woensdag 24 januari 2018

ZOMERS

24 januari 2018: 13 graden vandaag ….. een zachte dag wordt het volgens het KNMI …. De verwarming staat op 22 graden en ik heb het koud. Buiten loeit de wind. De bomen gaan woest te keer. Maar niet zo erg als met die storm van vorige week donderdag. Alleen het gekke is het klopt wel wat het KNMI voorspelde: het is echt 13 graden! Dat geeft mij buitenthermometer tenminste aan.
Was het maar alvast zomer of tenminste lente wat zou ik dan wel allemaal niet doen.  Ik zou een korte broek aan doen en mijn sandalen. Ik zou mijn vriendin vragen om lekker te gaan wandelen naar het bos en onderweg op een terrasje een frisdrankje te gaan drinken, of een bakje koffie want het is nog vroeg op de dag en de zon is nog niet zo heet (22 graden). Er is geen wolkje aan de hemel te ontdekken. Na het terrasje lopen we weer verder en in de verte zie ik de ijsboer al staan. Het is een gemotoriseerde ijsboer. Ik hou mijn mond over die ijsboer. Maar ik weet al wel zeker dat ik een ijsje ga nemen en wat ik ook zeker weet is dat mijn vriendin die ijsboer ook gezien heeft en hoopt dat ik haar op een grote ijs ga trakteren.  We lopen lang het Kralingse Strandbadje. Op het strandje en het grasveld  is het erg druk. Sommige kinderen zwemmen luidruchtig in de Kralingse Plas  anderen doen balspelen op het grasveld, waar ze moeten uitkijken voor ouderen, waarvan sommigen al bezig zijn met het voorbereiden van de barbecue. Het valt ons op dat de meeste vrouwen hier een hoofddoekje op hebben. Niet verwonderlijk overigens want in de wijken rondom de Plas is het aantal moslims overheersend.
We zijn bijna bij de ijsboer. Mijn vriendin zegt opeens: ’Hé, kijk, een ijsboer, zullen we een ijsje nemen, ik heb echt trek, ik wil vanille-ijs met oublie-wafels en slagroom.’ Dat had ik nou niet verwacht dat zij het initiatief tot een ijsje zou nemen, want ze is voor het overige behoorlijk streng aan het lijnen.
‘Goed idee, ’zeg ik,’ ik neem het zelfde als jij.
Niet zo ver bij de ijsboer vandaan staat een bankje, waar al een stel op zit. Wij kunnen er nog makkelijk bij. Uit beleefdheid vraag ik of er bij mag komen zitten. ‘Natuurlijk,’ antwoordt de vrouw van het stel, ‘en eet smakelijk………. die ijsboer heeft trouwens een goeie dag vandaag, ik heb hem al zoveel zien verkopen.
‘Ja,’ dat verbaast me niets,’ zeg ik,’ het is verrukkelijk ijs, vind je ook niet, schat,’ vraag ik aan mijn vriendin. ‘Het is heerlijk ijs’, zegt ze. Als we ons ijsje op hebben, kussen we elkaar liefdevol op de mond en  gaan weer verder.
De temperatuur loopt langzaam op (28 graden). Het is half een en het is nu zo’n beetje op het warmst van de dag. We besluiten via het strandbadje terug naar huis te gaan……. op blote voeten, met onze sandalen in de hand, wadend door het water.

Onze kleren worden flink nat van het opspattende water door spelende kinderen. Maar ja, dat hadden we kunnen weten. Het was toch vooral genieten van zo’n heerlijke zomerse dag.

maandag 22 januari 2018

POEPZAKJE

Vannacht toen ik wakker werd was het nog donker en koud in huis. Ik moest plassen en had een droge mond. Dus ging ik mijn bed uit om naar de wc te gaan en te plassen. Ik had speciaal mijn bril op gedaan om te controleren of ik op of over de rand van de wc had gepiest. Zo ’s morgens bij de eerste plas ging het meestal fout. Nu ook weer. Maar met een doekje met wat sop was de boel weer gereinigd.  Ik dronk ook nog maar even wat.
Ik deed even een lamp aan om te kijken hoe laat het was. Meestal  heb ik geen flauw idee van de tijd maar doorgaans word ik niet vòòr vijf uur in de nacht wakker. Het klopte wat ik al dacht het was half zeven. Eigenlijk nog veel te droeg, want het liefst slaap ik tot half negen en dat zou betekenen 8 hele uren. Deze nacht was ik dus om half een naar bed gegaan. Ik had lang naar het voetballen op tv zitten kijken en aangezien ik nog een hele serie handelingen te verrichten had voordat ik het bed in zou stappen, moest ik met tv kijken om half twaalf stoppen. Wat ik elke dag allemaal moet doen voordat ik in bed kan stappen?:
Televisie uitdoen
Planten water geven
Muesli – ontbijt maken
Poepzakje en plaspillen klaar leggen voor morgenochtend
 Antischimmel nagellak op grote tenen smeren
Tanden stoken
Tanden borstelen
Tanden Poetsen
Zalf op het hoofd smeren
Pillen innemen
Tweede paar kousen aantrekken
Pyjama aantrekken
Verwarming uitdoen
Pas als ik dat gedaan heb kan ik dus in bed stappen; ik ben daar ongeveer een uurtje mee bezig.

Half zeven…..opstaan hoef ik nu nog niet. Ik wil tussen 9 uur en kwart over negen in het zwembad zijn dat betekent dat ik nog tot half acht in mijn bed kan blijven liggen. Ik weet nooit of ik wel of niet slaap in de rest tijd nadat ik wakker geworden ben. Naar mijn idee lig ik gewoon wakker, te wachten tot de wekker gaat rinkelen. Zo ging het ook vanochtend. Je zou zeggen als je schrikt van de wekker dan word je uit je slaap gewekt.  Maar ik zou zweren dat ik van half zeven af op mijn rug wakker gelegen heb en toch schrok van het geluid van de wekker. Mijn vriendin, die wel eens bij mij slaapt, zegt dat ik die laatste stukken van de nacht, de tijd die rest tot de wekker gaat, altijd slaap omdat ze me dan steeds hoort snurken. Dat kan ik dan ook niet 100% geloven, omdat ze van grote ‘herrie-schoppers’ in  d’r oren heeft.  Maar ja…..

vrijdag 19 januari 2018

MAGER

Er was een tijd dat ik nauwelijks nog  at. Dat was kort na mijn echtscheiding. Ik woonde ongeveer 6 weken in mijn nieuwe huis. Ik had een drukke tijd achter de rug.
 Ik deed het niet expres ….dat niet eten ….ik vergat het gewoon. Ik hield natuurlijk wel eten over; brood dat ik al uit de vriezer had gehaald lag te beschimmelen in de broodtrommel. Aardappelen waren zacht geworden en uitgeschoten, met allemaal van die witte wortelpootjes. Melk stond zuur in de koelkast en er waren een paar pakken yoghurt verklonterd. Op de fruitschaal lagen bruine bananen waar dik bananensap uit sijpelde en de gerimpelde appels waren bijna allemaal beschimmeld.
Als ik in de spiegel keek zag ik een vermagerd bleek bekkie. Mijn buren, die me eigenlijk nog maar net kenden, keken meewarig naar me en vroegen of ik misschien ziek was want ze hadden me met een redelijk bolle toet mijn huis in zien verhuizen en nu liep ik met het tegenovergestelde koppie.
Op een dag probeerde ik weer eens een normaal prakkie te maken en op te eten. Ik had gekozen voor sperziebonen, gebakken aardappelen en een biefstukje, wat ijsbergsla en als toetje een bakje chocoladevla. Met plezier maakte ik mijn eten klaar en ik genoot al bij voorbaat van mijn biefstukje, dat ik had klaargemaakt met knoflook, ui en natuurlijk zout en peper. Ik dekte de tafel met een van mijn grote borden, en voor de show legde ik twee mooie gele servetten klaar, die waren nog over van de Pasen toen ik nog bij mijn ex was. Toen ik begon te eten smaakte het me geweldig….. vooral het biefstukje. Maar ik moest niet alleen biefstuk eten, óók die andere ingrediënten van mijn maaltijd maar ik stak de eerste sperzieboon in mijn mond en weg was mijn trek. Ik probeerde nog een gebakken aardappeltje….en ik overdrijf niet als ik zeg dat ik er bijna van moest kotsen. Aan de ijsbergsla  en de chocoladevla ben ik maar helemaal niet begonnen, want dan zou het aan de eettafel een heel onsmakelijk tafereel zijn geworden.
Ik was dan wel vermagerd echt ziek voelde ik me niet. Ik maakte dagelijks een gezonde wandeling in de buurt en vreemd genoeg: ik was nooit moe.

Het bericht van de afname van mijn eetlust bereikte mijn ex en zij was toch nog zo goed om bij me langs te komen en een heerlijke Caribische pompoensoep voor me te maken. Toen ze bij me binnen kwam zei ze gelijk dat ik er vel over been uitzag en dat ze daar wel wat aan zou gaan doen. Caribische pompoensoep weet ik, is heerlijk. Het was een traditie in mijn ex-familie om dat op feestdagen te eten. Wat er allemaal precies in zit in pompoensoep: ik ben het vergeten: in ieder geval pompoen, varkensvlees, Spaanse  peper, ui, knoflook. Het werd in elk geval een heerlijk soepje. Voor het eerst sinds tijden at ik mijn bordje leeg en zelfs nam ik nog een tweede bord. En zo ben ik met dank aan mijn ex  na die Caribische pompoensoep weer elke dag  mijn bordje aan het leeg eten en neem ik langzamerhand weer mijn normale proporties aan.

donderdag 18 januari 2018

STORM

08.00 uur. Het werd al een paar dagen aangekondigd door de weerman van het NOS-Journaal: vandaag, donderdag, zou het gaan stormen. Ik ben tegenwoordig als de dood voor heftig weer: ernstige kou, sneeuwval, gladheid dus, en zware storm. Dat komt omdat ik sinds de val waarbij ik mijn schouder brak en mijn zenuw beschadigde mezelf niet meer zo goed in evenwicht  kan houden. Bang ben te vallen dus. Ik heb na het horen van dat weerbericht dus maar besloten om de hele donderdag niet naar buiten te gaan.
De eerste ongelukjes hadden ’s morgens al plaats gevonden op mijn balkon. Daar had ik voor even drie vuilnisbakzakken gestald en ik was vergeten ze in de vuilcontainers op de begane grond te gooien. Alle drie de zakken waren door de wind over het balkon gejaagd de inhoud(bananenschillen, een paar puddingbakjes, een uitgebloeide bos bloemen, een jampot, een kerststukje, een leeg melkpak, plastic zakjes enz.) lag grotendeels over de vloer verspreid en was al gedeeltelijk van het balkon afgewaaid, van vier hoog naar beneden. Ik heb het nog wel geprobeerd maar de rukwinden waren te heftig om het balkon onder deze omstandigheden schoon te maken. Morgen zal het weer daar wel beter voor zijn.
Mijn vriendin had de televisie (NPO1)aangezet om te volgen hoe de storm in het land huishoudt. Ik zou dat zelf nooit gedaan hebben maar zij is nu eenmaal veel nieuwsgieriger dan ik. Maar nu die tv toch aanstond heb ik wel even zitten kijken naar al die vreselijke dingen die de storm aan het aanrichten was.
Het allerergste vond ik die mevrouw met die kinderwagen met een klein baby’tje er in die bijna bijna bijna een hele dikke boom op zich kreeg. Er kwamen nog wel wat lichte takken op haar en de kinderwagen maar als ze iets meer naar links gelopen zou hebben zou ze zwaardere delen van boom op zich hebben gekregen en dan waren zowel de moeder als het kind hartstikke dood geweest. Ik was ook wel heel blij voor die moeder en haar kind!
Wat ik ook wel erg vond maar eigenlijk meer hilarisch, vond plaats op een groot plein in Den Bosch. Daar zag je even twee mensen naast elkaar lopen en ineens werden ze een beetje opgetild en weer neer gegooid op het plein en voortgeblazen door de wind. Tientallen meters  deed de briesende wind die mensen over het plein rollen….het zullen wel kleine lichte mensen geweest zijn, dat was niet zo goed te zien op het korte filmpje maar leuk om te zien was het wel. Er liepen ook nog andere mensen op dat plein en die probeerden het rollende duo nog te stoppen maar dat was niet meer nodig. Ze konden uit zichzelf weer opstaan. Gelukkig weer goed afgelopen!
Heel tragisch vond ik het verhaal van die vrachtwagenchauffeur die een grote tak van de weg wilde halen. Die tak lag in de weg voor zijn vrachtwagen. Net toen hij bezig was die tak weg te halen brak er door de storm nòg een grote tak af van die boom en die kwam bovenop die chauffeur. Op slag was hij dood. Heel tragisch!  
Hoe zwaar de storm was, was goed te zien aan die jongen met die fiets. Hij kon zijn fiets niet meer houden, die fiets werd voortgeblazen door de wind. De jongen wilde voor het stoplicht stoppen maar de wind liet dat niet toe. De wind wilde de fiets, die toch nog heel goed beetgehouden werd door de jongen, naar de trambaan blazen. De fiets en de jongen werden door de afrastering van de  trambaan tegengehouden. Gelukkig maar; dat had slechter kunnen aflopen.

Het is nou half vier en het waait godzijdank niet meer. 

woensdag 17 januari 2018

SLAAPWANDELEN

Er is een probleem ontstaan dat niet eenvoudig op te lossen is. Ik ben namelijk om raadselachtige redenen weer gaan slaapwandelen en wederom in het pikkedonker. Ik loop in mijn pyjama en op blote voeten als ik wakker word uit mijn slaapwandeling. Het regent. Ik kijk om mij heen een herken in eerste instantie niet waar ik ben. Ik kijk nog eens een tweede keer in het rond en dan zie ik voor me de maan in het water van  de grote monumentale vijver schijnen. In die vijver staat  een monument dat aangeeft dat daar in Rotterdam het laagste punt van Nederland is. Wat overigens niet waar is want het laagste punt van Nederland ligt heel ergens anders: in Capelle aan den IJssel
Als ik langer had geslaapwandeld was ik misschien wel de vijver in gelopen …….of zou ik er in mijn immense slimheid gewoon omheen gelopen zijn? Ik heb geen flauw idee hoe laat het is…..in ieder geval later dan middernacht want toen ging ik naar bed. Zoals gewoonlijk bij het slaapwandelen heb ik niks van huis mee genomen, dus het probleem is, hoe kom ik, midden in de nacht, mijn flat weer in. Bij de vorige slaapwandelsessie belde ik bij mijn naaste buurvrouw aan en tot mijn grote vreugde was zij bereid om, ook al was het half vier ’s nachts, voor mij open te doen. Maar ik kan niet altijd zoveel geluk hebben.
Ik heb het inmiddels vreselijk koud gekregen Mijn pyjama is doornat en mijn voeten, die meestal toch al niet warm te krijgen zijn, lijken wel ijspegels. Er is werkelijk niemand op straat te bekennen. In andere wijken zie je nog wel  eens katten op straat maar de enige dieren  die ik hier op afstand zie rondschuifelen zijn ratten, kleine en hele grote. Ik naderde mijn flat en zag dat iedereen daar sliep: alle lichten waren uit. Ik zag alleen de deur bij mijn huis open staan. Logisch …. Net als de vorige keer was ik al slaapwandelend vergeten de deur achter me dicht te doen. Stom kan ik het niet noemen want ik sliep gewoon toe ik mijn flat verliet, was me er gewoon niet van bewust de deur te sluiten.
Mijn probleem was nu snel iemand in de flat wakker zien te krijgen die de deur van het flatgebouw voor mij opent.
Ik begon natuurlijk bij de buurvrouw die me de vorige keer zo goed geholpen had, maar deze keer deed zij niet open …. Ik weet wel een beetje waarom, ze was een paar dagen geleden bevallen van een tweeling; het was een zware bevalling geweest waar ze zeker een paar dagen van moest bijkomen. Ook al zou ze willen open doen voor me: ze was gewoon veel te moe om haar bed uit te komen.
Er was nog een buurvrouw met wie ik goed kon opschieten; ik belde bij haar aan…..één keer, twee keer, drie keer en ja hoor:  ‘Ja, wie is daar?’, hoorde ik
‘Ik ben het Ton, ik ben slaapwandelend mijn huis uitgegaan en ik kan er nu niet meer in, ik heb geen sleutels bij me.’
‘Weet je wel hoe laat het is, jongen’
‘Neen, geen idee’
‘Half vijf! Nou ja, ik zal wel voor je open doen’
De buurvrouw stond me op te wachten voor de openstaande voordeur van mijn flat.

‘Neem maar gauw een lekker warme douche jongen’, zei ze ‘en ga dan nog maar effe slapen.’

dinsdag 16 januari 2018

TAS

11.00 uur: in de metro was het loeidruk. Geen zitplaatsen meer. Tegenwoordig wordt er voor me opgestaan door jongelui. Het valt me op dat het meestal nieuwe Nederlanders zijn die dat doen. Ik merk, dat ik het aan de ene kant wel fijn vind, dat er voor me opgestaan wordt, aan de andere kant denk ik: ‘Nou jongen, je bent nu echt oud aan het worden.’ Mijn vriendin heeft hetzelfde alleen zegt zij, dat mensen voor haar opstaan, omdat ze zo’n oude kop heeft. Aan onze leeftijd ligt het niet we zijn allebei nog behoorlijk jong: halverwege de zestig, dus op zich nog aan de vitale kant van  de zeventig. Met andere woorden we zouden met gemak een ritje Schenkel – Schiedam Centrum in de metro kunnen blijven staan.
11.30: ik moest om twaalf uur in de bibliotheek zijn maar omdat het pas half twaalf was besloot ik over de markt te gaan slenteren, tot ik op de hoek van de Binnenrotte en de Hoogstraat een tassenzaak zag. Er stonden allerlei reistassen, rugzakken, schooltassen en ga zo maar door. Toevallig had ik het vanochtend met mijn vriendin over tassen gehad en hoe handig sommige tassen zouden zijn voor mij om allerlei spullen in op te bergen die ik vaak van hot naar her mee heb te sjouwen zoals: mijn smartfone, mijn leesbril, mijn krant, mijn portemonnee, mijn diverse pasjes, mijn pillen en zalfjes, mijn pennen, mijn agenda en misschien nog wel meer spullen. Er hing in die winkel een prachtige echte leren tas (vierhoekig met lange draagband voor om de schouder)voor 179 euro. Dat was natuurlijk veel te duur voor mij. De verkoper liet me nog een aantal (te dure) exemplaren zien maar uiteindelijk toonde hij me een mooie tas van 49 euro. Er zaten allerlei vakjes voor pasjes, pennen, smartfone, leesbril enz. in en er was behoorlijk veel ruimte om allerlei andere spullen in mee te nemen. Ik vond het een mooie tas voor een mooie prijs. Die tas kocht ik.
11.57 uur: Inmiddels is het bijna twaalf uur dus ik moet razendsnel naar de bibliotheek waar ik om 12 uur een afspraak heb met de Russische Margareta, voor taalles. Ze was nog niet in de hal van de bibliotheek dus ik ging mijn tas vast inruimen. Opeens hoorde ik dat ik een app kreeg……hij was van Margareta…..ze schreef dat ze al op de 6e verdieping van de bibliotheek was, waar de taalles zou zijn. Dus ik naar de 6e, maar daar was Margareta niet te bekennen. Misschien was ze wel weer naar de begane grond gegaan. Ik stuurde haar daarom voor alle zekerheid een app terug en ja hoor ze was weer terug gegaan maar ze zou snel weer naar boven komen en zo konden we toch nog een uurtje Nederlandse taalles hebben

14.30 uur: met oorverdovend geschreeuw gaat de school bij mij aan de overkant uit. Het lijkt wel alsof de meiden van vandaag veel harder gillen als die van veertig jaar terug. Ik vind het niet erg hoor, want het duurt hooguit drie keer een kwartier per dag en daarbuiten is het dan meestal weer ijzig stil in de straat. Heel soms komt er wel een meisje met een of meer vriendinnetjes terug, als ze vrij van school zijn, dan gaan ze samen gillend schommelen op de sensationeel grote schommel, die heel hoog gaat…..maar het is nogal een verschil of  tientallen meiden gillen of drie.

maandag 15 januari 2018

VADER

Mijn vader is in Nederlands Indië geboren. In Tjimahi, een voormalige legerplaats van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Zijn vader, mijn opa dus, was soldaat in dat KNIL. Samen met zijn vrouw, mijn oma dus, woonde hij daar al in Tjimahi vanaf 1920. Mijn vader was het vijfde kind van het gezin en tevens de jongste van het stel. Hij had nog twee broers en twee zussen. Hij is geboren in 1931. In 1940, toen mijn vader 9 jaar was brak de Tweede Wereldoorlog uit, die in Europa voornamelijk werd gevoerd tussen Engeland, de Verenigde Staten en Duitsland; in Indonesië werd die oorlog voornamelijk uitgevochten tussen de Hollanders en de Japanners (de Jappen).
De ouders van mijn vader en zijn broers en zussen zaten in een concentratiekamp, waar ze weinig te eten kregen en wreed behandeld werden. De jongste broer van mijn vader had eens een kip gestolen uit de tuin van een Japanner en als straf werd hij daarvoor aan één arm opgehangen aan een boom. Zijn hele leven lang heeft hij een pijnlijke arm overgehouden aan die Japanse actie, talloze malen is zijn arm uit de kom geraakt.
Mijn vader was dus negen jaar toen hij in het kamp terecht kwam. Hij zat in de derde klas van de lagere school toen de Jappen hem daar wegplukten en in het kamp plaatsten. Daar moest hij ruim vijf jaar blijven rondhangen ….. rondhangen, ja, want iets duidelijks was er niet te doen voor hem.  In 1945 was de Tweede Wereldoorlog afgelopen en in 1947 besloten mijn opa en oma weer naar Nederland terug te keren. In 1947, mijn vader was toen 16, had hij niet meer dan drie jaar lagere school. Mijn opa vond dat mijn vader gelijk naar een Nederlandse lagere school, in de vierde klas geplaatst moest worden. Mijn vader deed dat ook wel maar hij vond het heel vervelend dat hij als 16-jarige tussen allemaal broekies van 9 en 10 jaar in kwam te zitten. Mijn opa was het er helemaal niet mee eens maar mijn vader wilde niet verder leren. Hij wilde gaan werken en geld verdienen. Hij had al gauw een baantje: lijstenmaker. De lijstenmaker was al lang blij met zo’n jong mannetje, dat kon nog van alles leren en hij was daar weinig geld aan kwijt. Maar mijn vader had geen geduld genoeg om het vak van lijstenmaker te leren. Binnen drie maanden had hij alweer een ander baantje gevonden. Hij ging varen als pantry-bediende op de Statendam een schip van de Holland Amerika lijn. Het leukste vond hij om cruises te maken en dat kon dan ook met de Statendam. Hij bleef wel twee jaar weg en reisde over de hele wereld. Toen hij van die reis terug kwam ontmoette hij in 1949 de vrouw, met wie hij zou trouwen (mijn moeder) en bij wie hij snel vijf kinderen verwekte (waarvan ik de oudste was). Mijn vader bleef zijn geld verdienen met het bevaren van de wereldzeeën. Toen hij daarmee stopte (in 1963) verwekte hij nog eens vijf kinderen en ging  zijn geld verdienen als  assistent-kok in een verzorgingshuis. Door zijn magere schoolopleiding heeft mijn vader altijd genoegen moeten nemen met slecht betaald, ongeschoold werk: pantrybediende op een schip, bijrijder op een vrachtwagen, productiemedewerker in een beschuitfabriek, verentrekker, railsschoonmaker, schoonmaker in een zwembad en nog vele andere baantjes, want meestal hield hij het niet zo lang vol bij één baas.

 Na een huwelijk van 25 jaar besloot mijn moeder in 1975 van mijn vader te gaan scheiden omdat ze vond dat ze toch te weinig bij elkaar pasten.