dinsdag 2 juli 2019

PRATEN MET DIEREN


Mijn vriendin heeft een heel bijzondere vriendin. Aleida heet die vriendin. Samen met Simon, haar man en een stel honden en katten reizen ze door Europa. Vorig jaar zaten ze nog in Duitsland en dit jaar rijden ze voornamelijk door Frankrijk. Ze zitten nou in de omgeving van Bordeaux. Het stel is dol op dieren en in elke stad of dorp waar ze komen melden ze zich aan voor vrijwilligerswerk in het dierenasiel. Als er ruimte is in hun aanhanger nemen ze er dikwijls onderweg nog een beestje bij en wat ook voorkomt : ze laten een beestje dat toch niet zo bevalt in een of ander plaatsje achter……in het asiel wel te verstaan want ze zullen natuurlijk nooit een hond of kat in een verder verlaten bos aan een boom vastbinden….. nee daarvoor houden ze te veel van het dier en als ze het  diertje ergens achter laten dan kan Aleida dat altijd uitleggeen aan het beestje want …..en dat is iets heel bijzonders, Aleida kan met dieren praten, althans, dat zegt ze. Kijk, ik kan ook met dieren praten maar ze verstaan geen woord van wat ik zeg…..natuurlijk kunnen ze aan de toon waarop ik spreek horen of ik vriendelijk of boos ben maar woordelijk kunnen ze me niet verstaan, laat staan dat ze me antwoord kunnen geven. Aleida denkt dus dat ze woordelijk verstaan wordt en dat ze net zo woordelijk een antwoord krijgt.
Nu is het zo dat ze de lapjeskat Juliën niet mee kunnen nemen naar Spanje waar ze binnenkort naar afreizen. Dan zegt  Aleida tegen Juliën die bij haar op schoot zit:
”Lieve Juliën, je weet dat je jarenlang mijn lievelingskatje geweest bent, ik houd nog steeds erg veel van je en dat zal ik altijd blijven doen maar vandaag moeten onze wegen zich scheiden. Wij gaan door naar Spanje en jij mag jammer genoeg Spanje niet in….zo is de wet daar nu eenmaal. Ik zal je nooit vergeten en ik weet zeker dat  jij mij ook nooit zal vergeten.  Ik laat je hier in dit asiel achter. Het is een goed asiel, dat heb je zelf de laatste weken ook wel gemerkt Jij bent ook al van de mensen van het asiel hier gaan houden.”
Dan is Aleida stil; ze luistert blijkbaar naar de reactie van Juliën. Van de reactie van Juliën is geen enkel geluid te horen. En als na een paar minuten Juliën plots van Aleida’s schoot springt komen bij  haar de tranen.
Simon, die er de hele tijd voor spek en bonen heeft bijgezeten, probeert Juliën nog  te pakken te krijgen maar de kat laat zich niet meer vangen…… hij rent razendsnel het park in waar Aleida en Simon in de buurt geparkeerd staan.
“Wat heeft Juliën tegen je gezegd Aleida?’’ vraagt Simon een beetje hijgerig.
Aleida: ’’Juliën is uitermate teleurgesteld in ons. Hij had gedacht dat hij betrouwbare baasjes aan ons had toen ze hem 15 jaar geleden uit het Asiel van Rotterdam haalden. Maar nu, nu wij zo nodig naar Spanje toe moeten, laten we de kat stikken. En toen sprong Juliën opeens van mijn schoot.  Ik heb steeds goed kunnen volgen wat Juliën tegen me zei.’’
Hoogstwaarschijnlijk zal Juliën in de toekomst helemaal niets meer van zich laten horen.

maandag 1 juli 2019

PELLEN

Het is een ‘ouwe-mannen-kwaal’ en ik ben bijna  negenenzestig……. van de dokter hoorde ik dat er mannen zijn die er op hun vijftigste al vanaf moeten worden geholpen. Waar het dan om gaat? Om last hebben van je urine je blaas en je prostaat.  Ik kan soms mijn plas niet ophouden, dan komt de pies er nog eens in een heel dun straaltje uit ook en tenslotte …….  als ik denk dat ik bijna uitgepiest ben, blijken er ook nog een paar druppels urine in mijn blaas te zitten, die er na afloop van mijn plasje  tergend langzaam  uitkomen en zorgen voor een grote natte plek op mijn broek.
Zestien juli word ik eraan geholpen. Mijn prostaat wordt gepeld (uitgehold) waardoor mijn blaas meer urine aankan zodat ik niet zo snel naar de wc zal moeten rennen en het gedruppel ook afgelopen zal zijn. Ook wordt dan mijn plasstraal weer wat steviger. Ik moet er een nachtje voor in het ziekenhuis blijven, zodat de verpleegsters en dergelijke kunnen controleren of alles goed met me gaat.  Het kan ook twee nachten worden als de prostaat nog niet helemaal uitgebloed is. Toevallig,……nou ja toevallig, hoorde ik van een kennis van mij dat hij dezelfde ingreep had gehad en hij was daarvoor vijf nachten in het ziekenhuis moeten blijven. Hij was wel vijfenzeventig toen het bij hem gebeurde. Hij vertelde me dat het een ingreep van niks was. Hij had niks gevoeld en alleen dat de prostaat bleef bloeden vond hijvervelend. Bovendien was hij alleen…….zijn vrouw was toen al vijf jaar overleden…. hij vond het wel prettig dat hij een paar dagen geheel verzorgd in het ziekenhuis kon liggen.
Toen mijn vriendin dat hoorde van die vijf dagen, kreeg ze zowat een rolberoerte.  Eén dag zonder mij was al erg, vijf dagen was een ramp. Het kostte me de grootste moeite om haar duidelijk te maken dat in negenennegentig van de honderd  van deze operaties de patiënt na één nacht naar huis mocht……………. wat ze ook vreselijk vond was dat ik had opgegeven aan de dokter, dat ik in geval van uiterste nood niet meer gereanimeerd wilde worden……..als ik bijvoorbeeld een beroerte krijg of een hartaanval tijdens de operatie, is de kans dat ik heel erg slecht uit de reanimatie kom, zo groot, dat mijn leven nauwelijks meer het leven waard is en dan hoeft leven voor mij dus niet meer.
Ze gaat me samen met een vriendin wegbrengen naar het ziekenhuis. Dat is wel  fijn want dan hoeft ze de hele weg niet alleen naar huis toe te lopen.
Over vijftien dagen dan is het zo ver.  Ik moet die dag beginnen met bloed te laten prikken en ondertussen zorgen dat ik een volle blaas heb, die moet ik leeg piesen op een soort computer-wc, die meet hoeveel ik plas, en hoe hard ik plas. Ik word natuurlijk voor de operatie verdoofd en dat gebeurt met een ruggenprik: mijn hele lijf onder mijn navel wordt dan verdoofd. De anesthesist biedt me nog aan om via een computerschermpje de operatie te volgen, maar daar heb ik deze keer geen zin in.
Ik weet trouwens nog helemaal niet hoe laat die operatie is maar ik weet wel dat ik tot 6 uur voor de operatie alles mag eten en drinken (behalve melk); tussen 6 en 2 uur voor de operatie een glas water mag drinken; en vanaf 2 uur voorde operatie mag ik niks meer.

Over ruim twee weken gebeurt het.PELLEN

HARING


Het is de heetste dag van het jaar tot nu toe. Ik was op de fiets naar mijn cursus gegaan. Toch een half uur fietsen van Alexanderpolder naar Crooswijk. Moe was ik er van niet geworden; desalniettemin zag ik wel op tegen de terugreis. Het zou dan vast en zeker een stuk warmer zijn…. En bovendien had ik dan hard gewerkt op de cursus. Het zou mij zeer benieuwen waar we het deze keer over zouden hebben.  De cursus is altijd van half tien tot half twaalf ………. het is nu kwart over negen en ik ben er al. Nog even mijn fiets aan een boom vastzetten want ook al heb ik niet meer de nieuwste, mooiste fiets, als ik hem niet aan een lantaarnpaal of een boom vastzet is hij zo gejat.
Als ik het gebouw binnenga waar de cursus gehouden wordt, merk ik gelijk dat ons vaste lokaal door anderen is ingenomen. Er wordt volop een vreemde taal gesproken…..Marokkaans denk ik, en de zaal zit vol met zeker 50 mensen. Dat is wel wat meer dan ons clubje, dat uit hooguit acht mensen bestaat. We krijgen vandaag dan ook een klein hok toebedeeld. De cursusleidster Marian laat er geen gras over groeien en zegt dat we het vandaag gaan hebben over doelen stellen en wat daar allemaal bij komt kijken.  Als hulpmiddel bij het DOEL presenteert zij het woord SMART met behulp waarvan het doelstellen uiteen gerafeld wordt. De S staat voor SPECIFIEK, de M voor MEETBAAR, de A voor ACCEPTABEL, de R voor REALISEERBAAR< de T voor TIJDGEBONDEN.
Samen met Murat stelde ik  me het lopen van de Vierdaagse ten doel.
SPECIFIEK  is dat lange afstand wandelen.
MEETBAAR: vier dagen lang 40 kilometer per dag lopen
ACCEPTABEL: het kan qua tijd; huisgenoten nemen taken over; voor zorg wordt vervanging gezocht.
REALISEERBAAR:             Murat loopt wekelijks 50 kilometer  rond de Kralingse Plas en heeft goeie schoenen; Ik ben niet zo getraind en moet dus nog flink oefenen en goeie schoenen kopen.
TIJDGEBONDEN:              De tijd is duidelijk: de derde week van juli
We waren nog vergeten rekening te houden met ‘’verblijf in Nijmegen regelen’’ en de kosten overmaken
Andere leden van de groep stellen nog dingen ten doel als het schoonmaken van de keuken in twee dagen en een blog schrijven. Al met al was het een inspirerende ochtend. De tijd was voorbijgevlogen. Het was alweer tijd om naar huis toe te gaan en inderdaad warmer als vanochtend. Ik had honger. Voor ik vanmorgen van huis ging had ik alleen maar een krentenbol op. Daarom heb ik deze ochtend veel meer koekjes bij de koffie gesnoept dan anders. Maar toch was het hongergevoel gebleven en gelukkig zag ik op de hoek van de Crooswijksestraat en de Crooswijkseweg die haringtent. Ik zat zowat te juichen op mijn fietsje. Voor 2,50 euro kocht ik een heerlijk broodje haring. Ik ging het zitten oppeuzelen op een bankje in de schaduw  vlakbij die haringtent. Jammer was wel dat een bankje verderop een man bezig was grote  bloedkorsten van zijn arm te krabben……dat deed het broodje wat  minder smaken


PADVINDER


Ik zeg nou al de hele cursus Kracht en Kwaliteit dat ik goed kan schrijven maar dat ik de laatste tijd mijn inspiratie kwijt ben. Ze zullen er daar zo langzamerhand geen bal meer van geloven. Hij zegt alleen maar dat goed kan schrijven maar we hebben nog nooit iets van hem gehoord of gelezen. Eigenlijk hebben ‘ze’, mijn medecursisten, wel een beetje gelijk, want zo goed ben ik niet, helemaal al niet als ik geen inspiratie heb. Vandaag is weer zo’n dag zonder inspiratie maar gelukkig komt er een man naast me in de metro zitten; een man gekleed in een spijkerbroek en een padvindersoverhemd….zo’n kaki overhemd weet je wel, met zo’n groene stropdas. Maar hij is geen padvinder hij is arbeider, dat zegt hij tenminste, hij werkt altijd ‘s nachts bij de RET hij repareert daar kapotte dingen in metrotoestellen en hij maakt die metrotrein ook schoon. Ik weet niet of het echt waar is maar hij zegt dat hij van 10 uur  ’s  avonds tot 10 uur ’s ochtends werkt.
 Vind ik wel erg lang twaalf uur achterelkaar werken.
Hij is net naar de markt geweest, die bij de markthal ….oplichters vindt hij die marktkooplieden daar. Voor zo’n klein zakkie schoongemaakt spruitjes (en hij wees een inderdaad zeer klein zakje aan)  zou ik twee vijftig moeten betalen;  amme nooit niet …… dan ga ik morgen wel naar de markt op Zuid…
”oh die op het Afrikaanderplein bedoelt u”. Ja daar krijg je tenminste zo’n grote zak spruiten voor dat geld en hij wees inderdaad een hele grote zak aan…..alleen moet ik die dan wel zelf schoonmaken maar dat kan me niks schelen. Doe ik samen met mijn vrouw en dan is het zo gebeurd
Hij moet gelijk met mij uit de metro ……. bij Metrostation Prinsenlaan.
‘’Ik woon vlakbij het zwembad’’ zegt hij.
‘Ik ook’ zeg ik en we  besluiten samen op te lopen
Hij vindt dat de buurt achteruit gaat, veel alcoholici, die de buurt onveilig maken en er wonen hier  in Alexanderpolder  nogal veel oude mensen die daar toch wel angstig van zijn van die alcoholici…..vooral als ze ’s avonds de pleintjes onveilig maken. Daarom wil ik ook zo snel mogelijk naar het Oude Noorden terug verhuizen. Dat is ten minste een gezellige buurt met leuke winkeltjes op de Zwartjanstraat ……….en leuke kroegies ook…. Nee gewone kroegies waar het niet vol zit met alcoholici. In het oude Noorden staan ze ook niet op straat samen te scholen met allemaal een blikkie bier in hun hand. In Alexanderpolder wel……en denk je dat de politie van Alexanderpolder  een hand naar ze uitsteekt. Ik woon hier nou 7 jaar en ik heb maar een keer een politie-agent gezien  neen foutje het waren er twee, er zat er een in een politieauto; die agenten moesten een paar kleine pest-apies d’r vuurwerk af te pakken. Maar van alcoholici blijven ze af, daar zijn ze te schijterig voor. Er is in dat hele grote Alexanderpolder niet eens een politiebureau.
Nou ik ga hier rechtdoor. ‘Ik niet’ zeg ik. ik ga hier rechtsaf. Ik woon in die walgelijk flat daar, zie je die flat van 6-hoog.
‘Dat is toch een mooie flat…..zegt de padvinder, wat is daar mis mee en zo te zien is nog net geverfd ook. Er zitten wel verdomd veel duiven daar zeg, daar moet je een wat aan doen hoor, want dat wordt een zooitje die duiven

maandag 1 oktober 2018

RESTAURANT


Ze bestaan nog steeds, die restaurants waar je het idee krijgt dat je blij mag zijn dat je binnen mag komen om er wat te  eten. Dat is een van de redenen dat ii nooit zo vee buiten de deur heb gegeten. Het bleef meestal bij een pizzaatje of een patatje of ik bestelde een portie nassi of zo. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ooit een keer lekker heb gegeten in een restaurant en me er ook naar mijn zin heb gevoeld. Dat was in het Kasteel van Hoensbroek. Het was een restaurant in een heus kasteel. Het was er helemaal niet druk. We, mijn vrouw en ik, werden ontvangen door de eigenaar van het kasteel, de kasteelheer dus, die alle functies behalve de keuken waarnam. Hij liet ons een leuk plaatsje uitzoeken, vertelde over de geschiedenis van het kasteel en tegelijkertijd over de specialiteiten van het restaurant (dat waren zalmgerechten). Hij excuseerde zich bij ons met een vriendelijke glimlach toen hij even naar de keuken liep om onze eetwensen door te geven. Het was allemaal niet zo ingewikkeld; wat we precies hebben gegeten weet ik niet meer maar in grote lijnen kwam het neer op zalm met speciebonen en aardappelpuree , een fles wijn en als toetje: dame blanche. De zalmschotel inclusief speciebonen en aardappelpuree werd neergezet op een apart tafeltje vlakbij het onze……. de kasteelheer bleef bij ons in de buurt en op het moment dat een van onze bordjes of glazen leeg dreigden te raken kwam hij met de zalmschotel of fles wijn naar ons toe om wat bij te scheppen of schenken. In elk ander restaurant zou ik daarvan de zenuwen krijgen maar in dit restaurant met deze restauranthouder liet ik me dat allemaal heel ontspannen welgevallen. Hij bemoeide zich ook niet met ons gesprek of zo; hij verleende ons alleen de service van het opscheppen en was verder nauwelijks zicht- of hoorbaar aanwezig.  Als onze bordjes eens vol genoeg waren geschept, liep hij naar een van de grote ramen van het kasteel een keek enige tijd naar buiten. Maar veel tijd om hem te observeren hadden we niet, onze maaltijd eiste alle aandacht op………en altijd was hij weer op tijd terug om bij te scheppen of schenken.
De maaltijd was zo copieus dat we niet alles op konden eten.. Dat had de kasteelheer wel verwacht want toen wij ons bestek naast onze borden legden vroeg hij ons op vriendelijke toon of het ons gesmaakt had en of er verder  nog iets van onze dienst was, terwijl hij de laatste rest van de wijn eerlijk verdeelde over onze glazen. Ik had zelf nog wel wat geknoeid van de zalm op mijn witte trui en vroeg hem of hij misschien een nat doekje kon brengen om te voorkomen dat het een vlek zou worden. Dat was geen enkele probleem en dat had ik ook helemaal niet gedacht. Het was zelfs zo bijzonder dat de kasteelheer zelf met het natte doekje de gemorste zalm uit mijn truitje begon te wassen en het lukte hem wonderwel. Waarschijnlijk had hij er een wasmiddeltje bij gepakt want de trui werd pico bello schoon. Tot slot kregen we nog de Dame Blanche geserveerd: perfect…….. en …….alle waar naar zijn geld: we hadden nog nooit zo  veel geld aan ‘uit eten’ uitgegeven

zaterdag 29 september 2018

EKSTERS


Drie eksters, misschien broertjes en zusjes, bevechten elkaar op een stuk asfalt. Er ligt daar iets en ieder van hen wil daar wat hebben. Ik  loop op een meter of tien afstand als ik die beestjes zo bezig zie.
 Eksters zijn geen leuke vogels, hoor, vind ik. Tenminste Ik hou niet zo van wegjagers, schreeuwers en aanvallers. Toen ik nog in een flatgebouw woonde, 12 hoog zat ik toen, heb ik eens meegemaakt dat een poes in een boom wou klauteren; ik wist niet precies waarom die kat dat wou dat kon ik van 12 hoog niet zien. …..maar die poes was nog niet halverwege of er vlogen driftig vier grote eksters uit de boom , schreeuwend en wel om de poes te verjagen. Doch de poes liet zich niet verjagen en dat pikten de vogels niet. Ze gingen nu over tot de lijfelijke aanval. Ze sloten hem als het ware in   en maar krijsen en maar kabaal makend. De poes, die het waarschijnlijk gemunt had op het nestje kleine ekstertjes voelde een vogelbeet in zijn staart en dat was het teken voor haar om zich langzaam en behoedzaam  naar beneden te laten zakken. Maar dat was nog niet genoeg voor de eksters. De poes moest helemaal ophoepelen. Weg bij de boom van de eksters met hun jonkies.  De luchtaanval van de eksters ging door en de poes werd op verschillende delen van zijn lijf gepikt. De poes zakte door zijn pootjes en begon langzaam weg te sluipen van de bewuste boom. Zijn tempo werd steeds iets hoger tot hij aan het rennen was naar de flat waar ik woonde, alwaar ik hem uit het oog verloor. De vogels gingen nog zeker 10 minuten door met krijsen. Toen pas waren ze er blijkbaar zeker van dat de kat helemaal uit de buurt was en hielden ze zich rustig.
Maar nú…..waar zijn die drie eksters nú mee bezig op dat asfalt…..deze eksters bevechten elkaar. Ik kom langzaam dichterbij. Een ekster lijkt een stukje kauwgum van het asfalt te trekken als zijn broer of zus (ik weet niet wat mannetjes-eksters of vrouwtjes eksters zijn, ik zie het verschil dus niet) aan komt sjezen en tegen de snavel botst van de kauwgum trekker en het ruw over nam van hem of haar. Als ik vlakbij die plek ben, zie ik helemaal geen kauwgum…..ik zie eigenlijk helemaal niks eetbaars….althans ik zou niet weten wat. Wat ik zie zijn in het asfalt vastgeklonken witte kiezelsteentje……die willen ze uit het  asfalt rukken. Misschien kunnen ze kiezelsteentjes en speciaal witte wel goed gebruiken voor hun spijsvertering. Hoe dan ook ze hebben het alle drie blijkbaar hard nodig, zo vechten ze er voor. Ik moet denken aan het gevecht van die vier eksters met de poes van een tijdje geleden. Deze broertjes en zusjes eksters gaan elkaar net zo hard te lijf als hun ergste vijanden. Het is net alsof ze elkaar een heel klein beetje tijd geven om aan zo’n steentje te rukken en als de tijd voorbij is dendert een zus of broer tegen hem aan. En zo gaat dit agressieve spel door.


dinsdag 25 september 2018

DE BRUG


Er staat een man tegen de reling van de brug. Ik ben nog een heel eind van hem vandaan. We zijn de enige twee op de brug van ongeveer  een kilometer of iets minder. Het weer is niet heel erg lekker, hoewel ik de ritssluiting van mijn korte rode jasje heb opengedaan ….zo warm is het toch ook wel weer. Onder mijn jasje heb ik nog een zwart vest met een capuchon erop en ook heb ik nog een zwart t-shirt aan. Omdat ik geen straaltje van de zon op mijn hoofd mag krijgen draag ik altijd een pet…..een zwarte pet met een hele  grote klep. Verder heb ik een zwarte lange sportbroek met dunne witte biezen aan …. een korte zwarte onderbroek natuurlijk, een paar zwarte sokken en een paar beige schoenen. Dus als je misschien vanmiddag zo iemand op een brug heb zien lopen (half kaal met grijze lange haren)dan kan je er donder op zeggen dat ik het was.
Ondertussen nader ik de andere man op de brug een beetje. Ik zie nu al dat de man niet op de brug staat maar tegen de reling van de brug leunt. Voor de rest kan ik nog niks over de man vertellen. O ja, ik zie nu ook dat de man een fiets bij zich heeft, die staat naast hem, achter hem...de kleur van de fiets kan ik nog niet onderscheiden…..het zou net zo goed rood, als wit, als blauw kunnen zijn….daar kan ik gewoon nog geen duidelijkheid over verschaffen. Ondertussen is het onder en aan weerskanten naast mij een wezenloze drukte van belang. Ik moet nog een detail vertellen, de brug loopt namelijk over een stuk water, nee geen rivier of meer of weidse sloot nee het is een plas, je zou het ook een soort vijver kunnen noemen. De wezenloze drukte die opeens onder en aan weerskanten naast me ontstaat bestaat uit vissen, groot en klein, die wel een meter uit het water springen, die vissen hebben net als ik gezien dat er hurrie-up insecten zwermen tussen het wateroppervlak en een meter daarboven. Ik heb het ook gezien schreef ik al maar aangezien ik er geen belangstelling voor heb om insecten (van welke soort dan ook) op te eten ben ik niet over de  reling van de brug gesprongen. Maar niet alleen vissen tonen hun eetlust ook ganzen, reigers, kraaien, boerenzwaluwen, eenden, kikkers en  heel af en toe wagen zich ook wat palingen op de insectenjacht. Vreemd genoeg vertoont zich geen enkele meeuw, een vogelsoort die normaal gesproken  toch haantje de voorste is als er wat te smikkelen valt….. zo zie je maar hoe raar het soms kan lopen in het dierenrijk. Inmiddels ben ik de man met de fiets zover genaderd dat ik kan zien dat hij een blauwe fiets bij zich heeft en een groen visserspak  draagt. Aha, hij is dus op de brug aan het vissen. Dan staat hij duidelijk op de verkeerde plek. Dat zeg ik hem ook:  ’Hé, kerel, hé, je moet ongeveer tweehonderd meter terug gaan, daar sterft het van de vis. Je kan het hier vandaan zien. Kijk dan!
De man kijkt me alleen maar wazig aan, vraagt of ik wel spoor en vist onverstoorbaar verder.