woensdag 4 mei 2022

4 MEI 2022 DODENHERDENKING

 Ik heb geen plaats meer in mijn hoofd om de talloze onschuldige oorlogsslachtoffers te herdenken. En er gaan er nog veel meer  vallen.  Hitlers, Poetins, nieuwe oorlogsmisdadigers, dictators  zullen zich blijven aandienen. Ik zal me  tegen ze verzetten.

Mijn woorden schieten vandaag tekort. Daarom leen ik de woorden van een verzetsman: de dichter Jan Campert. Hij schreef het gedicht ‘De achttien dooden’.

 

DE ACHTTIEN DOODEN

Een cel is maar twee meter lang

en nauw twee meter breed,

wel kleiner nog is het stuk grond,

dat ik nu nog niet weet,

maar waar ik naamloos rusten zal,

mijn makkers bovendien,

wij waren achttien in getal,

geen zal den avond zien.

 

O lieflijkheid van licht en land,

van Holland's vrije kust,

eens door den vijand overmand

had ik geen uur meer rust.

Wat kan een man oprecht en trouw,

nog doen in zulk een tijd?

Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw

en strijdt den ijdlen strijd.

 

Ik wist de taak die ik begon,

een taak van moeiten zwaar,

maar 't hart dat het niet laten kon

schuwt nimmer het gevaar;

het weet hoe eenmaal in dit land

de vrijheid werd geƫerd,

voordat een vloekb're schennershand

het anders heeft begeerd.

 

Voordat die eeden breekt en bralt

het miss'lijk stuk bestond

en Holland's landen binnenvalt

en brandschat zijnen grond;

voordat die aanspraak maakt op eer

en zulk Germaansch gerief

ons volk dwong onder zijn beheer

en plunderde als een dief.

De Rattenvanger van Berlijn

pijpt nu zijn melodie, -

zoo waar als ik straks dood zal zijn

de liefste niet meer zie

en niet meer breken zal het brood

en slapen mag met haar-

verwerp al wat hij biedt of bood

die sluwe vogelaar.

 

Gedenkt die deze woorden leest

mijn makkers in den nood

en die hen nastaan 't allermeest

in hunnen rampspoed groot,

gelijk ook wij hebben gedacht

aan eigen land en volk -

er daagt een dag na elken nacht,

voorbij trekt ied're wolk.

 

Ik zie hoe 't eerste morgenlicht

door 't hooge venster draalt.

Mijn God, maak mij het sterven licht-

en zoo ik heb gefaald

gelijk een elk wel falen kan,

schenk mij dan Uw gena,

opdat ik heenga als een man

als 'k voor de loopen sta.

 

Jan Campert

Jan Campert (1902 - 1943)

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten