donderdag 21 maart 2013

Lekkere boterhammetjes


Ik heb er echt zin in: boterhammetjes eten met lekker beleg. Ik was niet eens van plan om veel te eten maar toen ik eenmaal bezig was kon ik niet meer stoppen. Ik begon met zo’n lekkere Klootwijk-krentenbol. Toen een boterhammetje met paardenrookvlees, dan eentje met pindakaas, eentje met kaas en marmite, een met hagelslag, nog eentje met pindakaas, eentje met honing en om het  af te leren een boterham met hagelslag. Ik had nog helemaal niks gedronken tussendoor. Dus ik drink ik een glas melk … ik sterf nog steeds van de dorst … nog een glas melk dan maar… nog steeds dorstig. Ik kan wel blijven drinken.

Even mijn eten laten zakken. Onderwijl een krantje lezen en dan naar de markt. Voor het eerst in mij  leven voel ik letterlijk aan den lijve het begrip uitbuiken … Jezus wat krijg ik een uitpuilende buik … ’t was echt veel te veel … had er misschien niet zoveel melk  achteraan moeten drinken …

O, helemaal vergeten, vanmiddag zou ik gaan sporten, over een uurtje al … ik heb afgesproken met Sjoerd … we zouden een rondje Kralingse Bos doen …. 5 kilometer joggen maar als ik me straks nog zo klote voel als nu dan ga ik hem mooi afbellen.

Niet alleen mijn buik maar ook mijn aderen bollen helemaal op …vooral die aderen op mijn handen zie ik per seconde dikker worden. Mijn lijf heeft duidelijk moeite met die grote aanvoer van voedsel. Ik had de rits van mijn broek al losgemaakt maar dat is nog niet afdoende … mijn broek moet echt helemaal uit …hij zit echt te strak … ik krijg een pijnlijk zeurend gevoel in mij buik …  sterf ook nog steeds van de dorst … begin me een beetje misselijk begin te voelen.

Blijven zitten lukt nu ook al niet meer … ga liggen op de bank … ja …dat verlicht … laat een enorme scheet … stinkt niet ….lucht wel op

Dat doe ik nooit meer: zo veel eten, zoveel drinken; dat sporten vanmiddag kan ik wel schudden: ik ga Sjoerd afbellen … ’t is niet voor het eerst  … :
‘Ik spreek nòg eens keer met je af!,’ zegt hij geirriteerd, ‘waarom eet je niet gewoon na de training dat is toch veel logischer.’
‘Ja, je hebt wel gelijk,’ zeg ik schuldbewust, ‘het is stom van me.’
Sjoerd is herstellende van een blessure en zou het vanmiddag weer eens rustig aan gaan proberen ...  samen met mij …  
‘Zullen we dan morgenmiddag,’ probeerde ik nog.
‘Ja, dahhaaag, ik gá gewoon vanmiddag, hoor, daar heb ik me nou al helemaal op ingesteld … dan maar in mijn eentje, dat moet ook lukken!’
‘Het spijt me,  Sjoerd, zullen we het dan maar weer houden op volgende week woensdag?’
‘Nou, als ik de training van vanmiddag goed doorkom ga ik zèlf in ieder geval volgende week weer. Om precies drie uur ga ik lopen. Ik merk wel of jij er dan ook bent. Afspreken heeft blijkbaar toch geen zin.  ‘t Is niet de eerste keer … nu eens heb je dit dan weer dat … overigens: sterkte jongen, ik hoop voor je dat je het allemaal binnen kan houden.’

Dat laatste lukt dus niet … ik heb mijn darmen uit mijn lijf staan kotsen … het lag denk ik toch níét aan de hoeveelheid …. die paardenrookvlees was over de datum … als het überhaupt wel paard was …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten