maandag 19 december 2011

Kerstmarkt

Van alle glühweintjes, die ik dit jaar gedronken heb was er niet een hetzelfde en laat ik het gelijk maar eerlijk zeggen: eigenlijk waren ze allemaal uit de categorie: niet te zuipen. Nu loopt de categorie niet te zuipen van ‘um zu kotzen’ tot ‘niet zo erg lekker’.
Vandaag ben ik op de kerstmarkt in Dordrecht en daar heb ik twee niet zulke lekkere glühweintjes op,  in een overigens zeer relaxte bruine kroeg, waar de bediening voor rekening komt van een stel  gezellige oudere, in het zwart geklede, geblondeerde dames. Ik plof daar na anderhalf uur slenteren over de kerstmarkt neer. Verkleumd tot op het bot. Vijf dooie vingers en een pimpelpaarse neus getuigen daarvan.  Gelukkig is de wijn  die geserveerd wordt kokend heet. Waarmee tegelijk ook al het positieve over dit wijntje is gezegd. Ik warm mijn ijskoude handen met succes aan het aardewerk potje waar de wijn in geschonken is maar ik kan voor dit doel natuurlijk net zo goed een heet glas thee of water bestellen. Deze glühwein is heet, mierzoet maar mist de authentieke glühweingeur: een melange van zoete rode wijn, kaneel en kruidnagel. Ik ben vijf euro kwijt voor twee glühweintjes (inclusief een halve euro fooi). Voor het  weer in beweging krijgen van mijn vijf dooie vingers, twee links, drie rechts, had ik toch echt aan een glühweintje niet genoeg.  

O ja, die dooie vingers……………, wat zien die er ijzig uit. Ik heb er nog al gauw last van. Mijn vingers hangen al snel dood aan mijn handen: als ik, pakweg een half uurtje fiets of wandel, zonder handschoenen,  bij een temperatuurtje van drie à vier graden Celcius.  Afschuwelijk die pastinaak witte kleur van die vingers. De kleur van de dood. Deze vingers geven een voorproefje op hoe ik uit zie als lijk, althans de eerste dagen dan. Doorgaans wordt er in mijn omgeving schrikachtig op die ijzige vingers gereageerd, met name het schrille contrast tussen die intens witte vingers naast de goed doorbloede.  Ze vormen als het ware ook een voorbode op de naderende dood en die wordt door de meeste van mijn familieleden, vrienden en kennissen tot op dit moment niet graag met mij in verband gebracht……dit dus terzijde.

Het allereerste glühweintje van 2011 drink ik in november, het loopt tegen Sinterklaas. Eigenlijk word je dan geacht bisschopswijn drinken maar ik had nog wat wijn, en paar zakjes glühweinkruiden, dus ik dacht ‘de boom in met de bisschopswijn!’ maar daar kreeg ik me toch spijt van!  Ik gebruikte als basis, een tamelijk zilt rood wijntje en dat genoemde zakje glühweinkruiden. Een  zakje dat enige tijd moet bungelen in net niet aan de kook gebrachte wijn. Nooit had ik die  zilte rode wijn moeten gebruiken maar in plaats daarvan zoete Spaanse. Er blijkt nog flink wat zoetstof bij te moeten. Een lekker glühtje heb ik daar nog niet mee, want de producent van het glühwein kruidenzakje, heeft zich danig vergist: de benodigde hoeveelheid kruidnagelpoeder is fors overschreden. Het resultaat is een bittere rode kruidnagelsiroop: elke slok die ik neem gaat gepaard met kotsneigingen. Uiteindelijk heb ik het bocht maar in de gootsteen geflikkerd. Die gootsteen leek er zelfs nog enige moeite mee te hebben gezien de vreemde bubbelgeluiden, die uit de afwatering opstegen.

Nog even terug naar de kerstmarkt in Dordrecht. Volop geniet ik  van de koren, die prachtige kerstliederen ten gehore brengen op de verscheiden muziekpodia. Zingen in koren is, als ik afga op wat ik hier zie voornamelijk een ouwe wijven aangelegenheid. Er zitten  wel eens wat jeugdige wijfies bij èn enkele stramme ouwe kerels (raadselachtig: vaak met heel grote snorren) maar die zijn altijd ver in de minderheid. De koren die ik vanmiddag zag en hoorde, steunen voornamelijk op de enthousiaste inzet van de 45+ plus vrouw. Het zijn ook vaak zingende oma’s. Zelden heb ik zo veel peutertjes  enthousiast naar hun zingende en soms ook swingende oma’s op het muziekpodium zien zwaaien.   
Er wordt deze middag door die koren, eerlijk is eerlijk, geweldig gezongen. Het werkt aanstekelijk, want ik heb onder andere ‘de herdertjes’, ‘er is een kindeke geboren op aard’, ‘I wish you a Merry Christmas,’ uit volle borst mee staan zingen.

De Dordtse Kerstmarkt mag eigenlijk helemaal die naam niet hebben. De helft van de kramen heeft geen ene reet met kerst te maken en dat vind ik nou zo zonde. Jammer van de kerstsfeer, die een kerstmarkt toch hoort uit te stralen. Een kraam met lieflijke kerstboomversieringen bevindt zich naast een kraam met alles op het gebied van de hengelsport, dat spoort niet! Net zoals die kraam met kerstverhalenbundels naast de zadels, spaken, snelbinders, binnen- en buitenbanden,  glimmende velgen en handvaten van de rijwielhandelaar. De  Dordtse kerstmarkt is een ordinaire braderie; niets meer en minder.

En tenslotte, zo tegen het einde van mijn bezoek aan de kerstmarkt, krijg ik opeens trek in iets. Een pannenkoek of een oliebol of zo. Het aanbod van warm vreten is gigantisch. De oliebol trekt het eerst mijn aandacht. De vrouw van de oliebollenkraam staat me in de maling te nemen, denk ik,  als ze zegt dat ze twee euro…vier gulden dus ….voor een oliebolletje wil vangen. Kan iemand me voorrekenen hoe zo'n prijs tot stand komt? Hoe dan ook: mijn oliebollentrek is op slag verdwenen.

Bij mijn zoon en z’n vriendin, die tegenwoordig in Dordrecht wonen, kan ik gelukkig wat voordeliger terecht voor een hapje eten. Vriendin Anoli heeft een heerlijk pikante snert gemaakt met roggebrood en spek. Zalig. Het is nog gezelli(g) ook. Ik vermoed dat dat mede komt door het uiterst sfeervolle kerstboompje.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten