maandag 5 september 2011

Jonge hond.

Tanja is een bijzondere en ook bijzonder spraakzame buurvrouw. Ze staat altijd voor iedereen klaar. Althans voor iedereen, die om een praatje verlegen zit. Dat zijn er nog verbazingwekkend veel. Voor haar gaat nou het gezegde: ‘ze is van alle markten thuis’’ helemaal op. Je kan het zo gek niet noemen: van incest tot biologische aardappelteelt en van postnatale depressie tot het diervriendelijk vervoeren van kistkalveren.  Je moet alleen wel je tijd in de gaten houden want voor je het weet zijn je Ben & Jerries in je tas gesmolten en heeft de hond zijn behoefte in het gangetje gedaan, ik noem maar wat.  Zij houdt de tijd niet voor jou in de gaten; dat doet ze alleen voor zichzelf en dan nog niet eens zo superprecies. Want een babbeltje maken vindt ze eigenlijk leuker dan dingetjes op tijd doen.
Dat is nou juist een van die leuke dingen van haar. Dingen hoeven, moeten nooit op tijd te gaan. Zoals eten bijvoorbeeld. Ikzelf  moet altijd zo rond acht uur ’s morgens, twaalf uur ’s middags en zes uur ’s avonds wat eten. Zielig eigenlijk maar het is nu eenmaal zo. Zij eet alleen wanneer ze honger heeft en haar zoon Theo (15), weet dat hij als hij trek heeft  hij wat uit de kast kan pakken als hij honger heeft.
‘Wacht maar niet op mij hoor, Theo!’ roept Tanja tegen zoonlief, ‘ er ligt nog  een pakje Tuc in de voorraadkast en een Bounty.  Maar als je nou echt gezond wil doen, Theo,  en ook je eetlust niet wilt bederven, dan ligt er ook nog wel een appel of een banaan op de fruitschaal.’ En ze voegt er lachend aan toe, dat ze zich die laatste opmerking met zo goed had kunnen besparen. 
'De jeugd heeft tegenwoordig fruitangst geloof ik, een ooftfobie. Die zoete snoeptroep, ja, die wel, die gaat er in als koek. Daar genieten ze van met glimmende ogen ....en het is nota bene nog verslavend ook.’
Tanja weegt zelf geen grammetje te veel. Ze snoept wel; gedroogd fruit: pruimen abrikozen, rozijnen. Eens in de zoveel tijd trakteert ze zichzelf op een Magnum, je weet wel, dat populaire ijskoude pakje boter met een dun laagje chocola eromheen en een houtje d'r in, om het goed beet te kunnen houden.   
Een keukenprinses is ze niet en zal ze nooit worden; vindt ze zelf ook. Ze kookt op laag blo-niveau:‘spruitjes, aardappeltjes, balletje gehakt en een bakje yoghurt met roosvicee toe, daar ben ik goed in en in variaties daarop maar dat kan iedere boerentrien toch.  Van mijn 19e tot nu toe deed ik het zo. Ziek was ik zelden of nooit en energie had  en heb ik volop!'

Inderdaad: zelden zo’n energieke vrouw gezien als Tanja. Ze is al tegen de zestig; drie kinderen heeft ze.
Haar eerste en enige huwelijk is al vroeg op de klippen gelopen. Er waren toen al wel twee kinderen. De derde, Theo, 15 jaar is hij nu en na al die vijftien jaren weet nog geen enkele buur wie hem verwekt heeft. In ieder geval: hoe graag Tanja ook met Jan en Alleman op straat staat te kakelen, over het hoe, waar en waarom van Theo rept ze met geen woord; met niemand. Maakt mij niet uit hoor. Ik zou er toch niks over schrijven. Voor elke leek is het zonneklaar dat de vader iemand moet zijn met van die schuine spleetoogjes, Chinees, Japanner, Vietnamees, Koreaan. Theo heeft namelijk ook van die schattige spleetoogjes, de bouw van een Sumo worstelaar……en Tanja? Zij heeft  een Hollands koppie, met grote blauwe kijkers.  
Een van de andere buren heb ik wel eens horen vertellen en of het waar is weet ik niet, dat zo rond de geboorte van Theo, vlak tegenover de woning van Tanja een Chinees restaurant gevestigd was, waar Tanja zo af en toe wat bijkluste. De eigenaar was, nog steeds volgens die andere buur, een knappe, charmante man. Er werd daar in de in de buurt van dat restaurant niet voor niets in die periode veel meer Chinees gegeten dan normaal. Maar dat kwam heus niet alleen omdat die eigenaar zo’n leuke vent was. Zijn eten was ook hemels. Met name de gado-gado. Verrukkelijk. Daar likte je je vingers nou bij af! Zo’n simpele, uitermate gezonde maaltijd, zo voordelig en zo onvergelijkbaar lekker. Maar nu Tanja, die Chinees en Theo met elkaar te maken hebben vertelt dat hele verhaal nog steeds niet.....en is dat dan erg.....welnee!

Tanja’s oudsten zijn al weer jaren de deur uit.  Ze zijn 39 en 37. Allebei getrouwd. Hebben allebei een kind en Tanja is de oppas-oma. Tanja haalt de kids uit school en oma moet ze bezighouden tot paps en mams ze tussen vijf en zes komen halen na hun werk. Oma kwijt zich als een jonge meid van die taak.
Ik kijk uit mijn raam en zie oma Tanja op ons Cruijff-court als een jonge hond met haar kleinkinderen en nog wat buurtkinderen voetballen. Ik krijg er kriebeltjes van, voetbalkriebels wel te verstaan. Ik ga naar buiten en zeg (iets te) stoer:
‘Ik doe ook mee!’ Tot mijn verbazing is er niemand die enthousiast roept:
‘Jaaaaa, leuk.’ 
Nadat Tanja tegen de kinderen heeft gezegd, dat het wel goed is. Laat die oude man maar meedoen. Hij is niet zo eng is als hij er uitziet. Dat heeft hij wat te doen. Anders verveelt hij zich toch alleen maar en dat is toch ook niet zo leuk voor die oude man.  Pas na die woorden van Tanja vinden de kinderen het goed dat ik mee ga voetballen. Natuurlijk niet ‘bij Tanja’ maar bij die andere partij.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten