING.

Een slaapwandeling.

Ik maak nooit wat mee maar een half jaartje terug stond ik opeens buiten in de nacht.  Alle huizen waren duister.  Kousen en schoenen, die heb ik niet aan. Koude, natte voeten. Geluiden? Neen,  geluiden hoor ik niet. Geen auto, geen vogel,  geen vliegtuig en de bomen ruisen niet. Het is windstil.

Dwalend in mijn zeiknatte pyjama. Mijn rechter schouder herstellend van een breuk. Elk stapje doet me pijn. Wat doe ik hier? Waar ben ik dan?  Wie bracht mij hier naar toe?  Hoe ben ik hier gekomen? De weg hierheen ken ik niet.

Ik draaide me, ter oriëntatie, om mijn as. Vaag meende ik het huis van een oude vriend te ontwaren. Zie een fietspad, roze, als alle fietspaden hier. Een brede sloot, belicht door wat lantaarnpalen. Zwijgzaam kabbelende zwanen. Meerkoetjes, ganzen en eenden in de sloot.

Ik woon hier pas. Herken nog geen straat, geen gebouw, geen boom, geen struik. Dit hier, een school? Ik kan de letters niet goed lezen. Mijn leesbril is thuis.

Het miezert. Daar word je het natst van. Geluid ...  Achter me komt een auto aan. Geen idee waar ik ben. Maak het ‘liftgebaar’. Misschien neemt  ie me mee. Mijn adres weet ik: Omniumakker 195, Rotterdam. Misschien weet die bestuurder, beter dan ik, waar dat adres te vinden is. Maar hij rijdt loeihard langs me heen.  Dwars door een grote plas. ’t Water spat tegen me op. Dat kan er ook nog wel bij. De automobilist toetert, twee keer.

Hoe laat zou het zijn? Zo te zien slaapt iedereen nog. Nergens brandt licht. Maar slapen ze nog maar net? Of gaat de wekker al bijna af? Zon, maan en sterren, zie ik niet. Daarvoor is het te bewolkt.

Deze wandeling kent zijn weg niet hier naar toe.

Ik woon hier pas. De naam van deze straat is met witte letters te lezen op een blauw bord: Brederodestraat. Mijn straat komt hier op uit. Met mijn grote blote voeten voel ik scherpe, harde, weke, vieze  dingetjes op de stoep. Mijn mond is droog van ’t in mezelf praten. Ik les mijn dorst; lopend, met open mond. De regen is zout.

Dan herken ik de straat. Met mijn flatgebouw.  Alleen … ik kan er niet in. M’n lichaam is met niets op pad gegaan. Zich nergens van bewust. De deur sluit. M’n geest sliep.  Liet mijn lichaam met morphine begaan.

Mijn slaapdronken geest vult mijn natte, koude lichaam en leidt me terug. Tot hier voor de deur. Ik bel aan bij buurbrouw An. Nors klinkt ze door de intercom: ‘Ja, Wàt!?’

‘Ik ben het, Jos. Mijn sleutels vergeten, An’.  Wilt je open doen?’

‘Weet je wel hoe laat het is??’ krijst  An.

‘Nee!’ Geen idee.

‘Half vier!’ en ze doet open.

Door haar huis. Via haar balkon klim ik (met de gebroken schouder)naar mijn balkon. De achterdeur  goddank niet op slot. Nu zie ik ook: mijn eigen voordeur staat nog wagenwijd open.

Een warme douche en dan is er de angst voor het weer slapen gaan, want ….



En nu nog even een gedicht. Het gaat natuurlijk over slaapwandelen. Slaapwandelen is een alom bekende wandeling die iemand maakt in zijn slaap, waarbij zijn lichaam zich zonder zijn geest uit bed beweegt.

Maar een slaapwandeling kan ook gelezen worden als een wandeling die je met iemand maakt in je droom, zoals in het gedicht van Gerrit Achterberg..

 

Slaapwandeling

 

Ik heb vannacht met u gewandeld

In de doove lanen van de slaap,

En nu het morgen is geworden

Is er niets veranderd,

Dan dat die twee, die in de nacht tesaam,

Volkomen bij elkander waren,

Mij weer alleen gelaten hebben in de morgen,

En samen verder zijn gegaan.