dinsdag 13 juli 2021

ZES JAAR (2)

 Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was daar nog nooit geweest.  Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos. Ik dacht na een uur lopen dat ik al bijna bij het ziekenhuis zou zijn, dat vlak bij mijn huis staat maar ik zag opeens eengezinswoningen, die me allerminst bekend voorkwamen. Ik was al blij dat ik er zowat was want mijn voeten, mijn benen en mijn rug deden behoorlijk pijn.

Hoewel ik erg verlegen ben en het nauwelijks durf te doen, moest ik gewoon de weg vragen aan een mevrouw (een leuke vrouw nog wel, een jaar of dertig) met een hond waar ik normaal gesproken erg bang voor ben (ik dacht dat het een pitbull was).  Die hond begon gelijk gemeen te blaffen toen ik naar zijn vrouwtje liep maar ik moest het gewoon doen…..toen de vrouw aan de riem trok en zei: ’rustig Bruto,’ hield de hond zich (grommend) rustig, het kwijl droop uit zijn lelijke bek. ’Mevrouw, ik geloof dat ik verdwaald ben, ik moet bij dat ziekenhuis  wezen dat hier vlakbij moet zijn maar ik geloof dat ik zo niet goed loop.’

‘Dat klopt, meneer, u moet helemaal aan de andere kan van het bos zijn………u loopt eerst zo rechtdoor terug en dan gaat langs het fietspad naar rechts en dan over de kruising met een zandpad voor paarden, weet u wel,  en vlak daarna links en daar moet het nog maar eens vragen.’  ‘Aan wie?’  dacht ik, ‘ik heb de op weg hierheen geen kip in dit bos gezien……

 ‘Die vrouw zag er trouwens wel leuk uit,’ dacht ik; en meteen begon die walgelijke hond weer te grommen. ‘Ik loop wel eindje met u mee,’ zei de vrouw, ‘die hond moet toch ook wat beweging hebben.’ Dus gingen we met zijn drieën op stap ….. ze hield de hond gelukkig  kort aan de lijn en het beest liep godzijdank niet aan mijn kant.  Na ongeveer een kwartiertje lopen, zei de vrouw, vriendelijk lachend, ze had inmiddels rode wangen gekregen van het stevig bewegen, denk ik, dat ze ‘het weer tijd vond om terug naar huis te gaan’. Ik vroeg of ze alstublieft nog een kwartiertje met mij mee wilde lopen maar daar begon ze niet aan en ze vertelde me, terwijl ze me op mijn rug klopte en me succes wenste, nog één keertje hoe ik verder moest lopen.

Ik dacht dat het me nu wel helemaal duidelijk was maar ik moest het onderweg toch nog drie keer vragen voordat ik de glazen pui van het ziekenhuis zou zien. Eerst vroeg ik het aan een werkman in het bos, een  landmeter, die bosgrond aan het opmeten was……. Hij pakte met zijn vuile handen gewoon zijn smartphone (die ik nota bene thuis had laten liggen); hij zette me weer op het goede spoor……voor de zekerheid klampte ik nog twee oude dametjes  aan, die op een bankje met elkaar zaten te kleppen, : ‘O, het ziekenhuis, dat is vanaf hier één rechte weg, het is niet ver meer hoor,’ maar toch raakte ik weer het spoor bijster …… daar liepen twee jonge meiden te giebelen, die zullen het vast niet weten maar wat kan mij het schelen ….ik vraag het gewoon ……. Nooit geschoten altijd mis…. en jawel hoor, ze wisten het!! Ze wezen allebei tegelijk naar een gebouw  dat achter me stond…….en ja hoor, daar stond dan mijn ziekenhuis……eindelijk. Toen was het voor mij nog maar een fluitje van een cent om thuis te komen.

Alleen was het buiten het bos weer zo akelig warm, dat ik mijn jasje uit moest trekken om verder niet al te veel te transpireren in mijn kleren…..dat vind ik zo smerig die ruikende nattigheid. Ik had er spijt van dat ik m’n korte broek niet had aangetrokken. Thuis gekomen deed ik mijn natte herfstkleren uit en nam gelijk een lekkere frisse douche; deed een sportbroekje  en een luchtig hemdje aan. Toen pakte ik de tv-gids om eens te kijken  welke foebelwedstrijd er op tv zou komen vanavond…….maar er bleek vanavond helemaal geen foebele  op tv te zijn, godverdomme zeg, daar had ik me nou net zo op verheugd  ……… lekker ontspannen kijken, na deze drukke middag.  Pas morgen, zondagavond,  is er weer foebele op tv…..dan is de finale Italië – Engeland. Italië zal wel winnen…..denk ik, na strafschoppen.

Dan ga ik nou maar boterhammetjes  maken (met pindakaas en hagelslag, mmmmmmm) en lekker oppeuzelen, want ik heb wel flink wat trek gekregen van al dat lopen in het Schollevaarse bos.   

maandag 12 juli 2021

 

Ik heb een kadootje gekocht voor mijn kleinzoon Bert, die ik zes jaar niet gezien heb. Hij was nou zeven jaar en ik dacht dat een ‘bellenblaas’ wel een leuk kleinigheidje voor hem zou zijn. Hij was  in ieder geval erg nieuwsgierig naar het presentje, want hij scheurde wild het kadopapier van het bellenblaasding af.… iets, wat natuurlijk alle kinderen zouden doen. Bert wist meteen wat het was maar hij ging er niet mee bellenblazen. Hij liet het naast zijn bordje staan want de pannenkoek-naturel die hij net had gekregen van de serveerster van het pannenkoekhuis vond hij op dat moment  veel belangrijker. Wij allemaal trouwens, mijn twee zonen en mijn twee kleinzonen Bert en Mart en ik Opa Sef, vonden die pannenkoeken belangrijker dan wat dan ook, daar in het pannenkoekhuis de Nachtegaal in het Kralingse Bos.

Nou loop ik alweer heel wat stappen vooruit want ik wou het hebben over wat er gebeurde  na het kopen van dat bellenblaasding. Het was benauwd, drukkend weer en ik had me zoals zo vaak dit jaar weer eens verkeerd gekleed. Een t-shirt met lange mouwen en een herfst-jasje. Verkoeling had ik nodig, dus ik dacht laat ik eens door het Schollevaarse Bos naar huis gaan lopen. We hebben in onze, naar beton stinkende, misselijk makende buurt, gelukkig twee bossen in de buurt om weer een beetje fris in het hoofd en ook in de rest van lijf te worden: het Kralingse Bos en het Schollevaarse Bos. Het Kralingse Bos, dat  ken ik op mijn duimpje, daar ben ik wel duizend keer geweest: daar heb ik gezwommen, gevoetbald, boompjes geklommen, kuilen gegraven, gebadmintond, gepoept, gepiest, aardappelen gebakken, geneukt, gevliegerd, ijsjes gegeten, aan ijslolly’s gelikt, hard gelopen, zandkastelen gebouwd, madeliefjes geplukt, naar het popfestival geweest,  gebarbecued, met m’n zussies op een kleedje gezeten, mijn huid vuurrood laten verbranden,  mijn geld voor de tram terug naar Spangen verloren, mijn  allerliefste hond Sita uitgelaten, ben ik tientallen malen met mijn zonen geweest, totdat ze op eigen benen konden staan  en er op eigen houtje ook wel naar toe konden………. en gisteren was ik er dus weer met mijn twee zonen en mijn kleinkinderen Bert  en Mart.  We vierden de verjaardag van Mart en opa Sef.  Opa Sef is op 13 juli jarig en Mart op 16 juli. Maar goed, Bert en Mart zag ik gisteren voor het eerst in zes jaar. Eigenlijk geldt dat alleen voor Bert want die is al ruim zeven  jaar; Mart is pas vier dus die kan ik nooit zes jaar niet gezien hebben. Mijn jongste zoon eigenlijk ook, die heb ik ook zes jaar gemist. Waarom weet ik eigenlijk nog steeds niet.  Hoewel het dus al zes jaar geleden is, dat er blijkbaar iets vervelends is voor gevallen, kan ik nog steeds geen zuivere koffie maken van wat zich toen precies heeft afgespeeld. (Misschien heeft het er wel iets mee te maken, dat ik zes jaar geleden ook gescheiden ben van mijn huidige ex-vrouw. waarmee ik 45 jaar getrouwd ben geweest ……..zij was opeens niet meer gelukkig ……. hield niet meer van mij…dat is nooit meer goed gekomen). Gelukkig maar dat nu heel veel wel weer goed en gelukkig verloopt, want ik zie dus nu weer (gisteren nog) mijn beide zonen en kleinkinderen.  Mijn oudste zoon en zijn vriendin heb ik trouwens al die jaren wel steeds gezien, hoor. Alleen de echtgenote van mijn jongste zoon heeft zich jammer genoeg nog steeds niet aan mij vertoond; het kan best zo zijn, dat zij uiteindelijk het grootste ‘slachtoffer’ geweest is destijds.  Hoewel ik beslist niet zou weten wat er dan gebeurd is.

Eigenlijk wilde ik het  niet eens over het Kralingse Bos hebben. Ik wilde het liever hebben over het Schollebos, want daar weet ik niks (nog niks) van.  Die stinkwijk waar ik woon ligt precies tussen die twee bossen in.  Ik had dus een klein kadootje gekocht  voor Bert, dat had ik gedaan omdat hij anders misschien een beetje jaloers zou worden omdat ik  Mart alvast voor zijn vierde verjaardag aanstaande vrijdag een ‘groot’ cadeau had gegeven (een leuk bloesje met een blauw ruitje gekocht bij H&M) . Een boekenbon van maar liefst 25 euro kreeg ik voor mijn verjaardag  van mijn jongste zoon EN zijn vrouw! Dat is een goed teken, nietwaar. Maar …..  om een lang verhaal kort te maken:  ik wilde door het fris-beschaduwde Schollebos naar huis lopen, omdat het overal die dag zo stinkend benauwd was. Alleen verdwaalde ik daarin hopeloos. Ik was er nog nooit geweest. Zes jaar woon ik hier al en dan verdwaal ik in mijn eigen bos.

woensdag 7 juli 2021

Gert en Hermien (3)

 

Gert en Hermien (3)

De conclusie lag voor de hand: de auto was niet van een vreemde maar van fysio Kees. Daarover werd tegen Gert natuurlijk gezwegen en later  gelogen.  Toen Gert haar  vroeg of er eventueel van een afspraak tussen haar en fysio Kees sprake was liet ze weer horen ‘ohhhohhh’ en loog ze  ‘ohhhoohhh’, dat daar ‘geen sprake van was’. Hermien vond Gert ziekelijk achterdochtig. Er werd een dag later bij Hermien thuis nog een bijzonder ongeloofwaardig toneelstukje opgevoerd door haar….ze begon  opeens  als een gek te spríngen en zogenaamd angstig te gillen: ‘CORONA, CORONA, CORONA’….. en dat vlak voor Gert zijn neus. Hij schrok zich een hoedje!  Ze speelde, dat ze bang was, dat ze bij die ‘vreemde’ man in die ‘vreemde’ auto, corona had opgelopen.

Toen de corona crisis even wat geluwd was, mochten we weer wat gaan doen buitenshuis.  Er was een leuke film in de bios en op woensdagavond spraken Gert en Hermien af om daar op donderdagmiddag naar toe te gaan. Gert bestelde donderdagochtend alvast twee kaartjes.  De voorstelling zou om twee uur beginnen  dus om één  uur haalt Gert haar thuis op. Zodra Gert bij Hermien binnenstapte zei ze  resoluut: ’Ik ga niet mee naar de bioscoop.’ Gert natuurlijk woest….zeker omdat ze daar pas zo laat mee komt. Gert heeft die twee kaartjes nu al gekocht…..’en waarom ga je $&#!& niet mee’ vraagt Gert ….’Corona’  liegt ze, ‘en de bioscoop is onveilig’, liegt ze, alsof ze daar niet eerder aan had kunnen denken.  Nou, Gert gaat gewoon naar de bios, dan maar zonder Hermien. Hij  weet heus wel waarom ze niet meegaat ….. ze heeft diezelfde middag natuurlijk een afspraakje gemaakt met fysio Kees.  Wanneer Gert, als hij laat in de middag terugkomt uit de bioscoop, is het eerste wat hij aan Hermien vraagt: ‘En, hoe was het bij Kees?  ‘Ohhohhh wat ben jij toch een achterdochtig mannetje’ is dan weer de leugenachtige reactie van Hermien.

Kees en Hermien hadden nog een aantal ‘fysiotherapeutische’ afspraken gemaakt.  Nu eens in Kees zijn praktijk dan weer bij Hermien thuis.  Er lag een mooie jeugdfoto van Gert op het nachtkastje naast Hermien haar bed. Die foto had Hermien  op een gegeven moment helemaal afgedekt met  een gedeelte van een A-4-tje.  Kees mocht die foto blijkbaar niet  zien.  Hermien zei tegen Gert dat het niet haar bedoeling was die foto af te dekken.  ‘Op dat A-4-tje stond de tekst van een Maria-gebed, dat Hermien elke ochtend bad,’ loog ze, ‘het was puur toeval dat dat A-4-tje die foto afdekte.’……. in  die viereneenhalf jaar dat Gert bij haar over de vloer kwam had hij haar, nooit wat voor gebedje dan ook horen of zien bidden.

Gert en Hermien staan bij de bushalte om met de bus naar het ziekenhuis te gaan. Hermien had al een tijdje geen afspraken meer met Kees. Tenminste dat dacht Gert. Hij en Hermien stonden  face to face. Er verscheen opeens een lieflijke blik op Hermiens gezicht: glanzende ogen, glimlachende mond. Zij keek langs Gert heen.  Hermien keek toen naar iets wat Gert  nog niet kon zien: fysio Kees fietste voorbij op weg naar een klant. Gert  zag het enkele seconden  later pas. Toen was die liefelijke blik op haar gezicht al weer verdwenen. Gert zei  niks maar wist voldoende: er moest wel wat  geweest zijn tussen die twee en misschien duurt het nog voort tot op dag van vandaag.

Exact vijf jaar bestond deze LAT-relatie toen Hermien genoeg had van alle ruzies en Gert zijn achterdochtige en jaloerse geest. Hermien verbrak de LAT-relatie en bood Gert toch nog wel haar vriendschap aan maar aan haar vriendschap had Gert echter geen behoefte meer.

dinsdag 6 juli 2021

Gert en Hermien (2)

 Gert en Hermien (2)

‘Tja,’ dacht Gert, ‘er zal wel een zwaarwegende reden zijn dat ze toch naar fysio Kees toe gaat….. misschien is er wel een klik tussen die twee en in dat geval moest Gert  wel extra alert zijn, want uit een van Hermiens eerdere verhalen kon hij opmaken dat zij bijzonder makkelijk te verleiden is.

Zo vertelde Hermien bijvoorbeeld aan Gert,  dat er eens, op klaarlichte dag, een oppervlakkige kennis van haar, een zekere Henry,   met een grote blote dikke lul voor haar huisdeur stond.  Iedere vrouw zou, normaal gesproken, die Henry weggejaagd hebben maar Hermien werd in een mum van tijd verleid;  ze liet hem gelijk binnen, om vervolgens met hem te gaan liggen vrijen en na die dag hadden Henry en Hermien regelmatig seksafspraakjes met elkaar. Gert  wist werkelijk niet wat hij hoorde.  Maar eerlijk is eerlijk, Hermien stopte wel met Henry toen ze Gert eenmaal ontmoette.

Hermien en Gert,  wilden op een dag elkaar eens informeren over   afspraken, die ze in een bepaalde periode in hun agenda’s hadden staan.  Bij die gelegenheid ontdekte Gert dat Hermien de afspraken die zij in die periode met Kees had ‘vergat’ te vermelden .….dat deed  ze expres ,  zei ze, om Gert  niet nog jaloerser  te maken dan ie al was….dit speelde zich af kort na Gert zijn ontdekking van de ‘grote rode stootplek’ en het uitspreken van zijn vermoedens  daaromtrent….ohhhoohh….

Hoogst curieus zijn de gebeurtenissen rond de dag dat Hermien bloed moest prikken in het ziekenhuis. Op woensdag moest ze prikken en op maandag vroeg ze of Gert met haar mee wilde gaan naar het ziekenhuis.(Zij vond het dikwijls moeilijk om dit soort dingen alleen te doen en dan werd Gert gevraagd om met haar mee te gaan; daar deed Gert nooit moeilijk over.)  Op dinsdag echter,  de dag voor het prikken dus, belde Hermien naar Gert en zei hem dat hij deze keer toch niet met haar mee hoefde naar het ziekenhuis, ze kon het deze keer wel alleen af. …. awel……, ze is in het ziekenhuis gekomen en er is bloed bij haar afgenomen ………….  alleen hoe nu terug te gaan? Hermien loog dat ze aan de achterkant van het ziekenhuis aan wat mensen vroeg hoe ze  thuis moest komen en terwijl ze dat aan het vragen was passeerde haar een manspersoon die tegen haar zei: ‘Hoor ik hier Bilderdijkstraat zeggen?’ (Daar moest Hermien naar toe) ‘Die weet ik wel te vinden, hoor, daar moet ik toevallig ook naar toe, ‘ zei de man,’ rij maar met mij mee’…….. en ze reed met hem mee. Waarom hoefde Gert opeens niet meer met Hermien mee naar het ziekenhuis? Gert had sterk het vermoeden,  dat Hermien iets had afgesproken met fysio Kees. Voor heen en terug  naar het ziekenhuis of alleen voor terug. …..………... Hermien had in die tijd veel last van haar knie en het zou me niet verbazen als fysio Kees tegen haar gezegd zou hebben: ’Hermien, dat hele stuk van het ziekenhuis naar huis lopen is niet goed voor je knie; ik kom je wel met de auto halen dan breng ik je thuis……als jij dan Gert even afbelt.’  Hermien is als de dood dat ze corona zou krijgen.  Ze zou normaal gesproken, nooit bij een vreemde in de auto stappen en nu doet ze het gewoon wel??! De conclusie ligt voor de hand: de auto was niet van een vreemde maar het was de auto van fysio Kees. Daarover werd tegen Gert natuurlijk gezwegen en later  gelogen.  Toen Gert haar  vroeg of er eventueel van een afspraak tussen haar en fysio Kees sprake was liet ze weer horen ‘ohhhohhh’ en loog ze  ‘ohhhoohhh’, dat daar ‘geen sprake van was’. Hermien vond Gert ziekelijk achterdochtig

maandag 5 juli 2021

Gert en Hermien (1)

 

Gert en Hermien (1)

Ruim viereneenhalf jaar  geleden waren de zestigers Gert en Hermien een LAT-relatie begonnen , die redelijk harmonieerde, tot daar in het vijfde jaar opeens flink de klad in begon te komen.

Gert merkte op, dat er opeens  een soort grote rode zuigzoen op Hermiens rechter bovenbeen zat.  Het was natuurlijk niet echt  een zuigzoen, meer een stootplek, die ontstaan moet zijn door  het stoten van haar bovenbeen ergens tegenaan.  In het begin had Gert nog helemaal niks in de gaten. Maar Hermien deed er een beetje geheimzinnig over….. (ze had Gert eens, met een zekere trots verteld, dat ze kon liegen als de beste) ….en vrij snel had ze er een verklaring voor:  ze had er nooit wat van gemerkt maar misschien was ze wel tegen een stoel aan gelopen of tegen een wagentje van de supermarkt. Voor hetzelfde geld, loog ze en had ze gevreeën met een of andere vent, die,  met zijn heup, knie of hand ietwat al te enthousiast tegen haar bovenbeen gestoten had. Maar daar kwam Hermien natuurlijk niet voor uit. Gert uitte toen  zijn vermoeden naar Hermien en zei : ”Volgens mij ben je  me ontrouw geweest….’  en Hermien had meteen haar leugen klaar: ‘Ohhohhh, hoe kom je daar nou bij.’ Dat was natuurlijk helemaal niet waar’…..ze zei: ’Gert, jij bent voor mij de enige, ik hou van jou alleen  en ik ben helemaal niet met andere mannen bezig,  ik durf niet eens naar andere mannen te kijken’, loog ze.  De man die Gert van een vrijage met zijn Hermien verdacht was haar fysiotherapeut Kees .....

Op een middag was  fysiotherapeut Kees te hulp geroepen, omdat zij vreselijk pijn aan haar nek had. Ze had zo’n pijn dat ze vroeg of hij bij haar thuis wilde komen.  Dat wilde Kees wel. Gert werd intussen door Hermien gebeld met de vraag om wat later naar haar toe te komen voor het eten i.v.m. Kees zijn komst.  Dat deed Gert niet en hij kon er zittend op haar grote fauteuil getuige van zijn hoe Hermien (al flirtend met Kees) de behandeling aan haar nek  onderging.

De andere dag had ze alweer pijn , weer aan haar nek,  ’s ochtends al en met haar liefste stemmetje vroeg ze of ze snel  bij Kees langs kon komen om die pijn te behandelen. Hermien zei: ‘ Ja ,Gert, als je iets gedaan wil krijgen van een ander moet je een lief stemmetje opzetten’ …….ze noemde hem trouwens steeds Kees, terwijl ze Gert verbood hem zo te noemen. Gert moest van Hermien zeggen: ‘de fysio’ of ‘fysio Kees’. Dat heeft hij natuurlijk nooit gedaan.

In het verleden mopperde Hermien  voortdurend over fysio Kees als hij haar behandeld had…. ‘zijn behandelingen waren vaak te hardhandig’ zei ze, toch ging zij nu weer voor pijntjes aan haar knie, haar heup, haar nek naar hem toe. Gert vroeg haar: ‘Waarom ga je naar een fysiotherapeut waar je niet tevreden over bent?’ Hermien antwoordde: ‘Omdat zijn praktijk vlakbij mijn huis is; ik ben in vijf minuten bij hem,  voor een andere fysio moet ik wel tien minuten lopen.’  ‘Tja,’ dacht Gert, ‘er zal wel een reden zijn dat ze die Kees weer opzoekt…..waarschijnlijk is er een klik tussen die twee;  in dat geval moest Gert  wel extra alert zijn, want uit een van Hermiens eerdere verhalen had hij kunnen opmaken dat zij bijzonder makkelijk te verleiden is.

 

woensdag 8 januari 2020

PUNTDAKKLAPRAAMPJE


Het is een oude stadswijk……met bomen en met veel huizen met puntdaken en een enkele flat met 6 verdiepingen. Zij sliepen vlak onder de puntdaken Jozien en André. Ze waren zus en broer en verderop in huis lagen nog 4 kinderen te slapen en nog weer verder op lagen pappa en mamma...en de hond ….en de katten. Midden in de nacht begon de hond, Aspro, hard te blaffen en merkwaardig genoeg werd alleen Andre daar wakker van. Hij ging kijken op de plek waar Aspro altijd sliep maar Andree zag niks bijzonders. Aspro sliep als een ……hond. …dus ging hij maar weer naar boven naar zijn slaapkamer bij zijn zusje Jozien. Maar net toe André weer lekker onder de dekens lag hoorde hij dat geblaf weer…….. Maar nu hij het beter hoorde wist hij dat dat Aspro niet was, Aspro had niet zo’n zware stem. Zijn zusje was nu ook wakker geworden van het geblaf en vroeg aan Andre wat er aan de hand zou zijn. Het is een hond buiten, die blaft, misschien heeft hij onze hulp wel nodig. André pakte een stoel waarmee hij door het puntdakklapraampje kon kijken. In eerste instantie zag hij niks maar in tweede instantie zag André een boom hard heen en weer gaan en hoorde hij weer vervaarlijk geblaf.
Het was zomer en het was de laatste dagen steeds mooi weer geweest. Morgen zou het weer mooi weer worden. André zag de boom dan wel schudden maar de hond kon hij natuurlijk niet zien, want die zit propvol met bladeren. André zei tegen Jozien, dat hij die hond wel wilde gaan helpen. ‘O, ‘zei Jozien, ‘dan wil ik je wel komen meehelpen’ Daar was André heel erg blij mee. Alleen er was een probleem: Jozien was een nogal klein meisje. ‘Dus,’ dacht André, ik moet eerst het dak op en dan moet ik Jozien er op trekken en dan  kunnen we misschien samen de hond uit zijn benarde positie bevrijden.’’ Zo gezegd zo gedaan. André wurmde zich door het puntdakklapraam en zei tegen Jozien dat ze op de stoel moest gaan staan. Toen ze dat gedaan had pakte André haar armen en trok haar door het puntdakklapraam  en vervolgens lieten ze zich heel langzaam over de dakpannen naar beneden, naar de dakgoot, zakken. Voorzichtig André, voorzichtig, anders vallen we van zo hoog op de straat en dan zijn we allebei misschien wel dood. ‘Welnee’, zei André, als we straks in de dakgoot staan maken we een grote sprong tot in de boom en dan kunnen we makkelijk zien waar die hond zit en dan kunnen we ons met ons drieën voorzichtig naar beneden laten zakken. ‘Geef me een hand’ zei André tegen Jozien, ‘dan gaan we springen…..één, twee, drie …..auauauw…..ze hadden allebei een flinke kras van een boomtak opgelopen André moest er zelfs van huilen, Jozien hield zich flink, ze had pijn maar huilde niet. Ze waren nu vlak bij de hond die al een hele tijd niet meer geblaft had, want hij dacht zeker ‘Mijn redding is nabij’. Wat er nou aan de hand was met de hond: zijn riem zat klem in de boom en toen Jozien de riem eenmaal had losgemaakt was de hond zo op de straat en omdat het zo’n gemakkelijke klimboom was waren André en Jozien ook zo beneden; nu moesten ze alleen nog pappa en mamma wakker bellen en weer verder gaan slapen.

