zondag 25 december 2011

Kerststukje (2)

Ik heb dezer dagen voor het eerst sinds jaren geen kerststukjes gemaakt. Wel heb ik er in twee meegespeeld, met de toneelclub wel te verstaan..
In het eerste kerststukje speel ik een man van een jaar of veertig: een oersaaie, norse lul; getrouwd en vader van een dochtertje van elf, Meis genaamd. Zij zit aan één stuk door met een vriendinnetje te telezeuren.
Hoewel er geen gebrek is aan jonge meiden in de toneelvereniging, wordt mijn dochtertje in het stuk  gespeeld door een vrouw van in de zestig.
In  dit tweede kerststukje speel ik (als tweeënzestig jarige) een hippie van vijfentwintig, Jozef genaamd, die op een wel heel bijzondere wijze geconfronteerd wordt met de kinderwens van zijn vriendin, Maria. Over dit laatste gaat dit stukkie nu.


Als  Maria thuiskomt na een middagje kerstinkopen, ziet ze een grote doos op de eettafel staan. Het kerstpakket van Jozef, vermoedt ze, hoopt ze. Terwijl ze de kerstspullen opruimt meent ze wat te horen in de woonkamer maar wat het is en waar het geluid nou precies vandaan komt  weet ze niet. Ze gaat maar door met opruimen en dan klinkt opeens een langgerekt babygehuil. Onmiskenbaar komt dat geluid uit Jozefs kerstpakket.  Dat wás Jozefs kerstpakket helemaal niet, want in die doos ligt een goeddoorvoede  baby, een jongetje,  om aandacht te jengelen. Zodra Maria hem liefdevol in haar armen heeft genomen is hij stil. Maria voelt zich in de zevende hemel met dit godsgeschenk. Al zó lang en zó heftig verlangt ze naar een kind en dan is het er zo maar ineens, dit schatje. Aangevoerd in een verhuisdoos van de Gebroeders Vos uit Enkhuizen.
Maria weet dat het voor Jozef niet zo nodig hoeft, een kindje. Hij voelt zich niet vrij meer met een kind om zich heen en denkt dat hij dan bij mij op de tweede plaats komt. Bovendien vindt hij, stinken alle babies en produceren ze nare soorten geluid: dreinen, jengelen, krijsen. Dit keer zo neemt Maria zich stellig voor, kan Jozef op zijn kop gaan staan, dit kind houd ik, dit kind is van mij.

Jozef komt een beetje stoned, met een lachkick thuis. Hij valt Maria om haar nek en ziet dan dat ze ‘een kind’ in haar armen houdt. In eerste instantie denkt hij dat het dat joch is van de buren waar Maria soms op past  maar al gauw voelt Jozef dat er meer aan de hand is. Hij maakt Maria snel duidelijk dat, waar zij dat kind ook vandaan heeft,  hij het niet in huis wil hebben.
‘Jezus!’, zegt Jozef. ‘ Hoe vaak heb ik je dat nu al niet gezegd.’   
 Maria besloot meteen na deze uitspraak van Jozef haar vondeling Jezus te noemen.
 
In haar euforie over de onbevlekte ontvangenis van dit kind, tracht Maria haar vriend te verleiden tot het aanvaarden van het vaderschap over Jezus. Denk toch niet alleen aan de vervelende dingen, Jozef. Denk ook eens aan al die léúke dingen: aan de de spelletjes die je met hem kan doen, thuis en op straat, zoals daar zijn: blindemannetje, ezeltje prik, diefje met verlos, voetballen, boottochtjes maken en vissen. Tot slot kijkt Maria Jozef indringend aan en zegt dat ze geen probleem meer zal maken van Jozefs vriendschap met het mooie buurmeisje Saskia. Dat hoeft vanaf nu dus niet meer in het geniep.
Vooral bij die laatste woorden van Maria ontdooit Jozef zichtbaar.

Dan stelt Maria haar vriend voor de keuze. Ze verbindt er de liefdesvraag aan.
Als je echt van me houdt, Jozef, dan accepteer je dit kleine ventje als je zoon en trouw je met me. 

Als het antwoord van Jozef uitblijft begint ze te zingen.

What´s gonna be boy YES or NO??
Do we want him???
Do we want him forever
Do we need him,
Do we never leave him
Will we make him so happy for the rest of his live
Will you take take us away and will you make me you wife?????

Josef kan echter niet zo één, twee, drie de knoop doorhakken; hij vraagt haar of hij er nachtje over mag slapen.

Let me sleep on it
Baby baby let me sleep on it
Let me sleep on it
I’ll give you the answer in the morning


Maar dan toont Maria zich spijkerhard: ze wil uitsluitsel van Jozef en wel meteen: hier en nu!!

Jozef worstelt enige minuten naarstig met het vraagstuk en uiteindelijk gaat hij overstag.
Hij gaat akkoord met het vaderschap. Hoewel hij geen flauw idee heeft wat jongetjesbabies bijvoorbeeld allemaal eten, (Marsen, krakelingen, Bounties, Milky Ways, frietjes, zoute drop?) maar dat zullen ze snel genoeg te weten komen, denkt hij. Doorslaggevend voor Jozef is Maria’s zegen over zijn vriendschap met Saskia.

Zowel Jozef als Maria zitten nu  lekker in hun vel. Ze weten nog totaal niet wat ze allemaal te wachten staat met  zo’n kleine rakker over de vloer. Om te beginnen gaan ze gedrieën maar eens kijken wat er zoal te koop is. Jozef stelt voor om eerst maar eens een stel piepkleine voetbalschoentjes aan te schaffen voor het kleine manneke.  In feite zegt Jozef met dit laatste voorstel: welkom thuis Jezus, welkom bij Jozef en Maria, je pappa en mamma.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten