zondag 29 september 2019

DISCO


Het was een leuke dancing daar in Zomerland, een tamelijke nieuwbouwwijk van Rotterdam. Die dancing was in een kerk, de Heilige Antoniuskerk. Bij Heilige Antonius moet ik altijd denken aan als ik iets kwijt ben, dan moesten we altijd van onze moeder zeggen: Heilige Antonius Beste Vrind maak dat ik mijn hijskraan (bijvoorbeeld) weer Vind (als ik die kwijt zou zijn bijvoorbeeld; maar het  lijkt me sterk dat ik die kwijt zou zijn).
Die dancing deed het goed. Zo in de zestiger jaren van de vorige eeuw (deze eeuw heeft toch nog geen zestiger jaren gehad?) liep die disco elk weekend helemaal vol. Allemaal jongens en meisjes van 16 tot zo’n 20 jaar die dansten op de muziek van The Rolling Stones, The Beatles, Rob de Nijs, Willeke Alberti en ga zo maar door.
Het was er heel gezellig maar bier of wijn was er niet te krijgen. Er werd voornamelijk Cola en Seven Up gedronken uit een flesje met een rietje. En het duurde meestal van half acht tot elf uur. Zo halverwege de avond ging de disc jockey slijpnummers draaien zoals ‘A wither shade of pale’ van ‘Procul Harum’  of ‘The sun ain’t gonna shine anymore’ van de Walker Brothers en niet te vergeten ‘Nights in white satin’ van de ‘The moody Blues’’. Toen die slijpnummers eenmaal gedraaid waren kwam het nooit meer goed in de Antonius. Alle vlotte nummer werden weggehoond …..men wilde alleen nog maar slijpen. Tot het einde van de avond aan toe. En als het laatste nummer gedraaid werd, dat was altijd ‘Twist en shout’ van de Beatles deed iedereen ineens demonstratief mee met de snelle muziek dan om nog het gevoel te hebben dat er nog wat gedaan was op het laatst van de avond. Voor de rest had iedereen toch maar een beetje zitten vrijen met elkaar en natuurlijk was dat wel smakelijk want daar was je uiteindelijk  voor gekomen.
Awel, er waren flink was stelletjes gevormd. Nu was het nog de kunst om een goeie plek buiten te vinden om het lekker met elkaar te doen. In Zomerland was in feite plek zat voor een lekker vrijplek. Ik weet me bijvoorbeeld nog goed te herinneren dat Helga en ik , wij waren destijds een koppeltje voor één avondje, een prachtige hoek met struiken vonden op de Dwarse van Beveren –Stolkstraat.  Helga was niet zo mooi maar dat vond ik voor deze gelegenheid niet zo erg. Ik had voornamelijk zin en daar ging het om. Helga had als de wiedeweerga haar slipje in haar tasje gepropt en zij probeerde fanatiek mijn nog slappe piemel in haar natte poes te stoppen . maar helaas het lukte niet. Mijn piemel liet zich door Helga niet betoveren en na tien minuten hard proberen stopten we er maar mee. Helga deed haar slip weer aan en ik stopte mijn piemel weer terug in mijn broek. En we gingen op huis aan. Op haar hui aan, want ik had beloofd haar thuis te brengen

zaterdag 28 september 2019

GLADIOLEN

Het is zaterdag dus moet ik boodschappen doen. Mijn vriendin gaat om elf uur naar haar vriendin in het winkelcentrum Oosterflank om daar met haar koffie te drinken ,gebak te eten en eventueel spulletjes te kopen zoals bloesjes, broeken en schoenen en zoals vorige week een smartphone. Maar dat is verder haar zaak.
Ik moet naar de Jumbo om mijn wekelijkse boodschappen te doen. Het zijn de normale boodschappen ….ik ken ze zowat uit mijn hoofd…..alleen vandaag staat er wat bijzonders op mijn boodschappenbriefje: ik ga namelijk hachée met  rode kool maken dus heb ik wat extra spulletjes nodig als, laurierblad, kruidnagels en natuurlijk rundvlees. Binnen een half uur heb ik mijn boodschappen in mijn wagentje geladen en aangezien ik mijn boodschappen scan ben ik ook aan de kassa nog eens gauw klaar. Ik had deze keer controle van de kassière……. Of ik alles wel netjes gescand had. Dan controleert ze willekeurig in mijn karretje 6 producten en als die allemaal netjes gescand zijn dan krijg ik een zegeltje voor een stroopwafelkaart. Tien zegeltjes op een kaart en je krijgt een pak met tien overheerlijke stroopwafels. We (mijn vriendin en ik )zijn zo al aan ons vierde pak stroopwafels toegekomen. Ik reken af en ga op huis aan.
Niet langs de kortste weg maar door het winkelcentrum. Want langs die andere weg waait zo’n enorme wind dat mijn boodschappenwagentje gaat kapseizen en ik er dan nog bij ook. Langs die weg staat de windveroorzaker,  een gebouw van 22 verdiepingen hoog, en als je aan die kant uit de winkel komt loop je aan de noord-oostelijke kant van dat hoge gebouw en daar kan het vreselijk spoken. Mijn vriendin heef zich eens aan mijn broek moeten vasthouden om niet om te vallen. Dus vandaar liever de terugweg via het winkelcentrum.
Op zaterdag staat altijd de bloemenman daar. Een goeie bloemenman. Tenminste: ik heb tot nu toe in 4 jaar 3 bossen bloemen bij hem gekocht en daar had ik niets dan lof over. Alle drie de keren dat ik bloemen kocht waren het gladiolen. En ik kreeg nu weer de onnavolgbare aandrang om het weer te doe. ‘Nee, doe nou niet’ zei ik tegen mezelf, ’neem nou eens wat anders, ….. altijd maar die zelfde bloemsoort’. Dus ging ik maar een tijdje besluiteloos stil staan voor de bloemenwagen.
 ‘Zal ik fresia’s nemen? Neen, die zijn te iel……zonnebloemen, nee, dat kan nu niks meer zijn.’ Voordat ik er erg in had flapte ik er uit:
 ‘Doe mij maar een bos gladiolen, die paarse  alstublieft.. Wat kosten ze ?’  ‘Drie vijftig zei de bloemenman’ en dat vond ik wel een goede prijs.
Tevreden wandelde ik naar huis met de zware gladiolen op mijn boodschappenwagentje . Ik zou niet weten hoie ik ze anders zou moeten meenemen. Bij mijn flat aangekomen liep ik mijn naaste buurvrouw tegen het lijf. Ze had een tip voor me waardoor de gladiolen langer zouden meegaan:
 ‘Je moet de allerbovenste bloem uit elke tak knijpen , dan komen alle bloemen uit.’
Nou dat heb ik gedaan en het werkte alle bloemen kwamen uit. Maar wat ik alleen nog nooit heb meegemaakt is dat na 4 dagen de gladiolen op waren en de vorige jaren stonden ze zeker 10 dagen

vrijdag 27 september 2019

KROKODIL


De kater had het naar zijn  zin deze nacht. Hij had vannacht al twee keer een lekker nummertje gemaakt met een schoon poesje en dat gebeurt tegenwoordig niet zo veel meer . De meeste leuke poesjes worden angstvallig door hun baasjes binnengehouden.
Het was ook echt aan hem te zien dat hij het lekker gehad had…..hij liep er helemaal naar….en als je hem zo zag, straalde hij uit: kom maar op nummer drie.  En er kwam wel een nummer drie maar niet zo’n poesje als hij zich wenste. Met een rauwe kreet en gekraak van takken stortte zich een grote krokodil bovenop de kater, die gelijk buiten westen was en een smakelijke prooi was voor de uit de boom gesprongen krokodil. De krokodil kon rustig zijn hapje oppeuzelen hier in deze rustige wijk: er was geen verkeer en er was geen enkel mens  te bespeuren. Trouwens van mensen had de krokodil toch nauwelijks iets te  duchten Als mensen hem zagen dan zetten ze het al op een lopen vanaf honderd meter afstand. Op zich zou dat geen moeite zijn om een hardlopend mens in te halen. Krokodillen lopen nu eenmaal sneller dan mensen maar dat weten mensen niet.
Voorlopig was de krokodil nog bezig met de kater. Die pluizige haren op de huid van de kater bevielen hem alleen niet. Het kostte hem nogal wat moeite om die harige huid er af te stropen. Maar toen hem dat gelukt was kon hij heerlijk van het katerlijfje genieten. Er zat ondertussen geen greintje leven meer in de kater. Voor de krokodil was dit een feestmaal. In de dierentuin, waar die vandaan kwam kreeg hij dagelijks alleen maar een magere portie zielige kuikentjes, die nog dood waren ook.
Hij had er al zo’n vermoeden van dat er buiten de dierentuin meer lekkers te halen viel. Zo….. het was op ….. hij likte zin poten en zijn bek schoon en ging op weg ………. op zoek naar een leuk plekkie waar hij eens lekker kon spelen. Midden op een groot plein, waar dagelijks zeker wel duizenden auto’s kunnen rijden, bevond zich een grote fontein. Spekkie voor het bekkie voor de krokodil. Het was een fantastische gewaarwording voor  hem om zo in dat water te kunnen spartelen en het water zo van heel  hoog op hem te laten neer kletteren. Hij probeerde zo hoog mogelijk tegen de waterstralen in te springen en wat hij ook deed van de kant van het ronde bassin afspringen, het water in.  Af en toe vond hij het wel jammer dat hij helemaal alleen was. Want bij zijn ontsnapping uit de dierentuin kon hij niemand meenemen. Dan was er vast wel alarm geslagen. 
Hij zag dat er weer auto’s kwamen en mensen, het werd ook lichter….het werd dag. De krokodil ging vlug de fontein uit en hij kuierde wat naar een partij struiken langs een gebouw waar allemaal jonge mensjes vrolijk stonden te doen. Het water liep onze krokodil al meteen in de mond. Een klein mensje stond dichtbij de struiken een appeltje te eten. De krokodil had ook wel  trek in zo’n lekker hapje alleen nam hij niet de appel doch het jongetje. In één hap had hij hem te pakken, sleurde hem de bosjes in en verslond het mensje.

maandag 23 september 2019

VERWARRING


Ik slaap nog steeds heel slecht. Vier à vijf uurtjes per nacht. Inslapen gaat steeds prima maar na een paar uurtjes ben ik al weer wakker. De gevolgen beginnen nu ook merkbaar te worden. Ik wordt ongeconcentreerd; ik kan film of toneelstukken lang niet meer zo goed volgen als ik dat in het verleden kon; ik raak m’n balans een beetje kwijt, het is niet dat ik om de haverklap val maar ik heb een beetje het gevoel dat ik niet zo stevig meer op mijn benen sta. Ik ben ook bangig dat ik ga vallen, eerder dan ik ooit had. Maar behalve deze vervelende zaken heb ik ook last van verwardheid en vergeetachtigheid. Ik verwarde bijvoorbeeld de zondag met de maandag. Midden in de nacht had ik de wekker voor maandag op half acht gezet; althans dat dacht ik. In werkelijkheid stond de wekker op zondag; halfzeven. Mijn vriendin maakte me er wel op attent dat het half zeven was maar niet dat het zondag was. Dus ik wachtte tot het half acht was en ging mijn bed uit want ik dacht dat het maandag was. Ik moest op maandag vroeg op om dat ik naar een cursus in Crooswijk moest.  Ik stopte mijn hoofd onder de kraan om wakker te worden kleedde me aan en liep naar de aanrecht om mijn eten te pakken. Ik vond het heel vreemd dat mijn vriendin geen muesli voor me gemaakt had en voor haar zelf ook niet.  Er lagen wel een paar krentenbollen, die eten we altijd op zondag en ZELFS TOEN had ik nog niet in de gaten dat het geen maandag was maar………….zondag. Er zaten 4 krentenbollen in de plastic zak. Ik was nog steeds in de veronderstelling dat ik naar de cursus moest. Dus riep ik tegen mijn vriendin: ’ik neem twee krentenbollen hoor, moet jij er ook twee?’, terwijl we er altijd maar 1 nemen op zondag. Maar ik wilde er twee omdat ik de hele maandagochtend verder niks te eten zou krijgen.  Mijn vriendin hoefde maar 1 krentenbol. Na het eten ging in mijn tas pakken voor de spullen van de cursus en mijn bril en mijn mobiele telefoon. Toen mijn vriendin ineens vroeg :’Wat ben je nou aan het doen?’ Ik zei: ’Ik ben mijn tas klaar aan het maken voor de cursus, want daar moet ik zo naar toe. ‘Nee, joh, het is zondag ik ga zo naar de kerk en jij gaat zo naar je eigen huis voor wat klusjes. En toen pas , en toch nog na enige aarzeling, realiseerde ik me dat ze gelijk had, dat het zondag was. Rare ervaring, ik wijt dat aan mijn tekort aan slaap, ik zou ook kunnen zeggen het is een beginnetje van dementie. Diezelfde zondag (’s middags)bracht ik mezelf nog eens in verwarring door bij een bezoek aan mijn eigen huis mijn rode jasje thuis te laten liggen toen ik weer naar mijn  vriendin ging. Het was veel te mooi weer voor een jas aan. Toen ik maandagochtend vanuit het huis van mijn vriendin naar mijn cursus ging, had ik geen jas, die lag in mijn eigen huis. Ik zeg dat komt door mijn slechte slapen maar het kan natuurlijk een beginnetje van Alzheimer zijn.

zaterdag 21 september 2019

HOND


Er ligt een tamelijk grote hond op straat. Hij ligt aan de overkant van de weg.   Er is verder niemand te bekennen van wie die hond eventueel kan zijn. Niemand schijnt hem te zien. Alle automobilisten en fietsers karren gewoon door. Eindelijk is er wat minder verkeer op de weg zodat ik kan oversteken  en kijken of ik wat kan doen. Eigenlijk ben ik veelte bang om wat te doen…..want ik ben bang voor honden. Er komt bloed uit zijn bek en zijn adem is heel langzaam. Hij kijkt me aan met een beetje schuwe uitdrukking, hij heeft ook iets van ‘schiet nou toch eens op’ ,’doe eens wat man, als je zo naar me blijft staan kijken overleef ik het niet.’ Ik ben bang dat wanneer ik hem oppak of aanraak hij me gaat bijten. Wat ik natuurlijk wel kan doen is de politie bellen die weten vast wel raad ….raar trouwens dat er helemaal geen baasje in de buurt is….waar zou die gebleven zijn? En hoe zou die hond zo gewond geraakt zijn……waarschijnlijk is hij aangereden en is de chauffeur doorgereden. Afschuwelijk. Ik heb ondertussen 1-1-2 gebeld. Ze zullen een wagen sturen. Ik moet er zeker  tien minuten op wachten.  Dat beest vertoont steeds minder teken van leven.
‘o’, zegt de politieagent, die uit zijn wagen gekomen is, het is een hond.’
‘Ja,’ zeg ik, dat heb ik toch luid en duidelijk gezegd’
‘O’, zegt de agent, dan hebben wij dat zeker verkeerd begrepen……wij hadden begrepen ‘’een gewond persoon op straat achtergelaten….maar beste meneer we bemoeien ons niet met dieren  ook niet met gewonde dieren want daar hebben we de dierenambulance voor.
‘Ja,’ zeg ik, ‘maar dat dier heeft nu dringend hulp nodig. Kunt u hem dan niet naar de dichtstbijzijnde dierenarts brengen?’
‘Absoluut niet meneer dan zou ik de grootste ruzie met mijn leidinggevende krijgen; wij zijn er voor de mensen en de dierenambulance is er voor de dieren. Maar ik zie wel dat die hond hard hulp nodig heeft dus ik zal voor u de dierenambulance bellen. De mensen van de dierenambulance zijn veel handiger ook met dieren. Ik zou niet weten hoe ik die hond in mijn wagen moet tillen. Bij de Dierenambulance hebben ze een brancard om het beest in de auto te leggen. Nou ik zal even bellen. De agent loopt naar zijn auto en pakt zijn telefoon.
Ja met de politie…er ligt hier een zwaar gewonde hond op straat. Er komt bloed uit zijn bek en hij haalt moeilijk adem…..kunnen jullie een wagen sturen naar de Amelaarstraat. De hond ligt ter hoogte van huisnummer 56.
Binnen 5 minuten is de ambulance aanwezig. De hond was ondertussen  gaan schokken en moeilijker gaan ademen. De mensen van de dierenambulance zagen ook dat de hond uitgedroogd was en dat hij niet alleen bloedde uit zijn mond maar ook uit zijn buik maar dat kon ik niet zien want daar lag tie op. De hond werd terwijl hij hevig schokte en jankgeluiden maakte, op de brancard de ambulance ingeschoven. Snel schoot de dierenambulance naar het dieren hospitaal.
Toen ik ’s avonds belde naar dat ziekenhuis hoorde ik dat de hond al onderweg naar het ziekenhuis overleden was. Dat deed me toch wel wat.

donderdag 19 september 2019

BALLON


Vanmiddag weer eens naar de bioscoop geweest. Een Duitse film dit keer. ‘Ballon’ heette die. Het ging over een stel mensen die Oost-Duitsland wilde ontvluchten met een luchtballon. Een film zonder  openlijke agressie, geen vuistgevechten dus en ook geen geweerschoten. Natuurlijk was er wel de geniepige agressie van de Oost-duitse Stasie. Die ondanks dat ze met zeer velen waren er niet in slaagden om de vluchters ervan te weerhouden dat hun poging uiteindelijk succesvol werd.
De film draaide in Cinerama, de bioscoop waar we (mijn vriendin en ik)vrijwel altijd naar toe gaan. Ten eerste omdat die bios het dichtstbij ons huis is, ten tweede omdat de stoelen lekker zitten en ten derde omdat de films die er vertoond worden, naar onze smaak zijn. Toevallig waren we vorige  week eens een keertje naar die andere bioscoop gegaan waar ze films draaien die wij meestal wel goed vinden. LantaarnVenster. Die keer keken we naar ‘Blinded by the light’ een film geïnspireerd door de teksten van Bruce Springsteen met als voornaamste thema ‘discriminatie’. Allebei de bioscopen zijn eigenlijk makkelijk te bereiken van uit onze woonwijk. Lantaren Venster is ongeveer een kwartiertje verder van Cinerama. Dat komt vooral omdat er nog een stuk gelopen moet worden vanaf metrostation Wilhelminakade.
De laatste keer dat ik schreef had ik het ook al over de metro. Nu heb ik er weer wat over te vertellen: Ik vind het zo afschuwelijk druk de laatste tijd in de metro. Ik heb niks te klagen over mijn zitplaatsje want dat wordt altijd voor mij en mijn vriendin geregeld door vriendelijke vaak jonge medepassagiers.  Zo druk dus…. Zowel op de heenweg om één uur als op de terugweg zo rond vier uur zat de metro stampvol. Merendeels met jonge mensen. Nou bedacht ik me dat er sinds kort weer een heel nieuwe bende studenten in Rotterdam begonnen is, niet alleen op de universiteit maar ook op de hoge scholen en allerlei ander type onderwijs.
Als het zo doorgaat  dan moet de RET (Rotterdamse Electrische Tram) meer  of langere metro’s laten rijden. Want waar ik het nog niet over heb gehad, is de enorme drukte op de perrons, waar de reislustigen op de volgende metro staan te wachten. Als de animo voor de Rotterdamse ondergrondse zo blijft toenemen kunnen ongelukken door de drukte op de perrons niet uitblijven…..of er moeten beveiligingsambtenaren worden ingezeten die in de gaten houden of er zich niet te veel mensen op de perrons verzamelen …….. ze zullen dan mensen moeten gaan tegen houden.
Nu ben ik een geregelde gebruiker van de metro. In bus of tram kom ik niet zo heel vaak. Ik weet niet precies  of het publiek ook daar zo explosief toeneemt.  Nu is de inzet van bussen mijns inziens makkelijker te verhogen dan die van de metro. Bussen zijn er genoeg, desnoods kunnen bussen van andere maatschappijen ingezet worden. Trams zijn naar mijn idee beperkter voor handen, die zullen wel bijgemaakt moeten worden als de belangstelling voor die vorm van openbaar sterk gaat toenemen.