vrijdag 3 januari 2020

MIS


De beste wensen, wens ik mijn buren meestal als ik ze vòòr 6 januari tegen het lijf loop. Ik ben meestal de eerste die mijn mond opendoet en dan reageren de anderen met :’Ja, jij ook, of eens gelijks.’ Het was trouwens de naarste kerst en oud en nieuw die ik me kan heugen: wat een rotweer: koud, nat; alleen het zelfgemaakte eten viel mee. Ik had voor de kerst een heerlijke Californische pompoensoep gemaakt en voor Nieuwjaarsdag een lekkere Goulash. Het rondom-  eten rond de kerst en rond oud en nieuw viel ook nog wel in goede aarde….niets bijzonders maar als je het er niet bij hebt is het net even geen feest. Zo hadden we (mijn vriendin en ik)met de kerst van die kleine lekkere kerststolletjes, zes maar liefst, die we natuurlijk niet allemaal tegelijk opgegeten hebben……maar mooi verdeeld over beide dagen. En met nieuwjaar hadden we ieder twee olie(krenten)bollen en twee appelbeignets. Dat is nog een hele hap zeker als je weet dat er ook nog een goed gevulde Goulash op het menu staat.
Op de dag voor Oudejaarsdag hadden we ook nog iet zeer speciaals. De requiemmis voor onze buurman Chris die kort voor de kerst op 76-jarige leeftijd was overleden. Het was een mooie mis in de mooie oude Lambertuskerk, de mooie, oude, conservatieve Lambertuskerk in Kralingen. Het was een requiemmis in het Latijn en in het Nederlands en dat gaf aan het geheel toch nog een progressief tintje. Het was wel erg koud in de kerk. Ik had mijn speciale nette, warme blauwe jas aangedaan en ik weet niet of het daarvan kwam maar ik rilde halverwege de requiemmis van de kou, misschien was de jas toch niet zo warm, in die gedachte ging ik des te meer geloven omdat ik de dag erna een vreselijke pijn in mijn onderrug voelde precies op die plek waar ik tijdens de mis een snerpende kou ontwaarde. Het is nu 5 dagen later en de rugpijn is weliswaar wat minder maar nog allerminst verdwenen. Maar het was een mooie Requiemdienst. Er werd mooi gezongen door het koor dat bestond uit vier oudere mannen, die het Credo en het Pater Noster en nog veel meer fraaie liederen zongen.
 Ik vergeet bijna nog te schrijven dat ik zonder hulp van mijn buurvrouw  van een paar deuren verder helemaal niet in de kerk gekomen was. …..een paar dagen van de tevoren kwam ze bij mij bellen met de vraag of ik met haar mee wilden rijden naar de kerk. Natuurlijk wilde ik dat. Ik meende zeker te weten dat mijn vriendin niet van overlijdensdiensten hield. Dus accepteerde dat ene plaatsje met grote dankbaarheid. …totdat mijn vriendin liet blijken dat ze wel belangstelling had voor die mis….toen moest ik op zoek naar nog een plaatsje bij een andere buurvrouw. Godzijdank lukte dat en konden wij nog samen bij elkaar in de auto van de buurvrouw van een paar deuren verder. Ze heeft ons keurig naar de kerk gebracht en ook weer netjes afgezet voor de flat waar wij wonen.