dinsdag 17 september 2019

METRO


Blijkbaar zien we er oud uit. Als het druk is in de metro en alle zitplaatsen zijn bezet dan zijn er tegenwoordig altijd jonge mensen die voor  ons willen opstaan. Meestal staat er iemand het eerst voor mijn vriendin op en dan ziet een ander, bijvoorbeeld iemand  die  naast mijn vriendin zit,  mij staan en biedt dan zijn zitplaats aan mij aan. Soms gebaar ik genereus dat ik wel blijf staan maar meestal aanvaard ik toch wel verheugd de zitplaats.
Toen wij jong  nog waren was dat eigenlijk schering en inslag: opstaan in de tram voor ouderen  maar er is een tijd geweest tussen nu en toen dat wij de pot op konden , dat ouderen maar gewoon moesten blijven staan.. Dat was toen de tijdgeest. Er waren toen wel mensen in de tram die met een  verontwaardigde stem en blik tegen een jonge medepassagier  blafte: ’Hé, zou je niet eens opstaan voor die ouwe mensen?’ Maar meestal waren deze jonge mensen Oost-indisch doof.
Nu we toch in de metro waren viel ons gelijk een onhebbelijkheid van deze tijd op. Het gebeurt vooral in drukke tijden: spitsuren  of wanneer er evenementen zijn. De horde mensen die de trein in willen, blokkeren de uitgangen van de metro. Degenen die naar buiten willen moeten zich naar buiten vechten. Het is toch een kwestie van je gezond verstand gebruiken om te weten, dat eerst iedereen die er uit wil, er uit moet,  voor dat iedereen die er in wil, er in kan. Ja, dan zal het wel zo kunnen zijn dat mensen bang zijn dat er zoveel mensen uit de metro moeten dat de deuren  alweer dicht gaan voordat zij die mee willen alweer binnen zijn. Maar dat gebeurt nooit want de conducteur van de metro wacht immers altijd lang genoeg tot iedereen is uitgestapt en ingestapt. Toch zijn er wel eens vechtpartijen uitgebroken tussen in- en  uitstappende passagiers. Vechtpartijen waarbij ook gewonden zijn gevallen. Waardoor er vrij grote vertragingen opgelopen zijn. Ja, er hoeft maar één heethoofd tussen te lopen en de poppetjes zijn aan het dansen. Een paar jaar geleden met de Rotterdamse Havendagen was het ook zo’n drukte en toen is er bij zo’n vechtpartij een uitstapper bekneld  geraakt tussen de deuren van de metro. De metro stond al op het punt van vertrekken; de deuren gingen dicht en een kleine dikke man van middelbare leeftijd (in de krant stonden zijn initialen: K.D.),  kreeg van binnenuit een ferme zet en hij bleef tussen de deuren vastzitten; met zijn onderlijf in de metro en zijn bovenlichaam op het perron.  Gelukkig is het zo dat een metro niet in beweging kan komen ook al zijn alle deuren op een na dicht. Dat was het geluk voor die man. Een paar goedwillenden op het perron duwden de deuren open en trokken K.D. naar buiten. Hij blijkt een venijnige voorhoofdwond te hebben aan de linkerkant.  De man mocht blij zijn dat er een EHBO’er op het perron aanwezig was.
De conducteur van de metro wilde zich ook bemoeien met het voorval en eiste dat degene die K.D. een zet had gegeven de metro zou verlaten. Er gebeurde vooralsnog niks. Maar een van de inzittenden wees de dader aan, een jong knul met een leren jasje. Andere inzittenden gingen tegelijk op de knul af en werkten hem het voertuig uit.
Mijn vriendin en ik bleven rustig op ons zitplaatsje zitten.